ZEEUWSGHE KERKBODE. Weekblad gewijd aan de belangen der Gereformeerde Kerken J^ED ACTEUR j"3. j. jV. J^LAARHAMER. Nederd. Geref. Kerk (dolecrende) Ihthrd. ©m|. lerlt (doleemuh) „Vreest Iliet.', IS o. 38j 5 NOVEMBER. 1887. V. D. W. te MIDDELBURG, Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hij zal ons behouden. Jesaja 33 22. Deze bode verschijnt eiken Vrijdagavond. Abonnementsprijs per 20 nummers fr. pp. (bij vooruitbetaling) f 0,50. Advertentiën van 15 regels - 0,30 Iedere regel meer- 0,05 Uitgever K. LE COIHTRE Middelburg. Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen, en Slachtofferen, als aan het gehoor zamen van de stem des HeerenP Zie gehoorzamen is be ter dan Slachtoffer, opmerken dan het vette dei rammen I Sara. 15 22. Bijdragen en ingezonden stukken aan den Kedacteur. Abonnementen en Advertentiën aan den Uitgever. van MIDDELBURG. GODSDIE]YSTOEFENIN"GEN in de week van O tot 12 November. Zaal „Schattersho f." Zondag 6 November. 's voorm. half 10 uren Ds. KLAARHAMER. Doop. 'a avonds half zeven uren Ds. KLAARHAMER. Catechismus, Zondag twintig. Offlciëele mededeellngen van den Kerkeraad. Aangifte voor doop, en trouw, inschrij ving in het duplicaat- lidmaten- of doop boek, aanvrage om of indiening van attestatiën, behooren te geschieden by den Scriba van den Kerkeraad, den heer A. B. Crucq (Seistraat Q 14) op D i n s d a g- avond van 8-9 uren. In antwoord op zijn hierachter afgedrukt schrijven ontving de Kerkeraad een recht broederlijk en hoopgevend schrijven van den Kerkeraad der Christelijk Gerefor meerde Gemeente, parochie St. Pieterstraat, alhier. Nog een breeder antwoord werd ons daarin toegezegd. Moge de gebeden op den Dankdag dooi de deelen der eene Kerk opgezonden, worden verhoord. Gaarne ontvingen de Classen eenig schriftelijk rapport of mededeelingen, in dien zij verhinderd zijn persoonlijk te komen. De vergadering wordt gehouden D. V. in het Schuttershof. Aan de Broeders agenten voor de Re formatie wordt nog herinnerd, dat als zij in het belang hunner Kerken de a. s. Classen-vergadering wenschen bij te wo nen, zij dit kunnen doen zonder nader daartoe uitgenoodigd te worden. De n amiddag-vergadering aan vangende te één ure, is dan voor hen toe gankelijk. Vreest niet, gij klein kuddeken 1 „Want het is Uws Vaders wel beha ngen, uliedex; het Koningrijk te „geven". Lukas 12:32. Telkenmale ontmoeten wij in het Woord des Heeren deze vermaning om niet te vreezen. Hieruit zou men aanleiding kunnen nemen tot de vraag, of er dan zooveel reden tot vreezen is? Het antwoord op deze vraag hangt maar af van het licht waarin en de plaats van waar men de dingen beziet. Als Abraham gedenkt dat God de Al machtige Zijn schild en loon zeer groot is, dan is er geen oorzaak van vreeze, en dan redt hij met de ingeborenen Zijns huizes Lot uit de handen van Sodom's vijanden; doch als hij overlegt: »alleenis de vreeze Gods in deze plaats niet, zoodat zij mij om mijner huisvrouw wil zullen dooden," dan is de vreeze zóó groot, dat hij zelfs tot een leugen toevlucht neemt. Als Simon bar Jona, de Rotsman, op Jezus ziet, dan kan hij onbevreesd op de golven wandelendoch verliest hij den Meester uit het oog, om alleen de golven te zien, dan vreest hij te vergaan en wordt zijn welbekende noodkreet gehoord. In het Paradijs kende de mensch geen vrees, kende zijn hart zelfs niet de geneigd heid om te vreezen, ook had hij geen vij anden. In den volsten zin des Woords leefden zij met God. Door de zonde, welke scheiding maakt tusschen God en den zondaar, is ook de vreeze in het hart gevaren. Buiten het Paradijs vindt de mensch in alles een vij and, die te vreezen is. Buiten God is hij van zijn sterkte en wijsheid en veiligheid beroofd. Hetzij hij zich hiervan bewust is of niet, in 't paradijs is de mensch misdadiger ge worden, die nu tracht zijn overal tegen- woordigen Rechter te ontvluchten of zich tegen zijn almachtigen Rechter te bevei ligen, vandaar dat den mensch inklevende gevoel van onveiligheid, dat gedurig doet schrikken en vreezen. Nu is de Kerk, het volk des Heeren wel geestelijk maar ook nog vleeschelijk er is wel een eeuwige breuke met het vleesch ontstaan, maar toch wordt zij nog telkens weêr van dat vleesch o^erheerd. Zij is gedurig van vele en machtige en grimmige vijanden omringd, boven de ge wone moeiten en zorgen en tegenheden welke zij met de onrechtvaardigen gemeen heeft, en behalve de geestelijke verschrik kingen welke haar gedurig overvallen. Ook die Kerk is door en naar het vleesch geneigd tot zondig vreezen, veel meer dan tot heilig beven. Zij wordt nog telkens verschrikt door de gedachte aan God als aan een Rechter, verteerend in Zijn heiligheid en schrikkelijk in Zijn macht. Gedurig weêr waant zij zich af hankelijk van het schepsel. '1 elkens op nieuw verliest zij den Almachtige, haar Schild en Loon uit het oog, of gelooft zich van Hem verlaten. Daarom komt telkens dit woord tot haar »vr eest nie t". Niet alsof er geen gevaren noch kwaden, noch vijanden dreigden,maar geen kwaad kan haar treffen. Al wat haar treft, komt over haar naar het raadsbesluit des Heeren, welk besluit niet uitgewerkt wordt door de we- derpartijders, maar door haar Borg en Koning die haar alzoo bewaart, dat zonder den wil haars hemelschen Vaders geen haar van haar hoofd vallen kan. Wat haar overkomt is ook niet de in-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1887 | | pagina 1