%tmt De verdeeling der welvaartskoek. waarin opgenomen Wegeling's Nieuwsblad Men moet leven door te laten leven. Een praatje over industrialisatie. 42e Jaargang VRIJDAG 16 OCTOBER 1936 No 42 Dit nummer bestaat uit 8 pagina's. Een goede Gabardine of Overjas Kieedingmagazijn L. M, DE CR0M Speciaal adres voor Werkmansgoederen De practische zin van iedere huisvrouw, doet haar opmerken, dat onze kwaliteits Vleesch- waren toch het fijnste zijn. VAN VESSEM eeuwsch nieuwsblad UITGAVE: N. V. ZEEUWSCHE UITG. MI). BUREAUX VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: St. Jacobstr. 31, Tel. 370, Noordstr. 44, Tel. 130 Vlissingen, Noordstr. C 34, Tel. 236, Middelburg. 25 AGENTSCHAPPEN ADVERTENTIËN 20 ct. p. r. INGEZ. MED. 40 ct CONTRACTEN ZEER LAGE PRIJZEN ABONNEMENT 40 ct. p. 3 mnd. p. post 45 ct. Advertenties inzenden voor Donderdag 3 uur Toen de handel en de industrie nog vrij warén en liet woord crisis alleen voor stu denten in de economie eenige beteekenis had, toen was er welvaart in de wereld. De volkeren vervaardigden de goederen, die zij door overgeerfde vakkennis, door de ge steldheid van den bodem (aanwezigheid van ertsen, steenkolen), door de klimatologische ligging enz., het best en het goedkoopst konden vervaardigen en ruilden deze goe deren tegen die van andere volkeren, die op hun beurt produceerden wat zij hel best konden voortbrengen. Zoo kocht Nederland graan en erts en gaf daarvoor groente en boter en kaas in ruil. De crisis heeft daar een einde aan ge maakt. De volkeren sloten zich op achter tolmuren, de wereldhandel verslapte en er kwam armoede en ellende, waar eertijds wel vaart heerschte. Nederland, langen tijd een bolwerk van den vrijhandel moest ten slotte noodge dwongen aan die belemmeringen deelnemen. Men kocht onze exportgoederen niet meer, maar wilde ons land wel volstoppen met al le mogelijke producten, die men zelf te veel had. En aangezien al te goed huurmans gek is, maakten wij daar een einde aan, door den invoer van tal van producten te verbieden te contingenteeren of zwaarder heiasten. WELVAART IN DE SOEP. De wereldhandel en daarmede de we reldwelvaart is in de soep geraakt en nu zitten wij met de brokken. In alle landen heerscht groote werkloosheid en armoede. Hoe komen wij er ooit weer uit? De meest voor de hand liggende oplossing zou zijn een herstel van den vroegeren toestand, waarbij de volkeren hun voort brengselen in vrijheid ruilden vrijheid hier te verstaan in den betrekkelijken zin, die er voor den oorlog bestond. Waarom gebeurt dat niet? Een omwenteling in allerlei in de crisis gegroeide verhoudingen en toestanden zou daarvan het gevolg zijn. Achter de bescher mende tarief muren in de verschillende lan den zijn industrieën en bedrijven opgekomen, werkende voor de beschermde binnenland- sche markt. Als de grenzen open gezet zou den worden dan zou het buitenland die producten goedkooper kunnen aanbieden en ging die jonge inheemsche industrie om zeep. Gevolg kapitaalsveriies, werkloosheid. Weliswaar zouden andere bedrijven profi teer en van de herwonnen handelsvrijheid, maar de verschuivingen zouden heel wat verliezen brengen en het is niet uil te ma ken, wie het gelag zou betalen. En daarom is de eenvoudig lijkende op lossing van de opruiming van internatio nale handelsbelemmeringen heelemaal zoo eenvoudig niet. Na de donderende ineen storting van het goudblok heeft men er wel over gesproken en in Geneve willen ze zelfs al een resolutie aannemen, waarin gezegd wordt, dat die opruiming wenschelijk is, maar tusschen het erkennen van de wen- schelijkheid en de daadwerkelijke vervul ling ligt nog een zeer lange weg. Toch zal het ook naar onze overtuiging eenmaal die richting uit moeten, willen we in ons wereldje weer gezonde toestanden krijgen. De regeling, dat de volkeren eikaars producten ruilen, welke zij het best en het goedkoopst hebben voortgebracht is te ge zond, te rationeel, te zeer in overeenstem ming met menschelijke begrippen van effi ciënte arheidsverdeeling, dan dat zij blijvend tot de geschiedenis zou kunnen worden ge rekend. De tijd van de betrekkelijk vrije wereldhandel komt vast en zeker weer te rug. De kwestie is alleen maar: wanneer? DE INDUSTRIALISATIE Er zijn ook menschen, die dit niet met ons eens zijn. Die deze crisis niet zien als een tijdelijke verstoring van het evenwicht, maar als structureele crisis, dat wil zeggen als een omvorming van het gansche wereldap paraat van productie, distributie, arbeids- verdeeling. Zij meenen, dat de in de crisis gegroeide binnenlandsche industrieën nim mer meer zullen verdwijnen, dat wij dus blijvend tolmuren zullen hebben en dat wij ons dus blijvend op dien „crisis" toestand moeten instellen. Het heeft geen zin te gaan debateeren over de vraag, wie er gelijk heeft. Er is trouwens al zoo lang over gesproken, dat er weinig nieuws meer over te zeggen valt. Wij doen het best, de zaken af te wachten. Alles goed en wel, maar intusschen ge beuren er toch dingen, waarover men een zorgelijk gezicht over moet trekken. Er wordt in ons land gestreefd naar industriali satie. De heer H. D. Louwes, de bekende voorzitter van de Groninger maatschappij van landbouw heeft op het congres van den Zuivelbond de industrialisatie in ver band met den landbouw besproken, een onderwerp dat voor ons Zeeland met zijn sterken landhouwinslag van groot belang is. Het standpunt van den inleider is het volgende: „Hoe moeten wij staan tegenover het streven naar industrialisatie in Neder land? Onder voorbehoud, dat de land bouwbelangen niet worden voorbijge zien: met groote welwillendheid en sympathie. Arbeid is een noodzaak en een zege. Onze bodem kan het geheele volk niet van liet noodige levensonder houd voorzien en hij levert niet hel o- verschot om den onmisharen invoer metalen, hout, petroleum, koloniale wa ren, kleeding enz. te kunnen betalen. Er moeten meerdere bestaansbronnen zijn en die moeten worden uitgebreid. Een van de belangrijkste bestaansbron nen die bovendien nog meer produc tief kan worden is de industrie. Het is goed en redelijk, dat de Overheid op aansporing zint. De landbouw heeft hier nog dit groote belang bij, dat een wer ker in de industrie een veel betere con sument is dan een gesteunde werklooze" Om met het laatste te beginnen: dat is een waarheid als een veestapel. Als wij een welvarende industrie hebben, dan kunnen de werkers betere prijzen voor de land- en tuinbouwproducten betalen en meer koopen. De rekening klopt dus? Wacht even: 0111 welvaart te hebben moet men niet alleen voortbrengen, maar ook kunnen verkoopen. Wie moet de industrie producten koopen? Het binnenland, zegt de industrialist, want dan kunnen wij het buitenland missen. Wij koopen dus Neder- landsche waar en helpen aldus elkaar. Schit terend. Wij zijn al aardig op dien weg, zie maar: GROEI ONZER INDUSTRIE. Hier heeft de lezer een overzichtje van de ontwikkeling van het inheemsche afzet gebied voor eenige voorname takken van Nederlandsche industrie, ontleend aan de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het aandeel van de Nederland sche fabrieken in het binnenlandsche ver bruik (in procenten) bedroeg voor; 1922 1934 glucose75 99 rijwielen 39 99 wollen weefsels 46 68 katoenen garens 43 70 katoenen dekens 82 98 gebreide en tricotgoederen 49 (29) 71 kousen en sokken 35 50 schoenen 40 84 druk- en schrijfpapier 44 81 rijwielbuiienbanden 52 78 rijwielbinnenbanden 9 72 „Een aardige vooruitgang nietwaar? Wij Hollanders zitten niet hij de pakken neer. Wij kochten meer van eigen land en stelden aldus de arbeiders in staat, land- en tuin bouwproducten te koopen. Maar er is een leelijke maar bij -. De meerdere producten, die wij nu uit ei gen fabriek koopen, kochten wij vroeger van het buitenland omdat zij hier te lande of niet of duurder werden vervaardigd. Het buitenland betaalt dus dit gelag. Wij kun nen in deze richting nog veel verder gaan en alleen grondstoffen koopen, die wij hier dan laten verwerken; dat geeft werk en loon aan duizenden. Maar die grondstoffen moeten wij aan het buitenland betalen en daartoe moeten wij goederen uitvoeren. Welke? Als wij met in dustrieproducten een kans willen hebben moeten wij die goedkooper produceeren dan het buitenland. Dat zal hij onzen hoogen levensstandaard een geweldige toer zijn en alleen gelukken hij zeer lage loonen en in het algemeen slechtere arbeidstoestanden. Op zichzelf al een zeer leelijk ding, maar funest ook voor het prijspeil van onze land- houwartikelen. Want induslrieloonen kun nen alleen dan laag zijn als de kosten van het levensonderhoud (dus de prijs van de voornaamste landbouwproducten laag zijn. Waar blijft dan de boer? voor heel weinig geld en degelijk afgewerkt levert U Lange Viele K 233 Middelburg NOG MEER BEZWAREN Er zijn nog meer bezwaren tegen al te sterke industrialisatie. Het vervaardigen van producten in eigen land, welke men vroe ger uit den vreemde betrok is een kunstje, dat ook de andere volkeren hebben ge leerd. Ook zij doen het liefst zelf, want dan houden zij» het loon der bewerking in eigen huis. Erg happig zullen daarom de buiten landers op onze industrieproducten stel dat wij concurreeren wel niet zijn. Wij hebben reeds export-industrieën. Groo te, goed geleide bedrijfstakken die vroeger welvaart in het land brachten. Wij denken aan de zuivelindustrie, aan den tuinbouw. Die worden natuurlijk het kind van de indu strialisatierekening. Een buhenland, dat voor zijn industrieproducten zijn Hollandsche af zetmarkt verliest, zal er weinig voor voe len, van ons de boter en de kaas, de krop sla en de druiven te koopen. En waar moe ten onze agrarische exportbedrijven dan heen? Nieuwe afzetgebieden zijn tegenwoor dig vrijwel niet meer te vinden. De landen kijken precies uit, wat zij ontvangen voor hetgeen zij geven. Wij leven in den tijd van de scherp gecontroleerde handelsbalans. Is het niet een beetje dwaas, dat wij nu industrie willen gaan fokken, terwijl wij prachtige exportindustrieën hebben, die kwij nen? Is het niet een allereerste taak te trach ten onze uitvoer van agrarische producten te verbeteren omdat wij Hollanders die producten het best tegen naar verhouding den laagst en prijs kunnen leveren? Ligt er voor onze scheepvaart (de industrie, die diensten uitvoert) nog niet een enorm ter rein braak? Onze scheepvaart is beroemd; wij hebben goede schepen, bekwaam perso neel, goede havens. Wij kunnen concurree ren met deze zaken. Maar als wij hiermede iets willen berei ken zullen wij niet de geheele koek alleen mogen eischen. Dan zullen wij ook van an dere landen moeten koopen. In den wereld handel kan de liefde niet van een kant ko men. Wij moeten leven en laten leven, want als wij niet laten leven dan leven wij ten slotte zelf ook niet Industrialisatie is een nuttig ditog mits met groot beleid aangepakt. Alvorens een industrie wordt gesticht die goederen gaat vervaardigen, welke wij vroeger invoerden zullen alle problemen die er verband mede houden ernstig bekeken moeten worden. Niet in het minst de belangen van land en tuinbouw bij deze aangelegenheid. Ge lukkig hebben wij echter een Regeering, die deze dingen aanvoelt en blijkens haar werk in de laatste jaren niet gewend is, o- ver het ijs van een nacht te loopen. St. Jacobstraat 31 Telef. 367 Vlissingen VLISSINGEN De Heer F. D. G. Prins nam zijn be noeming tot lid van den Raad niet aan, In aanmerking komt thans de Heer L. de Nooijer. Geslaagd voor het cand.-examen ge neeskunde lo deel: de Heer H. G. van Grol Jr., alhier. In de plaats van den Heer Laernoes is door den voorzitter van het Centraal Stembureau voor leden van de Prov. Staten gekozen verklaard lot lid, de Heer H. van Mazijk te Sluis. Vorige week Donderdagmorgen reed een militaire auto in de Noordstraat in een kelderluik. Het gevaarte moest worden op gevijzeld. De politie werd te hulp geroepen, daar een Eng Pch;nan in een Calé zijn verteringen, weigerde te betalen. Hij is per taxi naar de haven vervoerd, waar zijn schip juist op punt was te ver.rekken. De oefening der genie met zoeklich ten heeft vorige week Donderdagavond veel belangstelling getrokken. De K.L.M. heeft voor de wintermaan den de lijn Haamstede—Vlissingen stopgezet. Het Zeeuwsche korps van den Burger wacht behaalde te Sitlard hij den eindschiet- wedstrijd den eersten prijs, zijnde een zil veren wisselbeker en medailles met 272 punten in 139.2 seconde (max. 300 p.) De schutters waren J. Duvekot le Yrouwepol- der, P. Brasser te Kleverskerke, J. Kole te Waarde, M. Plasse te Kruin in gen en J. J. Fraanje te Kruiüi.igen. De Anti-Rev. Kiesvereeniging besprak op hare vergadering der vorige week de pro paganda voor de as. Kamerverkiezingen. Tot voorzitter werd gekozen de Heer B. II. Ligteringen. Nabij de Schipbrug is door de mare chaussee een in laken gewikkelde koffcr- gramaphoon opgèuscht, b.hoorende tot de vermiste voorwerpen uit de zomerhuisjes te Koudekerke. De af deeling van liet Ned. Padvind- stersgilde organiseerde in „Britannia" een propaganda-avond. Een strijkje, onder lei ding van den lieer P. de Rooij verleende medewerking. Het woord werd gevoerd door de districts-commisarisse Mej. der Kinde ren. Prof. ir. Landberg uit Delft gaf enkele films. De Heer J. Karelse slaagde voor het examen der Vereeniging van Raden van Ar beid. Zaterdagavond had in „Britannia" da feestvergadering plaats van de afd. Vlissin gen van den Alg. Ned. Metaalbewerkersbond ter gelegenheid van haar 30 jarig bestaan. Een feestrede werd uitgesproken door den Heer H. van der Born, den a.s. Bondsvoorv zitter. Gedeclameerd werd door den Heer Jan Lemaire. In de ,,Oude Vriendschap" organiseer de de Vliss. Roeivereeniging „Luctor et E- mergo" een feestavond in verband met haar 15 jarig bestaan. Artislen van het amuse mentsbureau Revaca zorgden voor een af wisselend program. Ter benoeming door den Raad is door Regenten van het Gasthuis als secretaris- rentmeester aanbevolen hel volgende tweet- tal: W. de Ruiter en J. van der Hof.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1936 | | pagina 1