ting tegen hen ware uitge-
s p r o ken".
Vrij algemeen werd nu verwacht en
gehoopt, dat hiermede de Seccessie ge
ëindigd zou zijn, en slechts eene kleine
schare van geloovigen in den lande, die
waarlijk een oog had voor den afval der
Kerk, vreesde, dat de BB. op zulk eene
wijze tot de gemeenschap met de Staats
kerk zouden terugkeeren. Onder de vier
predikanten was men het niet terstond
over de zaak eens. Ds. Wilson meende,
dat met de vernietiging van het vonnis,
de voornaamste grond van de Secessie was
vervallen, en dat, vooral ook om scheuring
in de Kerk te vermijden, men nu weer,
als vroeger, het ambt in de Gevestigde
Kerk kon en moest bedienen. Doch Ers-
kine was van een tegenovergesteld gevoelen.
Zonder twijfel, was er eene groote over
winning behaald op de overheerschende
partij, omdat de Algem. Kerkvergadering
gedwongen was, haar eigen vonnis te ver
nietigen, en hem en zijne BB. in hun
ambt, in de Staatskerk, te herstellen.
Doch principieel was hiermede
voor de Kerk niets gewonnen.
»Er was geen getuigenis afgelegd tegen
het inkruipen van valsche leerstellingen,
en er was geene tucht geoefend over hen,
•die zulke leerstellingen verkondigden. Wel
was er besloten, om te verhinderen, dat
voor het gevolg predikanten aan gemeenten
zouden worden opgedrongen, doch, waar
dit reeds geschied was, moesten de lieden
blijven zuchten onder het gepleegde onrecht,
en mocht geen ander predikant hun, in
hunne eigen parochie, het evangelie pre
diken of de sacrementen bedienen op straffe
van censuur en afzetting. Ook was wel
het vonnis van afzetting vernietigd,
doch slechts bij wijze van compromis,
zonder erkenning, dat het vonnis onrecht
vaardig geveld was, en dat de BB. naar
hun ambt gehandeld hadden, door tegen
het bederf in de Kerk te getuigen."
Zoude de BB. nu, onder zulke omstan
digheden, tot de Gevestigde Kerk terug
keeren," zoo meende Erskine, dan zouden
zij wel persoonlijk rust en ook eere hebben,
doch aan de zaak der reformatie
der Kerk zou onherstelbare
S'chade worden toegebracht.
Men zou begins el opofferen aan op-
■p o r t u ni t e i t. Dat mocht niet. Eerst dan
kon men tot de gemeenschap met de Geves
tigde Kerk terugkeeren, als er een openbaar
getuigenis werd afgelegd tegen het onge
loof en de grove dwalingen, waardoor de
Kerk thans beheerscht werdals door de
Assembly niet slechts erkend werd, dat de
predikatie, bij de opening der Synode van
Perth gehouden, niet censurabel was, maar
ook aan de predikanten als e e n p 1 i c ht
op het hart gebonden werd,
om tegen het bederf in de Kerk te ge
tuigenals verder, de rechten der gemeente
in de beroeping van leeraren, erkend en
gehandhaafd werd, en het intusschen aan
iederen leeraar der Kerk zou vrijstaan,
om te prediken en de Sacramenten te
bedienen mJ gemeenten, waar thans op
gedrongen" en nog steeds niet gewilde
predikanten gevestigd waren. En voorts,
wanneer er belijdenis zou worden gedaan
van de groote schuld, die op het land
rustte, wegens handel en wandel, in di-
recten strijd met Gods Woord en verzuim
der verplichtingen, waaronder het volk
lag, om reformatie te bevorderen."
Dit werd ten slotte ook door Ds Wil
son ingezien, waarop door de vier predi
kanten (of liever door de Yereenigde Classe)
openlijk verklaard werd, niet tot de
Gevestigde Kerk te kunnen terug
keeren, voor die Kerk, door hare Alge-
meene Vergadering, op welke al de
gemeenten vertegenwoordigd werden, ver
klaard had de Reformatie der Kerk in
waarheid ter hand te zullen nemen."
(wordt vervolgd).
Zondag 1.1. herdacht Ds. A. Littooij,
Leeraar bij de Christelijk Gereformeerde
Gemeente alhier den dag waarop hij nu
20 jaren geleden, zich aan zijne gemeente
verbond.
In een leerrede over 2 Kron. 81 en 2
herdacht ZWEerw. dit feit, handelende
le van de roeping die Salomo ontving,
2e van het werk dat hij verrichte, 3e van
de hulp die hij verkreeg, 4e van den dank
dien hij bracht, en 5e van de voortzetting
die hij begeerde.
Spare de Heere hem nog lang, en stelle
Hij hem nog ten rijken zegen voor velen.
De 12e lijst der 9e Unie-collecte wijst een
bedrag aan van f 53,908,30£.
Het is zeker een verblijdend verschijnsel,
dat uit de opbrengst dezer collecte zoowel
als uit de stemmingen voor de 2e Kamer
ten duidelijkste blijkt, dat het roepen en
dry ven der tegenstanders van het werk dat
de Heere in onze dagen werkt, van weinig
of geen invloed is.
Hun zondig pogen is niet gelukt. Mocht
dit hun nog tot inkeer brengen, en mocht
de Heere hen in genade van hun zondige
wegen terug brengen tot de gehoorzaam
heid aan Zijn Woord.
De heer J. H. Van der Hoeven, hoofd
onderwijzer aan de Christelijke school te
Nederhorst den Berg, plaatst in de Std.
het volgende ingezonden stuk:
Tot welke ergerlijke tooneelen de school
strijd, als gevolg van den kerkelijken strijd,
alhier aanleiding geeft, bleek heden (Dins
dag) avond.
De leden van de Vereeniging voor Chr.
Nat. Schoolonderwijs te Nederhorst den
Berg waren opgeroepen tot eene vergade
ring, waarvan onderwerp van bespreking
was >mededeeling van de verwikkelingen
in het bestuur en hetgeen verder (zou)
blijken te behandelen zijn."
Toen wij te 6 uren verschenen zaten
de vrienden van den voorzitter reeds rondom
de tafel geschaard; de andere met 2 be
stuursleden en den hoofdonderwijzer incluis
konden een plaatsje langs den wand zoeken.
Bovendien bevonden zich daar, buiten weten
van het bestuur, een notaris met een klerk
en twee getuigen.
De president (ds. A. Veenhuijzen) opende
de vergadering met gebed en deelde mede,
dat hij het noodig geacht had, deze ver
gadering te beleggen, daar de meerderheid
des bestuurs in twee gehouden vergade-»
ringen maar niet te bewegen was, den
hoofdonderwijzer, die door den eerw. Ker-
keraad der Ned. Herv. gemeente van zijn
lidmaatschap (zoogenaamd) was ontzet,
vervallen te verklaren van zijne betrekking.
ZEerw. stelde nu voor dat het ge
heel e bestuur zou aftreden en
een nieuw gekozen worden.
Blijkbaar waren de vriendjes goed ge
dresseerd, want in een ommezien hadden
ze de presentielijst geteekend,
't voorst.el van den voorzitter
aangenomen en w.aren reeds
ijverig bezig de stembiljetten
in te vullen.
Hoe ook de secretaris 't woord vroeg en
de ondergeteekende tegen de aanwe
zigheid van 4 personen, die,
geen leden zijnde, de verga
dering zonder voorafgaande
stemming niet mochten bij-
wonen, protesteerde, de pre
sident bleef doof voor die stemmen, zoodat
vijf leden, na tot drie malen toe geprote
steerd te hebben, de vergadering verlieten.
Wie nu dat nieuwe (zoogenaamde) be
stuur vormen en wat die heeren verder
zullen uitrichten, is wel te raden, maar
niet te zeggen. We willen afwachten en
zien, hoe ver men zich zal durven vergeten
en de schandelijkste ongerechtigheden ple
gen onder den dekmantel van uitwendige
vroomheid.
Ds de Gaay Fortman schrijft in de
Amsterdamsche Kerkbode
Daar is niemand in de gemeente, die
hart heeft voor 't ^Christelijk onderwijs, en
niet met verontwaardiging het gerucht
vernomen heeft, dat 5 hoofd- en 3 hulp
onderwijzers der bekende Diaconiescholen
uit hunne betrekkingen ontslagen zijn en
met hunne gezinnen broodeloos gemaakt
door eene commissie uit den kerkeraad
des Herv. kerkgenootschaps, die zich aan
het hoofd der Diaconiescholen heeft ge
steld. Om het vreeselijke van dit onrecht
nog dieper te vatten, moet men weten,
dat het genootschap nooit een cent voor
hare oprichting uitgaf. Eerder was het,
ik meen in 1867, van plan de toen be
staande nog op te heffen. Eenige parti
culieren, wier aantal later zeer toenam,
handhaafden de bestaande en richtten
nieuwe op. Niet vele edelen en machtigen,
maar een groot aantal mannen en vrouwen,
die het brood met de handen of het hoofd
moesten verdienen, met name verscheidene
werklieden, brachten hunne milde gaven.
Een poging om steun bij de Herv. Dia
conie te vinden, stuitte af op den onwil
der etische meerderheid. De meeste mo
dernen weigerden zelfs in de kerkelijke
collecten iets te geven.
Toen de achtste Diaconieschool door de
eilanders verlangd werd, hebben zich zelfs
zoo goed als alle groote gevers onttrokken,
zoodat de eersten de verkregen school
alleen met hun bloed en hun zweet, onder
den zegen des Heeren, hebben verworven.
En nu wordt voor dezen die Diaconie
school, zoowel als de andere, gesloten, en
de onderwijzers, die hun vertrouwen heb-^