^roeding. Geloof en gehoorzaamheid moeten ook hier weêr gezien worden. Dat ie hét doel waartoe wij saamkomen en sbftui sp reken èri bidden Geve de Heere dat alles in-deze samen komsten geheiligd mag worden, door het Woord van God en door het gebed. Namens den Keikeraad, P. J. W. Klaarhamer praes. A. B. Crucq scriba. Zoo de Heere wil komen de Kerken onzer Classes weêr in Classikale vergadering saam op. Woensdag 6 Maart a.s. Mogen wij op biddeude voorbereiding ernstig aandringen. Biddende voorbereiding gepaard met ver ootmoediging en schuldb dijden. Is het niet diep beschamend en veroot moedigend dat de vier Classen van Zeeland nog steeds gecombineerd moeten vergaderen, omdat tengevolge van schrikkelijke onge hoorzaamheid en doodigheid, en door een zondig gescheiden leven van wat aanvanke lijk tot gehoorzaamheid kwatn, geen enkele Classe voltallig is, ja uit ééne Classis geen enkele kerk nog tot de Classikale samen komst komen kari. Yan de 21 kerken der Classis Middel' burg komen er nog maar negen tot de Classikale Vergadering, uit de Classis Zieiikzee van de 24 kerken slechts 2 of welhaast weder drie, uit de Classis Goes van de 31 kerken niet eeneen uit de Classis IJzendijke van de 23 kerken nog slechts 3 of welhaast D. V. 4. Is dit niet een ontzettend feit? Hoe lang nog, eer het komen zal in onze kerken tot Leviticus 26 4043 Broeders, die u Dienaren des Woords, Ouderlingen, Diakenen, Geloovigen moogt noemen, zou er ook iets voor u en mij staan in Mattheus 17 1721 En nu noemden wij nog maar iets. Hoeveel dat nog te noemen ware, en dat hièt minder tot schaamte en verootmoedi ging ous is. Och, dat onze aanvankelijk verloste Kerken eens konden saamkomen als in JLzechiël 36 31 en 32, en om te pleiten op de beloften die daar in vers 3338 volgen, en in vers 22—30 voorafgaan. De reformatie eener plaatselijke Kerk of der Vaderlandsche Kerk is nooit afge- loopen in dezen tijd. Dat werk komt pas klaar in de voleinding dér eeuwen, als alle'ten deele" zal te niet gedaan zijnen het volmaakte zal gekomen zij bi. Een kerk die meent dat zij er is, dat zij klaar is met de reformatie, die is weg en ligt al weêr in deformatie neer. Zoo lang nog één lid van het lichaam der kerken krank is en in gevangenschap en banden van het Genootschap neer ligt is de Classis, is de Synode niet, wat zij zijn moeten, en moet er geworsteld en ge arbeid in 's Heeren kracht met Woord én gebed, opdat die kranke gezond, die ge- "bondene vrij mag worden, en drijft de barmhartigheid tot het bezoeken en in liefde arbeiden aan dezulken. Broeders, laat ons deze dingen bedenken en in pr ktijk brengen. En voorts, legge God van den hemel ons INeheinia's Woord in de ziel en op de lippen, Nehemia 2 20. De heer C. W. E. Ploos van Amstel Candidaat aan de Vrije Universiteit heeft gemeend de beroeping naar Gerfces- klooster te moeten opvolgen, en heeft daarom voor die naar Koudekerks bedankt. Ook heeft Ds. G. H. van Kasteel te Kollutn voor het beioep naar Vlissingen bedankt. En gij moet wei trachten om toe te nemen in genade, maar evenwel te vreden zijn met die gave die God u belieft mede te deelén, want het is al-dezelve Geest die in den geloovige werkt, deelende nogtai s een en iegelijk en gelijk Hij wil, 1 Cor. 12, alzoo dat zij nogtaus ijveren naar de b<jste gaven 1 Cor. 12 31. En verslaat u ook niet al te zeer, als God u in zulke hooge verborgenheden niet gelieft op te trekken als wel anderen als de Heere u een van Zyue geloovigen beliefde te maken, en als een lammeke van Zijn kudde, en u met melk voedde, was dat nog niet wel, als Gij evenwel een van Zijue kinderen waart, en Hij u in al uw zwakheden nog in Zijn arm droeg, en u hier namaals bij Hem opnam in 't eeuwige leven? Daarom versterkt uw harte met de genade 1 Petr. 1:12, Ook dient U tot troost dat een geloovig kind Gods, zoo haast hij wedergeboren wordt, niet terstond komt tot den hoogsten trap der wedergeboorte en genade; gelijk een kind, zoo haast het geboren is, ter stond niet groot is, maar wast allengskens, alzoo is 't ook met de tweede geboorte de hemelsche genaden wassen allengskens aan, g°lijk de wateren die de profeet Ezechiël zag vloeien van onder den dorpel van 't Huis des Heeren, dewelke eerst waren tot aan zijn enkelen, daarna aan zijn knieën, daarna aan zijn lendenen, enz. Cap. 47. Alzoo gaat het doorgaans met de wateren des H. Geestes in onze weder geboorte. En gelijk het koren dat gezaaid is, eerst opschiet als kruid, daarna de aren, daarna bet volle koren in de aren, Mattb. 422, alzoo wassen de geloovigen in de kennisse Gods, Coll. 1 10, in de liefde Ef. 4 15, en alle genade tot vol making der heiligen, totdat zij komen tot een volkomen man, tot de mafe der grootte der volheid Christi. Ef. 4 12,13. En dat geeft Johannes te kennen als hij spreekt van kinderenjongelingen en vadersl Joh. 2, niet alleen van jaren en ouderdom onder de geloovigen, maar bij zonder ten aanzien van den aanwas der genade en wedergeboorte, gelijk dat klaar is uit de woorden zelf. Want hij stelt onderscheid van genade, als hij zegt van de kinderen »gij hebt den Vader gekend," te weten onzes Heeren Jezu Cnrisii, en dat Hij is onze Vader om Zijnentwil ge worden, Joh. 20:17, welke wel is een zaligmakende kennis, maar niet in den hoogsten graad. En van de jongelingen >gij zjjt sterk", te weten in 't geloof, 't welk wel zijn kan in een geloovig kind Gods, al is hij niet tot den hoogsten graad van genade gekomen. En van de Vaders zegt hy »gij hebt Hem gekend, die van den beginne is," en alzoo stelt hij de vaders in een hooger graad van kennis en genade. Een jong kind heeft de sterkte en het begrip niet van den vader. Een boom, eerst nieuw geplant, heeft de wortelen zoo diep niet geschoten als die lang gestaan heeft;. Zoo moet gij u dan niet al te zeer be droeven, dat gij terstond niet kondt komen, tot den hoogsten trap van hemelsche genade, maar gy moet deuken, zij wast allengskens aan, en zoo zal ze ook in u aanwassen, zooveel als 't Goi wil tot Zijn eere, en tot uwe zaligheid, en zoo moet gij eersi een kind, daarna een jongeling wezen, en eindelijk een vader worden. En al werdt gij nooit een vader in de genade, maar bleeft een kind of jongeling (want alle geloovigen en worden juist zoo hoog in genade niet opgetogen, dat zij vaders in Christo worden) zoo was 't nog wel, als gij een kind Gods waart, al beliefde het God niet u zoo verre te brengen als wel sommige geloovigen. Doch daar moet niet wezen een geeste lijke einsteloosheid en luiheid, om dafc middel ijverig te betrachten om toe te ne men want die niet zoekt toe te nemen,, die neemt af, want in de godzaligheid is geen stilstaan, daarom moeten wij nalaten het beginsel der leere Christ!, en tot de volmaaktheid voort varen Ihbrtën 6 1 5. Spreuken 4: 18 1 Thessal, 4 1; 1 Petr. 2 :2. BrakelTrappen d. G. L. 2:1ft 3*2 ïferè lülsei Onder de bewijzen voor het diep verval der Kerk behoort ook wel het diep treu rige feit, dat er zoo uiterst weinig Broe ders gevonden worden, die blijkbaar door den Oppersten Herder der schapen voor het dienen in een der ambten bestemd zijn. Dit gebrek wordt nog verslimmerd door de gansch onschriftuurlijke voorstelling,, die men z'ch gemaakt heeft van hen, die tot het ambt, beboeren te worden geroepen, en van de wijze waarop een geroepene tot zekerheid van zijne roeping komt. Deze onschriftuurlijke voorstelling zon niet bestaan, indien men zyn Bijbel onder zocht, met de biddende begeerte, om te bevinden, dat >al de Schrift is van God ingegeven, en nuttig is tot leeringtot wederlegging, tot verbetering, tot onder- wijzingdie in de rechtvaardigheid is; opdat de mensch Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaa'xtelijk toegerust Nu leest men alleen zijn Bijbel, onder zoeken is wat auders) en dan meest bloot otn stichting, of nog erger, alleen om zijn eens opgevatte meening te kunnen staande houden. l)e Heere leert ons in Zijn Woord, dat Hij zijn Kerk door middel van menschen regeert, en daartoe gesteld heeft onder het N. Testament apostelen, evangelisten, herders, leeraars, ouderlingen en diakenen. De Heere kon dat ook wel zonder die instrumenten doen, maar het is nu Zyn souverein welbehagen om het door hen te doen. De Heere gebruikt hiertoe gewone en buitengewone ambtsdragers of Dienaars. De dienst dér buitengewone Dienaars was voor een tijd, zoodat zij nu niet meer ge vonden worden. Het waren oudtijds de Patriarchen en Profeten, en onder het N..

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1889 | | pagina 2