zoude verlaten, om allerlei afgoden achterna
te hoereeren, dan zou de Heere ijveren
voor Zijn eere en voor Zijn volk, gelyk
een man ijvert over de huisvrouw zijner
jeugd, en dan zou Zijn ijver branden als
een vuur, zoodat zij soms in verschrikking
en beving zouden zeggenWie is er
onder ons, die bij een verterend vuur
wonen kan Wie is er onder ons, die bij
een eeuwigen gloed wonen kan?"
Gelijk het vuur met de doornen twist,
zoo zou de Heere vaak met Zijn volk
twisten, en dat dan niet omdat Hij hen
haat, maar omdat Hij hen liefheeft. Uit
enkel getrouwheid zou Hij hen verdrukken,
opdat zij stervende aan hun oude natuur
den Heere mochten leeren levenopdat
zij verlost zouden worden van den dienst
der zonde en van de werken der onge
rechtigheid, en zij zichzelven en hun leden
Gode dienstbaar zouden stellen tot instru
menten der gerechtigheid.
Daarom heeft de Heere Adam doornen
en distelen uit de aarde doen voortkomen.
Daarom is Abraham een vreemdeling en
bijwoner geweest, en heeft hij alles moeten
verlaten, om de belofte te kunnen deel
achtig worden. Daarom is Izak een ge
plaagde en telkens verdrevene geweest,
opdat de Heere hem ruimte zou maken.
Daarom is Jacob eerst een vluchtende
zondaar geweest en heeft zich de Heere
Hem een worstelaar betoond, en was hij
daarna een hinkende Israël. Daarom moest
Amram's zoon eerst een Mozes worden en
en daarna een zwervende balling in Mi-
dian's woestijnen, opdat hij mocht kun
nen zijn »de man Gods", de middelaar
der wet. Daarom heeft de Heere Zijn volk
eerst in het diensthuis verwekt en daarna
m de woestijn opgevoed, opdat de uit
Egypte geroepen zoon den Heere zou na
wandelen en in het huis dés vaders als
Nazireër wonen zou. Daarom ook is het
martelaarsboek der Kerk zulk een buiten
gewoon dik boek.
Dit verstaat echter des Heeren volk niet
altijd. Wanneer hun de bittere wateren
des lijdens met vollen beker wordt te drin
ken gegeven, of wanneer hun het over
vloedige lyden alzoo de tranen der bedrukt
heid ontperst, dat hun tranenflesch vol
wordt, gelijk een beker die tot den rand
toe is gevuld, en wanneer zij dan het licht
en de onderwijzing des heiligdoms missen,
dan zijn zij onvernuftig en is het hun
moeite om des Heeren doen te verstaan.
Maar daarna, als zij brekend en bezwij
kend in het heiligdom mogen ingaan, o
dan gevoelen zij en erkennen zij, dat de
hand des Heeren alle deze dingen doet,
dat des Heeren rechterhand hen heeft ge
grepen, en dat zij naar Zijn raad alzoo
geleid worden tot de heerlijkheid Gods.
Dan verstaan zij waartoe dat bezwijken,
in'finken en wegzinken noodig was, nl.
opdat de Heere de Kotssteen hunner hope
en huns vertrouwens zijn zou, en zij drin
kende van het water uit dezen Steenrots
leven zouden tot in eeuwigheid.
Ja daartoe is die lijdensschool noodig,
opdat door de kruisiging des vleesehes,
door het sterven aan de zonde, door pijn
lijke loutering er plaats zou komen voor
den Immanuël en zijn gerechtigheid en
heiligheid.
Het verworvene en verkregene moet hun
ook toegeëigend worden.
Het was dien doornbosch der woestijn
van den Heere naar Zijn raad en wil
toegezeid, dat hij in Kanaan zou overge
bracht worden, en daar zijn zou als een
gewaterden groenenden hof vol edele
vruchten. Zou dit van God gewilde nu
zijn deel worden, dan was het noodzake
lijk, dat zijn onedele, onwillige, onvrucht
bare doornennatuur geheel werd te niet
gedaan en hem een gansch nieuwe natuur
wierde ingestort.
Ziedaar dus de oorzaak, waarom ook
geen ziel Jezus' discipel kan worden en
zyn zonder zelfverloocheningen kruisdragen.
Opdat nu Zijn kerk en volk van zonde
en wereld en vleesch zou los- en vrij
worden, daarom gebruikt de Heere juist
deze drie machten om hen te kastijden
Laat ons daarop letten, ook in onze
dagen, opdat het ons niet toeschijne, alsof
ons wat vreemds overkomt.
Laat ons ook als Asaf op de uitkomsten
letten, want daarin wordt de Heere als
een wijze en rechte en goede en heilige
Jehova verheerlijkt, en dat zal ons met
blijdschap doen loopen de loopbaan, die
ons voorgesteld is.
Ziet dan eens op Abraham zoolang hij
in..ziJn *aü(^ en huis en maagschap
is, is hij niets voor de zijnen en dryfthy
mede af op de wateren der afgoderij, maar
als hij alles heeft verlaten en een zwer
vende vreemdeling is geworden, die zelfs
van het land der vreemdelingschap het
beste aan Lot heeft afgestaan, dan wordt
hij juist een zegen voor dien Lot en voor
de omwonende volken, ja een zegen voor
alle volken der aarde.
Ziet ook op Jacob. In zijns vaders
huis is hij een bedrieger, maar als de
kastijdingen des Heeren hem louteren, dan
is hij een zegen voor Laban's huis, en
wordt hij die Israël, die zich vorstelijk
gedraagt met God en met de menschen,
en die overwint.
Zoo is ook niet de Jozef met den
veelverwigen rok, maar Jozef de slaaf en
daarna Jozef de gevangene een zegen voor
die hem omgeven en het middel waardoor
een groot volk bij het leven wordt be
houden.
Zoo ook de Kerk. In dagen van rust
en eere is zij meest een aanstoot en gaat
geen kracht of licht van haar uit, maar
als zy een verdrukte, geplaagde, geslagene
en beroofde is, dan wordt zy voor huis
en school en staat wat Jona was eerst
voor de schepelingen en daarna voorNinevé.
Het is de drukking der melk, die de
boter voortbrengt, en alleen door de persing
der druiven komt de wijn, die den be
droefden vroolijkheid en den zwakken
kracht geeft.
Eenmaal wordt de woestijn heilig land.
De doornenbosch uit ons Schriftwoord
wordt door Zacharia reeds gezien als een
myrtenbosch met vriendelijke schaduw,
en Jesaja aanschouwt hem als een koste-
lijken, groenenden gewaterden hof, en de
dichter van het Hooglied bezingt hem als
een besloten hof, waarin de paradijsscheu
ten rijkelijk uitbotten, die vol is van de
edelste vruchten, en in welke de Geliefde
zijn lust en welbehagen vindt.
Lezer verstaat gij nu, dat er een volk
zijn kan, dat in zijn verdrukkingen roemt,
Rom. 5:3, en dat een ziel een welbehagen
kan hebben in zwakheden, in smaadheden,
in nooden, in vervolgingen en benauwd
heden 2 Cor. 12 10.
Wij eindigen met dezelfde vragen als in
het vorige nommer.
Verstaat gij iets van deze dingen, kent
gij er iets van bij ervaring Zijt gij een
plant in dien hofof is voor 't minst de
Heere begonnen u van uwe doornachtige
natuur te verlossen, om u een nieuwe
natuur deelachtig te maken
Kan men ook van u zeggen, dat de
drukking der melk boter en de persing
der druiven wijn voortbrengt
Zult gij eenmaal deel en in Sion's heer
lijkheid
Laat ons deze vragen voor den Heere
brengen, en geve Hy zelf ons daarop het
antwoord.
S ES £1 2.
Door de goede hand onzes Gods over
ons, gaat het werk der reformatie gedurig
voort, en breidt zich ondanks allerlei
tegenstand hoe langs zoo meer uit.
Een 200 tal kerken is vrij.
Hierover verblijden zich allen die Sion
liefhebben hartelijk.
Naarmate nu echter het aantal kerken,
die wéér als gereformeerde kerk gaan leven,
grooter wordt, naar die mate doet zich
een zeer pijnlijk gemis gevoelen.
Er zijn n. 1. onder ons veel te weinig
Dienaren des Woords.
Dit is nu wel telkens zoo geweest als
de Heere Zijn Kerk kwam zuiveren en
hervormen, doch dat neemt niet weg, dat
wij thans dit gemis zeer pijnlijk gevoelen.
In verre de meeste onzer kerken ont
breekt nu juist de bediening van dat ambt,
hetwelk de Heere meest tot den wasdom
en het welwezen van Zijn Kerk wil ge-
gebruiken.
Ware ook het getal Dienaren des Woords
grooter, dan zou al zeer spoedig het aan
tal vrijgemaakte kerken verdubbeld zijn.
Hierbij komt nu ook nog het gevaar,
dat wij in onze verlegenheid zoo heel
licht er toe komen, om van het Woord
des Heeren af te gaan, en ons zelf te
helpen.
Dit zelf helpen is dan niets meer dan
schijnwant wat niet naar 's Heeren
Woord is, dat helpt niet maar maakt de
krankheid erger
Wy kunnen ook de ordinantiën Gods
niet veranderen noch verbeteren, en kun
nen ook niet zeggen: Heere zoo kan 't
ook wel, of, zoo kan 't even goed.
En nu zal zeker niemand die voor 's
Heeren Woord beeft, zulks durven zeggen
maar dan moeten wij dit ook niet met
ter daad doen.
Nu kan het ambt van Bedienaar des