Christelijke opvoeding en verzorging van doofstomme en blinde kinderen »EFF A TH A.« Neen, maar ik bedoel, dat ik niet wil afgaan van de plaatselijke Nederd. Herv. of Geref.'Kerk in mijn stad of dorp. Nu, daartoe spoort ook: niemand u aan. En 't is maar de vraag, waar zoekt gij die plaatselijke kerk. Wij zouden, aldus voortgaande met vragen en antwoorden, weer komen op een punt, dat wij al zoo dikwijls behandelden, en nu eens niet willen bespreken. Wij wilden er op wijzen, dat die Gere formeerden, die het Genootschap niet ver laten willen, in het boven aangehaalde antwoord, roemen op menschen en niet in den Iieere en Zijn Woorden dat is ze9r ongereformeerd, want dat is tegen Gods Woord. Men roemt op zulke goede domines en op zulke goede preeken en op zooveelzegen voor mijn hart." Dit laatste is moeielijk te beredeneeren. Of iemand zegen heeft gehad, dat moet men gelooven als hij het zegt, en het moet blijken uit de vruchten. Een goed gereformeerd mensch haalt dat niet als een bewijs aan voor of tegen een zaak, want dit is een geheel onderwerpelijke zaak, en daarbij is er geene zaak waarin een mensch meer afhangt van en bloot staat voor allerlei invloeden en omstandig heden dan juist deze. Dit laten wij dus liggen. Men roemt op een goeden domineMaar de vraag is, wat verstaat men onder een goeden domine Een goed, lief en geloovig man die domine is Dan is het dus roemen in een schepsel. Dat dit een stank is in de neusgaten Gods, behoeven wij niet aan te toonen. Liever wijzen wij er op dat Eli een best mensch, een goedaardig man was, een man die de waarheid leerde, een man die zeer vele vrienden had, maar toch was hij een slecht priesterdie door zijn slap heid, zijn huis en zijn volk in verderf en ellende bracht. Aaron was de beminnelijke zachtheid zelf, een veel liever man dan Mozes, hij stond ook op den dienst des ïïeeren, en predikte ook de zuivere waarheid zoo goed als Mozes, maar hij was toch niet zóó strak of hij rekende toch ook met de om standigheden, en dat men niet altijd zoo kan als men wel wil, hij meende ook men moest al eens wat doen om het volk bij elkaar te houden enz., maar met dat al was hij een slecht ambtsdrager in de dagen dat hij het gouden kalf hielp maken, want hij ontblootte daardoor het volk en was oorzaak dat de Heere bijna Zijn volk had verdelgd. Saul was een best mensch, een dapper man, een goed vorst, die zijn volk liefhad en al het mogelijke deed om zijn land tot- vastheid en bloei te brengen, zijn knechten schonk hij rijkdom, eer en aanzien, in den naam des Heeren behaalde hij over winningen, hij stond zeer op den- gods dienst, vroom was hij op zijn tijd niet weinig, maar met dat al, was hij voor Israël een verwerpelijk koningwant hij was eigenwillig en bracht daardoor zich en zijn huis en zijn volk in ellende. Neen, een goéde dominémoet zijn een goed ambtsdragerd. i. niet een ambts drager naar het hart der menschen, maar naar het harte Gods, d. i. niet een volmaakte ambtsdrager, maar eendie zich onderwerpt in zijn ambt aan 's Heeren wet en getuigenis Men moet niet vragen, is die man be keerd, maar men moet vragen doet die ambtsdrager in zijn ambt den wil van God, zooals die klaarlijk in het Woord is ge openbaard Want die Gods ivil doet is bekeerd, maar die bekeerd is doet nog niet altijd den wil van God. Dat blijkt uit Eli en Aiiron. En de kerk leeft niet van een bekeerden dominé, maar zij leeft alleen van het Woord en den wille Gods. Nu roemt men op zijn i>goede domine's". Zoo, zijn dat goede Domine's, die tegen Gods bevel in en tegen hun eigen belofte en belijdenis ongeloovigen als doopvaders toelaten Christusverloochenaars en spot ters en verachters van Gods Woord en hoereerders enz., enz., maar tot het avond maal toelaten Als lidmaten van Christus' kerk erkennen en toelaten, en inboeken zulken, die openlijk Jezus verloochenen Die Arianen, Arminianen, Socinianen, Doodenvragers, enz. enz. als Dienaren des Woords erkennen en als 't zoo voorkomt bevestigen Die gehoorzaamheid bewijzen aan het hoofdbestuur van het Genootschap ook in het vervolgen van hen, die godza- liglijk willen wandelen Noemt gij dat goede domine's Hoor eens, goede menschenja misschien ver an- derde menschen kunnen zij zijn, maar goede ambtsdragers zijn zij niet, want zij doen tegen het Woord en leiden de Kerk des Heeren, voor zooveel het aan hen hangt uit Gods wegen. Dit zij allerminst met verheffing gezegd. Neen, wij zeggen het in den geest van ons hoofdartikel in dit nummer over het »volg mij" des Heeren. Gij zegtzoolang gij zoo'n goede preek hoort" enz. Ja, wat noemt gij een goede preek Een dominé, die nooit verder komt dan tot de noodzakelijkheid der wedergeboorte, die preekt niet goedwant er is meer. Er is o. a. ook heiligmaking. Een Labadist, een anti-nomiaan enz. preekt niet goed, want hij preekt niet de waarheid naar den Woorde Gods. Een dominé, die wel van Gods liefde en genade, maar niet van Gods recht preekt, die preekt niet goed, al bewoog hij zijn hoorders ook tot tranen, want hij preekt maar de halve openbaring tot zaligheid. Zoo zouden wij kunnen doorgaan. Doch waartoe meer Genoeg om te doen zien hoe ij del dit roemen op menschen is, dit verwerpelijk rekenen met pmocmsgerechtigheid en ver- waarloozen van de zooveel meer geldende saa/csgerechtigheid. Kerkelijke Berichten. Op verzoek nemen wij gaarne de on derstaande circulaire uit de Roeper" over, met den wensch dat het den Heere behage deze goede zaak wel te doen gelukken. (Mark. 7 34.) Aan allen die Gods Verbond en Zijn getuige- nissen willen bewaren. Vijf jaren geleden, ging er van eenige broeders eene oproeping uit om samen werking tot Christelijke verzorging van Krankzinnigen, Doofstommen en Blinden. Verrassend groot was aanstonds de be langstelling en deelneming. De Vereeniging Veldwijk kon reeds in '84 haren voorbereidenden arbeid beginnen. Die Vereeniging oordeelde echter, alleen voor Krankzinnigen en Zenuwlijders te moeten zorgen. Op de Christelijke opvoe ding en verzorging van Doofstomme en Blinde kinderen zou zij zie Art. 1 Statuten, al. 8. de aandacht blijven vestigen. Niet omdat zij dien arbeid voor Doof stomme en Blinde Kinderen minder noo- dig achtte, maar omdat zijalthans voor eerst werk genoeg zou hebben met de zorg voor Krankzinnigen. De laatstgehouden Algem. Verg. van Veldwijkheeft, op een desbetreffende vraag van eenige broeders, verklaard, dat zij zelve dien arbeid niet op zich kon ne men, maar gaarne haren geestelijken steun verleenen wil aan broeders, die zich tot dat noodig en heerlijk werk willen aan gorden. Jaren achtereen is over dien arbeid ge sproken, inzonderheid op de C. G. Centr. Past. Conferentie. Ten vorigen jare is een voorloopige Commissie benoemd. Dit jaar is besloten, de belangstellenden op te roepen tot eeue algemeene vergadering. Den ondergeteekenden is de uitvoering van een en ander opgedragen. Zoo de Heere wil, zal die vergadering plaats hebben den 17 October a. s., 's daags vóór de Algem. Verg. van »de Unie". Opdat velep, zonder de kosten enz. van een afzonderlijke reis daarvoor, ook deze vergadering mogen kunnen bijwonen. Tot inlichting diene al vast het volgende. Het doel is de stichting van een Chris telijk Instituut voor doofstomme en van een Instituut voor blinde kinderen en jonge lieden. Te beginnen met een In stituut VOOr DOOFSTOMMEN. De grondslag zal zijn de Heilige Schrift, naar de opvatting der Geref. Belijdenis schriften. Mochten er Kerkeraden zijn, die zulk een stichting tot stand willen brengen, gaarne zal dan de voorloopige Commissie den arbeid aan hen overdragen. Op de a. s. vergadering zal daarom, na vaststel ling van doel en grondslaghet eerst deze vraag aan de orde worden gesteld Zal deze verzorging rechtstreeks moeten uitgaan van de Kerk; of zal er eene Ver eeniging, ongeveer gelijk aan Veldwijk", worden opgericht, van particulieren en Corporatiën Wij vestigen daarom de aandacht, vooral van Kerkeraden, op deze gewichtige vraag.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1888 | | pagina 3