Soli Deo Gloria! Heere, want Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen Hij heeft geslagen en Hij zal ons verbieden." Laat ons dan toch ni t in hoogheid des harten dit huis des Heeren binuen- gaan, maar als een verbroken en verslagen volk, Daar geeft ons de Heere nu een nieuw huis om er Hem naar Zijn Woord te dienen, om er zaara te vergaderen als een Kerk, op nieuw gezuiverd van de leugen en de ongerechtigheid, tot de zuivere be diening Zijns Woords en tot de rechte bediening der Sacramenten, en tot de oefening der gebeden en der barmhartig heid. Zal ons dit mogelijk zijn Zullen wij het niet wéér verzondigen Vreeze beklemt ons als wij op ons zelf zien. Moge dan de Heere er met ons optrekken en zij Hij er ons niet minder goed en nabij dan in de nu verlaten splaats der toevlucht." Onze eerste zamenkomst zal zijn aan den goeden Vrijdagavond, de tweede op Paaschmorgen D. V, O, mochten wij zoo aanvangende in den dood, waarlijk overgebracht worden in het leven, en in waarheid worden een levende Gemeente uitgeleid zijnde uit het diensthuis der zonde. Namens den Kerkeraad P. J. W. Klaarhamer, h. t. praeses. A. 13. Crucq, h. t. scriba. De buitengewone vergadering der tijde lijk gecombineerde Classes van Zeeland werd Woensdag 11 gehouden. Op één na waren alle kerken door hun Opzieners tegenwoor- dig. Na ernstige bespreking werd in zake de hereeniging der Christelijke Gereformeerden en der Nederduitsche Gereformeerden een zestal resolutiën voorloopig aangenomen. Eerst na de voorgenomen vergadering te Amsterdam D. V. op 12 April a. s. zal zoo mogelijk de definitieve aanneming in de volgende gewone Classesvergadering plaats hebben. Deze wordt gehouden den 2en Woensdag in Mei a. s. Namens de Classes voornoemd A. B. Crucq, Actuarius. P A S C H E N. Mallkevs 28 6. ^Hij is hier nietwant Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft." Met welk een verbazing, die weldra groote blijdschap werd, zullen die vrouwen de verrassende prediking uit der engelen mond vernomen hebben, dat Jezus opge staan was, gelijk Hij gezegd had Wel zijn zij de eersten geweest, die dit zalig evangelie mochten vernemen en de kracht dier opstanding mochten ervaren, doch zij waren niet de laatsten. Neen, nog steeds wordt het aantal vergroot van zulke zielen, die na de zoetste ervaring mogen getuigen, - de Heere is waarlijk opgestaan. Van hoe uitnemend gewicht dit feit is, kan wel blijken uit de deelneming der engelen aan hetzelve, uit de verlegenheid der Farizeërs en Schriitgeleerden over en hun leugen maatregelen tegen de waar heid van dit heilsfeit, en niet minder uit des Apostels woord 1 Corintlie 1514, 17, 18: En indien Christus niet opgewekt is, zoo is dan onze prediking ijdelen ijdel is ook uw geloofEn indien Christus niet opgewekt is, zoo is uw geloof te vergeefs, zoo zijl gij nog in uwe zonden. Zoo zijn dan ook verloren, die in Christus ontslapen zijnd' Dit is de heerlijke beteekenis van het Paasch-evaugelie, dat het ons verzekert, dat Hij, die gestorven is voor onze zonden, opgewekt is om onze rechtvardigmaking. Niet alleen om dat te vernemen, maar ook om dat te belijden komt de Gemeente des verheerlijkten Christus op haren rust dag, en op den Paaschdag in 't bijzonder saam. Het Paaschfeest is het feest dat zij vie ren, die door genade naar het souverein welbehagen verlost zijn uit banden der dienstbaarheid des vleesches, der zonde en des dood, en die nu omdat hun Paschen voor hen geslacht is geacht en behan deld worden als een volk van rechtvaar digen. Als dus de Gemeente van den Over winnaar van dood en hel op dit feest saamkomt, dan is het, om daardoor te erkennen, dat zij een uitgeleide een ver loste en gerechtvaardigde Gemeente is. Zij belijdt dit echter hier op aarde niet gelijk in den hemel met eeuwige en on uitsprekelijke hallelujah's, - neen, maar in haar stille lofzang of in haar gebeden en verzuchtingen om de kracht Zijner op standing te mogen ervaren, en evenzeer in dat met oprechte zielsbehoeften neder- zitten, om zich het Woord der opstanding te laten bedienen als het brood voor den hongerende, als het water des levens voor den dorstende, als de staf der vertroosting voor die ten doode toe bedroefd zijn. Deze levende Chiistus is nu de opstan ding en het leven voor al de Zijnen. Zij toch zijn met Hem één lichaam, ééoe plaute, en daarom worden zij in en met Hem uit den dood verwekt, en levend gemaakt door den Geest desgenen, die Christus uit den doode opgewekt heeft. Zij leven dan in en uit Hem. Hij is dan het leven van hun leven Het wordt dan sik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij." Gelijk Hij leed en stierf om van zonde en schuld, van oordeel en dood, en uit het gericht de Zijnen vrij te maken, om hen te verzoenen met God, zoo leeft Hij nu om hen te behouden, om hen te maken tot rechtvaardigen en heiligen en hen een plaats te bereiden onder de geheiligden in het Liclit. En no, wat zij aan het groene hout gedaan hebben, zullen zij niet minder aan het dorre doen, en waar zij nu tegen den overwinnenden Christus niets meer ver mogen, daar zullen zij te feller het aan leggen tegen Zijn volk, Zijn kudde. Nochtans de zijnen hebben niets te vreezen van Satan en dood en hel, van wereld en vleesch, al is het ook dat hun verzoekingen en verschrikkingen en vijand schap hen vaak doen vreezen en bekom merd zijn. Immers, het Hoof! des li- chaams, de Koning der Kerk kpeft Satan o vermocht, Hij benara den dood zijn prikkel der hel haar zegepraal; de wereld heeft Hij overwonnen, en Hij is nu altijd met de Zijnen, gelijk Hij ook leeft om voor hen te bidden. Mochten wij zóó eens Paschen kunnen vieren, als die vrouwen en discipelen op den dag der verrijzenisDat wij eens mochten ervaren de kracht Zijner opstan ding, met de verzoenende kracht van Zijn sterven. Weet gij wie het zijn, die dit ten deele valt? Het zijn zulken van wien gezegd kan worden, dat zij zoeken Jezus, den ge kruiste en gestorvene, dat zij Hem zoeken met droejlieid en kommer over hun gemis en over hun zonden, dat zij Hem zoeken naar Zijn WoordDit zijn ze voor wien Hij gestorven is, en nu eeuwig leeft. Zij zullen Hem zien. Zij zullen ervaren dat dit evangelie eene blijde en blijdschap gevende boodschap is, dat de opstanding des Heeren al hunne bezwaren wegneemt, dat door dezelve hunne nedergebogen harten worden opge richt. Zij ontvangen in Hem een nieuw levens- beginseleeu nieuwen 1 afregel, een nieuw levenstZotf/, en vangen alzoo een nieuw leven aan. Geve de Heere U en mij, Lezer, zulk een Paaschzegen, dan zal ook eenmaal onze stem niet ontbreken in die eeuwige lofzang der dankbare aanbidding „Hem, die op den troon zit en het Lam, zij de dank zegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid". Open baringen 5 13. Kerkelijk;© Berichten. De Bedienaren des Woords bij de (thans doleerende) Nederduitsche Gereformeerde Kerken in Zeeland moeten, vóór zij hun dienstwerk kunnen aanvaarden of in de Classes toegelaten kunnen worden, de hier onderstaande verklaring en beloften onder teekenen. Wat die onderteekening beteekent, wordt uit het stuk zelf u duidelijk sWij ondergeschreven 13edienaren des sGoddelijken Woords, behoorende onder de tijdelijk gecombineerde Classes van Zeeland, verklaren oprechtelijk en in goeder consciëntie voor den Heere, met sdeze onze onderteekening, dat wij van s harte gevoelen en gelooven, dat alle de artikelen en stukken der leer, in de Be lijdenis en Catechismus der Gereformeerde sNederlandsche Kerken begrepen, mits- sgaders de Verklaring over eenige punten sder voorzegde leer, in de Nationale Sy- snode, Anno 1619, te Dordrecht gedaan, sin alles met Gods Woord overeen komen beloven derhalve, dat wij de voorzegde »leer naarstiglijk zullen leeren, en getrouwe- slijk voorstaan, zonder iets tegen dezelve sleer, hetzij openlijk of heimelijk, directe- slijk of indirectelijk, te leeren of te schrijven. Gelijk ook, dat wij niet alleen salie dwalingen, tegen deze leer strijdende,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1888 | | pagina 2