Weekblad gewijd aan de belangen der Gereformeerde Kerken. j^EDACTEUï\ f. jj. W, JCLAARHAMER. Dtóterd. ©tref, Iki'It (doïeerende) No. 32. 24 SEPTEMBER. Uitgever K. LE COINTRE Middelbukg. Ncderd. Geref. Kerk (doïeerende) dODSDIE!N"STOEFE!>ridsr CUEIST in de week van 25 Sept. tot 1 Oct. Zaal „Schnttersho f." Zondag 25 September. 1887. ZEEUWSGHE KERKBODE, Y. D. M. te MIDDELBURG, Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hij zal ons behouden. Jesaja 33 22. Deze bode verschijnt eiken Vrijdagavond. Abonnementsprijs per 20 nummers fr. pp. (bij vooruitbetaling) f0,50. Advertentiën van 15 regels - 0,30 Iedere regel meer- 0,05 Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen, en Slachtofferen, als aan het gehoor zamen van de stem des Heeren? Zie gehoorzamen is be ter dan Slachtoffer, opmerken dan het vette dei rammen I Sam. 15 22. Bijdragen en ingezonden stukken aan den Redacteur. Abonnementen en Advertentiën aan den Uitgever. van MIDDELBURG. 's voorm. half 10 uren Ds. KLAARHAMER. Doop. 's avonds half zevert uren Ds. KLAARHAMER. Catechismus, Zondag veertien. Offlciëele mededeelingen van den Rerkeraad. Aangifte voor doop, en trouw, inschrij ving in het duplicaat- lidmaten- of doop boek, aanvrage om of indiening van attestatiën op Woensdagavond van 8-9 uren. (Gebouw Spanjaardstraat E. (69—70. '4 De commissie voor de geldleening houdt zitting Woensdagavond van 8-9 uren. (Gebouw Spanjaardstraat, E. 6970.) o m (Slot.) Hoofdstuk 46 v. v. God de Heere beschikte." Wanneer wij den Heere Zijn raad zien uitwerken in den tijd, dan sch ijnt bet ons zoo toe dat de Heere Zijn doen richt naar de toestanden en omstandigheden. Toch is dit niet zoo. Immers al Zijne werken zijn Hem van eeuwigheid afbekend. De kleinen zoowel als grooten. Bekend, niet, omdat Hij dezelve slechts vooruit gezien heeft, maar omdat Hij met een vrije en almachtige wil heeft voorge nomen die te,doen. Zoo ook hier. De Heere had geheel Zijn plan met Jonaen met Israël en met Ninevé van eeuwigheid gemaakt. En in dit onver anderlijk voornemen lag het ook om Jona op deze wijze, als we nu beschreven vin den, te vormen en op te voeden. Dit plan werkt de Heere nu in den tijd uit. Hoe liggen hier de wegen van Israël en Jona en Ninevé met ondoorgrondelijke wijsheid saamgeweven. Het schijnt ons zoo toe, dat het belang van den een geheel strijd rztét het belang van den ander, en noch Israël, noch Jona noch Ninevé zijn geneigd den Heere tot de volvoering van Zijn raad te dienen, en zie toch, hoe de Allerhoogste nochtans zijn doel bereikt en zijn wil volbrengt, niet door deze onwilligen te vernietigen, maar door hen te overreden. Hoe aanbiddelijk wijs en heilig en ge naderijk is het doen van den Heere onze God! Hoe kalm en van den uitslag zeker kan dat volk, die man of vrouw wandelen, werken en wachten, die zijn weg aanstelt alleen naar 's Heeren Woord, want in dat Woord ontdekte de Heere Zijn wil, voor zoover dit tot Zijn eer en onze zaligheid noodig was, en die wil, dat woord geschiedt altijd. Wij hebben dus voor 's Heeren zaak niet bekommerd te zijn. Voelt gij nu Lezer bij deze overdenkin gen, hoe schuldig Jona daar onder zijn eigengemaakte afdak zat, en hoe schuldig gij en ik zijn, zoo menigmaal wij in die Jona's gestalte verkeeren Zoo lag dan deze wonderboom in het plan des Heeren beslotende boom, zijn plaats en de tijd waarin hij zou opschieten. Niets komt dus van zelf, en ook niets buiten den Heere om. Het goede zoowel als het kwade komt uit de hand des Heeren tot ons, en met alles heeft Hij Zijne bedoeling, en alle dingen moeten ten goede medewerken den genen die God liefhebben. Want al verkeerde Jona hier in een wangestalte, hij had toch den Heere lief en was en bleef toch een geloovige. De Heere wist wel dat het eigen gemaakte afdak het niet lang zon uit houden, en nu maakt Hij Zijn knecht een wonderboom. Het zaadje lag er al voor geplant, en sneller dan ooit zoo'n boom opschoot, deed hem de Heere wassen, in één nacht. Let hier op Lezer, Jona meende in zijn gemelijkheid zijn eigen plaatsje gekozen te hebben, en ten slotte blijkt, dat hij gebracht is op het plekje waar de Heere Zijn wonderboom geplant had. »Om hem te redden van zijn verdriet" doet de Heere dit. Welk een tedere, trouwe vaderliefde Gods. De zonde wordt wel gekastijd, de Heere overtuigt Zijn knecht van diens ongelijk en onrecht, maar redt hem tevens op godde lijke wijze. Om hem te redden, Jona was dus in gevaar. Zijn schuldig verdriet hebben over 's Heeren leidingen, zou hem op nieuw van den Heere hebben afgebracht en in doodelijke handen gevoerd hebben. En Jona verblijdde zich over dert wonderboom, maar nog niet over deze liefdevolle leiding des Heeren. Hij geniet in dezen eersten dag het goede des Heeren, zonder er nog de hand des Heeren in te proeven. Die boom was hem geen persoonlijke weldaad van Zijn Jehova. Mijn Lezer, zit gij zelf ook soms op dife oogeriblik onder zoo'n wonderboom, zonder, dat gij verstaat wat de Heere is doende Zie eens goed rondom U. vs. 7 en 8. Deze liefdezorg deze ver-» kwikking des Heeren heeft Jona niet ontdekt, niet verootmoedigd, niet onde^ God gebracht. Daarom zal de Heere ntt Zijn knecht smarten aandoen, want Hij heeft hem lief, en kan niet toelaten da^

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1887 | | pagina 1