ZEEDVSCHE KERKBODE. Weekblad gewijd aan de belangen der Gereformeerde Kerken. j^EDACTEUR, j3, j. )Y j^LAARHAMER. Middelburg. Nederd. Geref. Kerk (dolecrcnde) Zondag 17 April. siMisoisr. No. 9. 15 APRIL. 1887. V. D. M. te MIDDELBURG, Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hij zal ons behouden. Jesaja 33 22. Deze bode verschijnt eiken Vrijdagavond. Abonnementsprijs per 20 nummers fr. pp. (bij vooruitbetaling) f0,50. Advertentiën van 15 regels - 0,30 Iedere regel meer- 0,05 Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE lust aan Brandofferen, en Slachtofferen, als aan het gehoor zamen van de stem des Heer en? Zie gehoorzamen is be ter dan Slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen I Sam. 15 22. Uitgever K. LE COINTRE Bijdragen en ingezonden stukken aan den Redacteur. Abonnementen en Advertentiën aan den Uitgever. GODSDIENSTOEFENINa EN in de week van 17—23 April, in de Zaal „Schnttershoff." 's voorm. half 10 aren Ds. KLAARHAMER, 's avonds zes uren Ds. KLAARHAMER. IX. Rigteren 15:1 v.v. In dit hoofdstuk treedt Simson op in zijn richterlijken arbeid voor zijn volk, nl. om Israël aanvan kelijk te verlossen Wij moeten bij de beschouwing van dien arbeid en van dit optreden niet uit Het oog verliezen dat zijn volk dieper dan ooit gezonken lag in de banden des vlee- sches en der werelddienst. Er is onder het volk geen enkele gees telijke beweging te bespeuren. Voor al wat geestelijk is en wat hooger of dieper gaat dan het genot van hun treurige rust, zijn zij ongevoelig. Er wordt geen klagen of zuchten des volks gehoord, waardoor Simson in zijn richterlijke taak zou kunnen gesteund worden. Integendeel zij keuren met woord en daad zijn doen af. Evenmin als Israël in Egypte het eerste optreden van Mozes begreep, evenmin ver staat het thans, wat Simson toch beweegt om de Filistijnsche orde en Israëls zondige rust te verstoren. Hij is voor hen de beroerder Israëls. Hoe diep overigens bet verval van Godsdienst en waarheidskennis en zedelijk heid was, kan het best gekend uit hoofd stuk 1721 van het Richterboek. Deze toestand des volks is oorzaak dat Simsons arbeid alleen niet voldoende is om de reformatie der Kerk tot stand te brengen. Hij kan eigenlijk met meer doen dan datgene uit den weg Puimen wat die re formatie weerhoudt. Hij bereidt er den weg voor. Hij verbreekt het juk waar onder Israël gebogen ligt. Eerst moet het juk des overheerschers weggedaan zijn, en dan is er plaats voor het rechte en zachte juk des Heeren. Eerst moet Israël op gehouden hebben de slaaf der onbesnedene te zijn, om weêr de knecht des Heeren te kunnen optreden. Tot dit laatste is echter Simsons arbeid niet voldoende en is Samuels werken o n- misbaar. Immers om Gods knecht te kun nen zijn moet Israël erkennen met het hart dat de Heere alleen zijn Wetgever, Richter, en Koning is, die hem alleen behouden kan. Het volk moet dan leeren het recht en de eere Gods zóó lief te hebben, dat het voor dezelve alles achterstel d. Hiertoe nu is wedergeboorte, geloof en bekeering noodig, en die kunnen alleen gewerkt of versterkt door den H. Geest, door middel van het Woord en van de Sacramenten. Israël is hier dus weder beeld der Kerk. De uitleiding uit diensthuis en banden is noodzakelijk, omdat de Heere alleen onder afgez onderd volk wil wonen en zijn werk wil werken, maar die uitlei ding is de zaak zelve nog niet, op dezelve volgt dan die inwendige verande ring en vernieuwing, dat gereformeerd worden door en naar den woorde Gods, waar door het volk bekwaam en willig gemaakt wordt om als Gods Volk onder de volken der aarde op te treden en te wandelen Simson'sen Samuel's arbeid zaam beelden dus af, hetgeen de Heere voor en in zjjn volk doet. vs 3. Gelijk wij reeds vroeger opmerkten, Simson kan nu naar recht als wreker zijns volks optreden, daar hij verkreeg wat hij wenschte, nl. dat het onrecht zijn volk aangedaan nu ook hem persoonlijk was geschied. Hoe lief heeft Simson, bij al zijn gebrek, toch zijn God en zijn volk, dat hij zich van dit ellendige volk zoo doet handelen. Als wij hem zoo zien optreden en strij den en lijden ter verlossing van een volk dat hem niet begeert, naar hem niet vraagt, ja vijandschap hem betoont, dan worden wij met kracht herinnerd aan het doen van den eenigen Borg en Middelaar van het volk des Heeren, onzen Heere Jezus Christus. Dan worden wij bepaald bij wat des Heeren Apostel schreef in R o m. 5 610, of ook aan wat de pro feet getuigde J e s. 65 2 en 3. Gelijk Simson ons afbeeldt is de Heere met zijne liefde de eerste, en Hij heeft vrijwillig lief, niet omdat dit volk zoo beminnelijk is, maar omdat Hij zich zelf tot liefde bewoog. Een liefde die haar gloed heeft in da liefde des Zoons tot den Yader en des Vaders tot den Zoon. Zóo gezien kan dus het overblijfsel des volks niet omkomen; noch door zijn per- soneele zonden, noch door de volkszonden waarin het deel heeft, en waardoor het mede schuldig staat. Vs. 4 Driehonderd vossen. In de spreekwijze der Schrift behooren de vos en woeste plaatsen en verwoesting bij eik-ander. Dat is te zeggen, zij duiden te zamen een zaak aan. P s 63 11 >zij z u 1«* len den vossen ten deele wor-*

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1887 | | pagina 1