bedenkingen inbrengen, zich op eenmaal
zullen gewonnen geven.
Wij wenschen slechts te doen zien, dat
onze overtuiging en onze handelingen op
gronden steunen, die niet onredelijk,noch
onzedelijk, noch onschriftuurlijk zijn. Ter
wijl wij daarbij van den Heere begeeren,
dat Hij, mocht 't zijn ook door dit middel,
het hart overtuige van hen, die nog tegen-
of nog van verre staan.
Zeer gaarne vernemen wij bedenkingen,
en zullen niet ophouden te trachten de
zelve weg te nemen; toch willen wij hun,
die zich onttrekken of wel tegenstaan, toe
roepen; zie toe, dat uw bedenkingen maken
niet is of wordt een wederstaan van den
H. Geest, of van het werk des Heeren
laat het u toch niet te doen zijn, om onder
den schijn van een nog niet overtuigde
uw onw il of uw ongeloof te bedekken.
De tweede bedenking dan was deze
dat in verreweg de meeste nu vrijgemaakte
kerken de groote meerderheid dergedoop-
teu den scheurmakenden kerkeraad blijft
aankleven, en zich blijkbaar niet in het
minst bekommert om den echten kerke
raad en zijn vermaningen en besluiten.
Wij zouden hierop kunnen antwoorden,
dat het doen en zeggen van de groote
meerderheid zelden van veel beteekenis is,
als 't er op aan komt de wettigheid en
de gerechtigheid eener zaak te bewijzen.
Immers zulken, die op grond eener ver
kregen overtuiging handelen, zijn altijd
en in alle zaken in de minderheid, en de
groote meerderheid laat zich leiden dooi
den indruk van het oogenblik, zij gaat af
op wat het oog ziet en het oor hoort.
Da groote menigte acht in den regel die
zaak of dien persoon in het recht te zijn,
welke gesteund wordt door de aanzienlijken,
door de machthebbers, door de soldaten
en de politie.
Wilt gy een treffend bewijs daarvoor?
Herinner u dan wat met den Heere
Jezus geschiedde. De eene week roept de
groote menigte, Hosanna! en de volgende
week, kruis Hem, kruis Hem want zie, de
aanzienlijken, de kerkelijke machthebbers,
de burgerlijke rechter, soldaten en politie
waren tegen Hem. En wat doet nu die
zelfde schare aan den avond van dien
zelfden dag, als zij gezien hebben de
teekenen bij Jezus' lijden en dood Zij
keeren huiswaarts slaande op hunne
borsten."
Wilt gij een ander voorbeeld om te zien
wat beteekenis, vooral in zake van Kerk
en godsdienst de opinie van de menigte
Jieeft Leest dan eens aaudachtig Hande
lingen 14:819, dezelfde menigte, die
Paulus met Barnabas als een God wil
eeren, steenigt hem kort daarop en laat
hem voor dood liggen.
Was David misschien niet wettig Koning
over heel Israël, omdat tien stammen
weigerden hein te erkenuen, en liever
Abner's eigengemaakten Koning volgden,
dan den gezalfde des Heeren
Diezelfde ongehoorzame menigte nu
komt op eenmaal tot de ontdekking dat
ja, David toch eigenlijk hun Koning was,
^an God gezalfd, en dat zij hem ook
eigenlijk altijd hadden liefgehad enz. Van
waar kwam die ommekeer
Och, zij waren in 't nauw gebracht,
want èn Abner èn lsboseth waren vermoord.
En zoo zouden wij tal van bewijzen
kunnen bijbrengen om te doen zien, hoe
weinig het woord en de daden der menigte
bewijzen voor de gerechtigheid eener zaak,
bijzonder als het de Kerk en den dienst
des Heeren raakt.
Ja nog sterker, in den regel zoeken zij
de menigte aan hun zijde te krijgen, die
öf een bepaald slechte zaak of een zaak
voor hebben, welker gerechtigheid uiterst
bedenkelijk staat.
Zie maar hoe Saul te werk ging tegen
over David. Overdenk maar eens waarom
Absalom den voor hem bepaald goeden raad
van Achitofel niet durfde volgen, en met
beide handen den voor hem zoo gansch
verkeerden raad van Husaï aannam.
Tegenover den Heiland en de apostelen
hebben de Farizeën en Schriftgeleerden
steeds hulp gezocht bij de menigte, en
evenzoo de roomsche priesters in de dagen
der reformatie tegenover Calvijn en Luther
en de overige hervormers.
In de reformatie onzer Kerken in de
16e eeuw was het dan ook precies als nu,
de groote meerderheid hield zich aan den
roomschen huispriester, en het kleiuste deel
schaarde zich met den wettigen kerkeraad
rondom Gods Woord, om dat te doen.
De groote menigte der gedoopten in
onze dagen, en onder hen met name die tot
de hoogste en die tot de laagste standen
b -hooren, weten niet meer wat een kerk is,
en wat naar Gods Woord in de kerk mag en
niet mag. Zij oordeelen dan ook niet over
de zaak zelvemaar esnvoudig over wat zij
er van zien en over wat zij meenen dat de
zaak is.
Zie, daar staan die oude kerkgebouwen
waarin vau ouder tot ouder de gemeente
opging; in die kerkgebouwen ligt nog al
tijd de Bijbel op dezelfde plaats; zij, die
zich kerkeraad noemen, zitten nog op de
zelfde plaats, op den preêkstoel staat nog
altijd een dominé als vroeger met een toga
en bef. Het gaat in alles net als toen wij
nog kind waren.
Daarbij de Staat geeft alleen aan dien
dominé geld en aan alle andere dominés
niet. Al de rijke menschen en de ambte
naars van stad of dorp of staat komen
daar net als vroeger de preek hooren. De
rechtbanken zeggen ook dat dit de Her
vormde kerk, de hervormde dominé, de
hervormde ouderlingen en diakenen en
kerkvoogden zijn.
Nu, wat wil men nog meer, is de zaak
nu niet gansch uitgemaakt?
Als dan de Nederd. Gereformeerden ant
woorden, neen en niet alleen dat de
zaak niet is uitgemaakt, maar er is in dit
alles nog zelfs niet het geringste bewijs
geleverd, al deze dingen gaan nog geheel
buiten de zaak om, dan weet de groote
meaigte waarlijk niet meer, hoe zij 't met
ons heeft, en dan weet zij niet beters te
doen dan boos te worden, en ons te schel
den en te lasteren en op allerlei wijze
kwalijk te bejegenen.
En meent gij waarlijk, dab indien de
besturende en wetgevende macht on dei-
ons eens niet door justitie en politie zich
desnoods met dwang kon doen gehoorzamen,
het er dan in staat en maatschappij niet
evenzoo zou uitzien als nu in't kerkelijke
Uit Tholen komt het verblijdende bericht
dat ook daar de Nederd. Hervormde of
Gereformeerde Kerk op wettige wijze is
I losgemaakt van het Herv. Kerkgenootschap.
De Kerkeraad vergaderde Woensdag onder
voorzitting van zijn Consulent, Ds Gesel
schap van Poortvliet, en nam het besluit
om alle verband mef het genootschap te
verbreken, de Synodale Organisatie op zij
te zetten, welke in 1316 in de plaats van
de wettige Kerkenorde werd geschoven
hij besloot tevens aan die wettige Kerken
orde weder kracht en geldigheid te geven.
Zoo is dan ook deze kerk bevrijd van
de onnatuurlijke, onwettige en onschrif
tuurlijke bauden, waarin zij sinds meer dan
zeventig jaren bekneld lag.
De Heere sterke haar Opzieners en Ver
zorgers voor de moeielijke taak die haar
nu te wachten staat. Hij doe zijn werk
wel gedijen en geve dat de relormatie
krachtig voortga. Hij upene de oogen en
overrede de harten.
Wij lezen in de Friesche Kerkbode
W orden z ij,
die in de Kerk van Christus getrouw willen
handelen naar Gods "Woord, nog geduld in
het Hervormd Kerkgenootschap
Menigeen denkt van wel. Toch is dit niet
zoo. Die in het genootschap wil blijven,mag
nietgetrouw zijn. Die getrouw wil zijn,
wordt er uitgezet. Die geene volkskerk,
geen kerk zonder belijdenis, geen kerk voor
de geheele wereld wil, wordt uit het ge
nootschap verbannen. Dit is weder gebleken
in hetgeen het Classikaal Bestuur van
Dockum heeft gedaan met Ds. Rijnenberg
van Ternaard en met den kerkeraad dier
gemeente. Zij zijn geschorst voor den tijd
van zes weken. En wel waa-om Om niets
anders dan omdat de kerkeraad, vooral
Ds. Rijnenberg, geweigerd heeft, moderne
elders aangenomen lidmaten in te schrijven
in het lidmatenboek. Is dat geen klaar
bewijs, dat de kerkeraad, die getrouw wil
handelen naar het Woord Gods, in het
Hervormd Kerkgenootschap niet geduld
wordt
Wij verblijden ons innig, dat onze ge
liefde broeder Rijnenberg van den Heere
moed en kracht ontvangen heeft, tot op
heden pal te staau. Dat is het, wat wij wen
schen mogen. Dat alle broeders, al betreden
zij een anderen weg, dan wij gedaan
hebben, getrouw bevonden worden. Op ge-
Gewis nog veel erger.
Neen dat het grooter deel der Gemeente
den scheurmakenden kerkeraad volgt en
den echten kerkeraad tegenstaat, en in
allerlei eigenwillige samenkomsten en han-
O O
delingen zich van de Kerk afzondert, dit
is niets ongewoons maar is integendeel een
zeer verklaarbaar verschijnsel, dat niets
bewijst tegen de reformatie, noch tegen de
op nieuw gezuiverde kerken.
X£ez*l<olïj Uo Berichten.