warwinkel worden, en geheel in strijd
komen met Gods Woord.
.Neen, ooi eene Kerkenorde op te stellen,
komen alle Kerken, door middel van de
daartoe van de Kerken verkoren opzieners
te samen en stellen haar na onderling
overleg met gemeen goedvinden op.
Zoo'n samenkomst van alle Kerken heel
eene Synode. Dat is dus niet een soort
van een Bestuur over de Kerken, maar
eene Synode zijn de vergaderde Kerken
zelf.
Zij leggen dus zich zelf die orde niet
op, maar nemen die als een leefregel aan
voor zoolang zij voor het leven der lierken
goed en dienstig is.
Het spreekt ook van zelf dat in zoo'n
Kerkenorde, niet alles en niet elk moge
lijk geval haarfijn kan worden bepaald en
behandeld.
Het is niet wat de Amsterdammers een
ja-ja-winkel noemen, waar men zoo raar
een ding niet vragen kan, of men krijgt
ten antwoord »jay datkunt gij hierkoopeu."
Alleen wat voor alle kerken geldt en
van belang is, wordt er in opgenomen, en
het overige wordt aan de Classes en aan
de plaatselijke Kerken overgelaten.
In de Kerkenordening, die door de
Kerken gemaakt is en daarom ook Ker
kenordening heet en niet Kerkorde noch
ook Kerkeörde, vindt men nu ten deele
zulke bepalingen, die noodzakelijk zijn,
waarvan niet afgeweken kan noch mag
worden, maar ten deele ook zulke bepa
lingen die niet bepaald noodzakelijk zijn
doch profijtelijk worden geacht.
Daarom wordt bij het maken van zulk
een orde of leefregel in acht genomen dat
er in de kerken eenheid moet zijn in het
noodzakelijkedoch vrijheid in het onder
geschikteen dat in alle dingen de christe
lijke liefde moet heerschen.
Doch is eenmaal de kerkenorde op die
manier gemaakt, dan moet ook elke kerk
er zich aan houden. En wel letterlijk
Want als men er zich aan houdt »naar den
geest en de strekking der vaderenals elke
kerk de vrijheid heeft s>om naar gelegen
heid van tijd en plaats te handelen be
houdens den geestin zoo'n kerkenorde
uitgedrukt, dan kan men evengoed zoo'n
orde weglaten.
Immers, wie zal zeggen wat de geest"
van een orde is En wat is de geest
en strekking (sic) der vaderen Hiervan
maakt d eene kerk dit en de andere
wat anders. Daar wij nu gelukkig geen
paus hebben, ook niet in den vorm van
een zoogenaamde Synode, die met dwingend
gezag kan uitmaken wat daaronder te
verstaan is, zoo zullen er weldra zoo veel
kerkorden zijn als er kerken worden ge
vonden, hoewel er schijnbaar maar een
kerkenorde is.
Dat loopt uit op independentisme, het
welk de ondergang eener kerk is.
Komen er in zoo'n orde bepalingen
voor die niet meer gehouden kunnen
worden, dan moeten de vergaderde kerken
(de Synode) zulke bepalingen öf veran
deren öf geheel doen vervallen. Is het
de macht der zonde in of buiten de kerken
welke de naleving van eenige bepaling
dier orde tijdelijk onmogelijk maakt, dan
moet die niet worden afgeschaft, maar
dan moet in den bekenden weg de zonde
uitgebannen en overwonnen.
Ook zullen de kerken het onderling eens
moeten zijn over datgene wat in haar orde
noodzakelijk en dus onmisbaar is. èn wat
slechts als profijtelijk moet worden be
schouwd.
Zijn er in zoo'n kerkenorde bepalingen
die door den veranderden toestand van den
staat of vau de maatschappij of van de
kerken niet meer kunnen nageleefd worden,
dan moet men die niet maar stilzwijg nd
op zij zetten, maar dan moeten de kerken,
aangezien zij alleen daartoe de macht en
het recht hebben, zulke bepalingen voor
vervallen verklaren. Doen zij dit niet, dan
zijn zulke bepalingen wel feitelijk maar
niet rechtens afgeschaft en tot wat ellende
dat aanleiding kan geven behoeft vooral
in onze dagen niet nader aangetoond.
INGEZONDEN STUKKEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Gesprekken over de Reformatie der Kerken.
Pi kt ii it. Goeden avond Johan Ik ben
benieuwd te weten wat of gij toch wel van
dat kerkrecht" zult maken, daar gij de
vorige keer van gesproken hebt.
Johan. Ik ben blij, dat gij er op terug
komt, nu ik wil dat wel doen, maar vooraf
een vraag.
Pi et br. En dat is
Johan. Houdt gij u aan de aangenomen
drie formulieren van Eeuigheid der Gere
formeerde Kerken Ik bedoelOnderwerpt
gij u aan die uitspraken
Bieter. Och, dat is al zoo oud en ver
ouderd, waarom zegt gij niet liever den
Bijbel
Johan. Maar weet gij wel, dat in die
Formulieren uwe en mijne belijdenis staat
uitgedrukt, en die geheel op het Woord
van God gegrond is, en daaruit ge^ut
Pieter. 't Is mogelijk, maar 't zijn toch
maar menschelijke schriften. Ik wil liever
uit eigen oogen zien en houd mij aan den
Bijbel.
Joiian. Weet gij wel, dat gij daarmede
alle mogelijke ketterijen aan de hand houdt,
want, iedere ketter heeft zijn letter,"
allen verdraa en de letter der Schrift naar
hunne eigene meening, en verstaan niets
van den zin en de mèeningdesH. Geestes
maar zijn nog onder de heerschappij van
den vader der leugeuen en dat is de
Duivel gij kunt dit lezen in Gen. 3, en
ieder onvernieuwd hart wil, volgens de
leer van den Heere Jezus, niet anders dan
de begeerte des duivels doen.
Pi eter. Nu maar als dit geen overdrij
ving is, dan weet ik het niet; want zelfs
orthodoxe dominés zeggen dat men zich
daar zoo niet aan houden kan tegenwoor
dig, en dat er wel fouten in zijn, en die
Leeraars zoudt gij dan onder dezulken
rangschikken die de begeerte des Duivels
doen? Dat zou ik u niet gaarne nazeggen.
Johan. En toch houd ik het staande,
en die zich hierin schuldig maakt, die is
schuldig en dat juist ingevolge de uit
spraken van des Heeren Woord. De Heere
Jezus zegt Die uit de waarheid is,
hoort mijne stem", Joh. 18 31, en De
wijsheid is gerechtvaardigd van al hare
kinderen." Lukas 7 35, en zal het nu
wèl zijn, dan moeten wij kinderen dier
wijsheid ziju, d. i. uit de waarheid gebo
ren zijn, anders zijn wij niet bevoegd hier
over te oordeelen.
Pieter. Maar waren dan die»Dordsche
Vaderen" onfeilbare menschen Zij heb
ben die formulieren immers opgesteld?
Joiian. Ziet ge wel Pieter dat gij niet
eens de geschiedenis kent. Neen, ze heb
ben nooit beweerd ontwil baai te zijn, ook
hebben zij die formulieren toen niet
opgesteldmaar zij hebben in die beroemde
Synode, datgene wat Gods kerk tot dien
tijd ais waarheid beleed, naarstig onder
zocht of het in alles met Uods Woord
overeenstemdeen toen die waarheden
als zijnde de zuivere meening des Woords,
aangeuomen als de Belijdenis der Gere
formeerde Kerken en ieder gevoelen daar
mede strijdig, als kettersch en onbijbelsch
verworpen.
Pieter. Ei zoo, maar dan begrijp ik
niet, dat sommige Predikanten daar nog
op tegen kunnen hebben.
Joiian. Dat zit daar in, dat een ieder,
hij zij gewoon lid, of Professor of Predi
kantwanneer het Woord nooit met kracht
op zijn hart gekomen is, steeds niets an
ders daarin zoekt te lezen, dan wat hem
aanstaat, zich beloften opdringt en toe
eigent die hem niet toekomen, de waar
schuwingen en bedreigingen overslaat, en
zoo zich met assche voedt, een huis der
spinnekoppen bouwt, en daar zijn ziel
aan waagt, om voor eeuwig verloren te gaan.
Pieter. Maar dat is verschrikkelijk, en
toch gij spreekt ook van een Professor
ik dacht dat dit zulke geleerde menschen
waren
Joiian. Maar Pieterzoo even hebt gij
de Dordsche vaderen betwijfeld, en nu
wilt gij één enkel geleerd mensch uw ver
trouwen schenken. Weet gij wel, dat
juist Professor Arminius in 1609 gestorven
degrootste en gevaarlijkste kettergeweest is,
die ooit bestaan heeft? En dat niet om
dat die ongelukkige man de eerste was,
die afweek van de eenvoudigheid der leer,
maar hij is de voornaamste geweest in
het formuleeren van echt duivelsche be
grippen en dat wel om die als zuiver
Gereformeerd te doen doorgaan, want had
hij zich alléén als een uitvinder van eene
betere leer doen kennen, en had hij een
voudig zijn Professoraat neergelegd, om
elders zijn begrippen te onderwijzen, dan
was dat zoo erg niet geweest, maar nu
was hij een vijand van Gods kerk, en
trachtte door den invloed dien hij gebruikte,
iets anders te leeren, dat hem niet kon
toegelaten worden.
En zoo zijn dan ook die stelsels op de
Synoden in 161819 onderzocht, en heb
ben die Predikanten die de leer van Armini-
us toegedaan waren, ook aldaar moeten
verschijnen, om hunne gevoelens toe te
lichten en te verdedigen.