MmhIE ibtfPafe BIJVOEGSEL, behoorendf. bij de van Zaterdag 7 Mei 1887. Yan deze brochure zeggen wij alleen dat zij een geheel onware voorstelling van het congres en van den arbeid der congresleden geeftdat zij niet duidelijk maakt wat de geachte schrijver eigenlijk wil, die het Synodale genootschap verwerpt en zoowel de afscheiding als de tegenwoor dige doleerende kerk afkeurt en dat wij in den laatsten tijd geen geschrift met zooveel droefheid lazen. Alleen de Synodale tegenstanders der reformatie kunnen er zich over verblijden. Ned. Geref. Kerk (doleerende.) Beroepen te Wons, de heer T. D. Prins, candidaat in de H. Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit. Aangenomen. Naar Zwartsluisdoor K. Fernhout, te Tzum, Naar Zevenhoven door den heer Reuijl, candidaat in de H. Godgeleerdheid bij de Vrije Universiteit. Bedankt. Yoor Rotterdamdoor H. H. Veder, te Schiedam. INGhEZONDEN STUKKEN-. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. De kerk des Heeren heeft weder haar Paaschfeest gevierd en het Noorden heeft aan het Zuiden, het Oosten aan het Wes ten toegeroepen: »De Heer is waarlijk op gestaan! Jezus, de Christus heeft de kluis ters verbroken van dood en graf en voor allen, die in Hem gelooven, het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht. Ja, Jezus Christus heeft zonde en dood, hel en graf overwonnen en zich als de Levensvorst heerlijk geopenbaard en uit menige ziel konden dan ook op het feest der opstanding de liederen der bevrijding omhoog stijgen en in menige tent der sa menkomst was het te zien en te hooren, dat de levende Christus zelf in het midden was en met zijn liefelijken vredegroet zijn volk vertroostte en bemoedigde. Jezus leeft! dat heeft ook in onze om geving menige ziel op het gevierde feest mogen ondervinden en even als op den dag Zijner opstanding wist ook nu weder de Heere zijne discipelen en discipelinnen te vinden op hunne wegen, en evenals wel eer heeft Hij ook nu weder in hun midden willen komen om Zijn volk te toonen dat Hij leeft en dat Zijne gunstgenooten leven door Hem. Waarlijk, Jezus zoekt de Zijnen op, dit werd duidelijk ondervonden in die kerken welke thans mede uit de Ballingschap ver lost, den Heere in gehoorzaamheid naar Zijn Woord dienen mogen, waar de opge stane en verheerlijkte Christus weder als Koning van Sion wordt erkend en geëerd waar men niet langer heeft kunnen bui gen voor menschen en menschelijke instel lingen, maar met der daad heeft getoond dat Jes. 33 22 nog niet uit Gods Woord is verwijderd en nog heden ten dage waar heid bevonden wordt. Bij vernieuwing heeft de Heere op ons Paaschfeest Zijn volk bezocht en tot menige ziel kwam Hij, wel is waar als bij de Em maüsgangers, met de harde bestraffing o onverstandigen en tragen van hart om te gelooven" maar Hij kwam dan toch en het was te hooren dat het de Verrezene zelf was die sprak tot de ziel en die den blind doek van de oogen afrukteen dan o dan was het pas goed, dan was het alles glorie en ging het als met de jongeren op den Thabor, dan zagen wij niemand dan Jezus alleen. Zalig de ziel waar het alzoo mee gesteld was, die op het gevierde Paaschfeest Jezus gezien heeft, die Zijne stem heeft mogen hooren en *ie greep van Zijne hand weder gevoeld heeft, die het woord verstaan mocht dat de Heiland eenmaal sprak Ik ben de opstanding en het leven, die in mij gelooft zal leven, al ware Hij ook gestor ven." Als het zoo met ons gegaan is, dan, maar dan ook alleen konden wij instemmen met de liederen der bevrijding en der op standing die de kerk van Christus over het wijde rond der aarde mocht aanheffen. Ja, liederen der bevrijding hebben ook op ons eiland weêrklonken, en niet het minste daar, waar de verrezene Christus zelf Zijne gemeente uit banden der zonde en des doods, waarin zij zoo lange jaren gebonden had gelegen, verlost heeft. Ja, de gedachte was pijnlijk dat op Paaschfeest de gemeente des Heeren èn te Middelburg, èn te Vrouwepolder, te Koudekerke en waar niet al, uit haar bedehuis verdreven zijnde, elders eene plaatse der toevlucht mocht zoeken; smartelijk was vooral te Vrouwe polder de aanblik van een door geweld en een ingedrongene macht gesloten kerkge bouw, waarin geen plaats meer is voor Koning Jezus en voor hen die den Levens- vorst naar Zijn Woord wenschen te dienen. Hoe gelukkig echter dat sloten en gren dels den trouwen Meester niet kunnen terughoudenhoe gelukkig dat de ver rezene Christus overal als de Goede Herder Zijne schapen opzoekt en dat Hij niet alleen op de straten en wegen bij hen komt, maar dat Hij tot zelfs in eene schuur met Zijn gunstvolk wil samenko men en ook daar Zijne stem doen hooren en Zijne gedaante laat zien. Ja ook bij de eerste bediening des Woords in een schuur, maar in gehoor zaamheid aan 's Konings Woord, was de Koning tegenwoordig en ook aan zulk een plaats wilde Hij zijn gaarne getrouwe knecht gebruiken als een middel in Zijne hand om Zijn volk op te bouwen en te versterken in het allerheiligst geloof, en naar waarheid mag het gezegd worden: „De Heere was ook aan die plaatsen immers waar de Heere maar is, waar Hij met Zijne tegenwoordigheid zijn volk vereeren wil, daar moet het goed zijn als wij met den Heere mogen samenwonen, al is het dan maar in eene schuur, dan is het daar beter dan in statige tempels waar het uitwendige als van goud is, maar de priesters als van hout schijnen te wezen, neen, dan maar liever met den Heere in schuren en zalen, dan in kerkgebouwen, waar men zegt dat men Jezus nog wel als Koning erkent, maar feitelijk niets anders doet dan Zijnen naam smaden, waar men Zijne wetten vertrapt, Zijn sacramenten ontheiligt en de ambts dragers tot figuranten verlaagd heeft waar feitelijk de dominé rechter, de dominé Koning, de dominé wetgever is, en deze, door de z. g. synode gehandhaaft, de gemeente die roept om brood, vaak met steenen voeden wil. Als men eenmaal het voorrecht gehad heeft met den Heere in eene schuur samen te komen, dan kan men de bede niet weêrhouden dat de Heere toch over geheel ons weleer zoo gunstig bekende eiland, met Zijne genade wil doorbreken en de ambtsdragers in Zijne Kerk de oogen wil openen, om van nu af de gehoorzaamheid, in de kracht en mogend heid des Heeren, op te zeggen, aan eene z. g. synode die niets anders doet dan openlijk aan Koning Jezus den oorlog verklaren, die zich niet ontziet het Volk des Heeren den voet op den nek te zetten, en het met allerlei geweld uit de plaats des gebeds te verdrijven en kwalijk te handelen. Doch Gode zij dank! er komt nu hier dan daar beweging in de dorre doodsbeen deren, het is te zien dat de Heere met Zijnen Geest levenwekkend op de wateren zweeft, en tot de Kerk die jaren lang veel overeenkomst heeft gehad met Ezechiels doodenveld, zendt de Heere zijne knechten met den last»ze tot de dorre doodsbeenderen dat zij levend wor den en waar 's Heeren Knechten in getrouwheid aan 's Konings Woord dien last volbrengen, daar z a 1 de Heere zijnen Geest zenden en Ezech. 37 10 zal in vervulling komen en Gods volk zal weer op zijn voeten komen te staan en als een gansch groot heir zich aan de wereld openbaren, en op 's Konings tijd, de wereld aan Zijne voeten leggen. Daarom gij allen, die van den Heere een oog hebt gekregen om deze dingen te zien, houdt goeden moed, vreest niet,, geloof alleenlijk Nu gaat voor het volk des Heeren, om zijne zonden wil, de weg nog door de diepte, nu moet de Kerk des Heeren nog als een andere Simon van Syrene het kruis achter Jezus dragen de haters en vijanden des Heeren kunnen ons wel onderdrukken maar dood d ru kk e n nooit! Nog gaat het met Gods volk, met hen die strijden en arbei den voor de reformatie der Kerk als met Israel in Egijpte, hoe meer men het verdrukt, hoe meer het vermenigvuldigt. Vrij mogen ook de Farao's van onze dagen hun hart verharden en des noods Gods volk vervolgen tot aan, ja tot in de Roode zee, verder kunnen zij niet, want

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1887 | | pagina 5