pelijke betrekkingen en verhoudingen be palen. Het moet bestreden en voorkomen in verstandige Prediker 8 5 en 6), lijdzame, langmoedige, zachtmoedige, dienende liefde, welke uitgaat o. a. van Genesis 3: 18,19, en iu 't oog houdt o. a. Spreuken 10 25, en 13 14, en Lukas 12 15, en 2 Thes- salonicensen 3:10 12, en tevens in toe passing tracht te brengen de beginselen van Leviticus 25 en Deuteronomium 15. Ook bedenke de Diaken, dat het is een chronische niet alleen stoffelijke maar ook zedelijke verarming van de benedenste lagen der maatschappij dat het meest voorkomt in onze over bevolkte steden meer gevonden wordt waar Rome dan waar Geneve overwegenden invloed heeft meer voorkomt in fabrieksdistricten, dan waar handel of landbouw of veeteelt hoofd bron van bestaan is. 11. De Diaken moet trachten de geeste lijke en zedelijke en stoffelijke ellende, door het socialisme veroorzaakt of verergerd, fe lenigen, te genezen en te voorkomen. Hij doe dit praktisch, opvoedend, hel pende den ellendige ontkomen. Hij bedoelt niet zoozeer de bestrijding van het socialisme als de redding van den socialist. 12. Het socialisme bezondigt zich hoofd zakelijk tegen het le en het 5e gebod. Het is eene poging van den naar hart en hoofd bedorven mensch, om door middel der revolutie aan de ellende te ontkomen en gelukkig te worden. Het geluk stellende in de drie stnkken in 1 Johannes 2: 16 genoemd. 13. Er is geen stand of rang in onze maatschappij die niet mede schuldig staat aan het feit, dat er socialisme is en dat er socialisten zijn. 14. De Diaken houde aan op het beleven van wat Zondag 34 vraag 94 en 95 en Zondag 38 en 39 van onzen Catechis mus leeren. In den eisch van Jesaja 8 20 ligt alleen de genezing en het voorbehoed middel, 15. Bij bet socialisme geldt het niet den arme maar den werkman. Laat Diakenen ook al het hunne doen om te verkrijgen, een wetboek van den arbeid bevattende bijv. met de 30 titels genoemd in 297 van Ons Program", een wet tot handhaving van den rustdag, een wet beschermende handel en nijverheid, enz. Laat Diakenen trachten nu reeds in de afzonderlijke gevallen voor den Christen werkman te verkrijgen wat in de vorige alinea bedoeld wordt. Hij vergete daarbij niet dat de daar genoemde zaken hem wel helpen in de bereiking van zijn doel, maar den wortel van het kwaad niet aantasten. 16. Een der schrikkelijkste zonden is de hoererij in al haar vormen. Met het misbruik van wijn en sterke dranken hand aan hand gaande, is zij in onze dagen ook in ons Vaderland een der meest algemeene zonden. Zij verwoest niet enkel het lichaam, maar vooral ook doodt zij alle zedelijkheid, zij stompt het zedelijk gevoel af, beneemt alle zedelijk besef, maakt onvatbaar voor eiken zedelijken prikkel. Zij is een der oorzaken van 't zoo zeer toenemend aantal krankzinnigen. Zij is een misdaad tegen God en den naaste, een vergrijp aan 't goddelijk en menschelijk recht. 17. Naarmate de vreeze des Heeren en ook de uiterlijke dienst des Heeren af nemen, neemt deze zonde toe. Zij staat met tal van andere zonden in verband, en vindt in onze 19e eeuwsche huiselijke en maatschappelijke toestan den een maar al te vruchtbaren bodem. 18. De Diaken bedenke, dat hij hier te doeu heeft met een daemonische macht die niet uitvaart dan met vasten en bidden. Hier moeten ter vruchtbare bestrijding huisgezin, kerk en school en staat saam- werken. (Wat de taak van den staat aan gaat, le e men »Ons Program" 191, 192, 193.) De hulp van «erbare, godzalige vrouwen is hier onontbeerlijk. 19. De barmhartigheid bescherme met alle geestelijke en zedelijke middelen, ook door middel van de hulp der politie en justitie de eerbaarheid en goede zeden en de eerbaren. Zij helpe bevorderen al wat rein is en lieflijk en al wat wel luidt, gemeten niet naar den maatstaf eener moraal, die los is van God en in den mensch haar oor sprong en doei heeft, maar van die, welke uitgaat van de heiligheid en gerechtig heid Gods, welke tot maatstaf heeft de Wet en het Getuigenis, welker drijfveer is de liefde, en welker doel is de eere Gods door het welwezen en welleven van het schepsel. Na de discussie over bovenstaande stel lingen, stelde de referent voor »Ter bestrijding van pauperisme, socia- >lisme en prostitutie is saamwerking van »alle Gereformeerde Diakonien ook in Zeeland dringend noodig. »De confereerende Diakonien zullen trachten deze tot stand te brengen »tusschen de Diakonien der Gemeenten »der Christelijke Gereformeerde Kerk en »die der Nederd. Gereformeerde Ker sken, 't zij die al reeds of nog niet het Genootschap buiten hare erven hebben gezet, en de Diakoniëu der afzonderlijke G ereformeerde G emeenten. Dit voorstel werd na bespreking met algemeene stemmen aangenomen, en aan de Diakonie van Middelburg opgedragen al het mogelijke en geoorloofde te doen om die saam werking te verkrijgen, en op de eerstvolgende conferentie rapport van haar arbeid en resultaten uit te brengen en zoo noodig nieuwe voorstellen desbetreffende te doen. Na de pauze behandelde Ds. Wolf van Serooskerke het 2e punt van 't Agendum, nl. De stichting en onderhouding van stich tingen der barmhartigheid voor Classis en Provincie Na eene keurig) historische beschouwing ter inleiding ontwikkelde hij de volgende acht stellingen 1. Dat het diakonaat, de bediening der barmhartigheid in den bloeitijd onzer ge reformeerde Kerken, zoo weinig wijzen kan op stichtingen, die getuigen van ont ferming over elleudigen, scbijut naast vele andere oorzaken vooral ook geweten te moeten worden aan de overheidsbemoeiing met onze kerken, inzonderheid ook met het werk der diakonie. 2. De stichtingen voor krankzinnigen, blinden, doofstommen en andere ellendigen, door den Staat gesticht en onderhouden, houden eene zware beschuldiging in zich tegen de Kerken, als die ten eenenmale niet gewaakt hebben om in haar diakonaat den Barmhartigen Hoogepriester in de wereld te openbaren. 3. Onder deze beschuldiging hebben de Kerken zich diep voor God te verootmoe digen, zich te bekeeren tot den zegen der Barmhartigheid en niet te rusten voordat zij, wat door traagheid en gebrek aan liefde aan den Staat werd overgelaten aan zich hebben getrokken en staatszorg in het werk der barmhartigheid overbodig hebben ge maakt. 4. Stichtingen voor ellendigen, opgericht buiten de Kerk om door particulier initi atief der geloovigen moeten hooggeschat worden, 1 omdat zij getuigen van barm hartigheid en daarin van goddelijk meê- doogen, 2 omdat zij getuigen tegen de kerk en aldus voor de kerk nog roepstem men zijn tot bekeering in het stuk der barmhartigheid. Echter zijn deze zelfde stichtingen, zoo de bediening der barmhartigheid in de kerk niet opwaakt, voor haar gevaarlijk, daar zij haar dan blijven ontnemen de oefening der barmhartigheid en haar alzoo van eenen grooten zegen berooven. 5. Onder de stichtingen, die door de diakonien eener Classis of provincie ge meenschappelijk zijn te stichten en te on derhouden zijn in de eerste plaats te noe men gestichten voor krankzinnigenvoor gebrekkige werkeloozen en voor gevallen vrouwen. 6. De diakonien mogen in hunne ge stichten geen ellendige opnemen, tenzij eerst gebleken is, dat deze ellendige niet door familie of vrienden kan worden ver zorgd. 7. De diakonien hebben zich ook bij zonder aan te trekken de zaak der militaire Tehuizen en der Tehuizen voor vronwen. Voor het stichten van zulke Tehuizen in alle grootere steden der provincie, slaan de diakonien gemeenschappelijk met kracht de hand aan het werk. Het voorkomen der ellende ligt toch evenzeer op den weg van het diakonaat, als het lenigen derzelve. 8. Zoolang de diakonien nog niet in staat zijn voor elke soort van ellendi gen stichtingen in het leven te roepen, stellen zij het zich tot een duren plicht om de stichtingen der barmhartigheid, die reeds op particulier initiatief van geloovi gen verrezen, mildelijk en met blijdschap

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1888 | | pagina 3