Bidt, en U zal gegeven worden ook de eenheid der kerk en de broeder lijke liefde, zoowel als de eerlijkheid, de orde en de stichting schade lijden, en zullen bandeloosheid, willekeur, eigeawil ligheid, dwingelandij en heerschappy in de kerken lichtelijk inbreken, gelijk ons dit zoo menige independente groep te zien geeft. Ook wees de voorzitter er nog op, dat er zeer zeker niets zondigs in is, dat de hier nu door hare afgevaardigden saamvergaderde kerken in den credentiebrief hebben beloofd >dat zij zich houden zullen aan hetgeen met gemeen goedvinden besloten zal worden." Want wat houdt deze belofte in? Wil het zeggen dat de kerken zich aan een bestuur of aan menschelijke bepalingen onderwerpen en binden Volstrekt niet. Het wil niet anders zeggen danwij beloven ons te houden aan datgene, wat naar het gemeen gevoelen der Kerken overeenkomstig Gods Woord behoort te geschieden. En men voegt daar uitdrukkelijk bij tenzij dat het bewezen worde te strijden tegen het Woord Godswant een Classikale vergadering is niet onfeilbaar. Zulk een belofte kan elk christen afleg gen, en hij moet er steeds toe bereid zyn. Met een kerk die dit niet beloven wil, kan men niet kerkelijk saamkandelen. Bestonden de kerken uit heiligendan was deze wederzijdscke verklaring niet noodig, nu haar leden en ambtsdragers zondaren zijn, is zij zeker noodig. Vervolgens werden alle punten van het agendum afgehandeld. Uit een voorgedragen zestal BB. Oefe naars werd een keuze voor een tweeden Classikalen Oetenaar gedaan, en de verdere behandeling dezer zaak gesteld in handen der Deputaten voor de beroepingen en voor Classikale examens. Besloten werd, dat de Classikale Oefe naars des Zondags slechts in één Kerk zul len dienst doen. Bij de bespreking hier over werd nogmaals de wenscnelijkheid aan gedrongen om de Broeders niet driemaal op een dag te laten oefenen. De vergadering kwam terug op een vroe ger genomen besluit, om de BB. Oefenaars alleen in vacante kerken te laten voorgaan. Ook werd besloten tot de uitgave en zoo noodig kostelooze verspreiding van een viertal eenvoudige traktaatjes over de kerk de sacramenten de ambten en de tuchten oui aan een tweetal onzer predi kanten te verzoeken deze geschriftjes op te stellen. Het verzoek van een tweetal kerken over de Schelde om van het bijwonen der wintervergaderingen te worden vrijgesteld, werd met algemeene stemmen afgewezen. De consulentschappen werden aldus ge regeld, dat de kerken over de Schelde l)s. Wolf van Axel als Consulent ontvangen, dat Ds. Wolf van Serooskerke behalve zijn eigen drie kerken de kerk van Grijpskerke als consulent zal dienen, terwijl dan ein delijk Ds. Klaarhamer de consulent zal moeten zijn voor de kerken vanVlissingen, Koudekerke, Arnemuiden, Tholen, Poort vliet en St. Maartensdijk. Omtrent de bediening van den H. Doop in de vacante kerken werd een voldoende regeling getroffen, terwijl aan den kerke- raad van Serooskerke werd opgedragen, om een regeling van de bediening van het H. Avondmaal in deze kerken op de eerstkomende vergadering in te dienen. De Broeders, door de Classis ter voor- loopige Synode afgevaardigd, brachten ver slag uit van het op de laatste zittingen dezer Synode verhandelde en van het door hen daar verrichtte. De vergadering hechtte haar goedkeuring aan hunne handelingen en ontsloeg hen met dankzegging. Verder werden nog enkele ingekomen stukken, geen betrekking hebbende op de zaken waarvoor deze buitengewone verga dering was belegd, verwezen naar de eerst komende gewone vergadering in Maart een verzoek om door de Classis als oefenaar te worden onderzocht, werd gesteld in handen der Deputaten voor Classikale examina. Te half zes sloot de voorzitter de ver gadering. Make de Heere haar arbeid vruchtbaar voor Zijn Kerk, om Zijns Naams wil. De Actuarius der Classes, A. B. CRUCQ. Mattheus 7 7a. I. Ziedaar een goede belofte voor behoeftige menschen. Niet slechts voor armemaar bepaald voor behoeftige menschen. Een arm mensch is nog geen behoeftig mensch, n.l. in zijn eigen schatting. Vele armen zouden zeer boos worden zoo men hen behoeftig" noemde. Daar zit in dat woord zoo iets van zich buigen", van ootmoedig vragen om vervulling van gemis", en daartoe zijn zij veel te hooghartig wéér andere armen zijn te zorgeloos of onge voelig om behoeftig te zijn. Een behoeftige weet dat hij iets mist en gevoelt het smartelijke van dit gemis. Hij heeft pijn door het missen van een onmisbare zaak. Hij verlangt, ziet uit, jaagt met alle kracht en langs allerlei wegen om haar te mogen bezitten. Een behoeftig mensch kan een zeer rijk mensch zijn. Bijv. Abram in Genesis 15, en Jaïrus in Markus 5 en de Kamerling in Handelingen 8. Er zijn ook verschillende behoeften, bijv. die God in ons gelegd heeft, en zulke, die wij zelf gemaakt hebben. Het spreekt wel van zelf, dat de belofte hierboven ge plaatst, alleen de eerste geldt. Zulke behoeftigen dan, die hebben leeren verstaan dat God alleen hen helpen kan, noodigt de Heere, ja Hij beveelt hun lief derijk dat zij bidden" zullen. Behoeftigen, die het nog van hun wil len en kunnen en doen verwachten, of op menschen en middelen hun hope bouwen, vermaant en onderwijst de Heere, dat zij hiervan aflaten zullen, en dat zij alleen in den weg des gebeds hulpe moeten wachten. Dat is te zeggen, de Heere wil hu a doen verstaan, dat de vervulling van elke behoefte, welke dan ook, alle ?n komen kan van dien God, die besloten heeft, den be hoeftigen bidder in den weg der middelen (of bij uitzondering door wonderen) te helpen. De echte behoeftige zit niet stil, zie maar Psalm 27 4 en 8, maar hij verwacht het niet weer van eigen willen en kunnen en doen, hij heeft de waardeloosheid en ijdelheid daarvan erkend, hij wenscht al zijn verwachting te stellen van El-Schaddai, d. i, »God de Almachtige", .erkennende dat alleen in Diens willen en kunnen en doen de grond der hope en de zekerheid der vervulling is. Zooals de melaatsche Matth. 8:2 dit deed. De behoeftigen worden dus door den Heere uitgenoodigd tot gebed, d. i. de Heere zelf vergunt hun om tot Hem te komen en tot Hem te roepenja zij mogen Ziju aangezicht zoeken. Zij mogen begeeren dat Hij Zijn aangezicht tot hen wende, om hen in hun nood en behoefte aan te zien. De Heere wil hen hooren en helpen niet met afgewend gelaat, maar Zijn oog in gunst hen beschouwende. Zij mogen bidden, d. i. zij mogen hunne behoeften den Heere voordragen, zij mogen over hun persoon en zaak tot Hem spreken, zij mogen met Hem handelen over Zijne beloften en hare vervulling, gelijk de behoeftige Jacob in Genesis 32:9 12, of zooals de behoeftige David in Psalm 82t of op de wijze van den behoeftigen Nehe- mia 1 411 en Daniël in Daniël 9 419. Dat de Heere het zeer ernstig meent met deze uitnoodigiug en vermaning tot gebed ^n met deze belofte Zijner hulpe, blijkt uit de aandachtige lezing van die tekstwoorden, welke met het bovenstaande gelijkluidend zijn. Zie maar eens Matth. 21 22 Markus 11 24 Johannes 14 13 en ook 1 Johannes 5 14, 15. Nu noodigt de Heere niet alleen tot ge bed, maar Hij belooft ook eene heerlijke verhooring. Üe Heere belooft, Hij zegt den bidder toe, dat hij zal ontvangen. Beloven dat is, zich tot iets verbinden. De Heere verbindt zich dus om den bid der zijne bede te schenken. Dat wil wat zeggen. De trouwe, de onveranderlijke Jehova, bij Wien geen schaduio zelfs van verandering of omkeering is, die trouwe houdt iu eeuwigheid, ook jegens ontrouwen, ouwaardigen, strafschuldigen, die Jehova verbindt zich vrijwillig tot het geven onzer behoeften. »God is geen man, dat Hij liegen zou, noch een menschenkind, dat het Hem berouwen zou zou Hij het zeg gen en niet doen of spreken en niet be stendig maken Num. 23 19. De bidder kan dus op deze belofte staat maken als op een vasten onwankelbaren rots grond. Zoo hij daarop zijn gebed en zijn hope bouwt, dan mag hij vergeleken worden bij den verstandigen man uit Matth. 724 en 25, die voor geen slagregens of waterstroomen of winden behoeft te vree zen, want zijn huis staat op de rots. De Heere belooft, dat gij zult ontvangen wat gij bidt. Deze belofte wil heel wat zeggen in den mond van Hem die almach tig en vrijmachtig en alleen en volkomen wijs is. Hij vermag al wat Hij wil. Hij leidt Ziju volk droogvoets door zee en rivier; Hij drenkt hen met water uit de rots en

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1889 | | pagina 2