PINKSTEREN.
Aan de Eerwaarde Kerkeraden der
Nederduitsche Gereformeerde Ker
ken der Gecombineerde Classen van
Zeeland.
De Opzieners en Armenverzorger cler
Gemeente onzes Heeren Jezus Christus te
Grijpskerkeonlangs krachtens het ambt
der Geloovigen gekozen zijnde, brengen
hiermede te uwer kennisse dat zij, op den
14en dezer als college saamgekomen zjjnde
en onder voorzitting van hun consulent als
Kerkeraad zich geconstitueerd hebbende,
voor deze geheele Kerk het juk der Sy
nodale Hiërarchie hebben afgeworpen, zoo
dat deze Kerk voortaan niet het allerge
ringste meer uitstaande heeft met de or
ganisatie van 1816 noch mèt hare bestu
ren of reglementen, en dat zp tevens voor
deze hunne Kerk de nimmer wettelijk af
geschafte Kerkenordening van onze aloude
nationale Synoden weer als geldig en van
kracht hebben verklaard, hopende alzoo
tot de zoo noodige reformatio dezer Kerk
te kunnen geraken.
Dit besluit te Uwe kennisse brengende,
spreekt de Kerkeraad den bartel ijken
wensch uit, dat het verband tusschen zijn
Kerk en de overige Gereformeerde Kerken
in deze gecombineerde dassen, en daar
door ook het verband met die Kerken in
geheel ons Vaderland weer met de oude
kracht moge opleven, en dat ook Gij voor
Uwe Kerken daartoe met hen in corres
pondentie wilt treden op de basis der
3 Formulieren van Eenigheid.
U voorts voor Uwe Kerken en perso
nen de genade onzes Heeren toebiddende,
blijven wij in afwachting met broederlijke
groete,
De Kerkeraad voornoemd
K. Dingemanse Azn., Ouderling,
P. de Kam Jzn., Ouderling.
P. Maas, Diaken.
Grijpskerke14 Mei 1888.
N. B. Stukken voor den Kerkeraad
adresseere men aan den eerst
ondergeteekende.
Dinsdag den 8 Mei 11. vergaderden de
Nederd. Geref. Kerken der gecombineerde
Classen van Zeeland.
Er bleken 12 Kerken vertegenwoordigd
te zijn, terwijl 25 ambtsdragers aanwezig
waren.
Ds, Klaarhamer opende de vergadering,
en las Psalm 132 en 133. In zijn
openingswoord wees hij op het blijde feit
dat er thans 3 dienaren des Woords aan
wezig zijn. De Heere doet ons groeien in
dit goede land. Zijn naam zij alleen dank
en eere.
Tot Praeses voor deze vergadering werd
verkozen Ds. Wolf van Axel, tot Scriba
Ds. Klaarhamer en tot Assessoren Ds.
Wolf van Serooskerke en Br. Colijn, Ouder
ling te Vlissingen.
De vergadering was recht opgewekt,
en het samenzijn als Broeders was recht
goed en vertroostend. Geve de Heere dat
het vruchten drage voor de opbouwing
der Kerk.
Onder de vele belangrijke zaken en vra
gen welke de vergadering bezig hielden,
bekleedde de hereeniging der Christelijke
Gereformeerden met de Nederduitsche Ge
reformeerden eene voorname plaats.
Van de zes resolutiën op deze aangele
genheid betrekking hebbende, werden 5
definitief met eenparige stemmen aangeno
men en de zesde verworpen.
Overeenkomstig deze resolutiën beslisten
de Kerken eenparig vóór de hereeniging
in beginsel, doch op ten deele andere grond
slagen dan op de Kamper Conferentie
werden aangenomen.
De afgevaardigden ter voorloopige Synode
ontvangen op dit punt een bepaalden last
brief.
Nog zullen aan de Synode vragen of
voorstellen gedaan worden in zake de Ker
kenorde, de afvaardiging ter Synode, en
de heiliging van den dag des Heeren in
verband met 't dragen van ambten en 't
aangaan aan het H. Avondmaal,
Als afgevaardigden ter voorloopige Sy
node, om er de Kerken dezer Classen te
vertegenwoordigen, werden gekozen Ds.
Klaarhamer en Ouderling A. Dingemanse
van Middelburg, en als hun secundi Ds.
Wolf van Axel en Ouderling J. Dinge
manse van Gapinge,
Ook de rapporten der Deputaten gaven
tot breedvoerige en belangrijke besprekin
gen aanleiding. Verblijdend en moedgevend
was het te vernemen dat het kerkelijk
leven begint te ontwaken, dat er weer
schuldgevoel komt, dat de oogen beginnen
open te gaan voor wat de reformatie wil.
Grijpskerke staat op 't punt om do Syno
dale organisatie van 1816 af te werpen
en tot de wettige Kerkregeering terug te
keeren, terwijl er gegronde hope is, dat
dit ook spoedig van Arnemuiden zal kun
nen gezegd worden.
Ook begint elders in Zeeland beweging
te komen.
Voor verschillende zaken werden depu
taten benoemd of gecontinueerd.
De Classes was van oordeel dat Belij
denis des Geloofs niet kon worden afge
nomen dan door de leerende en regeerende
Opzieners der Gemeente, en besloot dien
overeenkomstig op een desbetreffende vraag
te antwoorden.
Ook werd nog bepaald dat D. V. op
22 Juni a. s. eene buitengewone Classis-
vergadering zal plaats hebben, ter behan
deling zoo mogelijk van het Agendum der
voorloopige Synode.
Te ruim zeven uren sloot de Voorzitter
de vergadering met dankgebed.
Namens de vergadering der
Kerken voornoemd
A. B. Crucq, Actuarius.
Handelingen 2 14.
Wederom bereidt zich de Gemeente des
Heeren om feest te vieren. Het laatste
onzer weinige Christelijke feesten. De
gedenkdag van de uitstorting des H.
Geestes, den derden Persoon der goddelijke
Drieëenheid die als eeuwig bijblijvende
Trooster in 't midden der Gemeente wonen
kwam.
Hoewel het laatste is het voorwaar niet
het minst heerlijke en blijde feest.
En toch wordt geen onzer feesten door
de overgroote menigte minder verstaan
dan juist dit. Geen onzer hoogtijden
wordt minder waardig gevierd^ dan wat
nu weer aanbreekt. Zelfs het meeren-
deel der belijdende gemeenteleden weet
deze dagen niet beter door te brengen
dan in een meer groven of verfijnden dienst
der zinnen.
Dit komt niet omdat Pinksteren in
waardij beneden Kerst- of Paaschfeest
staat, maar juist omdat het zóó hoog, zóó
geheel geestelijk is.
Er is op dit feest zoo weinig dat tot
de voorstelling, tot de verbeelding spreekt.
Eigenlijk kan op dit feest slechts blijd
schap gesmaakt worden door hen, die de
eerstelingen des Geestes" mochten ont
vangen.
En dan is het een heerlijk een overrijk
feest.
Immers de andere Trooster is gekomen,
die de Zijnen in eeuwigheid niet verlaten zal.
De andere Trooster, voorwaar niet zóó
genoemd om aan te duiden, dat Hij de
discipelen eene vergoeding kwam brengen
voor het gemis van hun Meester.
Zij zijn hun Heere thans niet kwijt al
is hij ook lichamelijk van hen weggegaan.
Zoo was het wel na zijn sterven op het
kruis, zoo is het nu na zijn hemelvaart
niet meer.
Neen, de droefheid waartegen de H.
Geest troost brengt, is een andere droef
heid dan die der wereld.
De wereld klaagt van droefheid en
ellende, indien tegenspoeden, teleurstel
lingen en verliezen haar treffen in haar
goed of in haar bloed.
Nog anderen spreken van droefheid en
ellende, omdat hun het geweten is ont
waakt, en zij met het oog op zonde, ge
rechtigheid en oordeel zijn verschrikt
geworden.
De troost, dien de H. Geest brengt, is
echter op gansch andere en veel dieper
droefheid en ellende berekend.
Immers dit is de ellende waarover Gods
Volk droefheid heeft, dat het God die
liefde is, niet kan liefhebben.
Geheel Gods Wezen, al Zijn deugden,
al Zijn woorden, elk Zijner daden, het is
al enkel liefde; heilige, rechte, genaderijke,
wijze liefde. En dien God kan ik niet lief
hebben met eene heilige, werkzame, dank
bare, Hem verheerlijkende liefde. Ja door
de inwonende zonde ben ik gedurig
tegen dien God in verzet en opstand, Dat
is onze ellende. Daarover lijdt de ziel des
volks onuitsprekelijke droefheid.
Van die droefheid komt de H. Geest de
Kerk, het volk des Heeren troosten.
Hij is gekomen om in hen de zonde te
veroordeelen, te overwinnen, te dooden
en door den H. Geest die hun gegeven is,
is de liefde Gods uitgestort in hunne
harten. En zóó vangt het leven der
heiligmaking aan in Christus Jezus, en
daarin pas geniet de ziel, die levend ge
maakt is, troost.
In Christus Jezus is de verzoening, de
gerechtigheid en de heiligheid als ook de
vrucht des volks gevonden. Doch hoe
krijgen zij deel aan Hem, hoe worden zij