Wij antwoorden hierop van ganselier harte zeker houden wij dat voor 's Heereu •werk. Wij meeuen op goede grouden, dat mannen als de Cock, Scholteu, van Raai ten, Gezelle Meerburg en Brurnmel- kamp waarlijk van den Heere werden geroepen en gedreven tot het werk, dat zij begonnen hebben. Het komt ook niemand onder ons in de gedachten te beweren, dat de Christe lijke Gereformeerden niet meer zouden hoor en tot de kerk. Dat zou al te dwaas zijn Neen, de eerste woorden van de eerste der vijf resolutiëu, op onze jongste Clas- sikale vergadering aangenomen, erkennen juist dat zj blijkens hun lijden cn belijden behooren tot dat deel der zichtbare Jieik, dat de G ere for in eet deK ik wor at genoemd." Laat men toch onder de Christelijke Gereiormeerden ook niet de gedachte voeden aDof wij die Broeders in staat van beschuldiging wilden stellen. De gedachte daaraan is verre van ons. Indien iemand onder de onzen dat zou willen doen, hij zou zeker van allen bestraft woiden. Er is niets wat wij meer verfoeien dan dat »ik ben h iliger dan gij" of dat »gij zijt schuldiger dan ik." Wij meenden dat het noodig was dit een en ander uit te spreken. Laten de kerkeraJen onzer Nederd. Geref. Kerken nu echter toezien, dat zij zich door het ueschrift van Ds. Littooij niet laten prikkelen tot bet onbezonnen en met on beraden ijver ter hand nemen van de tucht oefening daar bedoeld. De ueachte schrijver bedoelt dit ook niet. maar het zou toch het gevolg kuunen zijn. Onberadenheid en onbarmhartige ijver zou hier veel kunnen bederven, wat wellicht nimmermeer goed te maken zou zijn. De substituut-officier van justitie te Gro ningen heeft Vrij lag 11, den eisch der Synodale kerkvoogden, om de kerkelijke goederen te W et singe-Sauwerd hangende het gediug onder seque9tratie te stelen, afgewezen op grond, dat dit alleen in ge vallen van de uiterste noodzakelijkheid dient te geschieden, hetgeen hier niet heb geval is. Woensdag 11. werd voor de rechtbank te Utrecht, in de zitting der civiele kamer de zaak behandeld tusschen de eischende partij, ia welke hoedanigheid optrad het classicaal bestuur van Gouda, doende wat des k rkeraads is" in de Herv. gem. te Waar Ier, en de gedaagden de heereu J. de Koning c. skerkvoogden der Ned Geref. (li rv.) kerk te Waarder. Als advo caat voor k t eischend college trad op Mr. G. H. van Bolhuis. Hij liet aan de uiteenzetting derquaes- tie voorafgaan een schets van den toe-da d in die gemeente, vootdat den 8 Maart 18S7 de kerkeiaad het besluit nam tot afwer ping van het synodale juk. Daar de kerkvoogden niet voldeden aan het verz >ek van het classicaal bestuur van Gouda, om de riugpredikanten toe te laten tob den kansel, is tegen hen bij de recht- bauk een actie aanhangig gemaakt,waarbij wordt gevorderd: dat 1. het kerkgebouw voo het houden van de opeubaregodsdienst oefeningen en 2. de consistoriekamer voor rï het geven van godsdienstonderwijs zullen worden beschikbaar estelJ; 3. machtiging om, bij weigering der gedaagden, zich daartoe den toegang te verschaffen, des noods met den sterken arm4. vergoeding van kosten en schade, veroorzaakt door de weigering der beschikbaarstelling. De middelen van verweer werden door Mr. A. G. Wolf toegelicht. Na re- en dupliek bepaalde het O. M. over vier weken conclusie te nemen. Voor de Haagsche rechtbank werd giste ren behandeld de kei kelijke zaak te Aar- luvderveen, waar het classicaal bestuur door de kerkvoogden belet werd in het kerkgebouw te doen prediken, terwijl de, door »de organisatie" voor vervallen ver klaarde predikant, Ds. Ozinga, den kansel blijft betreden. Mr. F. Was, van Leiden, pleitte voor de Ntd. Herv gemeente die erkenning vraagt van haar beweerd recht op het kerkgebouw. Voor den gedaagde, den president-kerk voogd, pleitte Mr. Witsius hl. de Savornin Lobman, die aan het Kon. Besluit van le 16 alle rechtskracht ontzegde en het verzet tegen de bestaande organisatie verdedigde. Na re- en dupliek bepaalde de officier van Justitie Mr. van der Kemp over vier weken in de/e zaak conclusie te nemen. In de civiele zitting van de rechtbank te Leeuwarden, gepresideerd door den heer Mr. B. W. N. Servatias, ziju de pleidooien gevoerd in het geding der Ned. Herv. g^meeute te Garijp, eischeresse, tegen J. Wisse c. s. tot opvordering van het archief dier gemeente. Voor eischers trad de heer Mr. T. van Hettinge Tromp op als advocaat; pleiter behandelde de vijf volgende stellingen gij, gedaagden vormdet den kerkeraad der eischende gemeente gij zijt door de daartoe bevoegde macht op wettige wijze uit uwe functiën ontzet het classicaal bestuur verving u voor- loopig gij hieldt voor die gemeente het archief krachtens de reglementen der Ned. Herv. k^rk, gij hadt het archief voor haar in bewaring en hieldt het aan met het verlies uwer functiën zijt gij verplicht, het archief af te geven aan deu gen e, die nu de gemeente als kerkeraad vertegen wo >rdigt. De heer Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lobman, optredende als advocaat der ge daagden, zegt, dat het in deze quaestie aankomt op deze hoofdvraag of de kerk al dan niet is zelfstandig; of aan (ie kerk door de organisatie haar in 1816 bij Kon. besluit opgelegd, hare zelf-taudigheid is ontnomen, zoodat zij het recht mist van te treden uit het synodaal verban I, en dit doende, geen aanspraak mper zou tiebbeu op de goederen, die haar van ouds toekomen. Pleiter weerlegde de stellingen der tegen partij en betoog le, dat de seques^ratie hier onnoodig was. Na re- en dupliek werden de stukken iu handen gesteld van den officier vau justitie, die den 24 Mei con clusie zal neuien. INGEZONDEN STUKKEN. {Bui'en verantwoordelijkheid der Redactie.) Gesprekksa over da Reformatie der Kerken. Johan. Goeden avond Pieter is het wel met u, en ook met den vriend dien gij mede brengt Pieter. Gelukki ren dezen vriend is ook Dmand, met wien gij het z kjr wel eens zult zijn, daarom dacht ik hem maar eens te verzo ken mede te gaan, ik wilde eerlijk gesproken u beiden wel eens hooren praten. Johan. Zoo zoo, dus Gij, mijn nieuwe vriend, zijt mede tot praten genegen uw naam is Hendrik" naar ik meen. Hendrik. J,., dat is mijn geslachtsnaam maar toch heb ik s -dert lang meer betrek king gevo ld op »den nieuwen naam, dien niemand kent dan die hem ontvangt." Johan. Dat verheugt mij hartelijk mijn viieud, maar U zegt daar sedert lang", en daaruit leid' ik af, dat gij niet al uw leven in dat gevoelen gestaan hebt. Hendkik. Helaas! neen, ik heb laug in den u.twendigen Godsdienst veel belang stelling betoond, en nooit iets overgesla gen, waar ik dacht dat maar gelegenheid was de waarheid te hooren, daar was ik te vindeu doch 'k heb met schrik bespeurd, dat mijn ziel daaraau niet genoeg hac1, en ik zóó niet sterven kon. Johan. Nog eens, ik verheug mij in de ziel, want al wat ik zooal hoor, loopt ge woonlijk of om de zaak heen, of men bouwt naast het rechte fondament, vergelijkt zich zeiven met zich zei ven, en de slotsom is valsche rust, tot daG de Heere zulke zielen ontdekt, en zij eene doodelijke wond ont vangen, die ze niet kunnen heelen met eigen kunstmiddelen, maar die door den eenigen Heelmeester moet worden verzorgd en genezen. Hendrik. Ja, zoo gaat het bij mij om, en wat ben ik daar lang gerust in geweest, ik begrijp mij haast niet hoe ik daar toch in leven kon, en dat met eene betrekke lijke keu nis van de hoofdwaarheden des Christendoms. Johan. Och, zoo gaat het velen tot he den toe, en dat zit m. i. voornamelijk in het verkeerd onderwijs, al van jaren her. De waarheden die men nog kenf, zitten in 't hoofd doch zal het wel zijn, moe ten die in het hart indalen, en nog verder gaande, wordt de waarhe.d on e gr >iid, waar we door genade in wortelen en be vestigd worden, en dan komen ook de vruchten van die inplanting openbaar tot eere Gods. Vóór dat dit plaats heeft, worden wij eerst omgevoerd met allen wind van leer, en daarna gedurig geschud en bewogen, door de beat rij liuig van den Vorst der duisternis, die een zeer machtig Vorst is, en die velen in Zijuen dienst heeft. De Heilige oorlog" van Bunjan geeft daar

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1888 | | pagina 3