ZEEUWSCHE KERKBO
Weekblad gewijd aan de belangen der Gereformeerde Kerken.
Kcderd. Ceref. Kerk (doleerendc)
gjkdcrd. ©crrf. Hcrlt (doIrerfiuU)
Des Heeren bouwlieden.
No, 21.
10 JULI.
1887.
jHEDACTEUF^ j3. jj. ^7. J^LAARHAMER.
Y. D. M. te MIDDELBURG.
Wnnt de III'"ERE ia onze Rechter,
de I1ERRE is onze Weigever, de
HEER E is onze Koning; Hij zal
ons behouden.
Jesnja 33 22.
Deze bode verschijnt eiken Vrijdagavond.
Abonnementsprijs per 20 nummers fr. pp.
(bij vooruitbetaling) f 0,50.
Advertentiën van 1 5 regels - 0,30
Iedere regel meer- 9,05
Uitgever
K. LE COINTRE
MlDDELBUliG.
Brandniïeren, en Slachtofferen, als aan het gehoor
zamen van de stem des Heeren? Zie gehoorzamen is be-
ter dan Slachtoffer, opmerken dan het vette der ruimen
I Sam. 15 22.
Bijdragen en ingezonden
stukken aan den Redacteur.
Abonnementen en Advertentien
aan den Uitgever.
van MIDDELBURG.
GODSDIENSTOEFENING EIST
iii cle week van ÏO tot 16 Jali.
Zaal „Scliöttersho f."
Zondag 10 Jali.
'svoorm. half 10 uren Dn. KLAARHAMER.
*8 avonds HALF ZE VEX uren D<. KLAARHAMER.
Catechismus, Zondag acht.
Officiëele mecledeelingen van
den Merkeraad.
Aan den minsten inschrijver den heer
D. Bijl te Vlissingen is gegund het hou
wen der hulpkerk voor de som van
f15470.
Moge de Heere met dezen bouw zijn,
en make Hij dit Rehoboth tot een Bethel.
Het is geen kleine genade dat de Heere
ons nog een tent der samenkomst schen
ken wil.
Immers om onze zonde en ontrouw deed
de Heere over ons komen, wat thans gezien
wordt, dat cle gemeente uit haar eigen
"bedehuizen verdreven wordt.
Om vele redenen van geestelijken en
stoffelijken aard is het wenschelijk, dat wij
zoo spoedig mogelijk cle tegenwoordige
plaats van samenkomst kunnen verlaten.
Zonder veel tegenspoed zouden wij met
November onze Kerk in gebruik kunnen
nemen.
Aangifte voor doop, en trouw, inschrij
ving in het duplicaat- lidmaten- of doop-
koek, aanvrage om of indiening van
attestatie voor d eze week op Vrijdagavond
van 8-9 uren. (Gebouw Spanjaardstraat.)
De commissie voor de geldleening houdt
zitting Vrijdagavond van 7-9 uren. (Gebouw
Spanjaard straat
Nehem ia 2 20. Toen gaf ik hem
>.tot antwoord, en zeide tot hem: »God
van den hemel, die zal het ons doen
geluk ken, en wij, Zijne .knechten, zullen
»ons opmaken en bouwen; maar gijlieden
ahebt geen deel, noch gerechtigheid, noch
gedachtenis in Jeruzalem.
Zoowel voor personen, als voor zaken
wordt ons in het Woord des Heeren den
juisten maatstaf gegeven.
Vragen wij waaraan kunnen we de echte
bouwlieden kennen, die waarlijk van den
Heere geroepen en gesteld zijn om Zions
muren op te richten en 's Heeren huis te
bouwen, dan geeft het hierboven geplaatste
schriftwoord o. a. een tweetal klare ken
merken aan.
Zij, die bouwlieden, worden gekend aan
hun roem en aan hun belijdenis.
»God van den hemel, die zal
het ons doen gelukken!" Ziet-
daar hun roem. Letten wij er op dat deze
wordt gehoord op een oogenblik, waarin
men haar het allerminst zou verwachten.
Immers door haat van uitwendige vij
anden en tegenstanders en nog meer door
de geesteloosheid en traagheid des volks
was het heerlijke, van den Heere bevolen
werk gestoord. Nog steeds was stad en
tempel een puinhoop, en daarbij de schuld
was zoo dadelijk van de aanvankelijke ver
lossing al weder vernieuwd.
Noch in de omstandigheden, noch in
eenig schepsel, ook niet in het volk lag
dus eenigen grond van roem, maar veeleer
overvloedige oorzaak tot vreeze.
De grond van dezen roem is dan ook
alleen in God.
Hij grondt zich op het onwankel
bare verbond, dat de Heere naar
Zijn vrije genade met Zijn volk gemaakt
heeften op Zijn Ver hondstrouw.
Zie Hoofdst. 1:5. De Heere wijkt van
dit verbond niet af, maar Hij is daaraan
steeds gedachtig en daarom alleen
roemen de Nehemia's dat het hun wel
zal gelukken.
Hun roem vindt mede zijn grond in bet
onveranderlijk Woord des Hee
ren, zie Ho 'fdst. 1 8 en 9. De zonden
des volks zijn velen, hun schuld is groot,
rechtvaardig zijn des Heeren oordeelen,
doch het woord was uit des Heeren
mond vrijwillig
uitgegaan
O
19. „En
gö
zult u tot Mij bekeeren, en mijne geboden
houden en die doen al waren uwe ver
drevenen aan het einde des hemels, Ik zal
hen van daar verzamelen, en zal ze bren
gen tot de plaats, die lk verkozen heb,
om mijn Naam aldaar te doen wonen."
Op dit woord was in de binnenkamer
gepleitdaarin had de wet vastheid
gekregen, en nu is het dan ook op
de vastheid en onveranderlijkheid van
dit Woord alleen, dat de blijde
geloofsroem en zekerheid staat, dat d e
Heere den houw zal doen gelukken.
Gelijk op 's Heeren Verbond en Woord
zoo grondt zich dezen roem ook in het
werk dat Jehova in Zijn knecht gedaan
had.
Naar vs. 6 en 11 van Hoofdst. I had
de Heere in zijn Nehemia gewerkt een
levendig gevoel van eigene en van des
volks ellende, had Hij hem gebracht tot
eene oprechte eu God verheerlijkende be
lijdenis van schuld, en was hij gebracht
tot het gebed, tot het vluchten en zuch
ten tot den Heere. Hij was gemaakt tot
een man die verstand van kermen had,
tot een die den Heere achteraanklangde.
Juist uit deze vruchten der genade was
hij overtuigd van 's Heeren wederkeeren
in gunst tot Zijn diepgezonken kerk en