DE GELDHATER Zoo'n Migraine? FEUILLETON {±iZ/ci- 4.50 Hoogwater te Vlisslngen opi 2.16 3.20 3.57 5.23 WIELRIJDERS, LICHT OP 1 te te M te M te M te M te Apotheken geopend te Vlisslngen: Zondag is geopend PETER ROSEGESSER. PERV2POND ZEEUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG .16 OCTOBER 1936. No. 42. LM De filosoof Leibnitz, die in 1666 met zijn werk voor de dag kwam, wordt over 't al gemeen beschouwd als de vader van de wcrjldtaal-idee. Men heeft er ook wel aan gedacht de een of andere bestaande taal daarvoor te ge bruiken, maar men kan zich niet voorstel len, dat de ene natie de taal van de andere als Uni ersele taal zou aanvaarden; en do de talen, Latijn, Grieks, Hebreeuws, wa ren te lastig en ongeschikt voor de moderne tijd. In 1880 werd door Johan Martin Schleijer, pastoor te Litzelstetten bij Konstanz, he,t zo genaamde „Volapük'* de wereld ingezonden. Dat was de eerste wereldtaal die aanhang vond, want ze was enigszins bruikbaar en er werden zelfs congressen in gehouden, n.l. in 1884 te Friedrichshafen, in 1887 te Miinchen en in 1889 te Parijs. En toen kwam het einde, want men bleek elkander niet be hoorlijk te kunnen verstaan. Het spreekt vanzelf, dat de mensen door de mislukking van ,,Volapükwantrouwend zouden staan tegenover elke wereldhulptaal en dit wantrouwen is thans, meer dan 40 jaar later, nog niet geheel verdwenen. Onder deze ongunstige omstandigheden kwam Esperanto. Het was de vrucht van Dr. Lazaro LuJo- viko Zamenhof, geboren in de Poolsche stad Bialijstok op 15 Dec. 1859. De inwoners van die stad waren Russen. Polen en Duit sers, die allen verschillende taifen spraken, en in volkomen vijandschap met elkander leefden. De jonge Zamenhof zag deze toestand met droefheid aan en kwam al spoedig tot de overtuiging dat het verschil in taal een voorname oorzaak was van die onenigheid. Het idee van een wereldtaal kwam dus al vroeg in Zamenhof op, en hij nam zich voor, desnoods heel zijn leven aan dat ideaal te wijden. Toen hij als student met vreemde talen kennis maakte, vooral met het Engels, vatte hij moed. De eenvoudige Engelse gram- matika trok hem aan. Hij bemerkte dat rijkdom van gramma ticale vormen, slechts een blind historisch toeval was, en zo begon hij met vasle hand te snoeien, en stelde een zeer beknopte, doch streng logische grammatika samen. Daarna wist hij nog geen raad met de dikke woordenboeken. Doch plotseling vond hij een systeem van voor- en achtervoeg sels, waardoor hij de woordenlijsten terug bracht tot een paar duizend woorden, ge nomen uit de bestaande talen, n.l. voor 60 0/0 uit Romaanse, 300/0 Germaanse en 10 0/0 uit Slavische talen. Dit systeem van vóór- en achtervoegsels ook voorkomend in reeds bestaande talen, is een vernuftige vinding, die bewondering afdwingt. Toen Zamenhof 19 jaren oud was, had hij reeds zijn taal nagenoeg klaar. De 5e December 1878 vierde hij met zijn kamera den der 8ste. klasse van het Gymnasium in alle stilte de geboorte van de nieuwe we reldhulptaal. Behalve grammaire en woor denboek waren ook enkele vertalingen ge reed. Zamenhof hield echter alles stil en beoe fende en verbeterde niet zijn kameraden nog negen jaren de nieuwe taal. Hij stu deerde intussen op Universiteiten te Moskou en Warschau en ontving in 1885 het genees heer-diploma. Toen schreef hij zijn eerste brochure en leerboek, da^ hij in 1887 uit gaf in 't Russisch, Pools, Frans en Duits. Zamenhof noemde zich: Dro Esperanto, hetgeen betekent: een hopende; eh later werd dit pseudoniem vanzelf de naam der taal. De Esperantisten dragen als insigne ook het teken der Hoop, een groene viji'pun'ige ster. Door de buitengewone eigenschappen, verbreidde Esperanto zich snel, ondanks de mislukking van ,,Volapük". In 1889 verscheen te Nürnberg de eerste Esperantokrant. In 1892 werd te St. Pe tersburg de eerste vereniging opgericht. In 1901 verklaarde de Franse Academie van Wetenschappen bij meerderheid van stem men, Esperanto een meesterwerk van logi ca en eenvoud. Esperanto functioneerde volmaakt. Vele lijdsci'ri ten verschenen er in, en de Esperanto literatuur omvat thans al meer dan 7000 werken. De laatste lijd verschijnen alle belangrij ke boeken die uitkomen ó6ll in Esperanto. Ook de Bijbel is in Esperanto vertaald. Dit alles is toch een afdoend bewijs dat Esperanto leeft. ESPERANTO-CONGRESSEN. Een gloriedag in de geschiedenis der Es peranto beweging was de 5e Augustus 1905. Toen werd te Boulogne sur Mer het eerste Esperanto Congres g houden. Niet minder dan 688 Esperantisten uit 20 landen namen er aan deel. Nu moest blijken dat hun mooie taal aan de hooggespannen verwachtingen zou beant woorden. Onder geweldige spanning nam Dr. Za menhof het woord en sprak de zo beroemd geworden, onvergetelijke rede uit, waarvan de aanhef luidde: „Ik groet U. waarde geestverwanten broe ders en zusters van het gro'e mensengezin, die bijeengekomen zijt uit nabije en verre landen, om elkaar broederlijk de hand te drukken, enz." Het was een openharing, allen verston den hem volkomen en zonder moeite. Jaarlijks werden opnieuw congressen ge houden met steeds stijgende belangstelling. In 1914 zou op 1 Augustus het 10e Con gres te Parijs geopend worden. Het kon ech ter niet doorgaan wegens het uitbreken van de wereldoorlog. De Meester van het Esperanto overleefde de oorlóg niet. Op 14 April 1917. dus reeds op 57-jarige leeftijd overleed Dr. Zamen hof te Warschau, deels wegens verdriet om de wreedheid der mensen. Maar het Esperantó werd ni t vernietigd. In 1905 werd te San Francisco het elfde congres gehouden, met slechts 100 deelne mers. In 1920 had te Den Haag het 12e Congres plaats met 408 deelnemers uil 27 landen, in 1921 te Praag het 13e Congres me. 25(U deelnemers uit 35 landen en zo ging het voort. Een der hoofdmomenten van de congres sen is wel de feestelijke opening. Een samenzang van mensen uit al'e delen der aarde, in één taal, maakt diepe indruk. Een bonte rij afgevaardigden uit alle lan den en rassen komt om beurten namens bun landgenoten een groet van vrede en vriendschap uitspreken, alles in Es; eranto en telkens volgt een hartelijke toejuiching door allen. Dus weer een ellendige dag in het voor uitzicht. Heusch niet noodigl Neem een "AKKERTJE" en binnen 'n kwartier voelt Ge U weer frisch en opgewekt en zijt Ge Uw hoofdpijn kwijt. AKKER-CACHETS helpen verrassend snel bij Hoofdpijn, Kies pijn, Zenuwpijn, Rheumatiek, Griep. Per «tuks slechts 52 cent. Overal verkrijgbaar Met een internationaal bal wordt de eers te dag besloten. Tijdens het congres, dat een week duurt, hebben verder een reeks werkvergaderin gen plaats, waarbij regelingen besproken worden om de evolutie der internalionale taal en de groei der beweging in goede ba nen te leiden. Ook hebben vele z.g.n. vak bijeenkomsten plaats, o.a. van onderwijzers, kooplieden, juristen, pac'fisten, blinden, enz. Men onderhandelt daar vlot, gemakke lijk en doeltreffend in één taal, als waren allen landgenoten. Ook wordt tijdens het congres een Espe ranto Zomer universiteit georganiseerd, waar geleerden uit eersclïiï'.ende landen spreken over wetenschappelijke onderwerpen. Verder kan, men deze congressen wel noe men het grote jaarlijkse internationale Es- peranto-feest, een feest van vrede en ver broedering. Er worden e cursies gemaakt met gezamenlijké maaltijden; er worden feestavonden georganiseerd met Esperanto toneelopvoeringen, enz. Plet plaatselijk con grescomité zorgt voor allerlei verrassingen. Vele deelnemers aan de congressen zeggem, dat dit de mooiste dagen van hun leven zijn. Plier komen bijeen Esperantisten uit let terlijk alle landen der wereld, jong en oud, arm en rijk; hier voelt men niet het ver schil van nationaliteit, van stand of poli tiek; hier zijn slechts mensen. Iedereen kan hier aan deelnemen, want Esperanto is een taal, cie men werkelijk lere.i en ge bruiken kan. Esperan;o is de taal van de vrede. Het 25ste Congres is van 29 Juli tot 5 Aug. 1933 te Keulen gehouden; het 26sle van 1 tot 8 Aug 1934 Ie Stokholm; het 27 ste Congres van 3 tol 10 Aug. te Rome: het 28ste van 5 tot 13 Aug. 1936 te Weenen. Over het Congres in 1937 volgen laler uit voerige mededeelingen. In 1908 werd de Universala Esp. Asocio opgericht, met zetel te Genève. Deze bond heelt thans afdelingen en Consuls in 2000 st den. I11 1922 werd door de Volkenbond na onderzoek uitgemaakt, dat Esperanto 8 ét 10 maal gemakkelijker te leren is dan enige andere taal. In 1925 werd Esperanto tot het internatio naal telegraafverkeer toegelaten. Esperanto is een feit geworden, even vanzelfsprekend, als de spoorwegen, de ra dio, enz. Esperanto moet thans behoren tot de we tenschappelijke uitrusting van alle ontwik» keiden. Leert 'Esperanto. Vraagt inlichtingen aan de Centrale Es» xperanto Propaganda Commissie Secretari aat: Gerardsweg 19, Nijmegen. OCTOBER ZON Op Onder Zaterdag 17 Oct. 6.30 5.01 Zondag 18 6.31 4.58 Maandag 19 6.33 4.56 Dinsdag 20 6.35 4.54 Woensdag 21 6.37 4.52 Donderdag 22 6.39 Vrijdag 23 6.41 4.48 Zaterdag 170ct. v.m. 2.06 n.m Zondag 18 2.39 H 2.50 Maandag 19 3.14 M Dinsdag 20 M 3.44 n Woensdag 21 4.18 M 4.37 Donderdag 22 4.56 Vrijdag 23 f, 5.45 6.23 Zaterdag 17 Oct. 5.31 uur Zondag 18 5.28 Maandag 19 5.26 Dinsdag 20 5.24 Woensd. 21 5.22 Donderd. 22 5.20 ff Vrijdag 23 te 5.18 M OCKENBURG, Singel J 630* AAM ^/QTTAlMflKliKI DOOR 11. De kleine' Boter-Toni, het roodgejakte deerntje, liad een allerliefst snuitje. De frischroode lippen waren naar boven en naar beneden ietwat omgekruld, als roze- hlaadjes, voor zij ontluiken; zij stonden al tijd een beetje open, en, als het meisje gies- gelde, kon men zien wat een frissche tan den zij had. Het neusje was aardig opge wipt, de sterretjes van oogen gingen half schuil onder de lange wimpers, als wilden zij met iemand verstoppertje spelen. Wan neer de wimpers echter van tijd tot tijd op geslagen werden, dan trilde over de grijs blauwe oogen een heel bijzondere dauw- gloed, die Melchi dééd sohrikken. De klei ne Toni geneerde zich in haar karnkamer natuurlijk niet in 't minst; het karnen is een warm werk, daarom maakte zij haar jakje zoover los, dat Melchi door het boorgaalje alle lappen in haar hemdje gezien zou heb ben, als hij niet .bijtijds een prop mos in het gnf had gestoken, om dit \oor z^fn oogen zoo wel als voor die van anderen deugdelijk af te sl uiten. Het is te begrijpen, dat een zoo beschroom de jongen er tot dusver nog niet toe geko men was, de kleine Toni als tegengeschenk voor het peperkoeken hart zijn vogel uit dennenbast aan te bieden. Hij had het al dikwijls genoeg willen doen, maar telkens liet zijn moed hem in den steek. Toen kwam hij op zekeren dag op het idee, om Toni zelf den vogel te laten nemen als die haar be viel. Hij zette hem in het venster van haar kamertje; maar de vogel bleef daar staan, zonder dat zij hem zag. Daarentegen merkte de kleine „dreumes" hem wel op en sloot een verbond met Frits, den jongslen zoon des huizes, om het potsierlijke ding van de vensterbank weg te halen. Melchi kwam nog bijtijds achter die samenzwering, stak den vogel van dennenbast weer in zijn broekzak en droeg hem weer met zich rond, gelijk voorheen. Nu gebeurde het eens, dat de jongen bij het hakken van elzestruiken voor strooisel zijn broek ophaalde, juist hoven de heupen, en 's avonds hij het thuiskomen vroeg: „Toe kleine Toni, jij wilt zeker wel zoo goed zijn, om me die scheur weer dicht te naai en?" Zij lachte vroolijk op en kwam dadelijk met naald en draad aan. „Ga nu maar eens op die bank zitten, anders draai je me te veel heen en weer. Zoo. hou je nu stil, be weeg je niet, anders krijg je een prik". „Ga je gang maar", zei de jongen, en voel de iederen steek heet door merg en beien gaan; het was h°m U moede, alsof Rood- jakje zijn hart aan het hare vastnaaide. „Jij wordt later een knap soldaat", zei de karnineid. „Ik wil geen soldaat worden",- gaf hij stug ten antwoord. „Ik houd er niet van, menschen dood te maken. Zie maar eens om je heen: menschen zijn er te weinig, maar geld is er te veel". „Je zegt het juist verkeerd", merkte To ni op. Melchior zweeg en gaf zich geheel over aan de aangename gewaarwording van het toe-naaien. „Wel heb ik van mijn leven", riep het meisje opeens uit en begon zoo onbedaar lijk te lachen, dat ze heel niet meer op adem kon komen, en de goede Melchi met allebei zijn vuisten op haar rug moest trommelen, om haar voor stikken te bewaren. „Heb ik van m'n leven", hijgde ze telkens en schoot weer opnieuw in den lach, „wat voor een grappig ding heb je daar toch in zitten". Zij had den vogel van dennenbast ont dekt. „Dat?" antwoordde de jongen, „dat is een roodborstje. Bevalt het je?" Weer kreeg ze het benauwd van het la'- chen en toen ze eindelijk tot bedaren ge komen was, vroeg zij met nog heesche stem „Wel, jou gekke jongen, dat heb je zeker zelf gemaakt om het aan je meisje te geven. Ja dat begrijp ik wel't is zeker voor een knap pe meid uit het Beneden-land. Wacht maar eens, dat krijg je nooit meer van me terug". Den vogel uit zijn zak halen en achter haar borsfdoekje steken, was bet werk van een oogeiibiik; daarna bl.cf zij nog lc.i poesje giegelen en gekheid maken. Melchi was méér dan gelukkig. „Die vogel was voor jou bestemd, Toni" fluisterde hijj en wist onderwijl niet, hoe hij kijken moest. „Voor het mooie peperkoeken hart, Toni, je weet wel. En let nu eens goed op, misschien legt die vogel ook nog eens een ei; dat is dan ook voor jou Nieuwe lachkramp. Een houten vogel een ei leggen. Zoo iets geks had Roodjakje haar leven lang nog niet gehoord. „Melchi" riep de boer van huiten af. Zij hielden zich beiden zoo stil als muis jes en de boer ging weer weg. „Dat domme wegkruipen", riep de jon gen opeens en sprong boos op, „wat steekt er nu achter, als de meid een scheur in mijn broek dichtnaait". En hij; liep hard den baas achterna. SLECHT GELD. De adjunct-houtvester Kiliaan was niet meer teruggekomen. Men vertelde, dat hij voor levenslang in een diepen kerker opge sloten was. Melchior was daar zeer bedroefd om, maar de boer van de Hooge Weide troostte hem: „Een jonge valsche munter, die voor de eerste maal betrapt is, krijgt niet levens lang. Dat zou ongehoord zijn; dat is zeker niet waar". „En als iemand voor de tweede maal be trapt is?" riep de jongen opgewonden uit, „het zout mij spijten voor mijn broer, maar ze moeten hem maar in 't kot houden,' want als hij eruit komt, laat hij 't toch nie* meer'-. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1936 | | pagina 6