Mm J\LAARHAMER. GrODSDIEUST STOEFENTIÏN" G ENT Zondag 27 Maart. Weekblad gewijd aan de belangen der Gereformeerde Kerken. Jjcdcn!. ©ere! S£dt (doleerende) SIMSON. No. 6. 2 6 MAART. 1887. ZEEU WSGHE KERKBODE. ƒ1 ED ACTEUR y. d. f. M. te MIDDELBURG, Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hij zal ons behouden. Jesajn 33 22. Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen, en Slachtofferen, als aan het gehoor zamen van de stem des Heeren? Zie gehoorzamen is be ter dan Slachtoffer, opmerken dan het vette der r mimen I Sara. 15 22. Deze bode verschijnt eiken Vrijdagavond. Abonnementsprijs fr. pp. per no* f 0,02A Afzonderlijke no- 0,04 Advertentiën van 1-5 regels - 0,30 Iedere regel meer- 0,05 Uitgever F. LE COINTRE Middelburg. Bijdragen en ingezonden stukken aan den Redacteur. Abonnementen en Advertentiën aan den Uitgever. Offficiëele mededeeliogen. In bet midden der stad is een uitnemend gelegen en geschikt huis met tuin aange kocht, waar nu naar wij hopen binnen kort onze hulpkerk zal verrijzen. »R e- h o b t h." DWk (Dofeeteiide) Zaal c Sa bh t1 e r s Sa o ff." 's voorm. half 10 uren Ds. KLAARHAMER, 's avonds zes uren Ds. KLAARHAMER VI. u Richteren 14 8 v.v. Simsön vindt in den dooden leeuw honig, waarvan hij zelt eet, en ook zijn ouders te eten geeft. Indien wij ons herinneren, dat wij dezen jongen leeuw beschouwden als beeld van Israels vijanden en onderdrukkers, dan worden wij onwillekeurig, op dit eten van Simson en zijn ouders lettende, met de gedachten geleid tot de overdenking van deze door alle profeten op zoo verschil lende wijze voorgestelde waarheid, dat de Heere de heidenen wel gebruikt als een roede om Israël te tuchtigen, of als een middel om het te beproeven, maar dat Zijn volk toch in 't einde die heidenen als een buit zal deelen. Hiervan werd reeds iets gezien bij den uittocht uit Egypte en het binnentrekken in Kanaan, en het zal eens ten volle ko men als Openb. 212426 zal worden aanschouwd. De heidenen zijn in zichzelf doode voor werpen, uit welken noch voor den Heere, noch voor Zijn volk iets goeds kan voort komen, maar toch weet de Heere den zijnen ook door deze instrumenten dei- louterende tuchtiging een zoete vrucht te doen toekomen. De apostel Paulus sórak ook van een zoete (vreedzame) vrucht der gerechtigheid, die er voor sommigen uit 's Heeren lou teringen voortkomt. Rebr. 12 11. Onder het beeld nu van „honig" wordt in de schrift aangeduid al die geestelijke en tijdelijke zegeningen, welke de Heere Zijn volk ten tijde van Zijn gunstbetooning schenkt. De Honig is zoo onder die uit nemende verkwikkingen, welke de Brui degom den Zijnen schenkt Iloogl. 5:1. Zij is in Deut. 32 13 en Psalm 81 17 en Ezechiël 16 13 o. a. het beeld van de vertroostende en levengevende gunstbewij zen des Heeren aan zijn erfdeel. Wij zagen ook reeds in Simson een type van Christus en in Simson's worsteling met dezen leeuw de voorafschaduwing van des Borgs worstelingen tot verlossing van Zijn volk en zoo doet ons dan deze gaven- nitdeelende Nazireër denken aan die gaven, welke de Heere als vruchten van Zijn borgwerk aan de Zijnen schenkt. Leest eens Psalm 22 27 en Jesaja 53 11 en 12 en Psalm 68 19. Het geheim dezer zoete vrucht is voor de wereld een raadsel dat hen in het laatste een doodende reuke wordt, terwijl het alleen aan Zijn vrienden door Hem wordt ontdekt en het dezen alleen tot een oorzaak van eeuwige vreugde is. Vs. 11: »als zij hem zagen". Het schijnt, dat zij iets bijzonders aan Simson zagen, dat "hen ontrustte. Zij be merkten al spoedig dit was niet zoo'n Israë liet, gelijk zij er zooveel duizenden kenden. Zij gaven hem daarom dertig medgezellen, schijnbaar als bruiloftsgasten, doch inder daad als een wacht. De wereld onderscheidt al spoedig de levende van de dooden. Van alle Israëlieten zaam hebben zij niets te vreezen. Alleen die afgezon derde is te vreezen. Neen het is geen goed teeken als er vrede is tusschen de Filistijnen en Gods volk. Want als dat volk naar z ij n roeping in afzondering met zijn God woont en dan ijvert voor des Heeren eer en recht en waarheid, dan k a n de wereld dat niet gedoogen, dan dwingt de vijand schap des vleesches en de zucht om zich zelf staande te houden, den Egyptenaar en den Filistijn, de Kaïns en de Sauls en de Kajafassen, om ten laatste zelfs met zwaard en kruis en kerker des Heeren Israel te keer te gaan. Neen het is geen goed teeken, als men ook in onze dagen kerkeraden of predikan ten zich hoort beroepen en verheffen op het feit dat zij nog nimmer door Synodalen of Klassikalen bemoeilijkt werden. Er gaat -dan zeker van hen een andere reuke uit dan van Simson en van al Gods afgezonderde volk. „Spijze (of: „eten") ging uit van den eter en zoetigheid ging uit van den sterke" (of„van den grimmige, den zure"), d. i. een, die anders van niets weet dan van verslinden, die geeft nu aan hongerigen spijze, en een grimmige, scherpe, zure, die anders enkel grimmigheid en zuurheid is, die geeft nu een zoete en aangename vrucht. Zietdaar het groote raadsel, welks op lossing de wereld steeds tevergeefs beproeft. En toch is het daarin uitgedrukte eene heerlijke waarheid, die telkens opnieuw wordt bevestigd. Wereld en Satan en zonde pogen telkens in hun grimmige en groote kracht de

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1887 | | pagina 1