Weekblad gewijd aan de belangen der Gereformeerde Kerken, Midd BIMSON. No. 1. 1887. j~\ EDAGTEUR, Y JvGAARHAMER. V. i). M. t|. MIDDELBURG. Want de HEERE ia onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hij zal ons behouden. Jesaja 33 22. Deze bode verschijnt eiken Vrijdagavond. Abonnementsprijs fr. pp. per no* f 0,02 Afzonderlijke no- 0,04 Advertentiën van 15 regels - 0,30 Iedere regel meer 0,05 Uitgever K. LE JOINTRE LBUKG. Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE lust aan Brandofferen, en Slachtofferen, als aan het gehoor zamen van de stem des Heeren? Zie gehoorzamen "ie be ter dan Slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen. I Sam. 15 22. Bijdragen en ingezonden stukken aan den Kedacteur. Abonnementen en Advertentiën aan den Uitgever. Aan den Lezer. Met bescheidenheid, geachte Lezer, komt de Zeeuwsche Kerkbode een plaatsje vragen onder de bladen en boeken, welke gij naast 'en na Uw Bijbel leest. Waartoe hij dit vraagt, zegt U zijn naam. Hij wenscht een bode te zijn, die wekelijks Idoor onze provincie gaat, om üooldzakelyk aan geestverwanten mede te deelen, wat 'er in de gereformeerde kerken hier en el ders belangrijks geschiedt, en die geschie denis van den dag met U te bespreken en voor U toe te lichten. Het is ook zjjn !voornemen. met U aan de hand der Heilige [Schrift na te gaan, wat er alzoo te weten jen te gelooven, te belijden en te betrachten sis aangaande de Kerk, den Kerkvorm, de [Kerkleer, de Kerkregeering, der Kerken- ambten, enz. Van zelf zal hij dus ook wel moeten spreken over hetgeen tot de roeping en taak der Kerk behoort, ten opzichte van het [huisgezin en de school, en van de maat schappij en de volkeren der aarde. Aan stoffe zal het hem dus wel niet [ontbreken. De Zeeuwsche Kerkbode begeert van den 'Heere te worden gebruikt als een middel, ten dienste van de reformatie der Kerken, waarmede Hij kennelijk is aangevangen. Deze Bode wenscbt te vergaderen en te helpen vereenigen, wat bij elkander behoort, idoch nu helaas uit allerlei oorzaak gedeeld licht. I Hij stelt daarom ook zijne ruimte be schikbaar voor allen, die en -voor alles, dat waarlijk gereformeerd is, en voor genoemde doeleinden kan bevorderlijk zijn. (Gereformeerd noemt deze Bode wat met de drie Formulieren van Eenigbeid over eenstemt. Hoe gij U ook noemt Broeders van ge reformeerden huize, de Bode reikt U de broederhand, en vraagt U om betoon van broederlijke welwillendheid en hulpe. Voorziet, zoo gij 'kunt, dezen Bode van berichten en mededeelingen, waarin ook anderen buiten Uw woonplaats belang kun nen stellen. Helpt zijn redactie, zoo het U mogelijk is, door fin de hoogst belang- f 1 i 1 JÏ V TT J 1 ïijlvv. xvWcBuica uctcl' uageil u rt wuuru LueUto a te spreken. Zoo zal, geve het de Heere, door ver eende inspanning dit blaadje in een wer kelijk bestaande en door velen gevoelde behoefte knnnen voorzien. De redactie wenscht zijn taak te aan vaarden en voort te zetten in de erkenning, dat de bouwlieden te vergeefs arbeiden, zoo de Heere het huis niet bouwt. Gij vindt nu, waarde Lezer of Lezeres, in dit en in elk volgend nummer vooreerst eene korte Schriftbeschouwing, dan een rubriek Kerk", waarin wij over de boven genoemde zaken wenschen te handelen, vervolgens Kerkelijke Mededeelingen, waar onder al wat daartoe kan gerekend worden, een plaats vindt, daarna een gedeelte, dat wij betitelen Uit de Kerkelijke pers"en waarin dus opgenomen wordt hetgeen wij in zusterorganen belangrijk vinden. De overige ruimte hopen wij te gebruiken voor hetgeen op inwendige en uitwendige zending betrekking heeft, en voor adver tentiën. Van ge hiermede de Zeeuwsche Kerkbode zijn tocht aan. Moge de Heere hem ruimte maken, hem den weg wijzen en banen, en hem, kon het zijn, gebruiken als een werktuig tot grootmaking van Zijn heer lijken Naam, tot opbouwing van Zijn Kerk, en tot uitbreiding van Zijn gezegend Ko ningrijk. Wij wenschen onze schriftbeschouwingen aan te vangen met de overdenking van hetgeen de Hetre ons in Zijn Woord heeft doen mededeelen ap^^ade Zijn knecht Simson. Tot deze keuze zijn wij geleid door de overweging, dat dit een hoogst belangrijk deel der Schrift is, hetwelk echter door velen niet recht wordt verstaan, en waarin wij veel zullen vinden, dat ons tot waarschuwing of tot vermaning of tot on derwijzing kan dienen, met het oog op onze tegenwoordige kerkelijke en maat schappelijke toestanden. Wij vangen dus aan bij Rigteren 13 1. »De kinderen Israel's voeren voort te »doen dat kwaad was in de oogen des Heeren." Dit is uu reeds de zevende maal dat dit treurige feit moest worden vermeld. De oordeelen en kastijdingen des Heeren hebben dus het volk als volk niet tot be keering geleid. Israel roept wel vanwege de vijanden en hun ouderdrukkiug tot den Heere, en doet ook wel belijdenis van zijn zonden, maar het komt niet tot rechte zelfontdekking en zelfkennis. De waar heid van Ps. 51 7 wordt door het volk niet gezien. Evenzoo blijft het voor het meerendeel blind voor des Heeren heilig recht op zijn Israel, die Nazireër onder de volken. Vandaar dat het nimmer tot de rechte verootmoediging en verbreking des harten komt. Bij de meesten is de terugkeer tot den Heére slechts uitwendig, en gaan zij als volk dus in de zonde door. Het kwaad openbaarde zich telkens weer in huwlijken met de zonen en dochteren der Kananieten, en in het dienen van de afgoden dezer volken. Israël is nog o, zoo

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1887 | | pagina 1