Het verschijnsel nl. dat zich twee ver
schillende vergaderingen van ambtsdragers
in één en dezelfde Kerk aanmelden als d e
Kerkeraad.
Dit verschijnsel is niet zoo nieuw als
het wel schijnt. Ook onze vaderen hebben
het aanschouwd ongeveer in de dagen der
laatste Nationale Synode te Dordrecht
gehouden.
Het doet zich daar voor, waar de Kerk
als een doleerende Kerk moest optreden.
Het spreekt wel van zelf dat er alleen
in s ch ij n twee Kerkeraden kunnen zijn.
Een dier twee is geen Kerkeraad al mati
gen zich de personen die hem zeggen te
vormen, ook den naam en de houding er
van aan.
In den regel is die Kerkeraad welke
het meest s c h ij n t de echte te zijn, het
juist in het geheel niet, en die meest den
schijn tegen zich heeft, die is in de meeste
gevallen de echte raad der Kerk.
Er zijn hier drie gevallen te onderschei
den. Ie zijn er Kerken waar de Kerkeraad
op formeel wettige wijze besloot, voor zijn
Kerk elke verbindtenis met het Genootschap
door wijlen Koning Willem I gesticht op
te zeggen en te verbreken. Dan was daar
soms een Dominé of een zoogenaamd
Classikaal Bestuur van die verandering
niet gediend. Dan werd op zoo'n plaats
door een paar leden van dat Bestuur, al
of niet geholpen door Dominé of Consu
lent, geheel buiten den Kerkeraad en de
Gemeente om, en volgens reglementen die
in zoo'n Kerk alle kracht en geldigheid
verloren hadden, zoogenaamd Ouderlingen
en Diakenen gekozen, en die waren dan
de nieuwe Kerkeraad. Zoo is het bijv.
gegaan te Serooskerke en te Vrouwepolder.
2e Zijn er Kerken waar een deel en wel
het kleinste deel van den Kerkeraad, sind
korter of langer tijd aandrong op reforma
tie der Kerk waarover de Heere hen als
Opzieners of Armverzorgers had gezet. Bleef
dan de meerderheid weigeren aan dien
eisch gehoor te geven, en kwamen daar
dan soms nog daden van onrecht en ge
weld van de zoogenaamde Besturen bij,
dan verklaarde dat kleiner deel van den
Kerkeraad niet langer met de andere Op
zieners en Armverzorgers alsKerkeraad
te mogen noch te kunnen vergaderen, ver
gaderde dan zonder hen als Kerke-
r a a d, en besloot tot reformatie zijner Kerk
over te géan, aanvangende met die Kerk
uit de genootschapsbanden los te maken.
Dan kwamen echter ook die Opzieners en
Armverzorgers zaam, welke meerderheid in
•den Kerkeraad waren, en zeiden dat z ij
nu de kerkeraad waren. Zoo is het
bijv. gebeurd te Middelburg en te Utrecht.
Be Zijn er kerken waar uit den geheelen
kerkeraad slechts een of twee of ook wel
geen enkel ambtsdrager was, willens en
bereid om de Gemeente naar 's Heeren
Wet en getuigenis te leiden en te weiden.
Daar nam dan het nog aan de Belijdenis
getrouwe deel (dat is de historische voort
zetting) der kerk de zaak ter hand.
Men begon dan den kerkeraad te stellen
voor de eischen van 's Heeren Woord en
van de Belijdenis der kerk, alsmede voor
de beloften door de leden in hun verschil
lende ambten afgelegd.
Weigerde die Kerkeraad dan schriftelijk
of mondeling of zwijgende om zijne roe
ping naar recht en plicht te volbrengen,
dan verklaarden de geloovigen dat de le
den van zoo'n Kerkeraad blijkbaar hun
ambt hadden verlaten, dat dus de Kerke
raad er wel was maar zonder leden en dat
het dus noodig was de ledig gelaten plaat
sen te vervullen. Men koos dan mannen
naar den regel van Gods Woord.
Door een Dienaar uit een naburige
Kerk werden zij na voorafgaande voor
stelling aan de gemeente bevestigd, en in
den Kerkeraad zitting genomen hebbende,
was dan hun eerste daad hun Kerk los te ma
ken uit de knellende banden van het Ge
nootschap, om daarmede het reformatie-
werk aan te vangen.
Dan vergaderden echter ook nog die
ambtsdragers die hun ambt hadden verla
ten en beweren nu dat zij de kerkeraad
in zoo'n gemeente zijn. Zoo ging het bv.
te Gapinge, Koudekerke en Vlissingen.
Hierbij komt nu dat, le de hooge en
lagere Bestuurders van het Genootschap
heel het land door den volke voorhouden,
dat die de echte kerkeraad is,welke door
dik en dun heen, de genootschaps-regle-
menten handhaaft, terwijl zij dan uit on
kunde of moedwil de voorstanders der
Reformatie als oproermakers voorstel
len 2e verklaart zich de administra
tieve regeermacht vóór het Genootschap
en tegen de Gereformeerde kerk, zoodat
de Genootschaps-mannen rekenen kunnen
op de hulp van Burgemeesters en politie
en soldaten als 't noodig is. Zoo zelfs dat
Burgemeesters zich niet ontzien Classikale
heeren te helpen kerken te sluiten op
het oogenblik, dat de nog wettige kerk
voogden, door geen enkel kerkelijk of
burgerlijk vonnis in hun rechten verkort,
bescherming aanvraagden tegen eene
mogelijke poging om het bezit te
verplaatsen. (De lezer die een wetboek
in huis heeft moet. eens nazien art.
6044 en 605 ja die gekeele 3e afd. van
het Burgerlijk Wetboek). Degroote menigte
ziet hierop, en heeft er meestal geen erg
in om te bedenken, dat de burgerlijke
Rechter zich wel eens over een of twee
of meer jaren gansch anders zou kunnen
uitspreken, dan de administratieve macht
nu doet; 3e Verklaart zich al wat
liberaal heet, verklaren zich de meeste
mannen met wetenschappelijke titels, en de
menschen die in groote huizen wonen tegen
de gereformeerden en hun streven, en praat
het de een den ander na, dat het schrik
kelijk zou zijn, ja de ondergang van land
en Kerk, indien die Gereformeerden eens
tot macht kwamen4e komt hierbij nu
nog dat de overgroote massa van leden
der Kerk zeer gebrekkige of geheel geen
kennis hebben van de geschiedenis onzer
Kerk en van ons Vaderland, en evenmin
van hun eigen Bijbel.
Zoo staan thans de zaken. Naar den
mensch gezien voor de Gereformeerde Ker
ken met haar echte Kerkeraden, hopeloos.
Doch het was in de dagen van N e h e-
mia 220 niet anders, en toch is niet
Nehemia maar zijn de tegenstanders be
schaamd uitgekomen.
Wij willen dus een poging wagen om
naar wettigen maatstaf aan te toonen, welke
in de bovengenoemde gevallen de echte
kerkeraad is.
Kerkelijke IVletïecleeliii^-eii.
Gelijk elders, zoo hebben ook te Zeist
zij, die het Genootschap boven de Kerk
kiezen, hen die de Gemeente weer weiden
willen naar den Woorde Gods, zoogenaamd
ontzet uit hun lidmaatschap.
Alle leden van den Kerkeraad der Ned.
Geref. Kerk (doleerende) ontvingen het
navolgende schrijven
»De Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente
»te Zeist, bericht ontvangen hebbende,
»dat gij en zéven andere personen aan
»Z. M. den Koning hebt kennis gegeven,
dat gij lieden u hebt geconstitueerd, als
Opzieners en Armverzorgers (Kerkeraad)
»der gemeente onzes Heeren Jesu Christi
»te Zeist;" en uit deze kennisgeving met
groot leedwezen vernomen hebbende, dat
gij metterdaad ten duidelijkste toont u
s>van onze Nederlandsche Hervormde Kerk
»af te scheiden (Art. 3 van 't Algem.
Reglement) verwittigt u, dat hij dien
tengevolge u niet meer beschouwt als
»lid der Ned. Herv. Kerk, en uw naam
heeft geschrapt van zijn lidmate n-
»boe k."
Namens de Kerkeraad
(w. g.) A. COUVEË Azn. h, z. praes.
Th. H. NAHUIJS, h. z. scriba.
Overal vertoont de Hiërarchie hetzelfde
karakter.
Het is onveranderlijk in de regeering
der Kerk tegen den Heere en tegen
Zijn Woord; d. i. tegen de orde Gods
en voor de revolutie.
Die twee predikanten welke dit briefje
onderteekenden zullen dit er wel niet mee
bedoeld hebben, maar de Joden b e-
doelden in hun murmureering tegen
Mozes en Aaron ook niet om tegen God
op te staan. Bij de beoordeeling van het
karakter en de strekking eener daad heeft
men niet te vragen wat de dader bedoelt,
maar wel wat Gods Woord van zijn daad
zegt.
Met dat al is het ontzettend. Ontuch-
tigen, Godloochenaars, lasteraars, dronk
aards, verachters van den openbaren
eeredienst en der Sacramenten enz. enz-
laat men ongemoeid, maar hen die geen
ander feit kan ten laste worden gelegd,
dan dat zij de anti-schriftuurlijke regle
menten van een anti-christelijk Genoot
schap verwerpen, om kerkelijk weer naar
Gods Woord te leven, hen doet men
in den ban.
En dan Lezer, sla eens het Formulier
des bans" op in uw Kerkbijbel, en ver
gelijk eens den ernstigen, diep aangrijpenden
toon van dat stuk, met het hierboven af
gedrukte kattebelletje
»Wij Dienaers" zoo leest gij daar, sen
Voorstanders der Gemeijnte Godts, alhier
vergadert zijnde in den naem en de
smacht onzes Heeren Jezu Christi, ver«^