ZEEUWSCHE KERKBODE.
Weekblad gewijd aan de belangen der Gereformeerde Kerken.
JtoLerd. ©eref. ler!t (doleerende)
Nederd. Geref. Kerk (doleerende)
No. 86.
22 OCTOBER.
1887.
j^EDACTEUR, j3. jJ. jiV", J^LAARHAMER.
V. D. M. te MIDDELBURG,
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koning; Hij zal
ons behouden.
Jesaja 33 22.
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan
Brandofferen, en Slachtofferen, als aan het gehoor-
zamen van de stem des Heeren? Zie gehoorzamen is be
ter dan Slachtoffer, opmerken dan het vette dei rammen
I Sam. 15 22.
Deze bode verschijnt eiken Vrijdagavond.
Abonnementsprijs per 20 nummers fr. pp.
(bij vooruitbetaling) f0,50.
Advertentiën van 15 regels - 0,30
Iedere regel meer- 0,05
Uitgever
K. LE COINTRE
Middelburg.
Bijdragen en ingezonden
stukken aan den Redacteur.
Abonnementen en Advertentiën
aan den Uitgever.
van MIDDELBURG-.
<GODSDIE]SrSTOEFEOT^Gr EN
in de week van 23 tot 29 October.
Zaal „Sehottershof."
Zondag 23 October.
's voorm. half 10 uren Ds. KLAARHAMER.
Ts avonds zes uren Ds. KLAARHAMER.
Catechismus, Zondag achtien.
Offlclëele mededeelingen van
den Kerkeraad.
Aangifte voor doop, en trouw, inschrij
ving in het duplicaat- lidmaten- of doop
boek, aanvrage om of indiening van
attestatiën op Woensdagavond van
8-9 uren. (Gebouw Spanjaardstraat E.
(6970. Boven.
De Kerkeraad heeft besloten in een broe
derlijk schrijven aan de Kerkeraden van de
alhier gevestigde gemeente der Christelijke
Gereformeerde Kerk officieel kennis te ge
ven, dat de Nederd. Geref. Kerk van
Middelburg met het Ned. Herv. Genoot
schap voor altijd heeft gebroken, en terug
gekeerd is tot de Kerkenorde van 1618/19,
en tevens dat het de hartelijke begeerte
van den Kerkeraad is om tot ineensmelting
te komen met die deelen der eene Gere
formeerde Kerk aan deze plaats welke reeds
vroeger met genoemd Genootschap hebben
gebroken. Ook zou in dat schrijven worden
voorgesteld deze zaak op den aanstaanden
Biddag voor den Heere te brengen bij de
openbare gehedssamenkomsten.
De Kerkeraad meende door dit schrijven
het eerste gedeelte van het bekende concept
te kunnen overnemen, doch voor het ove
rige deze ernstige en gewichtige zaak onder
eigen bewoordingen bij de Broederen te
moeten bepleiten.
Hij meende ook dat het hierdoor onzen
Afgescheiden Broederen te duidelijker zou
blijken, dat het ons ernstig gemeend is.
Geve de Heere dat deze eerste stap door
meerderen mogen gevolgd worden, die tot
een gewenschte uitkomst leiden.
De Kerkeraad vraagt ook de voorbede
der gemeente nu hij bezig is een dubbeltal
op te stellen, waaruit de stembevoegde
mansleden over eenigen tijd eene keuze
zullen moeten doen ter benoeming van ou
derlingen en diakenen. (Zie de mede-
deelingen in het no. der Kerkbode van
20 Ang. 1.1.)
Het begint dringend noodig te worden,
dat onze zóó onvoltallige Kerkeraad zoo
mogelijk worde aangevuld.
"Van de 32 ambtsdragers die in den Ker
keraad zitting hadden, gingen tot nogtoe
slechts 9 met de reformatie dezer Kerk
openlijk mede, een drietal voor zoo ver ons
bekend legde hun ambt neder, en van de
overigen blijkt het helaas hoe langs zoo
duidelijker, dat zij het Genootschap hoven
de Kerk, de reglementen van dat Genoot
schap boven Gods Woord verkiezen.
Dit is diep smartelijk. Hoe hadden wij
het van sommigen anders verwacht.
Dat de gemeente niet ophoude deze
ambtsdragers in den gehede te gedenken,
en tevens van den Heere te begeeren, dat
Hij mannen voor het ambt verwekke.
Zoorer is het toch onderons gekomen,
dat het hoogst bezwaarlijk zoo niet onmo
gelijk zou zijn, op dit oogenblik een kleine
dertig broeders aan te wijzen, geschikt en
in staat om in deze moeielijke tijden in de
Gereformeerde Kerk het ambt te
bedienen.
Trekt niet een ander juk aan met de
ongeloovigen.
2 Corinthe 6: 14a.
Uit deze vermaning des Heeren aan de
kerk en aan elk zijner bondgenooten blijkt,
dat de geloovigen onder een ander juk
gaan dan de ongeloovigenen ook dat
de geloovigen met de ongeloovigen niet
onder één juk kunnen noch. mogen
gaan.
Onder één juk. Zooals 2 ossen onder
één juk voor den ploeg liepen. De be
doeling is dus, dat geloof met ongeloof
niet aan één taak kunnen arbeiden
niet één lieer kunnen dienen niet aan
één wet kunnen gehoorzamen.
Dit kan niet, want de kerk, de ge
loovigen zijn uit de wereld uitgeleid
en door den Heere afgezonderd, zij
hebben met wereld en vleesch en onge
rechtigheid gebroken. (Rom. 7 10
26) de ongeloovigen daarentegen hebben
wereld en vleesch lief en kunnen de ge
rechtigheid niet liefhebhen, zij zijn midden
in de wereld. Het geloof dient den Heere
met vreeze, het ongeloof dient het
schepsel naar Satans wil en wederstaat
Koning Jezus. - Het geloof gehoorzaamt
aan de Wet des Geestes des levens,
het ongeloof buigt zich onder de wet
des vleesches en des doods. De geloovige
is uit den Geest geboren, het onge
loof kwam voort uit het vleesch. De
geloovige wandelt naar den hemel, het
ongeloof gaat in het pad dat in de hel
eindigt.
Hoe zullen deze beiden samengaan
Kan ja en neen, licht en duisternis, ge
rechtigheid en ongerechtigheid, Christus
eerst Belial, de tempel Gods met den
tempel der afgoden als waren zij gelijk eu;
één samengaan
Indien zij samen zullen gaan dan moet
een van beiden zijn verleden en zijn toe
komst verloochenen, met zijn Koning
en zijn levenswet brekenophouden aan
de eigen taak te arbeiden.
Het ongeloof doet dit nooit.
Gaan die beiden dus toch saam ondeij