Ware deze zaak uit mensclien, dan zouden die mensclien er reeds over hebben getriomfeerd. Nu blijkt het ijdel, om te gen God te strijden. Alleen als nu bij Gods volk de veroot moediging en het weder buigen onder de Wet en het getuigenis uitbleef, dan zou dit werk verbroken kunnen worden. Geve de Heere dat dan op deze uit wendige vrijmaking de inwendige refor matie, allereerst van elks eigen hart en leven en huis, moge volgen. Laten de vrijgemaakten en de naar los making uitzienden toch toezien, dat zij niet vallen in den strik, waarin Israël verward was èn bij zijne uitleiding uit Egypte èn bij zijne verlossing uit Babel, Een strik waarheen de satan ons zeker tracht te lokken, en waarbij hij ons eigen vleesch, gelijk ons onverstand en onze on wil met zich heeft. Het volk des Heeren was het nl. wel telkens met zijn God eens over het feit der uitleiding, maar niet over de beweegredenen en het doel. Bij den Heere ging het om zijn recht en zijn eere; doch bij het volk voor het meerendeel, zoo niet uitsluitend om uit de banden bevrijd te worden, en om de genietingen van Kanaan te smaken. God en mensch ston den hier dus tegenover elkaar. Dit moest voor het volk wel uitloopen op teleur stelling, moedeloosheid, murmureering en kastijdingen. Nog altijd kunnen velen maar niet ver staan, dat meegaan met de tegenwoordige reformatie, niet is afgaan van de Kerk, maar juist blijven bij de Kerk. Was men beter onderwezen ook wat betreft het leerstuk der Kerk, en waren er niet zoovelen die opzettelijk die - verkeerde voorstelling versterken, dan zou men dit spoedig beter inzien. Nu ziet men vele predikanten en ge meenteleden, van welke men sints jaren zeide, dat zij orthodox waren, niet mede gaan maar bij de Synodale organisatie blijven. Endit brengt eenvoudigen in de war. Wij zouden hen willen vragen: toen het volk uit Babel werd uitgeleid, bleven velen toch achter en trokken er een 40,000 uit. Die achterblijvende waren toen, gelijk bij elke hervorming later, de bezittende en onder hen ook wetgeleerden van naam. Hebben dan toen die uitgeleiden zich af gescheiden van het volk, dat was toen ook van de Kerk? Niemand zal dit beweren. Neen, het volk, de kerk ging toen uit Ba bel uit, en die achterbleven waren leden des volks, der Kerk, die het bevel Gods ongehoorzaam waren, en die de ge nietingen en de rust in Babel verkozen boven het dienen des Heeren in Kanaan. Blijvende in Babel, nu het volk (niet een getal van opzich zelfstaande per sonen) werd uitgeleid, hebben zij zich van de toenmalige kerk afgescheiden, en in meer dan een opzicht zich zwaar bezon digd. Zoo ook in onze dagen. Niet enkele personen zijn voor zich zelf uit het Syno dale verband gegaan, maar de kerkeraden hebben hunne kerken uitgeleid. De Herders en opzieners hadden daartoe het recht. En of er nu in een enkele van die kerkraden een grooter of kleiner deel ongehoorzame leden zijn die niet het Woord van hun Heer en Koning wil len doen, dat doet hier niets af. In het Woord des. Heeren is de taak van den raad der Kerk duidelijk omschreven. Nu komt het geen kerkeraad, ook niet die van Middelburg toe, om er nog eens over te stemmen of hij aan de voorschriften van den Heere Jezus gehoorzamen zal of niet. En of dan al helaas slechts een vierde gedeelte in gehoorzaamheid het werk des k e r k e r a a d s doet of dat alle leden hierin mededoen, zulks doet aan de wet tigheid en geldigheid van de daad niets af Die daad is wettig en geldt voor allen omdat het is naar 't Woord des Ko ning?. Daarom die nu toch, om wat reden dan ook, zich houdt bij de Synodale or ganisatie, die is een lid van de Kerk, dat zich van zijn Kerk afscheidt. Dat in vele kerken, gelijk ook in die van Middelburg, nu de leden worden uit- genoodigd om hunne namen en die hunner kinderen in een duplicaat-lidmatenboek of doopboek te laten inschrijven, is niet om een nieuw kerkje te maken (dit zou niet mogen en niet kunnen), maar is alleen maar om te weten te komen wie de leden der Kerk z ij n. Kon de kerke raad bij de boeken der gemeente komen dan behoefde dit opgeven van namen niet. Nu worden die boeken echter door de leden van den kerkeraad, die liever bij de Synodale organisatie blijven, achter slot gehouden. Zij zijn daarvan voor het oogenblik bezitters. Zij, die zich op het duplicaatboek laten inschrijven, komen niet aan een nieuwe Kerk, maar b 1 ij v e n bij de historische Nederduitsche gereformeerde Kerk van Middelburg. Zich op die boeken laten zetten legt geen nieuwe verplichtingen op, geeft geen nieuwe voorrechten. Het eenige wat hier is geschied, is dat de Synodale organisatie met hare besturen en regle menten afgeworpen is van deze gemeente en dat nu voortaan deze Kerk wordt be stuurd volgens een Kerkenorde, die het leven naar Gods Woord bedoeld en be vordert. Dat het met God in een schuur beter is, dan zonder den Heere in kerkgebouwen, hebben zeer velen dit paaschfeest ervaren. Te Vrouwepolder had zich de gemeente beroofd van het gebruik van haar eigen kerkgebouw moeten vergaderen in haar schuur. Ook velen van elders waren mede opgekomen, zoodat een schaar van 500 menschen in en bij de schuur de bediening des Woords mochten genieten. Te Koudekerke was het aantal, dat Dins dagmiddag in de schuur bijeenkwam, nog grooter. Op beide plaatsen was de Heere kennelijk in het midden, en mochten velen de bestraffende, maar ook de vertroostende kracht der Waarheid ondervinden. Geve de Heere van dit werk een blij vende vrucht. Ds. Klaarhamer ging in beide vergaderingen voor. Ook de collecten, op de eene plaats p. m. f 25 bedragende, op de andere p. m. f 40, be wezen wat de vrijheid vermag. Te Vrouwepolder heeft eene vergadering der stemgerechtigde manslidmaten plaats gehad, waarin met groote meerderheid instemming betuigd en goedkeuring ge geven werd aan het besluit des Kerkeraads, om de Synodale organisatie op zij te zet ten en weer naar de zuivere gereformeerde kerkenorde te gaan leven. Het vroeger verspreide gerucht, als zouden kerkvoogden sleutels hebben afgegeven, is gelijk geruchten meestal zijn bezijden de waarheid. Zoowel hier als te Serooskerke kozen kerkvoogden de voor hen meest wijze partij, door eenvoudig te verklaren: wij onthouden ons van alle beoordeeling van den daad des kerkeraads, wij keuren die niet in haar geestelijke beteekenis en evenmin in haar burgerlijke gevolgenals kerkvoogden zijn wij noch tot het een, noch tot het ander geroepen, wij hebben het kerkegoed maar te beheeren ten behoeve van deze gemeente, en dat zullen wij blijven doen, en stellen dus de kerkedeuren enz. open naar het zeggen van den kerkeraad. De burgerlijke rechter zal dan later wel uitmaken, of er wijzi gingen hebben plaats gehad, en hoe wij ons met het oog op die wijzigingen, in dien zij mochten bestaan, dan hebben te gedragen. Het is noodzakelijk dat de gemeenteleden weten, naar welke Kerkenorde hun kerkeraad thans de gemeeente bestuurd. Wij zullen die daarom in dit blad bij gedeelte laten afdrukken, en tusschen haakjes drukken dat gene wat door den veranderden staatkundigen toestand weg viel. Wil men zoo 'n kerkenorde bezitten, dan zij aanbevolen de uitgaven door de predikanten v. d. Berg en van Kasteel bezorgd, of die van Ds. de Gaay Fortman, of die van prof. Kuyper. De eerste kost 12£, de tweede 20 en de laatste 25 centen. ZERKEN-ORDENING. I. Om de goede orde in de Gemeente te onderhouden, zijn daarin noodig de Diensten, Samenkomsten, opzicht der Leer, Sacramenten en Ceremoniën, en Christelijke Straf. Waarvan hierna ordelijk zal gehan deld worden. HOOFDSTUK I. Yan de diensten. II. Diensten. De Diensten zijn vierderleide Dienaren des Woords, der Doctoren, Ouderlingen en der Diakenen. III. Wie niet beroepbaar zijn. Het zal niemand, alhoewel hij een

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1887 | | pagina 3