Een gevecht van meer dan honderd jaar om den hoogsten top der wereld* De Mount Everest nog steeds onoverwinbaar* De slachtoffers van Kandsch en Nanga Parbat. Drie bergen in strijd met de menscben. DE Himalaya, het hoogste geberg te der aarde tusschen Indië en Tibet wordt door de Tibetanen „Het dak der Wereld" genoemd. Met een eerzuchtig verlangen ïpreken zoowel zij als de bekendste berg beklimmers der wereld van de rotsen- en sneeuwtoppen van dit gebergte. Er zijn nog slechts weinig plaatsen op deze we reldbol, die de opmarsch der menschen hebben weten te stuiten en tot deze wei nige plekken behooren ook de bergreus, de Himalaya, de Mount Everest met zijn 8840 meter hoogen top, de Kangchend zönga, 8600 meter hoog, en de Nanga Par- bat, die eveneens boven de grens van 8000 meter ligt, namelijk 8120 meter. De Tibeta nen noemen den Mount Everest „Dscho- molungma", dat wil zeggen: „De Goden berg", de Nanga Parbat beteekent „De berg der verschrikking." Deze drie toppen hebben tot nu toe de menschen getrotseerd. Wel hebben op 4 April 1933 drie Engelsche vliegtuigen het gewaagd over den Mount Everest te vlie gen, maar de onversaagde bergbeklimmers erkennen deze vlucht niet als de overwin ning der menschheid. En al heeft men ook groote bewondering voor de stoute daad der vliegers, zoo moet men toch de bergbeklimmers gelijk ge ven: de Mount Everest is tot heden on overwonnen gebleven. De eerste bergbeklimmers trachtten in 't jaar 1855 den top te bereiken. Zij kwa men op den 6784 meter hoogen Ibi Gamin en er verliepen meer dan 50 jaar eer de grens van 7000 meter hoogte overschreden werd. Steeds is de Mount Everest het doel der beste bergbeklimmers van Europa geweest. Een Engelsche expeditie bereikte in het jaar 1871 een hoogte van 4400 meter. Een tweede poging 9 jaar later kwam niet bo ven deze hoogte uit en in 1885 drong een nieuwe expeditie eindelijk door tot 6000 meter hoogte. De berg trotseerde echter alle klimpartijen, hij bood zooveel moei lijkheden, dat tot 1903 en 1904 geen nieu we pogingen werden ondernomen. Eerst na den wereldoorlog heeft men 't weer gewaagd. Nu echter met de modern ste uitrustingen; de expeditie van Hugh Ruttledge doet nog steeds vergeefsche po gingen de laatste 200 meter, die tegelijker tijd de moeilijkste en de gevaarlijkste zijn te overwinnen. De tragedie van de Mount Everest be gint in het jaar 1921. Overste Howard-Buri begon in Juni met negen Europeanen en 60 dragers den tocht. De tot dien tijd be reikte hoogten konden niet overschreden worden. Het volgend jaar trachtte de ex peditie Bruce het doel nader te komen. Op 7000 meter hoogte sloegen zij het laatste kampement op. Drie begeleiders van Bru ce, goed uitgerust en van zuurstofmaskers voorzien, bereikten een hoogte van 8225 meter, doch moesten toen omkeeren. En kele dagen later ondernam de expeditie den tocht opnieuw; langs steile wanden beklommen zij het laatste deel van de Noordzijde. Vlak boven zich zagen zij den top en toen de storm de wolken wegvaag de, konden zij bijna iederen steen zien. Maar de ijzige storm deed hun ledematen bevriezen. In de ijle lucht hielpen de zuur stofapparaten niet meer. Zij worstelden nog honderd meter voort. Toen moesten zij den teruchtocht aan vaarden. Iedere mislukte poging had tot gevolg, dat de volgende expeditie nog zorgvuldi ger werd voorbereid. Zoo verliepen er twee jaren, voordat een derde expeditie naar de Mount Everest vertrok. Eind Mei 1924 had Overste Norton de hoogste kam- peergrens van 7800 meter bereikt. Daar de Bruce-expeditie bewezen had, dat deze plek als uitgangspunt voor den top niet dicht genoeg bij was, liet hij de tenten op slaan op een hoogte van 8200 meter. Van hier uit ondernam hij met Somervell den eersten stormloop op den top. Ondanks de ijzige koude en gebrek aan zuurstof wonnen zij op den berg meter na meter. Op 8534 meter hoogte moest Somer vell het echter opgeven. Norton, het doel voor oogen, klom nog 25 meter hooger. Weer was de aanval afgeslagen. Maar taai vochten de menschen om de overwinning. Bruce, Somervell en Norton hadden hun krachten verbruikt. Enkele dagen later steeg Odell naar het kampement op 7700 meter hoogte naar de plaats van uitgang, waar hij wist, dat hij Mallory en Irvine zou aantreffen. Hij wilde zijn kameraden voorraad brengen. Op 8000 meter hoogte verdween plotseling de wolkensluier en hij zag op een sneeuwveld op een hoogte van 8600 meter twee gestalten. In het kampe ment aangekomen, vond hij daar Mallory en Irvine niet. Nooit zijn die beide kamera den teruggekeerd. Negen jaar had de berg rust. Zijn vreeselijk wapen had ook de dap perste bergbeklimmers met angst vervuld. Tot in 1933 de expeditie van Hugh Rutt ledge een nieuwe poging ondernam. Zij be leefden dezelfde moeilijkheden en kwa men niet boven het hoogste punt uit, dat Norton negen jaar geleden bereikt had. Wederom bood de berg tegenstand. Hugh Ruttledge heeft in dit jaar den strijd op nieuw aangebonden. Doch reeds de eerste aanval is mislukt. Alle expedities naar de Mount Everest waren Engelsch. Toch hebben ook de Duit, schers een groot aandeel aan den strijd om „Het dak van de Wereld". De eerste Himalaya-bestijging had plaats door de gebroeders Schalintweit. In Augustus 1929 ondernam Paul Bauwer uit München den tocht naar de top van de Kangchendzönga. Op 5000 meter hoogte richtte hij een vast kampement op. Met de uiterste inspanning en het maken van tunnels beklommen worden. Langzaam bereikten de menschen de 8000 meter hoogtegrens; zij zagen den top van Kandsch voor zich liggen. Maar Bauer en zijn makkers konden de laatste 600 meter van de Kangchendzönga niet meer nemen. Een jaar na deze mislukte poging van Bauer bevond Willy Merkl zich met een Duitsch-Amerikaansche expeditie op weg naar Nanga Parbat. Ook deze poging faal de, maar Merkl verliet Indië in de vaste overtuiging, dat h« „Den berg der Ver schrikkingen" wel zou kunnen overwin nen. In 1934 trok een nieuwe expeditie onder leiding van Merkl vol hoop naar de plaats van bestemming. Op de reis er heen had den zij geen wederwaardigheden. De ge vaarlijke passen werden overwonnen. Op 7000 meter hoogte lag het kampement 6, van hier uit begon de strijd om den top. Op 7900 meter, dus slechts 220 meter van den top verwijderd, moesten Aschenbren- ner en Schneider op 6 Juli bij een hevig on weder omkeeren. Merkl, Welzenbach en Wieland moesten van 69 Juli aan den Charmoz-wand, 100 meter beneden den top bij zwaar onweder stand houden. Een vree- selijke orkaan woedde over den berg, ont zettende koude was een bondgenoot van den berg. Op 10 Juli bracht een drager bereikte hij een hoogte van 7500 meter. Toen begon het te sneeuwen, de Monsum zette in en Bauer moest zijn expeditie on derbreken. Een jaar later probeerde Dy- renfurth het met de bergbeklimmers Schneider, Hörlin, Wieland en Smythe om den berg te overwinnen. Vier toppen wer den bereikt, maar de Kandsch zelf werd nog door geen menschenvoet betreden. In 1931 probeerde Bauer zijn geluk op nieuw. Door de sneeuw was het nog moei lijker dan twee jaar tevoren. De poging van Bauer en zijn begeleiders Allwein, Schalier en Pircher, om zich door de sneeuwmassa's een weg te banen, duurde twee weken. Schalier en een drager vielen in den af grond. Hoe zorgvuldig de expeditie ook voorbereid was, zij had hevig te lijden on der de verschrikkingen van de Himalaya. Dragers stortten in den afgrond. De bergbeklimmers leden aan malaria en pa- ratyphus. De onoverwinnelijke, steile wan den moesten door het hakken van gaten Hiernaast: In de zuurstofarme hooge regionen moeten de bergbeklimmers, na steeds kortere afstan den, uitrusten. Links boven: Vliegtuigen overwin nen de Himalaya. Op I April 1933 vlogen 3 Engelsche vliegtuigen over den Mount Eve rest. Rechts onder: Van de Merkl-expedi- tie: De Tibetaansche dragers bij een maal tijd in kamp 4. de boodschap in kamp 6, dat Walzenbach en Wieland overleden waren en dat Merkl met den dood worstelde. De achtergeble venen deden wat zij konden om hem te helpen. Viermaal ondernamen zij den tocht naar boven. Tevergeefs! Want alle ge welddadige natuurkrachten van de Hima laya keerden zich tegen hen. De dooden konden zelfs niet begraven worden. Op den Nanga Parbat werd een ge denksteen geplaatst voor Merkl, Welzen bach en Wieland. WIST U AL. .dat er in de Vereenigde Staten in de laatste honderd jaar elf buitenlandsche vo gelsoorten zijn ingevoerd, die inheemsch werden? dat er alleen reeds in den Noord- Amerikaanschen staat Oklahoma niet min der dan dertig verschillende Indianenstam-- men bestaan? _T-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1936 | | pagina 8