DE STRIJD OM VREDE.
DE GELDHATER
2e BLAD
Pijn in de ledematen?
AKKERTJES
FEUILLETON
Roosevelt Ossietzky de Parijsche
Luchtvaarttentoonstelling.
Roosevelt Ossietzky
Een ongezouten oordeel
Geen applaus
AKKEP.CACHETS
Uitvoering Vliss. Speeltuinvereeniging
CRISIS PUBLICATIE.
PETER ROSEGESSER.
ZEEUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 18 DECEMBER 1930. No. 51.
■ff
Wie niet blind is voor de werkelijkheid
eri met meer dan oppervlakkige belangstel
ling de gebeurtenissen aangaande oorlog
on Vrede in de oude zoowel als nieuwe
Wereld de laatsle weken heeft gevolgd, zal
hebben bemerkt dal aan de oprichting van
het Vredesgebouw weer eenige belangrijke
hoeksteenen zijn bijgemetseld.
Daar was in de laatste dagen van Novem
ber allereerst die ontzagwekkende rede van
Amerika's president Roosevelt, die in zijn
vurig pleit voor den vrede, de nieuwe we
reld als broeder-hoeder voor den ouden aan
wees.
Deze rede heeft onmiskenbaar groo'en in
druk gewekt en vormt toch wel een positie
ve tegenstelling met Mussolini's woorden, ee
nige maanden terug, toen die vol pathos
beweerde dat Vrede dwaasheid is.
Hoe vulgair en banaal pogen de fascisten
en deszelfs aanhang de Democratie wel
door het slijk te sleuren, wanneer de aan
hangers van die Democratie met hun ge-
heele vermogen de ac'ie tot oorlogsui!ban
ning krachtig voortzetten en verde: i en.
Die bestrijding is de meest duivelsche
de meest gemeene politiek welke wij ooit
gezien hebben.
Het is volksmisleiding en bedrog op groo-
ten schaal en een schandalig misbruik ma
ken van het goed recht der nobele vrijheid.
Een ieder die met gezond versland de
dingen des- leyens waarneemt kan slechts
oprecht betreuren dat zulk een demagogie
niet wettelijk strafbaar is.
Op misdadig onverantwoordelijke wijze
wordt in dat kamp met oorlog en oorlogs
kansen gespeeld en daarom is uit de uit
spraak „Fascisme, enz. is oorlog", blijkbaar
nog niet zoover uit de koers van de werke
lijkheid gedacht.
Dit houde men goed in het oog.
Weten we dus wie de pos lieve tegenstan
ders van het streven naar Vrede zijn, we
dienen opmerkzaam te zijn met welk een
schjjnbaar belangrijke en onschul
dige argumenten zij hun houding verdedigen.
Daarom nogmaals: als de vos de passie
preekt...... enz
Intusschen kende het Noorsche Storting-
fonds dit jaar ook weer de groole Nobel
prijs 1935 voor den Vrede toe en wel aan
de Duitsche schrijver Carl von Ossietzky.
Zijn verdiensten om voor dezen wereld-
prijs in aanmerking te komen dateerden reed
van voor het huidig regiem.
Het is den dank der wereldvrededragers
over welk gebeuren de sombere schaduw
valt van het feit dat von Ossietzky thans
ernstig ziek in liet tuberculose paviljoen
van een Berlijns Ziekenhuis i. o genomen.
Moge den patient nogeenigen tijd be
schoren zijn om van de hem gebrachte hul
de en dank een nuttig gebruik te kunnen
maken.
Een ander, niet minder opmerkelijk ge
beuren vond eind November plaats in de
gehouden Lueh.vaart en.oo. s'.ei.ing aldaar.
Een critiek die wij over deze glanzende
expositie lazen viel niet mee. De bezoeker
criticus schreef daarvan:
Al wat den mensen van deze tijd aan
technisch vernuft gegeven is, was op deze
machtige show in zijn meest vervolmaakte
aviatische toepassingen getoond. Een keur
van materialen van alle hoeken der aarde,
onbegrijpelijk fijne meetwerktuigen en b^
werkingen, motoren, die den mens in een
klein bestek een krachtsontplooiing van
duizend paardekrachten en meer beschik
baar stelden over de gehele lijn een met
uiterste verfijning zowel als ui'ersfe kracht
streven naar die verovering van hel lucht
ruim, waarnaar de mens meer dan dertig
eeuwen heeft gezocht en die hij in dertig
iaren verworven heeft. Op deze tentoonstel
ling zag men voor ogen, het ui'erste waar
toe in 1936 's mensen we'ensdrang, vernuft,
bezieling en drang naar het heroïsche ge
reikt hebben.
Die tentoonstelling had daardoor een in
spirerend edel, gelukkig stemmend monu
ment voor het menselijk streven kunnen
wezen. Maar ze was niet anders dan één
felle aanklacht van den mens. De
enorme ruimle met Franse, Russische, En
gelse, Tsjechische, Nederlandse, vliegtuigen
toonde op een of twee uitzonderingen na
louter militaire machines. Het scheen, of
er voor het menselijk vliegen maar één
werkelijk belangrijk en begeerlijk doel was
weggelegd: de vernietiging van den mens
zelf.
Bijeenbrenging der volken? Ja om
sneller en beslissender te kunnen toe
slaan.
Méér winst in uursnelhcid, stijgsnelheid
en draagvermogen? Ja óm den lucht
aanvalier nog meer overwicht op
den verdediger te geven.
Ik betwijfel, of er ooit in de wereld eei»
afschuwelijker, dui 'elij'cer en onheils; el en-
der teken gegeven is van de staat van vol
strekte onwaardigheid, waartoe de edele
krachten van verstand, vernuft, arbeidsij-
ver en bezieling den mens kunnen leiden
indien deze zijn hart heelt gesloten voor ka
meraadschap en gemeenschapszin in hun
wijdere betekenis en als hij tot waanzin is
gedreven door wantrouwen en haal. Hier
bleek alles den arbeidenden mens tot
zijn heil gegeven en hij had het alles tot
verderf van zich en zijn tijd aangewend.
Dertig eeuwen had hij van het luchtruim
gedroomd en wat stelde hij ten toon als
de droom gestal e had gekregen? Een zaal
vol beulswerktui0en, die de wreedheid der
middeleeuwen overtroffen. Wat zijn stre
ven gericht op de daadwerkelijke vorming
van een wereldgemeenschap der volken,
nu deze in de klein geworden wereld mo
gelijk geworden scheen? Neen: hij vroeg on
ze bewondering voor een nieuwe luchtkrui-
ser, die 45Ü K.M. l ep en in 10 minuten
naar 6000 M. kon klimmen om daar den in
woner van een andere wereldprovincie le
lijf te gaan met twee 23 m m. kanonnen, drie
8 m.m. mitrailleurs en 300 K.G. bommen.
Wie een sprankje liefde voor de lucht
vaart en haar missie en maar een vonkje
van geloof in de wereldkameraadschap in
zich omdroeg, kon tussen al die fraaie stands
niet anders rondgaan dan met een diep
besef van schande en schaamte om deze
staat van prositutie, waartoe die luchtvaart
gevallen scheen. Schandbesef en schaamte
kon hij voelen en dan een verbijsterde
verwondering. Want terwijl die wonderwe
reld van verderfelijke mécaniek stond te
glanzen en te blinken; terwijl op de stands
de fabrikanten in veeltallige zakengesprelc-
ken onderhandelen over voordelige leve
ring van toestellen en bouwvergunningen
aan onverschillig welke regering, die ze
straks misschien zou loslaten op de ste
den van hun eigen landen, liep daarlussen
de menschheid, tot wier verderf dit alles
diende, glimlachend en bewonderend rond.
Temidden van een welhaast tastbaar ge
worden geldverdienerij aan hun eigen dood
wezen ze elkaar met interesse op de nieuwe
uitvindingen. Zo goed als de Duitse muni
tiefabrieken van Krupp na de wereldoorlog
aan de Engelse! e munitiefabrieken van Vi-
ckers een rekening van een shilling en
drie pence per op de Duitschers afgeschoten
granaat voor patentrechten indienden en
zodoende 60 Duitse Marken konden bereke
nen op eiken gesneuvelden Duitser, zo goed
stonden hier grote concerns gereed om nog
wel heel andere winsten te gaan behalen
met de dood van hetzij landgenoten, hetzij
vreemdelingen. Vrolijke vlaggen en wimpels
sierden de stands; zag niemand van de geïn
teresseerde bezoekers dal het maar de
vuile was van het kunstmatig opgezette, aan
winstkansen rijke ultranationalisme was, die
daar te drogen hing?
Nu het doek na die revue gevallen is, is
er geen reden tot applaus. Maar er is
Die scheuten in Uw schouder, in
Uw arm of been, neem daarvoor
nu eens wat van die wondervolle
Volgens recept van Apotheker Dumont
nog wel reden, om met een nuchtere, strijd
vaardige verachting van een misselijk dwaal
spoor. de grote mogelijkheden te blijven zien,
die de luchtvaart bij de opbouw der we
reldgemeenschap kan bieden, en het is in
deze richting, dat, ook en misschien juist
in Nederland, de aankomende enthous'asie
generatie van jonge bezielden voor de lucht
vaart nog in naam en daad werkelijk eer
kan behalen.
Men ziet het is klare, duidelijke taal. Doch
gelukkig achten wij het verschijnsel dat de
oogen voor de menschelijke moraal der
mate geopend geworden zijn, dat zulke ver
tooningen niet alleen meer door verblinde
bewonderaars worden bezocht.
Deze critiek levert het bewijs van een
ontwaken na eeuwenlange sluimering.
Moge straks middels een concentratie
van de in de wereld aanwezige en werk
zame krachten tot behoud van den vrede
kunnen worden bereikt, dat het nut van
die uitvindingen geen verdere uitwerking
heeft kunnen bereiken dan alleen om in
een tentoonstellingshal le hebben gediend
als interessant en actueel snufje tot ver
maak der lagere instincten van de Lucht
vaartshow.
Het bestuur van de Vliss. Speeltuinver
eeniging bestaat uit een aantal heeren, die
altijd in de weer zijn voor hun speeltuin.
In de zomer zijn hun oogen gericht op den
tuin zelve, zien toe, dat de requisieten in
goede orde worden gehouden. Des winters
echter, wanneer de speeltuin verlaten ligt
tusschen dorgeworden struikgewas, is er
voor hun weer een ander perspectief en
wel, om te komen tot het geven van een
uitvoering tot stijving der kas en tevens
zoo'n avond aan te wenden ter propaganda.
Gesteund door de Cabaretclub van het
M.S.F. is het bestuur der speeltuin er in
geslaagd te kunnen komen tot het geven
van een uitvoering, welke j.l. Zaterdag in
„De Oude Vriendschap" plaats vond.
De Heer Heijboer, voorzitter der veree
niging heette allen welkom en dankte ver
schillende personen, die mede hadden ge
holpen, de opzet van deze uitvoering te
dóen slagen. Wanneer het bestuur den out
sider eens achter de coulissen laat zien en
het wezen en werken der speeltuin-vereeni-
ging wordt kenbaar gemaakt, is er altijd
meer aanleiding, dat er meegeleeft wordt,
althans dan meer reden, om belang
te stellen in het werk der V.S.V. Men weet
immers maar al te goed, dat een ouder er
piet zoo rustig op kan zijn, als Ihun kind
ergens aan- het spelen is, en dat het snelle
verkeer hun veel angst bezorgd. Daarom
voorziet een speeltuin in een groote behoef
te. Daar kunnen de kinderen ongestoord
spelen zonder gevaar, zoodat er bij den
ouder geen ongerustheid behoeft te bestaan.
Speciaal heeft de heer Heijboer erop ge
wezen, dat de V.S.V. geen buurtvereeniging
is, maar dat een ieder lid kan worden,
vooral de bewoners van Tuindorp en Tuin
stad. In de hoop, dat nog vele ouders zich
zullen aansluiten bij de vereeniging. gaf hij
verder de leiding aan de Cabaretclub.
Met Jack de Coninck aan het hoofd heb
ben de dames en heeren dezer club ©en
cabaretprogramma geboden, dat op vlotte
en prettige wijze voor het voetlicht werd ge
bracht. Voordracht, zang en dans was wel
verzorgd. Het is wel sympathiek van het
M.S.F. hun club in dienst te stellen van deze
vereeniging. We Zien hieruit hoe nuttig het
kan zijn, als er onderlinge samenwerking
bestaat.
Ter afwisseling de sprekende pop van een
Vlissingsche Professor, die met leuke kwink
slagen, de lachspieren in beweging bracht.
Tusschen de kleine pauzen liet het huis
orkest goede muziek hooren, waarvan we
extra vernoemen de ouverture „Leichte,
Cavallerie" van F. von Suppé. L,
4 j -
GELEGENHEID TOT KENNISNEMING
DER KALVEREN TOEWIJZINGEN '37
De Landbouw-Crisis-Organisatie voor Zee
land brengt ter kennis van de rundveehou
ders. dat vanaf heden tot en met 24 De
cember a.s. op de werkdagen de gelegen
heid is geopend kennis te nemen van de
lijsten der kal vertoe wij zingen 1937, welke
op de districtskantoren gedurende de kan
tooruren ter inzage zullen liggen.
Dientengevolge kunnen georganiseerden,
die zich te kort gedaan achten, alvorens een
bezwaarschrift in te dienen, zich ervan o-
vertuigen, of hun bezwaren al of niet zijn
gegrond.
In verband hiermede is de termijn, bin
nen welke tegen de kalvertoewijzingen 1937
beroep kan worden aangeteekend, verlengd
tot en met 24 December a.s.
DOOR
20.
„Wel, wel, dat kun je anders zelf het bes
te weten", siste de oude, maar toen de jon
ge knecht hel geld voor den dag haalde, be
gonnen zijn vingers te trillen, dat ze er
schier van klapperden. „Laat eens zien".
Gretig en snel greep hij de biljetten. „Drie-
vier-viji-honderdHij hijgde naar adem;
zijn grijz.e, schele oogjes puilden uit alsof
ze uit hun kassen naar beneden wilden sprin
gen op die hooge cijfers. „Bliksems. Blik
sems", mompelde hij al maar, „dat is een
boel géld".
„En je zoudt denken dat ze echt wa
ren?" vroeg de jongeman, terwijl hij den
geknakte uit de hoogte scherp opnam om
te zien hoe de hartstocht in hem woedde.
„Ze zijn echt, dal is zeker, even echt als
het zilver, als hel goud, dat er voor be
taald wordtsliet Remini koortsachtig op
gewonden uit. „Een mooie hoop geld is
het, een mooie hoop geld. Drommels
Melchior, je hebt het ver gebracht, ver.
Vijfhonderd-ineens. Het is veel, het is veel".
„Och, aat is zooals je het wilt opvatten",
zei de jongen op geringschatlenden toon
en nam de biljetten weer aan, ,,'t kon ook
méér zijn. Vijfhonderd naar boven is meer
dan van vijfhonderd omlaag; 't kon ook
méér zijn.
Maar, je zult het wel weten, Remini, ik
ben geen vriend van geld; ik heb het ook
niet noodig".
Bij deze woorden trilde er, gelijk de
vroolijke vlam van het vuur, waarvoor hij
neergehurkt zat, een glans van vreugde over
het aschgrauwe gezicht van den oude.
Hij houdt er niet van? Hij heeft het niet
noodig?Reminfs oogen lieten geen
oogenblik van het papier af.
„Echt geld dus, zou je denken, Remini?"
„Zoo echt als het maar zijn kan", kraste
de geknakte vol geestdrift.
Melchior schudde ongeloovig het hoofd:
„Ik wil het toch liever eens probeeren.
Let Op".
Hoog hief hij de in elkaar gefrommelde
biljetten op en met een krachtigen zwaai
wierp hij ze in het vuur.
De oude stiet van schrik een afschuwe
lijken gil uit, greep toen met zijn beide
handen in de vlammen, maar trok ze ker
mend van pijn weer terug; het papier tril
de, wrong zich en kromp samen in den
gloed; een bruine adem ging over de
witte blaadjes. Toen brandden ze met een
groote vlam; de grijze asehblaadjcs flad
derden rond, de zwarte vlokjes krompen
ineen en verleerden in den vuurpoel,
Melchior had er, de armen over de borst
gekruist, bij gestaan. Niet glimlachend, maar
met trillende gelaatsspieren en fonkelende
oogen had hij de bankbiljetten zien ver
branden.
Toen het laatste spoor ervan verdwenen
was, haalde hij diep en zwaar adem en
fluisterde: „Nu is je vonnis voltrokken. God
dank. Goddank".
Remini was bijna in zwijm gevallen. Maar
opeens sprong hij als een bezetene op, sloeg
de handen in elkaar en schreeuwde: „O,
jou gek, jou krankzinnige. Schurk, die je
bent. God in den hemel, nu heeft hij dat
geld verbrand".
„Dat geld? Neen, geld was het eigenlijk
niet", wierp de jonge man tegen, „het was
maar papier".
„Vier lange jaren heeft hij daar hard
voor gewerkt".
„Dat is zoo", zei Melchior, „maar dat is
nu voorbij en die vodjes konden dat werk
toch niet lichter meer maken. Zeg jij nu
eens. Remini, wat of wien heb ik erdoor
benadeeld? Is er een stukje goed minder
op de wereld, nu die asch daar ligt? Is
mijn vier jaren lange arbeid op de Hooge
Weide daardoor soms ongedaan gemaakt?
Geen enkele spijker, dien ik ooit in een
plank geslagen heb, is er daarom uit ge
sprongen".
„Jou honderdduizendvoudige ezel, je hebt
er je zelf mee benadeeld", riep Remini
„Dat is nog niet zeker", zei Melchior.
„Misschien zou ik het geld naar de stad
gezonden hebben, om rente op te bren
gen. Maar ik zelf zou een boerenknecht op
de alm gebleven zijn, juist zooals de ande
re boerenknechts leven en ten slotte ster
ven. Niet ieder mensch heeft geld noodig,
beste neef Remini; het eten en drinken
en de kleeren groeien uit den grond op en
voor den grond is het geld te slecht: die wil
mest hebben, mest en arbeid van vlijtige
handen. Mijn dagen werk, dat is de pas
munt, waarmee ik van de wereld mijn da
gelij ksch brood afkoop".
„Nu heeft me die kerel dat geld ver
brand" klaagde de oude maar aldoor, „een
schande is het; het geld is toch al zoo
schaarsch. Zeg, Melchior, voor de recht
bank brengen zullen ze je. Opgehangen zul
je worden".
„Ha, ha, dat zullen ze stellig wel laten'*
zei de jongen lachend. „Waren er maar
meer van die menschen, die ten bate van
hun land hun papieren geld verbrandden.
Want ik geloof dat het land er voordeel
van heeft, als men papieren geld ver
brandt. Jij begrijpt daar natuurlijk niets
van, maar ik zeg: hier aan den woudzoom
onder den vrijen hemel, heeft Melchior
Ehrlich, de zoon van den Eerlijken Smid
aan zijn vaderland vier jaren van den ar
beid zijner jeugd geschonken. En hij weet,
waarom hij het gedaan heeft, ziezoo,
neef, laat j« m je aai lappels maar smaken
en denk erbij: die zijn stellig echter dan
de bankbiljetten; die zijn verbrand en de
aardappels 2jijn alleen maar gebraden.
Melchior stak zijn handen in zijn broek
zakken en slenterde langzaam weg.
De oude Remini Dreihand had heele-
maal geen trek meer in zijn aardappels,
maar ten slotte at hij ze toch op, met de
schillen erbij. Misschien was daar nog wel
een stofje asch van de verbrande hankbi:
jetten aan blijven kleven.
(Wordt vervolgd.)