DE STRIJD OM VREDE.
2e BLAD
De werking van
ABDIJSIROOP
is versterkt!
Waarom Viruly niet ruiterlijk behandeld
Schiet de Pers in plicht tekort?
Een goede Gabardine of Overjas
Kieedingmagazijn L. M, DE CROM
Speciaal adre? voor Warkmansgeedorsn
ZUIDZEE GELD.
Voor onze Landbouwers
Weet U de beteekenis van
Kencika
Bericht
FRUITTEELT.
Iets over Lijmbanden.
ZEEUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 9 OCTOBER 1936. No. 41.
Het behoort tot het goede gebruik der
kranten om, telkens indien noodig, door
het schrijven van een Hoofdartikel, eén kort
commentaar, of in een ander gebruikelijke
vorm, de bijzondere aandacht van haar le
zers op een hoogst actueele aangelegenheid,
dan wel opzienbarende gebeurtenis, de spe
ciale aandacht te vestigen.
In de krant krijgen ze een eere-plaats en
pogen voor het publiek een opvoedende,
voorlichtende of vormende functie uit te
oefenen.
Als zoodanig hebben zij dan ook veelal
een gansch bijzondere en beteekenisvolle
waarde voor de abonnee's van het blad
niet alleen, maar zijn dikwijls zelfs van nog
ruimere beteekenis.
Dat gebruik treffen we overal in den lan
de aan en dus ook in de bladen die in ons
gewest worden gelezen.
Eind Juli begin Augustus van dit jaar
zonden eenige verkeersvliegers o.m. de heer
Viruly een Request aan onze Volksverte
genwoordiging daarin wijzende op het groo-
te gevaar waaraan ons land en volk in tijd
van oorlog is blootgesteld indien een vij
and tot gasaanvallen vanuit de lucht over
gaat. Met cijfers herinnerde zij er aan „hoe
smal ons landje in feite wel is".
Omtrent dit Request hebben we van
overheidszijde nooit meer iets vernomen.
Dat was misschien ook niet noodig. Maar
van de Nederlandsche pers, hoorden we
wel wat en werden talrijke artikelen ge
lezen die vrijwel allen op hetzelfde neerkwa
men.
Het begon bij „De Telegraaf", eenige da
gen later in „De Haagsche Post", en toen
was het niet meer bij Ie houden, doch allen
hadden vrijwel dezelfde meening klaar. Dit
oordeel kwam op het volgende neer:
le werd de deskundigheid, ten aanzien
van het onderwerp, der verkeersvliegers in
twijfel getrokken.
Zij mochten nog zoo bekwaam zijn in het
besturen van vliegtuigen, di' gaf geen
waarborg omtrent hun deskundigheid over
het verweer dat in oorlog tegen vijandige
vliegtuigen mogelijk zou zijn.
2e. Dat aan het Request de conclusie ont
brak „Wat ons land dan feitelijk wel be
hoort te doen". Het advies ons in geen oor
log te laten meesleepen willen natuurlfijk
alle Nederlanders wei. Het is maar de
vraag, hoe wij dat moeten aanleg-
gen.
Tot zoover in groote lijnen de houding
van de Pers jegens de heer Viruly c.s. en
liet men de zaak althans in de op Walche
ren verschijnende couranten verder rusten.
Ook de Vlissingsche Courant die dikwijls
haar lezers in vlot geschreven artikelen over
bepaalde actueele gebeurtenissen weet te
boeien had deze materie op de ongeveer
hierboven aangegeven wijze in een kort
commentaar voorgelicht.
Van haar is het bekend, dat ze als recht
geaard Nederlandsch orgaan mede wil speu
ren naar alle belangen die ook ons volk ten
goede kunnen zijn.
Ten aanzien van het probleem Oorlog
of Vrede nam ze destijds voor haar gebied
ijverig deel aan de inzameling van handtee-
keningen, georganiseerd door de Ver. de
Ned. Dagbladpers, voor het ontwapenings
petitionnement.
Zoo men zich herinneren zal, zijn toen
ruim 4 millioen handteekeningen in een
dosier verzameld en in Genève aangeboden
Dit alles was en is zeer lofwaardig, al
leen vragen we ons af wanneer de Periodie
ke of Provinciale Pers hiertoe eens hadden
bijgedragen, of dat aantal nog niet eenige
millioenen grooter geweest zou zijn.
Voor eenige weken verscheen de in ons
blad ook aangekondigde nieuwe brochure
van Dr. J. J. v. d. Leeuw en A. Viruly „Wij
kunnen den oorlog uitbannen".
Zoo onze lezers weten behandelen wij
juist om de geweldige beteekenis van dit
probleem reeds maanden in diverse toon
aarden dit vraagstuk, alsook reeds eenige
passages uit bedoelde brochure.
Men kan dus weten dat die uitgave meer
dan gewone belangstelling verdient.
voor heel woinig geld
en. degelijk afgewerkt
levert U
Lange Viefe K ?.33 Middelburg
De Redactie van de Vlissingsche Courant
blijkt uit haar blad van 1 October bedoelde
brochure ook reeds te hebben ontvangen
en gelezen.
Immers onder „Ontvangen Tijdschriften
enz." treffen we in een lange reeks het 10
regelig bericfit van verschijnen aan, met de
verdere objectieve mededeeling:
De brochure is een pleidooi voor een
internationaal politie-leger, waarvan de le
den gedenationaliseerd zijn en welk leger
permanent gereed moet zijn om op te tre
den waar bescherming of tusschenkomst
noodig is.
Nu moet het ons toch even van het hart,
maar deze bcoordeeling van het geschrift
is, toch wel uiterst sober.
Had dit antwoord nu niet meer breeder
besproken kunnen worden, allereerst tegen
over den man, die men destijds over zijn
request in een hoofdartikel aanviel en zijn
deskundigheid om te oordeelen maar in twij
fel durfde trekken.
Een twijfel die nooit zuiver kon zijn, daar
men wist dat Viruly als officier-vlieger, om
principieele redenen ontslag uit die functie
had verzocht en verkregen?
Valt hier niet de fout van onoplettend
heid, bij de in het algemeen zóó schrijvende
Nederlandsche journalisten op te merken?
Ook een ex-officiervlieger is door dit ex,
zijn terzake kundigheid nog niet geheel
verleerd.
Nu mag men opmerken: Wij vonden er
geen aanleiding toe, omdat in de brochure
geen woord geschreven staat van hetgeen
de Nederlandsche Dagbladen, en ook wij,
over dat Request hebben gezegd.
Dit geven wij grif toe, doch wat wel ge
vraagd is, was de wensch te weten: Hoe
wij buiten oorlog h eb ben te blij-
v e n.
En daarop geeft Viruly een breeder,
meer gedocumenteerd en belangrijker ant
woord, dan uit deze 6 regels beschouwing
uit den inhoud blijkt.
Wij weten wel dat overal in de Neder
landsche Pers een groote soberheid t.a.z.
van de beoordeeling van deze brochure
op te merken valt.
Maar dit v e r s c h ij n s e.l p 1 e i t „i.
juist in dit geval niet voor een
royale en ruiterlijke houding
van die Pers. Het doet zich veeleer
aan ons voor als het verschijnsel „Hoe
smal Hollands Pers wèl is.
Wij schreven reeds eerder, hier ligt voor
een bij uitstek practisch en doelmatig on
derwerp, een belangrijke taak voor de Pers
om haar Koninklijke naam door Koninklijke
daden te bewijzen den samenleving ten
ntftte.
Dagelijks ontdekken we nog steeds nieu
we scherp omlijnde gegevens van de leemte
die internationaal om aanvulling vraagt.
Wil een journalist een dankbaarder ar
beidsterrein bewerken, die hern grootere
voldoening van zijn werk kan schenken?
Dat men dien plicht dan ook niet ver-
zuime.
De vanouds beroemde AKKER's
ABDIJSIROOP is een natuur-genees-
middel, daar de werking in hoofd
zaak berust op de geneeskracht van
extracten, bereid uit reeds in oude
tijden bekende „genees-kruyden"
AKKER's ABDIJSIROOP, bereid vol
gens oud recept, is dus een aan de
natuur ontleend geneesmiddelI
De genezende, hoeststillende,
slijmoplossende en kalmeerende
werking van de kruiden-extracten,
welke AKKER's ABDIJSIROOP zoo
beroemd hebben gemaakt, is thans
door een nieuwe toevoeging van
den bekenden Apotheker Dumont
nog sterker, nog sneller, nog
krachtiger en nog doeltreffender!
Een lepel AKKER'S ABDIJSIROOP
werkt tnans 2 x zoo snel als voorheen
Een ongeëvenaarde werking tegen
hoest, bronchitis, kinkhoest, verwaar
loosde verkoudheid, griep, influenza.
De verlaagde prijzen zijn thans:
75 ct. F 1.25 F 2.00 F 3.50
3 dagen ri.g.n 1?. dagen
gab.-v.ik geb-;
Onze herfst is prachtig. De tijd heugt me
niet, dat we zoo laat in 't jaar in liet zonnet
je op het erf hebben kunnen zitlen. Wat
mij betreft gaat deze weersgesteldheid door
tot April van het volgende jaar met nu en
dan een regenbuitje en een flink vorstje
tegen al 't kwaad in den grond.
Amelia Zeeland, geboren Korenstengel, die
naast mij op de bank de krant had zitten
lezen, had geen belangstelling voor het
weer. Zij' vouwde de krant op en zei: „Ligt
't aan mij, Pleun? Ben ik nu een ezel of is
het probleem werkelijk zoo moeilijk?"
„Problemen zijn nooit moeilijk", was mijn
besliste meening.
„Dank je voor 't compliment, Pleun. Aan
genomen dus dat ik een ezel ben
„Dat heb ik niet gezegd, vrouwlief".
„Het zou er nog bij moeten komen. Ik
heb 't zelf maar gezegd. Aangenomen, dat
rik een ezel ben, zou je me een plezier doen
door mij het probleem eens uit te leggen".
„En je hebt 't op dit oogenblik over...?
informeerde ik vriendelijk. „Als jij er niet
uitkomt, Pleun, dan is of het probleem wel
lsatig en ben ik geen ezel of is het niet las
tig en dan ben jij..."
„De ezel. Punt. Uit. Wat wou je nu we
ten?"
Amelia keek mij lichtelijk minachtend
aan. Een man kan toch zulke domme vra
gen doen.
Waar spreekt heel Nederland over? Waar
staan alle kranten vol van? Waar kunnen
de menschen niet van slapen? Man, leef jij
of wordt je geleefd? De gulden, meneer mijn
wederhelft, natuurlijk de gulden.
„Zóóiets las ik in de blikken van Amelia's
blauwe oogen.
„Wat is dat nu voor kabaal over den gul
den?" vroeg zij. „Waarom is een gulden nu
nog maar tachtig cent waard? De heele krant
staat er vol van met allerlei vreemde woor
den erbij, maar er staat nergens een stukje,
waaruit een eenvoudig boeremensch nu
eens precies aan de weet kan komen, wat er
aan 't handje is. Vertel jij dat nou es, Pleun.
Jij weet 't immers?"
Ja ja, ik wist 't. De vriendelijke lezer
heeft natuurlijk hevig medelijden met mij
en ik ben dankbaar; hij weet mits ge
trouwd zijnde hoezeer ik in de perikelen
zat. Vertel aan je vrouw, die een beste huis
vrouw is en een .lekkere pot kookt, maar op
de huishoudcursus nooit in economie heeft
gestudeerd, de strekking van monetaire maat
regelen. Lezer, ik kan het U uit ervaring
sterk zeer sterk afraden
„Kijk eens hier, Amelia", begon ik", wat
is geld?"
„Erg makkelijk als je 't hebt".
„Geld is niets op zichzelf. Je kunt het
niet eten, niet planten..."
Mijn leerling begon te grinneken.
„Geef mij dan je portemonnaie maar.
Dan geef je me toch niets".
„Luister nou, lieve. Geld is slechts ruil
middel. Stel je eens voor, dat er geen geld
was in de wereld".
„Dat kan niet bestaan, Pleun".
„Dan zouden de menschen goederen te
gen goederen moeten ruilen. Dan zou jij
een pond varkensvleesch of een kilo tarwe
moeten ruilen tegen een pond suiker of..."
„'n Pond vleesch tegen een pond suiker?
Ik zou wel mal wezen".
„Die ruil van goed tegen goed is veel te
lastig. Daarom hebben de menschen een
ruilmiddel uitgevonden. Dat kan van alles
zijn. Op de Zuidzee eilanden hebben ze
schelpen als ruilmiddel".
„Wat gek, Pleun. Wij voeren hier de schel
pen aan de kippen en dus
„Voeren wij onze kippen met de munt van
de Patagoniers, precies vrouw. En als nou
hier de prijs van de eieren omhoog gaat,
dan komt er een devaluatie op de Salomons
eilanden. Rare wereld, vrouwlief, rare we
reld".
„Pleun..." zei Amelia achterdochtig, „ik
geloof, dat je mij..."
„Ik ga door, vrouw", viel ik haastig in.
„Veronderstel, dat wij hier in Holland schel
pen als ruilmiddel bezigden. Dan kostte een
pond suiker b.v. 100 schelpen. En een zak
kippenvoer tienduizend schelpen".
„Lastig om al die schelpen te lellen".
„Goed begrepen, vrouw. En daarom ge
ven wij geen tienduizend uitgetelde schelpen
voor een zak voer, maar een papieren brief
je, waarop staat, dat jij aan den houaer er
van tienduizend schelpen zal betalen. Dat
briefje zal iedereen in betaling aannemen
als hij maar weet,' dat jij nog zooveel schel
pen bezit. En jij neemt vaa, een ander ook
zoo'n briefje in betaling aan, zoolang je
weet, dat hij nog schelpen voldoende in
voorraad heeft".
„Ja", aarzelde Amelia, ,maar ik zou toch
liever geld hebben..."
Ik smoorde een diepe zucht in een lange
haal aan mijn pijp.
„Luister nou verder, kindlief, 't Is dood
eenvoudig, als je de principes maar een
maal te pakken hebt. Als jij nou een briefje
ontvangt van iemand, die wel de schelpen
heeft, maar door de omroeper heeft laten
bekend maken, dat hij de briefjes voorloo-
pig niet tegen schelpen inwisselt..."
„Waarom niet, Pleun? Als-ie ze nou toch
hééft
„Kijk, dat houdt weer verband met de in
ternationale speculatie. Die kan hem met
allerlei handigheidjes zijn schelpies aftrog
gelen, vat je?"
„Neen", zei Amelia eerlijk, ,maar ga door
Pleun".
„Je snapt wel, als een schelpenbriefje
niet kan worden ingewisseld dan wordt dat
briefje minder waard, want dat briefje had
alleen waarde omdat het kon worden
ingewisseld. Duidelijk? Wat zou jij nou doen,
als je wist dat je wel een briefje, maar geen
schelpies ontvangen kon? Zou jij er dan
toch een pond vleesch op geven?"
„Ik zou wel mal wezen, 'n Pond vleesch
op een briefje, dat niets waard is ik ben
niet van gisteren, al zeg ik 't zelf. Neen,
hoor, ik zou geld moeten hebben, boter bij
de vjsch".
Toen heb ik 't opgegeven.
„En dat is nou de devaluatie-oorzaak", zei
ik, heel geheimzinnig en gewichtig. „Je zfiet
kind, het is doodeenvoudig".
„Als dat nou doodeenvoudig is, Pleun, dan
zou ik wel eens willen weten, wat moeilijk
is. Maar één ding heb ik er wel van begre
pen".
„En dat is..."
„Dat de boer er voorloopig weer niet
beter van wordt, is 't wel?"
„Dat heb je merakels best bekeken, vrouw
lief. Maar het mooiste is, dat er een groote
groep menschen is, direct klaar met de be
wering, dat de boer zijn steun nu wel kan
missen".
Amelia vond dat rondweg schande. En
in mijn hart kon ik haar niet eens ongelijk
geven.
„Lust je nog thee, Pleun?" vroeg mijn
echtgenoote. En opstaande voegde zij er aan
toe: „Je mag wel eens een beetje geld in de
kippenloop gaan strooien. De dieren heb
ben niets meer".
„WatteGeld... in de kippenloop?"
„Zuidzee-geld, meneer de bankier", riep
zij lachend. En sindsdien moet ik dat woord
je Zuidzee-geld voortdurend hooren als er
schelpen gestrooid moeten worden. Tja...
vrouwen zijn vreemde wezens.
PLEUN ZEELAND.
g ao(ui*
24 degen
gebruik
De grootere flacons zijn bij
▼oertgezet gebruik vcctdeeliger!
Wij ontvingen ter kennismaking de bro
chure „De Vliegasch der Cement-Industrie
als Meststof". Dit geschrift bevat mededee-
lingen uit het laboratorium van de Land
bouw Iloogeschool te Wageningen. Deze
mededeelingen zijn het resultaat van de
onderzoekingen ingesteld door Prof. Ir. J.
Hudig en Ir. J. P. Planje.
Met waardevolle gegevens wordt op
overtuigende wijze aangetoond de bijzondere
beteekenis die de vliegasch bezit welke on
der den naam „Kencika", in den handel
wordt gebracht.
Ten opzichte van de meeste kunstmest
stoffen bevat Kencika practisch weinig of
geen ballaststoffen. Met tal van cijfers, la
bellen en statistieken worden de hoogst be
langwekkende en interessante resultaten die
met deze meststof werden verkregen aan
getoond, o.m. bij graanbouw, bietenbouw enz
Zoo men weet wordt Kensika in den han-
Thans naast goudgele ook witte Purol.
Dit wrijft onzichtbaar weg en daarom is
Purol (wit) zoo bijzonder aangenaam voor
de verzorging van het gelaat. Zelfde prijzen
Doos 30, Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drogisten
del gebracht door de N.V. Handel en Scheep
vaart Mij. Daenen te Maastricht, die gaarne
nadere inlichtingen over bovenstaande ver
strekt.
Uit de vragen, waarom lijmbanden moeten
worden omgelegd, blijkt wel dat voorlichting
op dit gebied nog wel gewenscht is, derhalve
willen wij dit onderwerp in het kort eens
uiteenzetten.
Lijmbanden worden om de stammen van
vruchtboomen gelegd om te voorkomen, da',
in het voorjaar de boomen ernstig bescha
digd worden door lichtgroene rupsen, de
z.g.n. trekmaden, larven van den wintervlin-
der. In het voorjaar, als de knoppen begin