Aien van den zevenmaal heeter gestookten oven. Zij heeft een Hoogepriester, Die in alles ■verzocht was als zij, Die in al hare be nauwdheden mede benauwd was, en Die niet aflaat voor haar te bidden. Zal nu echter Gods Kerk en volk zich veilig gevoelen en haar zekerheid genieten, dan heelt zij noodig een oog dat ziet, een oor dat hoort, een hart dat mag opmer ken en verstaan. Daarom bad Elisa Heere, open toch zijn oogen dat hij zie". Zoo pleit ook de Voorbidder aan de rech terhand voor al het volk, en daarna zien dan de blinden en hooren de dooven en wordt het hart der bekommerden in ruimte uitgeleid en met blijden troost vervuld. Van dit zien hangt 's Heeren hulp niet af, maar het is wel noodig opdat onze ziel door 's Heeren doen worde vertroost. En de Heere opende de oogen van den jongen, dat hij zag." Niet dat gebed van den profeet, maar de Heere opende. Alleen door het almachtige doen des Heeren komen de bekommerde blinden tot zien, en alleen door telkens hernieuwde genade wordt hij ziende gehouden. Telkens hernieuwde genade, want ook telkens opnieuw wordt dat oog meer be neveld door vleeschelijk overleg en door het listig omleiden des Satans. »Als zij nu tot hem afkwamen, bad Eliza tot den Heere, en zeideSla toch dit volk met verblindheden. En Hij sloeg shen met verblindheden, naar het woord »van Elisa. Toen zeide Elisa tot hen Dit is de weg niet, en dit is de stad niet volgt mij na, en ik zal U leiden tot den >man, dien gij zoekten hij leide hen heen »naar Samaria." Zoo is dan de kerk niet alleen veilig, maar zij zal ook eenmaal heerlijk zege pralen over al hare vijanden. Wij zien het. De Heere geeft het gan- sche zware heir der Syriërs in de handen van Zijn profeet. Gebonden zal de Heere Zijne vijanden d. i. de vijanden Zijns volks geven in de hand der Zijnen. De Heere zal dit doen. Op het noodgeschrei Zijns volks. Hij gaf hen over in de onderdrukking doch streng zal Hij hun onderdrukkers straffen. Niet hun arm of wijsheid of aantal, maar de Heere heeft hen uitgeleid. Terwijl de Heere voor hen strijd is in stilheid en in ruste hun sterkte. Die overwinning zal v o lk o m e n zijn. De Kerk wordt er door uit alle benauwdheid volkomen bevrijd. Zij verheerlijkt den Naam •en de deugden des Heeren. Zij is een be regeling van Gods liefde aan de Zijnen. Hoe zalig is het tot die Kerk, dat volk te behooren, en hoe schrikkelijk onder de ^tegenstanders te worden gevonden. Onderzoeken wij dan in deze tijden vooral ernstig waar onze plaats is, wie wij zijn. Die niet vóór is, is tegen en die miet mede vergadert, die verstrooit. Zijt gij een levend lid der Kerk Waakt ?gij of slaapt gij Zijt gij blijmoedig in het gelooven, of zijt gij ongeloovig bekommerd of zijt gij wellicht een vijand der Kerk, <«n dat vooral nu, nu de Heere blijkbaar Zijn-volk aan deszelfs profetische taak herinnert en het tot deze weder bekwaamt. Levende leden der Kerke zijn wij, als wij met haar deel hebben aan één drie eenig Verbondsgodals haar Borg en Offer ook het onze isals wij in hare verbondsregelen met het volk en met haar Heer gemeenschap mogen hebbenals haar belijdenis ook aan ons hart is levend- gemaakt en daarom ook op onze lippen wordt gevonden als wij haar geloof en liefde door de werking des Geestes mogen deelachtig zijn als hare zelfkennis en kennisse van de wegen Gods ook ons be oefenend werden onderwezen. Zijn wij van de Kerk, dan deelen wij in haar lijden en zwaard en worden als zij van wereld en vleesch gehaat, maar dan zullen wij ook haar blijdschap kennen dan wordt haar strijd ook door ons gestre den, maar dan zullen wij ook met haar meer dan overwinnaar zijn door Hem die dan ook ons heeft liefgehad. Laat ook in onze dagen 's Heeren volk toch getrouwelijk waken, vurig en gedurig smeeken aan den troon der genade, ernstig en volhardend strijden, en laat ons dan niet vreezen, want dat is onzen God niet tot eere en daarom onze zielen niet nuttig. Wij zijn maar een eenige profeet in Dothan, een klein en zwak en arm en dwaas volk, maar die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij den tegenstander zijn, en »ik ben wel ellendig en nooddruftig, maar de Heere denkt aan m ij." P s. 40 18. En daarom: Wacht op den Heere, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, ja wacht op den Heere." KerkelïjJiO M.ecledeeliaigj'en. KORT VERSLAG door Ds. Lion Cachet van Rotterdam enden Ouderling W. Hovy van Amsterdam, van hunne verrichtingen als afgevaardig den naar de Synode der Gereformeerde Kerken (doleerende) in Schotland, Vervolg.) H. Solemn League and Covenant. Nog werd een ander Verbond gesloten, in Augustus 1648, onder den naam van „Solemn League and Cove nant" (Plechtige Vereeniging en Ver bond). Aanleiding hiertoe was, dat de Roomschgezinde Karei I in Engeland de Puriteinen op alle mogelijke wijze verdruk te in Ierland de Roomschen tegen de Protestanten aanhitste, waardoor 40,000 Protestanten het leven verloren en de Co venanters in Schotland door kracht van wa penen zocht ten onder te brengen. Zoowel in Schotland als in Engeland had hij echter zijn booze plannen zien mislukken, en hadden de Gereformeerden een machtige stem in de Regeering gekregen. Zoo zelfs, dat het Schotsche Parlement, in s Konings naam, de besluiten der Algemeene Kerkvergadering, waarbij het Episcopale stelsel werd veroordeeld en de Presbyteriaansche vorm van bestuur in de Kerk van Schotland hersteld werd, bekrach tigde. Noodig werd het intusschen geoordeeld, dat men zich in de drie Koninkrijken, nu onder éénen scepter, zou vereenigen tot handhaving van de ware religie en der burgerlijke vrijheid, die door den Koning en zijn Hof gedurig in gevaar gebracht werden. De oproeping hiertoe ging uit van de Westminstej Assembly van God geleerden, die, daartoe door het Engelsche Parlement gemachtigd, in Juli 1643 bij eengekomen waren, om te handelen over de noodige reformatie in de Kerken yan Engeland en Ierland. In Augustus van datzelfde jaar zond de Assembly een depu tatie, bestaande uit leden van het Parle ment en haar eigen Vergadering, naar de Algemeene Kerkvergadering en naar de Schotsche Kamer, (Convent ionof E states die toen beiden zitting hielden in Edinburg, met de uitnoodiging om saam te werken tot het begeerde doel. Er wer den nu Gecommitteerden benoemd door de Algemeene Kerkvergadering en door de Kamer, om met de afgevaardigden uit Engeland in overleg te treden, met dit. resultaat, dat besloten werd, een Verbond te sluiten tusschen de welgezinden in Schotland, Engeland en Ierland, om el kander bij te staan en te helpen Dit Verbond, de Solemn League and Covenant geheeten, bedoelde, om „door de genade Gods de Gerefor meerde Kerk van Schotland zuiver te handhaven in leer, dienst, tucht en regee ring, tegenover de gezamenlijke vijanden te verkrijgen de reformatie der Kerken in Engeland eii Ierland in leer, dienst, en tucht en regeering, overeenkomstig het Woord van God en het voorbeeld der zuiverste Gereformeerde Kerken;" en verder „om de Kerken van God in de drie Koninkrijken zoo nauw mogelijk met elkander te verbinden en eenheid te verkrijgen in godsdienstbelijdenis kerkregeering, openbaren eeredienst en catechiseeren" bindend voor het nage slacht „om als broederen saam te wonen in geloof en liefde, opdat de Heere in het midden wone." Het werd eerst door de Algemeene Kerkvergadering en de Schotsche Kamer, door het Engelsche Par lement en de Westminster Assembly plech tig, onder aanroeping van den Naam des Heeren, bezworen, en daarna door predikanten, edelen en tienmaal duizenden van het volk in Schotland, Engeland en ook Ierland. Vooral in Schotland was de vreugde over dit Verbond bijna algemeen, en werd het waarlijk beschouwd als bindend, niet alleen voor de Kerk, maar voor de natie in het algemeen. Dit moet tot recht verstand der geschiedenis van de Secessie wel in het oog gehouden worden. De Solemn League and Co venant werd sedert herhaaldelijk door het Schotsche parlement hernieuwd en ook door Karei II in 1650 en 1651 bezworen, en wordt tot op dezen dag door de Original Seceders als bindend gehouden voor de geheele natie in hét Vereenigd Koninkrijk. En een hunner.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1887 | | pagina 2