aandachtigen opmerker weer duidelijk ge
worden, dat er ontzachelijk veel gebrek,
tekort en verkeerd onder ons is, dat nog
moet ingezien en met ootmoedig schuldbelij-
den voor den Heere dient gebracht te
worden.
Het is nog zoo in alles aan ons te be
speuren, dat wij pas uit de Genootschaps
gevangenis zijn ontkomen, en ons niet zoo
op eenmaal als een vrijgemaakte weten
te bewegen.
De stellingen en hare toelichtingen door
de BB. de Gaay Fortman, v. d. Berghen
Hoekstra zullen ook niet nalaten onder 's
Heeren zegen eene goede werking te doen.
Alles dus saam genomen, kunnen wij
dankbaar zijn, dat dit Congres is gehouden.
Er is een begin gemaakt. De stoot is
gegeven in de goede richting.
In den loop van dit jaar zal er nu
in elke provincie vóór Juni DV. een pro
vinciale vergadering van Diakenen onder
leiding van Bedienaren des Woords plaats
hebben, waar dan verder de aangevangen
besprekingen kunnen worden voortgezet.
Geve de Heere dat dit alles moge strek
ken tot opbouwing van Zijn Kerk, en tot
verheerlijking van Zijn naam.
Wij laten nu hier de aangenomen reso-
lutiën volgen, zooals zij werden rondgedeeld
staande de vergadering.
De aandachtige lezer zal bemerken dat
zij het stempel dragen van wat haastig te
zijn gesteld en gedrukt.
Ieder die weet,hoeveel arbeid er door som
migen onzer week aan week moet verricht,
zal dit echter gemakkelijk vergeven, en
er zich veeleer over verbazen, hoe het
mogelijk is geweest, dat er nog eenige
tijd tot het voorbereiden van zulk een zaak
is gevonden.
De aangenomen resolulutiën zijn deze
1. De onderscheiding van rijken en
armen is door God gewild, nadat de zon
de in. de wereld gekomen was.
2. De rijken behooren voor de armen
te zorgen, omdat God het wil. Het moet
hun een eere zijn dit te doen.
3. Daar echter de zonde de menschen
vijandig tegen elkaar heeft gemaakt, heeft
de Heere het noodig geoordeeld een uit-
drukkel ijken last aan Zijne gemeente te
geven om voor de armen te zorgen.
4. Die zorge geschiedt persoonlijk of
gemeenschappelijk, d. i. door private ver-
eenigingen of door de Kerke Gods in haar
geheel. De laatste neemt de eerste plaats in.
5. De zorge der armen geschiedt in de
Kerke Gods door de Diakonie.
6. Onder Diakonie moeten wij verstaan
de bediening van de liefde tot den naaste,
voorzoover deze arm en ellendig is (eerst
de huisgenooten des geloofs en voorts
allen van wat naam ook), door de Kerk
van Christus uitgeoefend.
7. De dienst der Diakenen is tweeër
lei administratief voor de rekening, en
bedienend voor het verzorgen der nooden.
(Rom. 128).
8. De Diakonie is uit het hoogepriester-
lijk ambt van Christus geboren, dus de
bediening der ontferming over de armen.
Zij staat in nauwe betrekking met het
leeraars- en ouderlingenam bt, omdat
lichamelijke meestal met zielsnoodsamen-
gaat, hetzij hij hieruit geboren is, of
daardoor gevolgd wordt. De Diakenen
behooren tot den Kerkeraad en zitten
daarin, zoo dikwijls zaken behandeld wor
den, die alle ambten betreffen.
9. Daar is geen opklimming in de
ambten, maar een verscheidenheid van
ambten.
10. Onder armen ihöeten we verstaan
zoowel stoffelijk als zedelijk-armen.
11. De bediening moet geschieden naar
het vermogen, dat de Kerke des Heeren
heeft, niet geveinsdelijk of ijverzuchtig,
maar oprecht, gewillig, volvaardig en
rechtvaardig.
12 De middelen tot uitoefening van de
bediening der Barmhartigheid zijn collec
ten (in geld en natuurgaven), erfenissen,
ziekenhuizen, weeshuizen (of huisgezinnen,
waarin weezen opgevoed worden), krank
zinnigengestichten, weduwenstichtingen, te
huizen voor vreemdelingen, zwervelingen.
13. Scholen behooren niet door de
Diakonie opgericht te worden. Zij onder-
steune ze niet dan in den uitersten nood.
14. Tegen kapitaliseering is geen bezwaar,
mits alle armen zijn verzorgd.
15 Overheids-armenzorg moet overbo
dig gemaakt worden, zij is geen werk der
Barmhartigheid Daarentegen is het werk
der Barmhartigheid vau private personen
en vereenigingen noodig. Het is echter
geen ambt. Gewoonlijk noemt men dit
private werk der Barmhartigheid inwen
dige zending. Zij kome achter het werk
der Barmhartigheid dat door de Kerk
wordt uitgeoefend. Haar ideaal zij pio
niers of tilailleurswerk t« doen.
16. De diakonie der Synodale, Luther-
sche Kerk enz. moet men brengen onder
de rubriek der inwendige zending.
17. De bediening zelve bestaat vooreerst
in het verzamelen van de gaven der
liefde in dekerken (liefst aan de deuren) en
aan de huizen, het opwekken der rijkeren
tot het geven dier giften het persoonlijk be
zoeken der armen van wier bestaan men
kennis kreeg, het peilen van zijn nood en
ellende, het voorzien daarvan, het troosten
der armen ook met geestelijke vertroos
tingen, het beschermen der armen tegen
ongelijk en onrecht, het terechtwijzen der
verkeerden.
INGEZONDEN STIKKEN.
(Buiten verantwoordelijk der redactie).
VOOEHEEN EN THANS.
Zeer Geachte Redacteur
Wanneer men de geschiedenis zoo eens
opslaat, en de gewichtige gebeurtenissen
betrekkelijk Gods kerke overdenkt, welke
sedert het jaar 1559 tot op de beroemde
Dortsche Synode van 1618 -19 hebben
plaats gehad, dan bespeuren wij toch dui
delijk daaruit, en ik weet, u zijt dit met
mij eens, boe een ontfermend God bemoeie
nis met onze Vaderen gemaakt heeft, door
het licht Zijns Woords en der waarheid in ons
Vaderland, maar ook in de stad onzer in
woning weder op den kandelaar te plaatsen,
zoodat middelijk hierdoor de door Christus
Jezus van eeuwigheid gekenden en gekoch-
ten zouden worden verzameld, dewijl Zijn
Geest zich daaraan paarde, waarvan dan
ook dadelijk een zegen voor het gansche
Vaderland afvloeide. Verdrukking ging
echter vooraf.
Sedert 1559 tot 20 Febr. 1574, was het
ook hier een drukkende tijd voor de aan
hangers der hervorming, dewijl de Room-
sche hiërarchie door halsgericht of andere
straffen dezulken trachtte te vernietigen
maar toch wies juist toen het Woord
Gods; zelfs wil men, dat in een huis in
de St. Pieterstraat in het eerstgenoemde
jaar, reeds het H. Nachtmaal zou zijn
bediend door Gelein Janszoon d'Hoorn
deze moest echter spoedig de vlucht ne
men naar Engeland, doch na dat. de stad
Middelburg in 1574 overging aan den nu
zaligen Prins Willem I van Oranje, en de
Kerkhervorming openbaar was ingevoerd,
kwam deze spoedig terug om op alles be
hoorlijk orde te helpen stellen.
Nu Gods kerk is ook altijd gedachtig,
dat alle dingen eerlijk en met orde be
hooren te geschieden.
Inmiddels hadden de predikanten van
Veere en Vlissingen ook hier openbaar
het Woord bediend. Den 8en Maart d. a.
v. kwam d'Hoorne, en zoolang er nog slechts
één leeraar was, werd in St. Pieter d. i.
de Onde of Noordmunster kerk gepredikt
tot 19 September 1574, toen ook de West
munster kerk, na van den paapschen op
schik te zijn ontdaan, in gebruik genomen
werd. Deze Westmunster kerk, behoorende
vroeger tot de parochie van St. Maarten,
stond op de groote markt en is gebruikt
tot 13 Maart 1575 en naderhand afgebro
ken. Op 1 April 1575 werd de Nieuwe of
Abdijkerk geopend door de hervormden,
zijnde vroeger genaamd de Oostmunster
kerk, ook wel »Onze lieve Vrouwe" of
Maria en St. Nicolaas."
Den 22 April 1590 begon men in de
Gasthuiskerk te prediken, en 29 Juni 1597
in het choor der Nieuwe of Abdijkerk,
welke in 1595 van de Nieuwe kerk was
afgescheiden door een opgaanden muur
terwijl tusschen deze beiden nog heden ten
dage het auditorium gevonden wordt met
den predikstoel nog aan zijne plaats staande,
als eene stomme doch sterk sprekende ge
tuige dier dagen, terwijl nu het lokaal
zelf als een bergplaats voor allerlei, als
pakhuis dienst doet.
Doch ik eindig deze opsomming, hetzij
genoeg te onzer beschaming.
Wie toch had vóór 1574 kunnen den
ken, dat deze trotsehe gebouwen, welke
ten dienste van den Roomschen Godsdienst
waren gebouwd, nog door de toen zoo zeer
gedrukte en vervolgde aanhangers der re
formatie zouden worden gebruikt? En
toch, hierin heeft de Heere zich wonderlijk
en ontfermend betoond, door ons Vader
land te begiftigen met het licht der waar
heid, en daaraan zulk een snellen voort
gang verleend.
De Heere zag naar Nederland om, trok
het uit de duisternis en blindheid van
Rome, eigende het zich en het Nederland-
sche volk, kwam door een wederkeerende
daad, met dien God in één verbond, door