ZEEUWSCHE KERKBODE. Weekblad gewijd aan de belangen der Gereformeerde Kerken. gjhtei ©crcf. ticrli (dolemnde) Hfederd. Oeref. Kerk (dolcerende) No. 23. 23 JULI. 1887. ^.ED ACTEUR. y. |f. yj, j^LAARHAMER. Y. D. M. te MIDDELBURG. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hij zal ons behouden. Jesaja 33 22. Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE lust aan Brandofferen, en Slachtofferen, als aan het gehoor- zamen van de stem des HeerenP Zie gehoorzamen is be ter dan Slachtoffer, opmerken dan Ijet vette der rammen I Sam. 15 22. Deze bode verschijnt eiken Vrijdagavond. Abonnementsprijs per 20 nummers fr. pp. (bij vooruitbetaling) f0,50. Advertentiën van 15 regels - 0,30 Iedere regel meer- 0,05 Uitgever: K. LE COINTRE Middelburg. Bijdragen en ingezonden stukken aan den Redacteur. Abonnementen en Advertentiën aan den Uitgever. van MIDDELBURG. GODSDIENSTOEFENING EN in «le week van 24 tot 30 Juli. Zaal „Sclinttersho f." Zondag 24 Jali. 's voorm. half 10 uren Dl KLAARHAMER, 's avonds zes uren Ds. KLAARHAMER. Catechismus, Zondag negen. Offlciëele mededeelingen van den Kerkeraad. Aangifte voor doop, en trouw, inschrij ving in het duplicaat- lidmaten- of doop boek, aanvrage om of indiening van attestatiën op Woensdagavond van 8-9 uren. (Gebouw Spanjaardstraat.) De commissie voor de geldleening houdt zitting Woensdagavond van 8-9 uren. (Gebouw Spanjaardstraat.) De kerkeraad heelt besloten hen, die hun huwelijk wenschen bevestigd te zien, vóór die bevestiging plaats heeft, op 2 achtereenvolgende Zondagen voor de ge meente bij namen te noemen, opdat bij die bevestiging naar waarheid kunne ge tuigd worde dat er geen wettige verhin dering is voorgekomen" en opdat de gemeente ook hierin Hebreën 10 24 leere betrachten. Zij die zich dus voor huwelijksbevestiging aanmelden, moeten dit zóó vroeg doen, dat er tusschen die aangifte en den dag van trouwen 2 Zon dagen zijn. Namens den Kerkeraad, P. J. W. Klaarhamer, Praeses A. B. Cruccj, Scriba. O HP An n. J o n a 1 4 vv. Tot nog toe was alles naar wensch gegaan. Het schip was ge vonden, de vracht betaald en de vaart aan gevangen. Doch soms geeft de Heere ons onze wenschen, (zonder dat Hij daarom een oogenblik Z ij n plan loslaat of van het zelve afwijkt) om ons in die vervulde be- begeerten de vr nch t^nde straf onzer zonde te doen vinden, en alzoo zijn recht te ontdekken en te handhaven. Dit zou Jona nu ook ondervinden. Aanvankelijke voorspoed en goeden uit slag bewijzen zoo min als aanvankelijke tegenspoed, of eenige zaak of weg al dan niet uit God is. De eenige maatstaf is altijd weer in alle dingen Gods Woord. Die het Woord tegen zich heeft, is geoor deeld. Jona had Gods Woord tegen zich. En daar de Heere van Zijn Woord niet is te scheiden, zoo had hij ook God tegen zich. vs. 4. »De Heere wierp." Het was dus een plotselinge storm, dien de Heere deed opkomen. Het was geen storm, die er an ders toch zou geweest zijn, zooals die in welke Paulus Hand. 27 zich bevond, maar een dien de Heere bepaald deed opkomen, om zijn recht als Heer tegen zijn onge hoorzame knecht te handhaven, en die dwalende getuige tot den rechten weg terug te leiden. De Heere toont hier, gelijk Hij dat zoo onophoudelijk betoont, dat Hij de Regeer der aller dingen is. Al het geschapene met de krachten die daarin zijn, gehoor zaamt aan Zijn wil. Niets gaat van zelf of naar eigen wil, maar alles gaat naar Gods raad, naar Zijn gemaakt bestek. Ook zien wij hier dat het tijdelijke en aardsche ondergeschikt is aan het geestelijke en hemelsche. Het is niet ge noeg echter, dat wij dit zien, maar het is voor u en mij zeer noodig, dat wij het hierover metden Heere eens worden. Yan nature zijn wij dit met den Heere niet eens. Ook Gods volk niet. Ook Jona niet. Dan stellen wij het zichtbare en tastbare boven de geestelijke dingen. En daar de Heere zich in niets naar onze zondige en verdorven natuur schikt, zoo zullen wij, indien wij het niet met den Heere hierover eens worden, evenals Jona en als Israël in de woestijn, gedurig met den Heere twisten over Zijn woorden en wegen. In dezen storm komt de Heere Jona niet tegen in toorn om zich aan hem. vanwege Zijn recht te wreken. Neen, maar in liefde, kastijdende den ongehoorzame tot zijn behoud. Er komt een groote storm. Het schip wordt vreeselijk geslingerd. Mast en bin ten kraken. Het is alsof het breken zal en met man en muis vergaan. Hier by leze men Psalm 107 23 tot 32. Hoe klein en onbeteekenend is de menscb, als de Heere iets van Zijn almachte kracht openbaart. vs. 5. De ervaren zeelieden zien terstond iets bijzonders in dien plotselingen en zóó bevigen storm. Alle kracht wordt inge spannen en alle man aan dek geroepen, en alle zeemans wijsheid uitgeput om schip en lading te behouden, doch te vergeefs. Eindelijk wordt ook de lading over boord geworpen, want als het om het leven gaat, dan is niets meer te goed of te kostbaar. Doch ook dat hielp niet. De nood steeg met ieder oogenblik. Die heidenen zelfs verstonden, dat hooger macht zich tegen hen gekeerd had. En daarom al werkende roepen zij een ieder tot zijn god. Men kan hier twee dingen opmerken. Vooreerst blijkt hier duidelijk, dat niet elke godsdienst goed is,en dat niet elk gebed verhoord wordt. Want de Heere redt pas op Jona's gebed, en nadat de schepelingen

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1887 | | pagina 1