r -
gekend wordt uit onze 3 Formulieren
van Eenigheid, kan bevorderen, waartoe
ook behoort het strengelijk waken tegen
elke ketterij of dwaalleer en het weren
van de wolven uit de schaapskooi van
Christus.
De Kerkeraad moet dus niet alleen liét
öog houden op wat de Leeraar voordraagt
door middel van het gesproken Woord,
maar ook op hetgeen hij in geschrifte leert.
Hij moet niet alleen acht geven op de
preek maar ook op de catechisatie. Hij
moet ook, met het oog op deze zaak, wel
acht geven op wat de meester in de school,
en op hetgeen de zendeling aan Israël en
de volkeren onderwijst.
Hij heeft ook de gemeente te waarschu
wen tegen zulke personen en geschriften
welke de ware leer tegenstaan.
Uit een en ander volgt van zelf dat de
Kerkeraad de tucht moet handhaven, straf
fende de overtreders met geestelijke mid
delen en houdende hen in den toom. Zoo
doende zullen alle dingen in de Kerk des
Heeren wel en ordelijk geschieden.
Ordelijk", d. i. overeenkomstig de ge
stelde orde. Gesteld niet door menschen,
maar door den Heere in Zijn Woord.
Hierbij komt dan nog, niet als iets dat
er bij hangt, maar als een voornaam en
gewichtig deel van zijn taak, het helpen
en troosten van armen en bedrukten.
Niet alleen van de armen maar ook van alle
leden der Kerk die op eenige wijze bedrukt
en ellendig zijn.
De taak van den Kerkeraad is dus wel
een heerlijke, en daarbij zeer omvangrijk.
Het spreekt ook wel van zelf, gelijk het
ook blijkt uit des Heeren en der Apostelen
Woord en voorbeeld, dat hij niet alles
alleen zelf moet willen doen, maar dat hij
ook de leden der gemeente tot medewerken
moet opwekken.
Met al dezen arbeid mag de Kerkeraad
geen ander doel hebben dan de eere Gods,
den opbouw dér Kerk en het heil der zielen.
Kerkelij *i© Mededeelingen.
Te Serooskerke ging de Zondag rustig
voorbij. Dit is vooral te wijten aan de
verstandige maatregelen door de Kerk
voogden genomen.
Het was de eerste Zondag na het vertrek
van den Heer Ds. Peter, en nu vreesden
sommigen voor rustverstoring.
Hadden nu de doleerenden zich in hun
bezit gehandhaafd op de wijze als de voor
standers van het Genootschap gewoon zijn
zich in het feitelijk bezit te stellen,
dan zóu waarschijnlijk de dag ook niet zoo
•rustig zijn voorbijgegaan.
Het verheugt ons en zeker ook al onzen
Lezers met ons, dat het zoo liep.
's Morgens trad op de Heer Werner van
Amsterdam, 's middags Ds. Dommisse. Vroe
ger toen de Kerk van Serooskerke nog in
verband leefde met het Genootschap was
Z.Eerw. daar consulent.
Zijn optreden was niet met toestem
ming noch volgens besluit van den Ker
keraad, welke dezen Predikant ook niet
als consulent erkent.
Geen Kerkeraad enner Gereformeerde
Kerk kan tot de bediening des Woords
toelaten een Dienaar, die in bediening van
Woord en Sacramenten en Tucht zich ver
kiest te gedragen naar de reglementen van
het Genootschap, stellende deze wel niet
met woorden maar metterdaad boven Gods
Woord.
De Kerkeraad had dan ook besloten dat
er Zondagmiddag geen dienst zoude zijn,
wel des ochtends en des avonds.
Hij deed dit niet zonder eerst een poging
te hebben gewaagd, om zonder aan recht
of waarheid te kort te doen, tot een modus
vivendi te tomen.
Hij had zich daartoe gewend tot den
Heer Ds. Dommisse als voorzitter van
den zoogenaamden tegenkerkeraad.
Hij kon zich tot geen ander wenden.
De Kerkeraad stelde een achttal pun
ten voor, bevattende in 't kort dat de
predikanten uit den ring, die op grond
van hun reglementen beweren gerechtigd
te zijn, om in de vacante Kerk van Seroos
kerke te prediken, eiken Zondag of Feest
dag eenmaal zullen mogen gebruik maken
van het Kerkgebouw de Kerkeraad zou
dan de regeling der diensten zóó maken
dat, als bedoelde predikanten dit wenschten,
zij de Kerk de eene week 's voormiddags
en de andere week 's namiddags konden
gebruiken, dat het traktement gelijk tus-
schen hen en den Kerkeraad zou worden
verdeeld, dat elk zijn eigen collecte zou
beheeren, zonder dat de Kerkeraad ooit
aanspraak kon maken op hetgeen ontvan
gen was onder de prediking van bovenbe
doelde predikanten. Overigens zou de toe
stand blijven gelijk die tot nog toe was.
Een en ander zou gelden, tot dat de bur
gerlijke Rechter zal hebben uitgemaakt,
of een Kerk die het Genoot
schap verlaat hierdoor haar
recht en aanspraak op haar
goederen verliest.
Ons dunkt deze voorslag was uiterst
billijk. Waar de voorstanders van het
Genootschap feitelijk de goederen en
gebouwen bezitten, bijv. te Vrouwepolder
en te Middelburg, is van zulk een voorslag
geen sprake.
Op nieuw is dan ook weder door dezen
Kerkeraad hierin het bewijs geleverd, dat
het de Gereformeerden niet om het
goed te doen is.
Wij wenschen ons recht te handhaven
niet om der wille van ons voordeel, maar
uit Jiefde tot en uit ontzag voor het recht.
Handhaving van het recht bracht meestal
in den aanvang geen voordeel aan, en
zeker niet aan de doleerende Gereformeerde
Kerken en personen.
Doch het recht is heilig, omdat het uit
God is. Voor hetzelve moet daarom ieder
persoon, hetzij hoog of laag, geliefd of
gehaat, en elk belang onderdoen, en des-
gevorderd op zij gezet worden.
Die om eenige reden, welke ook, het
recht verkort, hij bezondigt zich schrikke
lijk tegen God en tegen den mensch.
Zegt nu de over ons gestelde rechter
dat wij geen recht op deze goederen en
fondsen hebben, dan zullen wij ons aan
die uitspraak onderwerpen, omdat Gods
Woord eischt dat wij ons aan de van God
gestelde macht zullen onderwerpen, stel
lende dan verder onze zaak in 's Heeren
hand.
Op geenerlei wijze is dan ook door bo-
vengemelden voorslag aan het recht noch
aan de waarheid te kort gedaan. Want
natuurlijk de Kerkeraad deed dit niet,
omdat hij den tegenkerkeraad of eenig
Bestuur of Regiement van het Genootschap
erkent. Hij laat ook de bedoelde predikan
ten niet namens hem optreden.
Het is bloot een maatregel om orde en
rust te bewaren. Ook wil de Kerkeraad
niet het voorbeeld van het Genootschap
volgen, om te handelen als rechter in
eigen zaak.
Ook vergete men niet dat nog geen pre
dikant kerkelijk is behandeld van wege
zijn onrechtzinnigheid in leer of regeering.
Men zou dus zoo denken, dat deze voorslag
ware aangenomen geworden. De ring-
predikanten kunnen deze zaak met den
Kerkeraad regelen. Omdat er geen enkele
kwestie mede is opgelost, behoeven daarin
door hen geen besturen te worden gemengd.
Daarbij de Kerkeraad had geen haast.
Alleen voor de 2 of 3 eerste Zondagen
was de zaak dringend, en stelde hij voor
de zaak dan slechts voor zoolang te re
gelen, om dan intusschen bepaald te be
sluiten tot aannemen of afwijzen van deze
voorgestelde modus vivendi.
Doch tot zijne teleurstelling geschiedde
dit niet. Hij werd verwezen naar den zoo
genaamden tegenkerkeraad. Ieder die nu
even wil doordenken, kan begrijpen dat
de Kerkeraad geen tweeden Kerkeraad
over dezelfde gemeente kan erkennen.
Daarbij was nog iets gebeurd. Ds Peter
was niet Vrijdag, gelijk men zeide, maar
Donderdags 's morgens vertrokken. De
sleutels der Pastorie kwamen nu echter
niet in handen van de Kerkvoogden, die
nog steeds in het feitelijk bezit der
goederen en fondsen waren, en aan wien
de gemeente bij wettelijke stemming ge>-
last heeft, die goederen en fondsen uit
sluitend ten dienste te stellen van den
Kerkeraad die leeft onder de Kerkenorde
van 161819, maar naar het schijnt in
handen van den veldwachter, ten minste
de Heer Burgemeester deelde 's morgens
te Middelburg den president-Kerkvoogd
mede dat nu de veldwachter de pastorie
bewoonde.
Misschien begrijpen onze lezers deze
zaak beter dan wij. Wij begrijpen ter
wereld niet hoe de veldwachter, die voor zoo<-
ver wij weten niet om een woning ver
legen was, in de pastorie komt te wonen.
De veldwachter ontvangt toch geen
bevelen van een Kerkelijk Bestuur zoomin
als de Burgemeester. De rechterlijke
macht zal hiertoe ook wel geen bevel
hebben gegeven. De Burgemeester dan
misschien Doch dit is ook niet aan te
nemen, wat heeft een Burgemeester in
zijn kwaliteit als Burgemeester of als
hoofd der plaatselijke politie met Kerk e-
1 ij k e zaken te maken Daarbij ZEd.
Achtb. was vroeger reeds naar wij meenen
te weten herhaaldelijk, schriftelijk en
mondeling verzocht door de Kerkvoogden
om in hun feitelijk bezit te worden