Weekblad gewijd] aan de belangen der Gereformeerde Kerken.
SIMSON.
t
No. 2.
26 FEBRUARI
1887.
ZEEÜWSCHE KERKBODE.
j~"\ EDACTEUR, jK j> jVj^LAARHAMER.
V, d M. té MIDDELBURG
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koning; Hij zal
ons behouden.
Jesaja 33 22.
Deze bode verschijnt eiken Vrijdagavond.
Abonnementsprijs fr. pp. per no* f 0,02^
Afzonderlijke no- 0,04
Advertentiën van 15 regels - 0,30
Iedere regel meer 0,05
Uitgever
X. LE COINTRE
Middelburg.
Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE lust aan
Brandofferen, cn Slachtofferen, als aan het gehoor
zamen van de stem des Heeren? Zie gehoorzamen is be
ter dan Slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen
I Sara. 15 22.
Bijdragen en ingezonden
stukken aan den Redacteur.
Abonnementen en Advertentiën
aan den Uitgever.
II.
Naar Richter en 13 2 zou Simson uit
Dan voortkomen. Niet dus uit den Nazi-
reërstam Levi. Zoo was ook Christus niet
uit den priesterstam maar uit Juda »op
welken stam Mozes niets gesproken heeft
van het Priesterschap" ftebr. 7 14.
Op deze geboorte uit Dan lettende,
wordt het ons duidelijk waarom Jacob
Gen. 49 na het uitspreken van den zegen
op Dan uitroeptop uwe zaligheid wacht
ik o, Reere Immers van verre dezen
Nazireër aanschouwende, ziet hij doorhem
heen den Christus, wiens type hij is.
Volgens de joodsche overlevering zou
Manoach's huisvrouw Hazelelponi gehee-
ten hebben, welke naam beteekent »Zijn
schaduw rust op mij", en die dan 1 Kr on.
4 3 zou bedoeld zijn. Is dit zoo dan
heeft de uitkomst bewezen, dat deze naam
een profetie was. Hij doet ons dan denken
aan het woord uit Luk. 1 35 »de
kracht des Allerhoogsten zal U over
schaduwen". Zoo zou dan ook hierin
-Simson de type Christi zijn.
De huisvrouw van Manoach is onvrucht
baar. Zij is hierin een beeld van Israel,
dat ook den Heere geen vrucht kan
voortbrengen.
Doch nu wil de Heere deze dorre en
doode stam levend maken, en er zich zelf
vrucht uit verwekken. Simson geboren
uit een onvruchtbare door de betooning
van 's Heeren almachtige genade, is dus
ook hierin een beeld van 's Heeren Kerk,
gelijk van gansch Israel, voortgekomen
uit een onvruchtbare en verstorvene
moeder (Sara), beeld ook van het Hoofd
der Kerk uit een afgehouwen tronk
zonder den wil des mans opgeschoten,
voor zooveel het vleesch aangaat, en
eindelijk beeld van ieder kind Gods. Im
mers uit ons zelf zijn wij onbekwaam tot
eenïg goed, en alleen geneigd tot wat
kwaad is in 's Heeren oogen. »Dood door
de misdaden en de zondfen". En nu is
toch elk geloovige bij aanvang een Na
zireër Gods, een levend lid van dat
geslacht en volk, hetwelk Petrus aldus
aanspreekt: »Maar gij zijt een uitverkoren
geslacht, een koninklijk priesterdom, een
heilig volk, een verkregen volkopdat
gij zoudt verkondigen de.deugden desge
nen die U uit de duisternis geroepen heeft
tot zijn wonderbaar licht" 1 Petr. 2 9.
En dit is nu alleen te verklaren uit het
genade wonder dat »Hij ons gebaard heeft
naar Zijnen wil door het woord der
waarheid, opdat wij zouden zijn als eerste
lingen zijner schepselen" Jac. 1 18, en
om dat Paulus Filip. 2 13 kon leeren
»Want het is God, die in U werkt beide
het willen en het werken, naar zijn wel
behagen".
Deze onvruchtbare staat nu is
blijkens het woord des Engels, in den
hemel bekend. Het was zoo naar den
raad des- Heeren. Wat Manoach en zijn
vrouw zoolang tot oorzaak van smart en
smaad is geweest, was juist naar 's
Heeren bestel een middel om zijn Naam
groot te maken en deze geloovigen te
zegenen.
Hoeveel zal er ook in ons persoonlijk
leven, en in het leven der gemeente eerst
na dezen worden opgeklaard en verstaan.
En hoe zal dan in alles de wijsheid en
heiligheid en rechtheid van den liefderaad
Gods uitblinken en erkend worden.
De Engel die hier spreekt is blijkens
vs. 18 de Engel des Heeren d. i. de Engel
des Verbonds Exod. 3 1, 4, 6, 14, d. i.
Jehova zelf, zie Eosea 12 5 en 6, nl.
de tweede persoon, zooals blijkt uit de
vergelijking van vs 18 uit ons hoofdstuk
met Jes. 9 5.
Duidelijk doet de Heere hier zien, dat
Hij het is, die het huisgezin formeert. Hij
maakt den menscli. Eenmaal deed hij dit
als scheppingsdaad, en sinds telkens als
een werking Zijner medewerkende en
onderhoudende Voorzienigheid. Dit wordt
nog bevestigd door Zach. 12 1, Pred.
12 7, Num. 6 22 »God der geesten
en van alle vleesch", Jes. 57 16. Als
persoon en gezin behooren wij dus den
Heere, en het is onze hoogste en heilige
roeping Hem te dienen, en voor zijn
Woord te beven. Dit niet te doen is
schrifekeliike zonde.
In zijn moeder vangt dus reeds blijkens
vers 4 en 5 zijn Nazireërschap aan. Hij
wordt het geboren. Alle eigen roem is
dus buitengesloten. De Heere alleen heeft
dit gedaan.
Naar vers 5, 7, 13, en 14 zou dit
knechtje dan een Nazireër zijn. Wat hier
onder te verstaan zij, doet Num. 6
2S ons zien. Een afgezonderde door God
bij God tot God. Evenals de echte
profeet wordt ook de Nazireër door den
Heere verwekt. Amos 2 11. »En Ik
heb sommigen uit Uwe zonen tot profeten
verwekt, en uit Uwe jongelingen tot
Nazireër. Hij moest den Heere zijn God
heilig zijn, geheel aan zijn dienst, de
liefdedienst der dankzegging en lofverhef
fing geweid.
Hij moest dan ook als een afgezonderde
van zonde en vleesch en wereld bij den
Heere in het heiligdom verkeeren. Zóó
was hij, de Nazireër eigentlijk de ideale
priester. Ue priester niet uit den voorhof
maar uit het heilige. Hij behoort tot die
priesterschap welke zijn bestaan niet heeft
naar »de wet eens vleeschelijken gebods"
maar naar de kracht des onvergan-
kelijken levens" Hebr. 7 16,
Zóó was de Nazireër beeld van de
roeping en taak, en der gestalte door den
Heere aan Zijn Israel gegeven. Dit volk
moest een Nazireër onder de volken zijn.
Een volk dat niet leeft voor de dingen
dezer wereld, maar dat alleen leeft on^