IS DE WINKELIER DUUR?
waarin opgenomen
Wegeling's Nieuwsblad
De maatschappelijke beteekenis van
den middenstand.
De klant is koning.
ROOKWORSTTUD
42e Jaargang
VRIJDAG 9 OCTOBER 1936
No 41
ALGEMEEN-WEEKBLAD
V/ESTELUK
- zeeland
advertentiën 20 CT. P. R. INGEZ. med. 40 ct
contracten ZEER LAGE PRIJZEN
abonnement 40 ct. p. 3 mnd. p. post 45 ct.
Advertenties inzenden voor Donderdag 3 uur
'Dit nummer besfaaf uit 8 pagina's.
Van harde werkers voor een
karig loon.
GURE HERFSTDAGEN!
De betere soorten
Bi| VAN VESSEM
t
eeuwseh Jlieuwsblad
VOOR
SCHOOWOimE
Uitgave n. v. zeeuwsche uitg. mij-
BUREAUX VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
St. Jacobstr. 31, Tel. 370, Noordstr. 44, Tel. 130
Vlissingen, Noordstr. C 34, Tel. 236, Middelburg.
25 agentschappen
De gebeurtenissen rond den Nederland-
schen gulden hebben de positie van den
middenstander in hel algemeen en van den
vaderlandsclien winkelier in het bijzonder
niet gemakkelijker gemaakt. De Regeering
die tegen tiaar wil gedwongen werd den
gulden van zijn goudanker los te maken,
heeft met helderen kijk op de gevolgen van
haar monetaire maatregelen onmiddellijk
maatregelen genomen om een der eerst©
gevolgen van een devaluatie, n.l. een stij
ging van de prijzen der eerste levensbehoef
ten, zoo krachtig mogelijk tegen te gaan. De
winkelier is de man, die deze bepalingen
moet uitvoeren. Dal is geen gemakkelijke
taak. De landelijke organisaties van den mid
denstand hebben zich spontaan achier de
Regeering gesteld en het zij lot eere van don
winkeldrijvenden stand gezegd, dat hij in het
algemeen gesproken zicli tot een plicht re
kent, de belangen van land en volk te die
nen en geen e-tra-wiiist een moreel on
geoorloofde winst te peuren uit deze zeer
onverwachte waardeverhouding in de munt.
Er zijn altoos menschen, die het belang van
zichzelf boven dat van anderen stellen en
wij vernemen uit de dagbladen soms krasse
Staaltjes van de prijsverhoogingen, die som
mige winkeliers zich meenen le kunnen ver-
oorlooven, maar of de politie of het publiek
grijpen direct in en de ai le „hebberige" win
kelier, die zijn taak zoo slecht verslaat,
moet bakzeil halen en vlug ook.
DE „WRIJFPAAL".
Maar de winkelier heeft zijn zaak niet ge
heel in de hand. Hij is aan den eenen kant
afhankelijk van zijn clientele, maar aan de
andere zijde van den tusschen- en groothan
del, die liem zijn artikelen levert. Als nu de
grossiers de prijzen verhoogen kan de win
kelier daar weinig aan veranderen omdat
die groothandel vrijwel steeds georganiseerd
is en de onderlinge concurrentie heeft ver
minderd. Voorts zijn er artikelen, die het
publiek vraagt en die dus een winkelier in
zijn zaak hebben moet. Hij kan aan een
prijs verhooging weinig doen, maar krijgt er
het spit van af te hij ten tegenover zijn klan
ten. Die mopperen tegen hem en zien niet
den man, die veilig in zijn pakhuis is ge
bleven.
Vandaar, dat prijsregelende maatregelen
slechts dan elf eet zullen soneeren indien zij
tevens den tusschen- en groothandel trel-
fen en daarop wordt nu van de zijde der
middenstandsorganisaties met kracht aange
drongen.
Intusschen is het niet de bedoeling van
dit artikel, de positie van den winkelier
slechts in verhand met de devaluatie te be
kijken. Wij hebben meer het oog op zijn
taak in het algemeen en dit wel naar aanlei
ding van een paar uitspraken in vergaderin
gen van tuinders, onlangs in den Haag ge
houden. In die uitspraken wordt he. in het
belang van den tuinbouw geacht, da. het
vraagstuk van de distribuiie van groenten
in het binnenland doortastend wordt aan
gevat" opdat de onnatuurlijke marge tus
schen den prijs, dien de tuinder voor zijn
product ter veiling ontvangt en den prijs
dien de hinnenlandsche consument betaalt,
zoodanig worde verkleind, dat het product
goedkooper wordt en daardoor in grootere
hoeveelheden en bij breedere lagein der be
volking afzet kan vinden". Zóó staat het in
de resolutie van een der tuindersbonden.
Menige huismoeder, die zich wel eens de
moeite heeft getroost de prijzen van de
groenten aan de tuinbouwveilingen te ver
gelijken met hetgeen zij moet betalen voor
een kropje sla ol een bloemkool, zal bij
De „brandende" kwestie van het
groote verschil in prijs van de groente
op de veiling en in den winkel van
den kleinhandelaar wordt in dit ar
tikel door onzen deskundigen mede
werker besproken. Een woord tot
de huismoeders en huisvaders!
het lezen niervan goedkeurend knikken en
zeggen:
„Juist, dat is precies noodig. De tuinders
krijgen niets of een beetje en de groenman
rekent veel te veel."
Het is ons hekend, dat hij menigeen de
gedachte leeft, dat de handel aan de groen
ten geweldig veel geld verdient. Dat ver
schil tusschen veilingsprijs en de kleinhan-
delsnoteering moet toch verklaard worden?
Het geld moet toch ergens blijven?
Inderdaad, het b 1 ij f t ook ergens, maar
het is geen grove winstmarge van den groen-
tenhandel.
LEVENSGANG VAN EEN BLOEMKOOL.
Neem de moeite, vriendelijke lezeres,
waarde lezer, met ons den gang van een
bloemkool door dit aardsche tranendal,
vooral in economischen zin te volgen. Wij
zullen zien waar de centen blijven.
De tuinder krijgt er op de veiling, laat
ons zeggen gemiddeld zes cent per stuk
voor Dat is niet veel, maar meesttijds is de
middelprijs lager. Wij leven nu eenmaal in
een tijd van overproductie vooral op tuin
bouwgebied.
Die kool is gekocht door een grossier, die
haar moet transporteeren naar de stad. De
prijs wordt verhoogd met de transportkosten
en met de bedrijfskosten en winst voor den
grossier. De man heeft daar recht op, want
hij bewijst aan de maatschappij een dienst.
Hij neemt den tuinder hel werk uit handen
om zelf de kool in de stad te brengen en
aan den winkelier te verkoopen en hij
maakt het den winkelier gemakkelijk die
niet uit zijn zaak weg kan zonder dat het
hem geld kost. Hierbij moet men niet ver
geten, dat een winkelier soms wel van vijf
of zes verschillende veilingen uit alle dee-
len des lands producten ontvangt omdat
daar de kwaliteit beter of het prijspeil
lager was.
Die zes centjes zijn nu zeker al zeven en
een halve cent geworden. De kleinhande
laar moet de kool nu naar den klant bren
gen en dat is het duursle. Niet omdat
die winkelier groote winst rekent of hooge
kosten heeft, want dat is in doorsnee niet
het geval, al moet hieraan direct worden
toegevoegd, dat wij onder den invloed van
maatschappelijke omstandigheden een te
veel aan groenten winkeliers hebben gekre
gen, waardoor de individueele bedrijfskosten
in verhouding tot den mogelijken omzet per
winkel te hoog zijn geworden, althans hoo-
ger zijn dan maatschappelijk is verantwoord.
Maar iedereen vecht voor zijn boterham;
men kan den winkelier persoonlijk het niet
als een verwijt aanrekenen, dat hij teveel
collega's heeft.
„VANDAAG NIET..."
De distributie van groente in den klein
handel is absoluut niet georganiseerd. Ie
dere winkelier heeft zijn eigen klanten, ver
deeld over de geheele stad. Het kan gebeu
ren, sterker het komt in grootere steden her
haaldelijk voor, dat een groentenhandelaar
in een straat, op een half uur afstand van
zijn winkel een klant heeft, die persé voor
negenen bediend wil worden. Als de winke
lier zijn klant wil houden, moet hij aan
dien wensch gevolg geven. Een tweede klant
in diezelfde straat wenscht den groenman
niet te zien vóór 's middags vijf uur en
nummertje drie is alleen tusschen 12 en
één uur thuis. Driemaal moet de man
naar den anderen kant van de stad om mis
schien de boodschap te krijgen: „Vandaag
niets noodig, groenman".
Dat zijn feiten. Dit is niet overdreven. En
dit geldt niet alleen den groenman. De sla
ger moet halve onsjes leverworst Ihuis be
zorgen en heel beleefd blijven, de bakker
twee cadetjes en straks een half broodje
bij een ander in dezelfde straat, de melkboer
moet halve litertjes melk uitmeten en een
scheutje toegeven om niet voor een kren-
tenweger te worden aangezien al gaat
krentenwegen en melkverkoopen slecht sa
men. De kruidenier kan dit lijstje uitbreiden
De gansche kleinhandel in de dingen van
het dagelijksche leven kan verhalen vertel
len over de eischen van het publiek, die de
actualiteit van een roman met stukken
zouden slaan, eischen die zóó buitenspo
rig zijn, dat men zich bij een nuchtere over
denking wel eens afvraagt in wat voor 'n
mallemolen wij eigenlijk leven. En het fraai
ste van dit alles is, dat wij al die buitenspo
rige dingen heel gewoon vinden enen
nog mopperen op den koop toe, dat
wij voor die eischen nog moeten betalen
ook.
ARBEIDER EN LOON.
Zie den groenman. De huismoeder keurt
zijn voorraad kooltjes en pikt de mooiste
er uit daar is zij huismoeder voor. Dan
gaat zij op den prijs afdingen daar is zij
ook huismoeder voor. De groenman heeft
een olifantenhuid in dat opzicht; vele rare
opmerkingen gaan zijn eene oor in en zijn
andere uit. De klant is Koning.
Maar als hij de klanten wijk heeft be
diend, blijft de handelaar met een halve
wagen met groente over. Hij kan te voren
nooit precies afmikken wat de menschen
willen hebben. Die overblijvende groente
is den volgenden dag al minder waard
of zelfs al waardeloos, want groente bederft
snel. Dat is dan puur verlies voor den man.
Dat verlies moet uiteraard verdisconteerd
worden in den prijs van het wel verkochte
deel van den voorraad. Een groenman is
geen filantroop.
De geweldig hooge eischen van de dis
tributie moeten op een of andere manier
betaald worden. De winkelier betaalt den
grossier voor zijn diensten, de klant be
taalt voor het thuisbrengen, voor het kie
zen op den wagen. En het resultaat is,
dat zoowel de tuinder als de grossier en
de kleinhandelaar niet meer dan een be
scheiden boterham verdienen. Dit zegt ie
mand, die het vak kent. Groot- en klein
handel werken hard, staan vóór dag en
dauw al op de veilingen of de markten,
werken den heelen dag tot 's avonds laat
voor een zeer zeer bescheiden winst,
soms geheel zonder winst. En toch is
ook deze arbeider zijn loon waard. In
andere takken van den kleinhandel zijn
de toestanden naar verhouding.
Zeker, de tuinder heeft zijn recht op een
behoorlijken prijs, niemand ontkent dal. De
prijzen zijn tegenwoordig veel en veel te
laag; de tuinder lijdt verlies, lijdt soms
gebrek en armoede. Maar ook menige groen
tehandelaar in de steden vecht voor zijn
bestaan en tobt tegen de armoede.
THEORIE EN PRACTIJK
Bij het stellen van bet probleem hebben
ide tuindershonden gelijk en... ongelijk.
Gelijk omdat inderdaad de kosten van ons
distributiesysteem waanzinnig hoog zijn,
omdat wij mogen spreken van een eüorme
verspilling van arbeid en te groote inspan
ning van kapitaalgoederen. Ongelijk, om
dat dit niet de schuld is van de menschen,
die in dat bedrijf werkzaam zijn en... om
dat niet wordt aangegeven zelfs niet in
de groote lijnen of bij eenige benadering
hoe bet in de practijk beter en goed
kooper kan. In de practijk daar komt
het op aan. Een theoretische redeneering
opzetten is niet zoo moeilijk, maar een
practfsch© oplossing, waarbij rekening wordt
gehouden met de in de maatschappij ge
groeide toestanden, is minder gemakkelijk
aan te geven.
De oplossing is daarom vooral zoo moei
lijk te vinden, omdat zij zou moeten berus
ten op een verandering van de levensge
woonten van het gansche volk. En dat
stoomt men niet voor elkaar met een reso
lutie of zelfs niet met een wetsbepaling.
Men praat over het houden van ochlend-
groentenmarkten in bepaalde buurten, waar
de huisvrouw zelf zou kunnen koopen uit
deq voorraad, rechtstreeks aangevoerd door
St. Jacobstraat 31 Telef. 367 Vlissingen
de veiling. Theorie. Bij zulk een voorzie
ning blijven de kosten van het transport,
de risico's van overblijvend product, de kos
ten van de menschen, die dezen verkoop
moeten besturen. Men zou veranderen
maar slechts weinig verbeteren. En boven
dien kan men niet elke huismoeder in do
•ochtenduren uit haar huishouden Weg
krijgen om inkoopen te doen, vooral niet als
zij kleine kinderen heeft. Het tegenwoordige
stelsel (afgezien dan van zijn al te dichte
bezetting met winkeliers en handelaren) is
gegroeid in de vrije samenleving uit een
maatschappelijke behoefte. Dit mag men
bij een beoordeeling van het vraagstuk nim
mer uit het oog verliezen.
O— i
Als dit artikel er loc kan bijdragen, de
maatschappelijke beteekenis van den arbeid
van den kleinhandelaar, van den man die
ons het dagelij ksche brcod, melk, vleescöj
groente en fruit thuis brengt, in breeden
kring wat beter te doen hegrijpen en... waar-
deeren en als het een stukje kan wegnemen
van het ingeroeste bijgeloof, dal die men
schen grove winst zouden maken, wel dat
is het niet zonder resultaat geschreven.
VLISSINGEN.
Onze vroegere plaatsgenoot, de Heec
P. F. de Bruiju, slaagde voor liet Asso di
ploma vliegtuiglechniek. De Heer H» W#
Polderman slaagde voor het doctoraal exa
men rechten.
In de Y'lissingsche Oraujebond is op
nieuw een btstuur samengesteld, waarbij
tot voorzitter werd gekozen de Heer F. G.
Lemmers. Hier ter stede zijn verschillend®
buurtcommissies gevormd met hel oog op
de feestelijkheden hij gelegenheid van hejt
huwelijk van H. K. H. Prinses Juliana.
De Heer P. G. Laernoes nam ontslag
als secretaris van liet Prov. Comité van An-
ti-Rev. Kiesvereenigingen in Zeeland. Het
wordt thans waargenomen - door den Heer
A. I. Catsman te Middelburg.
De Heer G. J. YV, v. d. Beid slaagd®
voor het eerste ged. van het arts-examen.
De eerste luitenant W. van Dort van
het 8e regiment veldartillerie te Ede, is o-
vergeplaatst naar de 2e sclioolcompagnie
van het regiment Kustartillerie alhier.
In de groote zaal van „Britannia" had
het afscheid plaats van de directrice van
de N uts-Fröbelschool. Mevr. Was-Osinga,
welke zich te Assen gaat vestigen.
In de drukkerij der Vliss. Courant
werd Donderdag afscheid genomen van den
Heer De Zeeuw, hoofdredacteur van dat
blad. Zeer waardeerende woorden werden
hem toegesproken door den Heer J. Ma*
rijs, geschenken werden hem aangeboden
als blijk van waardeering.
Vanaf 4 October rijdt de stoomtram'
Vlissingen—Koudekerke niet meer voor het
reizigers-vervoer. De dienst wordt per bus
uitgevoerd.
De verloving van Prinses Juliana.
De Burgemeester heeft van den Directeur,
van het Kabinet van H. M. de Koningin
den volgenden brief ontvangen:
„Ingevolge de bevelen van Hare Majes
teit de Koningin heb ik de eer U Har er
Majesteits dank te betuigen voor de, na
mens de gemeente Vlissingen, aangeboden
gelukwenschen ter gelegenheid van de ver-