'van het door ons gehuldigd "beginsel toekomt.
Daarvoor aangewezen de BB. Lion Cachet en
Hovy.
Aan die zelfde broederen zou dan misschien
"kunnen gevraagd om eenig plan te ontwerpen,
1 -waardoor bereiking van het voorgestelde doel liet
1 best zou geschieden. Zoo moge dan de weg ge
baand worden om de vereenigingen, die dusverre,
soms met beschaamden ijver, zich deze zaak heb-
1 ben aangetrokken, er toe te brengen, dat zij haar
arbeid kunnen doen oplossen in het werk, dat de
kerken zelve dan doen.
Onderscheiden van den arbeid der stichting en
onderhouding van Gereformeerde Kerken onder
de heidenen, is die van de zending ouder de joden.
Ook de jood mag onder ons niet wonen zonder
dat hem de komst van zijn Messias worde aange-
zegd. Deze arbeid is het' werk der plaatselijke
Kerken in elke stad en op ieder dorp, en vormt
een deel van den arbeid der Kerk om bij de zielen,
waaronder zij geplaatst is, door bekendmaking van
Gods raad eii wil, alle onkunde te bestrijden.
Alleen door den Kerkeraad van Amsterdam
zou, naar uwe commissie meent, de arbeid nog
wat meer omvangrijk moeten aangevat, om het
groote aantal joden, dat in de plaats waar zij
woont vertoeft. Overweging zou het misschien
verdienen om een bepaalden persoon voor dezen
arbeid aan te wijzen en voor de ondersteuning
van dezen arbeid de hulp van andere Kerken te
ontvangen.
Wordt vervolgd).
Kerkcliji'O Mcdedeclingcn.
Kondekerke. Zondag 11. had alhier de
bevestiging plaats der nieuwbenoemde
Ouderlingen en Diakenen door den Consu
lent Ds. Klaarhamer, met eene leerrede
over Psalm 130 3 en 4. Eene groote
schare vulde de ruime schuur welke de
gemeente voorloopig als vergaderplaats
gebruikt. Donderdag hield de nieuwe ker
keraad zijn eerste vergadering en besloot
toen voor de geheele gemeente het Syno
dale juk af te werpen en de Kerkenorde
van 1618 en 19 in te voeren. Die nu ook
in deze kerk toch weder lid van het Ge
nootschap wil worden, zal dit niet kun
nen zonder zich van de Kerk af te scheiden.
Voor de kerken van Vrouwepolder,- Ga-
pinge en Serooskerke is door de kerke-
raden dier gemeenten beroepen, de heer
J. D. v. d. Velden, candidaat in de H.
Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit.
KOUT VERSLAG
door Ds. Lion Cachet van Rotterdam
enden Ouderling W. Hovy van Arasterdam,
Van hunne verrichtingen als afgevaardig
den naar de Synode der Gereformeerde
Kerken (doleerende) in Schotland,
Vervolg.)
III.
REVOLUTION S ETTLEMENT.
In 1688 vond, gelijk bekend is, de Re
volutie plaats, die onzen Prins van Oranje
op den troon van Engeland, Schotland en
Ierland bracht. Hierdoor werden de beginse
len der Covenanters dat een Koning,
die het recht vertrapt en in strijd met
Gods Woord zijn volk een valschen gods
dienst, zelfs te vuur en te zwaard, tracht
op te dringen, van de Regeering vervallen
kan worden verklaard, en een ander in
zijn plaats gesteld ook door het En-
gelsche parlement in praktijk gebracht.
De Cameronians schaarden zich als van
zelf aan de zijde van Prins Willem en
iielpen deze in de tenonderbrenging der
Jacobieten en de bevestiging zijner Regee
ring. In hunne verwachting van wat hij
voor de kerk van Schotland zou doen,
werden zij echter teleurgesteld. Wel werd
die Kerk door den Prins-Koning weer als
de Kerk van het land erkend, en werd het
bisschoppelijk stelsel afgeschaft, doch de
beginselen, waarvoor de Covenanters goed
en bloed geotterd hadden, werden niet ten
volle gehandhaafd. In de eerste Algemeene
Kerkvergadering, die na de Revolutie, in
1690, onder autoriteit van Prins Willem
te zamen kwam, hadden meestal predi
kanten zitting, die onder Karei II en Jaco
bus het edict van tolerantie hadden aan
vaard, en ais Erastianen bekend stonden.
Voorts, ging bij de regeling der kerkelijke
zaken alles van de Regeering
uit, en werd met de beginselen der
tweede Reformatie, uitgedrukt in de Co
venants, weinig rekening gehouden.
Ja zelfs werden de besluiten van het Par
lement, waarbij vasthouden aan die Co
venants hoogverraad genoemd en als
zoodanig gestraft werd, niet opgeheven.
En eindelyk behield de Koning aan zich
het recht, om, persoonlijk of door zijn ver
tegenwoordigers, tegenwoordig te zijn bij
de hooge Kerkvergaderingen, en zoo het
hem goed dacht, die Vergaderingen te
ontbinden. In een woordde regeling der
kerkelijke zaken was Erastiaansch en niet
overeenkomstig de Gereformeerde beginse
len, door de Doleerenden" naar Gods
Woord beleden.
Gevolgelijk weigerden velen hunner,
om de nu door Koning Willem gevestig
de Staatskerk als dó Gereformeerde Kerk
van Schotland te erkennen, en bleven zij
noodwendig doleeren. Mannen van begin
sel, konden zij, zelfs niet om den, door
hen zoo hoog vereerden, Prins van Oranje,
nu hun Koning, ter wille te zijn, noch
om tot eene, ook door hen gewenschte,
eenheid der Kerken te komen en minst
van al, om voordeelen uit de Staatskas,
iets laten afdingen van de Souvereiniteit
Christi, in de regeering Zijner Kerk. Te
leurgesteld in hunne verwachtingen van
den aardschen Koning, klemden zij zich
nu te vaster aan de beloften van den
Koning der Koningen voor Z ijne Kerk, in
de vaste hope, dat Hij hen niet zou ver
laten of begeven. Uit hunne kerkgebouwen
verstooten, zonder geldelijke ondersteuning
uit de Staatskas, als verstoorders van
orde en wet, en tegenstrevers van het
wettig gezag gebrandmerkt, doch in de
kracht hunner, op de Schrift gegronde,
beginselen, weigerden zij hun Kerk te
verlaten, en tot de Staatskerk van 1690
toetetreden, hoe moeieiijk en zwaar, naar
het vieesch, hun weg ook zijn mocht.
Tot de moeielijkkeden, waarmede de do-
leerende Kerken toen te kampen hadden,
moet wel in de eerste plaats gerekend
worden, het gebrek aan bedienaars des
Woords. Na den marteldood van R e n-
w i c k, hadden zij geruimen tijd tot predi
kant ds. Alex. Shields, bij wien zich
later twee anderen, Linning en Boyd,
voegden. Doch deze mannen, moede ge
worden van den strijd, of niet be
stand tegen de verleidende
aanbiedingen, die hen van
de andere zijde werden ge
daan, lieten de Doleerenden ten slotte
aan hen zeiven over en werden predikan
ten in de Staatskerk.
Zestien jaren Tang bleven de Doleeren
den nu zonder predikant, totdat in 1706
een predikant uit de Staatskerk, John
Macmillan, zich, om des beginsels wille,
bij hen voegde en den dienst des Woords
en der Sacrementen onder hen vervulde.
De Societies", werden nu bekend als
de Reformed Presbyterian
Church of' Scotland, welke Kerk,
in afgebroken lijn, schoon thans niet sterk
vertegenwoordigd, tot op dezen dag voort-
bestaat.
In de Staatskerk, Established
Church of Scotland, die nu,
onder het Erastiaansch statuut van 1690,
weer als de Kerk van het land door het
Gouvernement erkend werd, waren aller
lei vreemde elementen vereenigd, maar
bevonden zich ook onder de predikanten,
vele ware belijders van den Heiland.
Dat dezen het op den duur niet in een
Kerk zouden kunnen uithouden, in welke
het Koningschap van den Heere Jezus
niet boven alle bloot menschelijke bepa
lingen in geestelijke zaken geeërd werd,
kon op goeden grond door de Doleerenden
worden voorspeld en is ook al spoedig
gebleken.
Wordt vervolgd.)
KEUKEN-ORDENING.
XXXV.
Preses.
Het ambt van den Presses is, voor te
stellen en te verklaren 't gene te verhan
delen is toe te zien dat een iegelijk zijne
orde houde in 't spreken, den knibbelach-
tigen en die te heftig zijn in 't spreken,
te bevelen dat zij zwijgen en over dezelve
geen gehoor gevende, de behoorlijke Cen
suur te laten gaan. Voorts zal zijn ambt
uitgaan, wanneer de samenkomst scheidt.
XXXVI.
Subor&inati".
't Zelfde zeggen heeft de Classe over
den Kerkeraad, 't welk de particuliere
Synode heeft over de Classe, en de Gene
rale Synode over de Particuliere.
XXXVII.
Kerkeraad.
In alle Kerken zal een Kerkeraad zijn,
bestaande uit Dienaren des Woords en
Ouderlingen, dewelke ten minste alle we
ken eens te zamen komen zullen, alwaar
de Dienaar des Woords (of Dienaren, zoo
daar meerdere zijn, bij gebeurte) presidee-
ren en de actie regeeren zal. [En zal ook
de Magistraat van de plaats respectievelijk,
indien 't hun gelieft, een of twee van de
hunnen, wezende Lidmaten der Gemeente
bij den Kerkeraad mogen hebben, om aan
te hooren en mede van de voorvallende
zaken te delibereeren.]
XXXVIII.
Wel verstaande, dat in de plaatsen waar