Id dit besluit der Asser Synode zegeviert het separatisme. Het is dan ook formeel en materieel voor de Nederlandsche Gere formeerde Kerken onaannemelijk. met de H. Schrift en de daarop gegronde belijdenisschriften te betuigen. c. Heeft de Kerkeraad bezwaar tegen het karakter van het onderwijs, zoo kan hij vermanen en waarschuwen, en baat dit niet, zoo moet hij den geestelijken steun aan de school onttrekken en trachten de stichting een er andere school te bevorderen. VI. Overheid Erkend wordt het recht der overheid om voor onderwijs te zorgen, wanneer de burgers dezen plicht verzuimen. Naast de staatsexamina trachte men ook vrije examina in te voeren en allengs te toonen, dat staatszorg overbodig is. Alle wenken, betreffende de inrichting van het onderwijs door Staatsambtenaren gemaakt, moeten overwogen worden, zonder dat ze echter opgevolgd behoeven te worden, wan neer ze onjuist zijn. In zake den vaceine- dwang is het thans voegzaam een afwachtende houding aan te nemen, indien echter de vaccinedwang door het Ministerie niet wordt opgeheven binnen een niet al te lang tijds verloop, zal vernieuwd en ernstig protest van de voorstanders der vrije scholen niet mogen uitblijven. YII. Onderwijzers, De roeping der onderwijzers is het standpunt der Chris telijke wetenschap te handhaven, waarborg van gezondheid in de belijdenis te geven en verder in de inrichting en methode van het onderwijs de gewenschte inzichten te volgen, in het belang van het onderwijs en de kinderen. De onderwijzers worden benoemd door de commissie en zijn met haar in verband, maar hebben recht van appèl op de. ledenvergadering, zoo er ver schil ontstaat, dat niet broederlijk uit den weg geruimd kan worden. Hieruit volgt: le. De benoeming van onderwijzers geschiede na bedestond en na raadpleging der leden. 2e. De onderwijzers vergaderen maan delijks met het schoolbestuur tot bespreking van de belangen der kinderen en om me- aedeelingen te doen omtrent het onderwijs. 3e. De onderwijzers bezoeken bijzonder de ouders der leerlingen, hoewel het wen- schelijk is, dat zij ook eenmaal jaarlijks de ingezetenen bezoeken. Zie Leden der Gemeente I. c.). 4e. De keuze der leermiddelen blijve aan de onderwijzers, al heeft de commissie het recht om de leermiddelen, die zij niet wenschelijk acht, af te keuren, zoo zij ze door betere kan vervangen. Kerlielijfci© Berichten. De zittingen van de Synode der Christe lijke Gereformeerde Kerk zijn gesloten. Het zou kunDen zijn, dat uit de gevolgen van het op die vergadering beslofene bleek, dat dit een der meest ^belangrijke vergade ringen van dit hoogste Bestuurscollegie is, welke ooit gehouden zijn. Het is te vreezen, dat die gevolgen zeer treurig zullen zijn. Immers wat velen vreesden, is geschied. De meerderheid van dit hoogste Be stuurscollegie verkeerde blijkbaar in de mëening, dat dit was de Synode van de Gereformeerde Kerk in Nederland, en heeft nn een drietal besluiten genomen, waarvan met name het tweede de hereeniging van de gedeelde Gereformeerde Kerken in Nederland votfr het tegenwoordige onmo gelijk maakt. Er waren in zake de hereeniging te Assen vijf voorstellen ter tafel gebracht. Het vierde werd aangenomen met 30 van de 40 stemmen. Wat is de zaak. De Gereformeerde Kerk in Nederland is blijkens haar belij denis, haar kerkenorde, haar geschiedenis, haar taal één huisgezin. Dit huisgezin echter leeft gedeeld. Nu zeggen de verschillende deelen van dit gezin: deze gedeeldheid mag niet blijven. Zij is zondigis hoogst schadelijk voor het gezin, en is noodlottig voor school en staat en maatschappij. Bij de vraag nu, hoe komen wij weer tot saamwonen en saamleven, doet zich eene moeilijkheid op. Het is deze. Dat huisgezin, de Gereformeerde Kerk, was, en is nog ten deele schrikkelijk in de war en misvormd. Nu zijn er som mige leden van dit gezin, die zeggen, wij moeten dat oude huisgezin opbreken en een nieuw opzetten terwijl andere leden zeggen, neen, wij moeten het verwarde en mis vormde gezin weer op orde brengen en weêr hervormen. Het is duidelijk dat, zoolang elk van die twee deelen bij zijn gevoelen en zijn dienovereenkomstig handelen blijft, het met hen niet tot saamwonen en saamleven komen kan. Nu zegt het ééne deel te Utrecht de zaak besprekende, dat gaat zoo niet. Wij moeten met die andere Broeders eens saamkomen, $n die zaak van hun en ons huisgezin eens bespreken, natuurlijk ge bonden aan Gods Woord en ook aan niets anders. Die samenspreking wordt nu in een recht broederlijk schrijven voorgesteld aan de andere Broeders, die te Assen saam zijn. En wat antwoorden nu deze laatsten Zij zeggen, o, heel gaarne willen wij eenigen van ons zenden om met eenigen van te zaam te spreken, maar wij besluiten vooraf, dat het huisgezin, de Gereformeerde Kerk, niet anders op orde kan komen dan naar onze meening. Dit besluit geven zij nu aan hun Deputaten mede. Nu zal toch ieder wel begrijpen, dat de Utrechtsche Broeders zullen zeggen, maar op die manier is geen saamspreking meer mogelijk. Immers juist over datgenewaarover saamspreking werd gewenscht en noodig bleek, hebben de Asser Broeders een een zijdig besluit genomen. Hadden zij gezegd, wij zullen eerst eens met die Utrechtsche Broeders saainspreken en dan daarna ons besluit nemen, dan was de zaak in orde geweest, en had dat samenspreken beteekenis gehad. En wat zou daar tegen geweest zijn, om zóó te doen, en in dezen het verzoek der Utrechtsche Broeders in te willigen Zoowel als de Utrechtsche Broeders nog eens van dit jaar wilden saamkomen, om den uitslag van de amenspreking te hooren en te beoordeelen, zoowel hadden dit toch de Asser Broeders ook kunnen doen. Die samenspreking verbond niemand tot iets anders dan tot ernstig aanhooren en biddend overwegen van hetgeen elk meende, voor zijn gevoelen te moeten zeggen. Nu komt de Synode der afgescheiden kerk pas over drie jaren weêr samen. Wat al wortels van bitterheid kunnen er in dien tijd opwaarts spruiten, en hoe veel beroerte kunnen zij verwekken Wat dus nu te doen Het komt ons voor, dat de Voorloopige Synode der Nederd. Geref. Kerken zoo spoedig mogelijk te Utrecht weêr dient saam te komen, om deze hoogst ernstige en moeilijke vraag te beantwoorden. Het spreekt van zelf, dat de Asser Broeders al het mogelijke zullen doen om aan te toonen, dat hun wijze van doen gansch recht was, en dat hun besluiten geheel in den haak zijn. In gesprekken zijn zij hiermede reeds begonnen. Dit is hun recht. Alleen Broeders, laat uwe verdediging zóó zijn, dat uw Utrechtsche Broeders niet gedwongen worden tot twistgeschrijf of twistgesprekken met u over deze zaak. Want dat zou tot niets nut zijn, dan tot verkeering der toehoorders of lezers. Dit is zeker, dat zij, die de doorwerking der gereformeerde beginselen, ook op 't gebied van school en staat, tegenstaan, zich verblijden zullen dat de zaalï der her eeniging aller Gereformeerden dezen loop neemt. Moge ook dit ons maar weêr leiden tot vernieuwd en dieper zelfonderzoek, tot ernstiger schuldbelijden en dieper veroot moediging. Neen, wij mor.ten zoomin het zwaard als de troffel afleggen, om in doopersche lijdelijkheid te gaan nederzitten, maar wij hebben beide te hanteeren, altijd minder in eigen macht, en steeds meer in de kracht des Geestes Gods. Laat ons dringender dan ooit, deze ge nade van den Heere afsmeeken. Wij laten nu hieronder nog volgen de drie besluiten door de Asser Synode aan haar afgevaardigden medegegeven. Besluit 1. »De Synode der Christelijke Gereformeerde Kerk, ofschoon niet wil lende verdedigen het Reglement van 1869, tegen welks inhoud ook binnen onzen kring ernstige bedenkingen bestaan Overwegende, dat er verschillende be swaren zijn, waarvan zij niet voetstoots »de erkenning der Christelijke Gerefor- meerde Kerk als één geheel van Kerken »door de Regeering kan prijsgeven draagt aan de eventueel te benoemen deputaten onzerzijds op, om die bezwaren met de deputaten der voorloopige Synode »te Utrecht te bespreken en te pogen om »tot overeenstemming te komen, ten einde »een volgende Synode daarover dan nader »oordeele".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1888 | | pagina 3