toegelaten tot de bediening des Godde-
lijken Woords in de Friescke kerken.
Evenals andere rechtzinnige predikanten
elders heeft ook Ds. v. d. Bijtel van Per-
üis geweigerd te Barendrecht als ringpre-
dikant op te treden, op grond dat er geen
»V acature" bestaat.
Over het treurig en diepbedroevend feit
dat nog zoovelen laatstleden Zondag be
loofd hebben, mede te werken aan den
bloei van een genootschap, dat tegen God
en Zijn Woord ingaat, en de kerken des
Heeren in de diepste ellende en geestelijk
Verval heeft gebracht, zwijgen wij liever
voorshands. Bet is echter voor Gods volk
en voor de getrouwe Opzieners der gemeente
een rede van schaamte en diepe verootmoe
diging voor den Heere der gemeente.
O, indien wij niet zoo schrikkelijk on
trouw waren geweest, dan zouden zulke
dingen niet onder ons kunnen gebeuren.
Nog schrikkelijker is wat Zondag a. s.
staat te gebeuren, als men zoogenaamd
Avondmaal houden wil. Hoe is 't mo
gelijk dat men den moed heeft tot zulk
een ontheiliging van het Sacrament!
Of wat is het anders in een kerk als deze
waar haat en bitterheid en vijandschap op
allerlei wijze openlijk uitbreken, waar
terwijl de trouwe kerkeraad besloot, dat
daar alle tuchtoefening onmogelijk is, het
Sacrament niet zal worden bediend, nu
eenige predikanten en ouderlingen, die wei
geren in de regeering der Kerk den Heere
Haar Zijn Woord te dienen, toch besluiten
niet voor de gemeente maar voor de lief
hebbers der Synodale orde en rust, brood
en wijn uit te deelen.
Daar kan de Heere niet zijn, waar de
belijders der zuivere waarheid worden ge
weerd, doch de loochenaars van den Chris
tus der Schriften onverhinderd worden toe
gelaten.
Dat is geen sacrament wat bediend wordt
met zulk een op zij zetten van 's Heeren
bevélen.
Leest toch uw eigen belijdenis eens in
art. 35 van de Belijdenis des geloofs, en
vooral ook uw Cateè/nsmus Zondag 28, 29
en 30.
Och mocht er onder Gods volk ook op
dezen Zondag bovenal een bidden en wor
stelen voor den Heere zijn, dat Hij zich
dezer kerk ontferme, en Zijn billijke toorn
niet nog meer over ons brenge.
O dat toch de Heere de dwalende Her
ders en Opzieners staande hield op hun
weg, en dat toch vooral die Broeders, die
in hun consciëntie overtuigd zijn, ja dit
uitgesproken hebben, dat zij tegen de waar
heid ingaan, spoedig de genade en kloek-
heid ontvingen om openlijk met hun mede-
broeders Opzieners de gemeente voor te
gaan in den weg des Woords.
De Classicale en Provinciale Heeren heb
ben het druk. Al weêr kwamen deze quasi-
rechters samen of moeten samenkomen.
Want al weêr is die kostbare organisatie
in gevaar, en die zoete orde en rust ver
stoord.
Indien maar de hand onzes Gods goed 1
over ons blijft, dan zullen zij nog menig
maal gelegenheid hebben tot hun machts
vertoon.
Misschien benoemen zij wel een perma
nente commissie met volmacht om de za
ken af te doen overeenkomstig den Syno-
dalen lastbrief van Februari. Dit kon
evengoed, kostte minder moeite, en het ging
dan naar den wensch van de Synode
spoedig.
Nu weer heeft het Classicaal Bestuur
van Middelburg de Heeren de Wagemaker,
de Kok en Wattez onderhanden genomen.
Zij waren opgeroepen om te verschijnen,
doch zijn natuurlijk niet gegaan, want deze
gemeente heeft met geen Synodaal Bestuur
of Reglement meer iets te maken, 't Zou
bovendien ook onnoodige moeite geweest
zijn, daar ieder weet wat de afloop van
dit soort rechtsgedingen moet zijn.
Deze Broeders zijn nu ter verdere afdoe
ning aan het Provinciaal Bestuur overge
geven. Gelukkig dat al dit kerkelijk af
maken van Broeders (zoo noemen deze
Heeren de vervolgden) dezen Bestuurders
geen hinder doet in hun nachtrust, gelijk
onlangs een hunner, naar men schreef,
verklaarde waarschijnlijk als bewijs welk
een goede zaak dit vervolgingswerk toch is.
Ondertusschen mogen wij onze Broeders
Ouderlingen geluk wenschen, dat zij om
's Heeren wil smaad en vervolging
mogen dragen. Het is zoo als onlangs
iemand schreef,,die door de Synode en
haar helpers wordt gevonnisd in deze
dagen, om zijn deelhebben in het werk
der reformatie, ontvangt daarin van den
Heere eene bevestiging in het ambt."
INGEZONDEN STUKKEN.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Mijnheer de Redacteur
Daar er in deze dagen zoo veel gesproken
wordt over kerken en kerkregeering, dacht
ik zoo bij mij zei ven, wat zou daar toch
de reden van zijnhier hoort men van
afwerping van het Synodaal juk, daar
weer van predikantenschorsing, ja, wat
meer is, ook afzetting van hun ambt als
leeraar, zooals in het vorige jaar te Am
sterdam.
Ach, toen ging ik zoo bij mij zei ven
zeggen, hoe treurig, en dat in de kerk
van Christus, dat hoort daar toch niet
tehuis. Maar het zijn zeker Leeraars, die
niet leven en prediken volgens het on
feilbare Woord Gods, en volgens de in-
1 stelling van Christus Nu, die hooren
ook in de Kerk van Christus niet thuis.
Die moeten ook volgens den Woorde Gods
verdreven worden uit de Kerk, de geloo-
vige kan niet zamen gaan met den onge-
loovige, Christus niet met Belial volgens
2 Cor. 6 die moeten van elkander ge-
scheiden worden. Maar ach, het is
B juist het omgekeerde, zooals wij laatstleden
iweer hebben vernomen uit onze naburige
stad, hoe het zoogenaamde Classikaal
Bestuur den Leeraar Ds. P. J. W. Klaar
hamer heeft geschorst. Waarom Omdai
hij Gode meer hoopt te gehoorzamen dan
de menschen. Ach, hoe ver zijn de Hee
ren van het Classikaal Bestuur en de
Synode buiten het Woord Gods getreden,
zich reglementen stellende boven het
Woord van den Koning der Kerk, en
allen, die niet volgens die reglementen
willen leven, worden uit de Kerk verban
nen en van hun ambt ontzet. Hoe zijn
hunne oogen gesloten, hunne harten ver
hard, menschenverordeningen meer gehoor
zamende dan verordeningen van Christus.
Ja, mij dunkt, indien er eenige liefde in
de ziel is voor het Koningschap van Jezus,
men zou zulk een zaak niet durven hel
pen doen, neen, men zou liever een
schamel stukje brood hebben om de eere
van Koning Jezus, dan het vette dezer
aarde en menschenverordeningen gehoor
zamen. Maar die op God vertrouwt, heeft
ook voor geen kwaad of gebrek te vreezen.
De Heere heeft gesprokenhet goud en
zilver is mijne en het vee op duizend
bergen. Als ik zoo over die zaken dacht,
bedroefde het mij zulks te vernemen, maar
aan de andere zijde was bet mij een
blijdschap, daar ik dacht de Heere is zóo
doende, om de menschen wakker te schud
den uit den diepen slaap, daar wij zoo
jaren ingedompeld zijn. Daar zijn zooveel
kerken en genootschappen, zooveel ver
deeldheid, dat mocht zoo niet zijn onder
het volk van God. Daar is toch maar
één weg, waardoor wij kunnen behouden
en zalig worden. Daar is toch maar één
hope, één liefde, één geloof, maar één
geest, waardoor wij geleid, en gemaakt
worden te zijn kinderen Gods.
Mocht dan de Heere de stok liefelijkheid
en samenbinders weer eens aan elkander
verbinden, opdat het spoedig een kudde
en een Herder mocht wezen om zamen
met allen, die Jezus als Koning van Zijn
Kerk begeeren, te leven niet onder veror
deningen van menschen, maar zooals een
maal onzen Heiland bad Joh. 17 21. -
Opdat zij alle één zijn, gelijker wijs gij
Vader in mij en ik in u, dat ook zij in
ons één zijnopdat de wereld geloove,
dat gij mij gezonden hebt.
En mocht de Heere die Leeraars, die
deze andere broeders vervolgen en helpen
vervolgen, de oogen nog eens openen, op
dat zij nog eens mochten leeren inzien op
welken dwaalweg zij wandelen, opdat zij
voor al 't geen zij ook in dezen gedaan
hebben, nog eens hartelijk voor God
in de schuld mochten komen, ja met de
knechten van Benhadad met de stroppen
om de halzen, vergiffenis afsmeken aan
den troon der genadedan zal de Heere
zich over hen en over ons ontfermen om
Jezus wil. Dan zouden zij en wij nog een
maal met Davi d moeten zeggeneer ik
verdrukt wierd dwaald ik, maar nu onder
houd ik uwe geboden.
Dat geve de Haere door zijne Genade,
om Jezus wilie door de invloeden des
Heiligen Geestes, dat is de wensch van
mij die zich noemt
P. B., Landbouwer te K.