jammer, dat deze Heeren niet geleefd heb
ben in de dagen toen Israël een Koning
begeerde Zij hadden dan stellig ook op
I Samuël 8 8& wel een antwoord ge
had. Wij kunnen deze Classikale regelen
maar niet lezen zonder te denken aan
Ma 1 ia c hi 3 7, 8 en 13.
Verder wordt dan al vragende beweerd,
dat de Dordtsche Synode 1618 en 19 zich
wetgevende en rechtsprekende macht toe
eigende. Ieder die echter een weinig de
geschiedenis, de handelingen, het kerk
rechtelijk standpunt dier Synode kent,
weet ook hoe grof onwaar dit beweren is.
Vooreerst was deze Synode geen be
stuur, dat zich in de plaats van
al de kerken had gezet, maar niet anders
dan eene saamvergadering of samenkomst
van al de kerken. Heel wat anders dus
dan de zoogenaamde Haagsche Synode.
Die kerken waren saamgekomen niet om
recht te spreken, maar om ter
bevordering van de rust der Kerk, maar
vooral van de zuiverheid der leer te
handelen van de leer der Remonstranten
en van de daaruit voortgekomen zwarig
heden en om te zien hoe die het be
kwaamst en met de minste moeite, uit de
kerken geweerd mochten worden.
Daarna hebben die vergaderde kerken
gemaakt met gemeen goedvinden, niet
een wet, maar eene ordening
(niet verordening) naar welke men
tot bevordering van een goede orde en
van een wenschelijke eenheid in het be
handelen van zaken, zou handelen.
In Zeeland en ook elders wilden de
Provinciale Staten (onze Kerk
was toen helaas Staatskerk) de invoering
dier Kerkeno rdening niet toestaan.
Dit kon echter niet beletten dat zich ook
de Walchersche Kerken in den regel
hielden aan de Dordtsche Kerkenorde.
Ook hebben onze Vaders nooit de
gemeenschap met een Kerk verbroken,
omdat zoo'n kerk niet deed naar deze
Kerkenorde, maar zij verbraken die ge
meenschap als zoo'n kerk van de b e 1 ij-
d e n i s afging.
Men heeft de Remonstranten buiten de
kerkelijke gemeenschap gezet omdat Gods
eer der Kerken welwezen en het
heil der zielen dit vorderde.
Die dus het hoogste genootschaps-
bestuur, dat zich Synode noemt, verwerpt,
en de Dordtsche heuschelijke Synode
goedkeurt, meet niet met twee maten,
maar met eene en dezelfde.
Over art. 11 verspillen wij geen
woord. Ieder weet thans, dat geen enkel
Bestuur en geen enkele Kerkeraad, de leer
handhaaft. Zij kunnen dit ook niet.
Evenmin zullen wij U meer ophouden
met de wederlegging voor de zooveelste
maal, van het geheel onbewezen
zeggen, dat de thans plaats hebbende
reformatie afscheiding is. De daden en
woorden der Gereformeerden bewijzen
duidelijk het tegendeel.
Van de curieuse aanhalingen uit Calvijn
behoeven wij niets te zeggen. Ds. Littooy
heeft in zijn bekende brochure de Heeren
naar behooren terecht gewezen.
De lieve, gemoedelijke ontboezeming
aan het slot, kunnen wij ook laten voor j
wat zij is.
Gelukkig is de uitwerking van dezen j
Brief uiterst gering geweest, indien zij
ergens werking gedaan heeft, nl. in den
zin door deszelfs schrijvers bedoeld.
Wij stappen hiermede van deze zaak af.
Mocht de arbeid hieraan besteed, niet
ijdel zijn. Mocht gij, Lezer, er door
overtuigd zijn of worden van de waarheid
van 's Heeren Woord in 2 Cor. 6 1416,
opdat gij doen mocht naar vs. 17 en gij
tot de ervaring van vs. 18 mocht komen.
Kerkelijke Mededeeliugen.
Op 15 en 16 Juni a. s. zullen, zoo de
Heere wil, de samenkomsten van leden,
begunstigers en vrienden der Vrije-Univer-
siteit plaats hebben. Den 15en 's avonds
hoopt D. V. prof. Kuyper de bidstond te
leiden terwijl prof. Rutgers den volgenden
dag de eigenlijke jaarvergadering presideert
en prof. Woltjer het referaat voor de
meeting hoopt te houden.
Geve de Heere, dat het een recht goed
samenzijn mag wezen, dat ook voor onze
stad en ons gewest nog gezegende vruchten
mag nalaten.
Gewoonlijk komen uit verschillende oorden
des lands de bezoekers dezer vergaderingen,
die dan voor één of twee dagen behoefte
hebben aan huisvesting. Met het oog hierop
vraagt de regelingscommissie aan de Broe
ders hier ter stede, dat wie gelegenheid
en genegenheid heeft, om één of meer
gasten te herbergen, daarvan s. v. p. be
richt zende aan Ds. Klaarhamer of aan de
BB. Verhage en Crucq.
Liefst ontvingen wij dit bericht binnen
enkele dagen met opgave van het aantal
gasten, dat men kan ontvangen.
Laat ons de herbergzaamheid niet
vergeten.
In de Middelburgsche Courant van Maan
dag 11. komt een bericht voor, dat eenige
bespreking van onze zijde behoeft.
Daar wordt gesproken n.l. van den ker
keraad der Ned. Herv. gemeente alhier.
Ieder denkt hierbij terstond aan de samen
komst van ouderlingen en diakenen en
predikanten iir de kerkekamer aan de
Koorkerk. Immers daar vergaderde tot in
Maart 1.1. de kerkeraad der oude gerefor
meerde kerk, welke sinds eenige jaren den
titel droeg van Nederl. Herv. Kerk.
Nu kan men natuurlijk niemand beletten
voor eenige zaak een naam te kiezen, die
hem goed denkt. Toch moet het bejammerd,
dat de inzender van dat bericht hier namen
gebruikt die zeer onjuist zijn, en verwarring
moeten aanrichten.
Immers de Ned. Herv. Kerk van Mid
delburg heet sinds het besluit tot afwerping
van het synodale juk, en de op zij zetting
van vroegere reglementen en besturen, d e
N e de r duitsch e Gereformeerde
Kerk van Middelburg met de
bijvoeging >doleerende", omdat haar
het gebruik van kerken en verdere bezit
tingen wordt onthouden.
Nu zijn echter niet alle predikanten en
ouderlingen en diakenen en leden dier kerk
met de tegenwoordige reformatie ingeno
men, en wenschen zeer velen hierin niet
mede te gaan.
Om allerlei redenen blijven zij liever
onder de anti-christelijke synode en haar
reglementen.
Hierin doorgaande, gaan zij van de kerk
af, om te vormen een afdeeling Middelburg
van het synodale genootschap.
Naar onze .geloofsbelijdenis mag men
echter zoo'n afdeeling niet den naam geven
van kerk of gemeente. De kenmerken der
kerk worden er gemist. Het bestuur van
zulk een afdeeling kan dus ook moeielijk
den naam van kerkeraad dragen.
Den naam van kerkeraad kan alleen
die vergadering dragen, welke beantwoordt
aan het beledene in art. 3 0 van onze
geloofsbelijdenis. Dat het afdeelingsbestuur
hetwelk aan de Koorkerk vergadert hieraan
niet beantwoordt, bewijst de inschrijving
in de lidmatenboeken der te Yeere aan
genomen doopleden dezer kerk, en bewijst
niet minder het feit, dat dit bestuur zijn
goedkeuring hecht aan al het onrecht en
geweld aan de getrouwe opzieners in deze
en genabuurde kerken gepleegd in de
weken die voorbijgingen.
In bovengenoemd bericht komt ook de
mededeeling voor dat er bij de Middelburg
sche kerk nu 2 vacaturen zijn. Dit is zeer
onjuist naar ons dunkt. Er bestaat een
open plaats door het vertrek van Ds.
Herfkens, doch van een vacature Klaar
hamer te spreken, is wel wat aan beden
king onderhevig. Immers deze predikant
werd door de kerk van Middelburg wettig
beroepenhij dankt zijn betrekking tot
deze kerk volstrekt niet aan de Synode
of haar besturen; er is geen enkele afdoende
grond, waarop kan aangetoond, dat het
contract tusschen hem en deze gemeente
bestaande is verbrokenhij heeft geen
oogenblik opgehouden in en voor deze
gemeente te arbeiden; naar elders vertrok
ken, is hij ook niet; tegen de zoogenaamde
vonnissen door Classikale of Provinciale
Heeren niet als rechter maar als tegenpartij
uitgesproken, zijn ernstige bedenkingen in
te brengenuit bestaansrecht dezer be
sturen en daarmede het in de kerk
rechtsgeldige hunner handelingen is aan
zeer ernstigen twijfel onderhevig, bo
vendien behoorde deze kerk niet meer
onder hun rechtsgebied.
Met het oog op dit alles is het dunkt
ons wel wat voorbarig reeds van een
tweede vacature te spreken.
Neen niet 2, maar als er geen keer komt
in de houding der predikanten, dan komen
er bij deze kerk v ij f vacaturen.
Aangezien 5 predikanten weigeren onder
de gereformeerde kerkenorde, die hier thans
geldt hun ambt te bedienen.
In genoemd stuk wordt ook gezegd dat
Ds. Klaarhamer niet bemoeielijkt is om
zijn leer. Waarom dan Dat hij geen
revolutie dreef, weten de lezers der kerk
bode, en weten de meeste tegenstanders
ook wel. Neen juist om de prediking
der leer, dat de Heere Jezus eenig Wet
gever, Rechter, Koning en Behouder in