DE GELDHATER FEUILLETON PRIJSVRAAG HAAGSCHE CRISIS-COMITÉ. 3-8-5 is een telwoord; 1-6-24-25 is een hemellichaam; 7-17-26 is een kleedingstuk; 5-8-4-15 is een lichaamsdeel; 8-22-23-3-5 is een ander woord voor: vlak, gelijk: MARKTBERICHTEN Coöp Veilingsvereenlging „Walcheren". SEPTEMBER ZON Op Onder Zaterdag 5 Sept 6.18 7.38 Zondag 6 6.20 7.35 Maandag 7 6.22 7.33 Dinsdag 8 6.23 7.30 Woensdag 9 11 6.25 7.28 Donderdag 10 6.27 7.26 Vrijdag 11 6.28 7.23 Hoogwater te Vlissingen op: Zaterdag 5 Septv.m. 4.29 n.m. 4.49 Zondag 6 5.17 5.36 Maandag 7 6.05 6.25 Dinsdag 8 6.57 7.25 Woensdag 9 8.05 8.53 Donderdag 10 9.40 10.29 Vrijdag 11 „11.12 11.52 WIELRIJDERS, LICHT OP: Zaterdag 5 Sept. te 8.08 uur Zondag 6 te 8.05 Maandag 7 te 8.03 Dinsdag 8 te 8.— Woensd. 9 te 7.58 Donderd. 10 te 7.56 Vrijdag 11 te 7.53 Apotheken geopend te Vlissingen: Zondag is geopend PETER ROSEGESSER. 2EEUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 4 SEPTEMBER 1936. No. 36. PIJNEN ALS MESSTEKEN IN HAAR RUG. Zij spreekt nu van een wonder. „Ik wil U toch schrijven, hoeveel goed Kruschen Salts mij gedaan heeft. Twee maan den geleden had ik rheumatische pijnen als messteken in mijn rug. Ik was tenslotte vol komen hulpeloos. Ik kon niet staan en was toch s>ok weer hang om te gaan zitten. Toen zei iemand: „Neem toch eens een proef met Kruschen Salts". Ik .besloot zijn raad op te volgen. Welnu, op het oogenblik zijn mijn Rheumatische pijnen totaal verdwenen. Het is een wonder. Ik raad Kruschen Salts aan al mijn kennissen, en wat mij zelf betreft, ik zal nimmer de dagelijksche dosis over slaan". Mevr. H. D. te S. De reden der rheumatische pijn is, dat zich in het lichaam afvalstoffen hebben op gehoopt, waaruit gevaarlijke stoffen als het urinezuur ontstaan. Dit urinezuur veroor zaakt uiterst pijnlijke zwellingen in sp:eren en gewrichten, die de wetenschap kent als rheumatische pijnen. De zes zouten, waaruit Kruschen Salts bestaat, sporen de afvoeror- ganen aan tot krachtiger werking, waardoor de afvalstoffen worden verwijderd en het bloed van urinezuur bevrijd wordt. Met de zuivering van het bloed verdwijnen de pij nen, terwijl tegelijkertijd de geheele gezond heidstoestand zal verbeteren. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten k f040, f0.70 en f 1.60 per flacon, omzetbelas ting inbegrepen. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpak- king, de naam Rowntree Handels Maatschap pij, Amsterdam, voorkomt. a 1 11 Door het Haagsche Crisis Comité is ten behoeve van de groote winterinzameling 1936 ondervolgende prijsvraag uitgeschre ven: Het geheel is een dringend verzoek In de zen tijd aan alle Nederlandsche burgers en bestaat uit 26 letters. 2-21-10 is een dier; 9-19-25-11-12 is een verkorte jongensnaam; i Ëert uUkomst-vooHJe wasen cfe vaat. .nu tijdelijk 3 pakken voor 1 5 ct. FR03 18-13-20-21-24-5 is een zuidvrucht; 16-11-14-20 is een ander woord voor sluw middel. VOORWAARDE VOOR DEELNAME. Zij, die aan deze prijsvraag wenschen deel te nemen, zenden de oplossing op een gewo ne briefkaart (buiten Den Haag 5 cent) met EXTRA BIJPLAKKING VAN 20 CENT AAN POSTZEGELS, vóór 3 October a.s. aan het Secretariaat Haagsch Crisis Comité, Drie Hoekjes 3, 's Gravenhage. Eén persoon kan meerdere oplossingen inzenden. PRIJZEN. Voor de goede oplossingen zullen vele prijzen ten overstaan van Notaris Mr. S. K. D. M. van Lier verloot worden. Er is een hoofdprijs en verder tal van mooie prijzen zooals schilderijen van be kende Hollandsche meesters, kunstvoorwer pen, fototoestellen, enz. enz. Aan de deelnemers die een prijs hebben gewonnen zal vóór 5 November 1936 schrifte lijk mededceling worden gedaan. VEILING van 31 Augustus 1936. Snijbiet 3, Doppers 14-17, Spinazie 5-11, Pos telein 4-6, Zuring 1, Augurken 1-10, Wage- naarsboonen 3-5, Suikerboonen 6-8, Stoksnij- boonen 6-11, Stainsnijboonen 5-6, Stokprin- cessenboonen 8-12, Stamprincessenboonen 7- 10, Sav. Kool 2-4, Roode Kool 2-3, Peen 3-5, Uien 1-2, per Kilo. Gladiolen 1/2**» Asters 2, Monbretia's 1-2 per bos. Ageretiums 3, Be gonia's 10 per pot. Peterselie 3-5, Peper wortel 11-15, Kervel 4-7, Zilvcrui 18, per chip. Peën 3-61/2, Rapen 2-4, Kroten 2-4, Prei 2-5, Selderie 1/2-IV2, Rammenas 2-3, per Bos. Bloemkool 2-8, Andijvie l/2-l, Krop sla l/2-l, Komkommers 1-3, per stuk. Per ziken 3-9 per stuk. Pruimen (blauw) 7-10, Reine Victoria 7-15, Witte Wijnpruimen 9, Belle de Louvain 9-15, Washington 10-21, Tonneboer 11-13, Reine Claude 37, Blauwe Druiven 19-31, Jebberson 18, Czaarpruim 13 per Kilo. FRUITVEILING van 1 Sept. 1936. Peren: Scharlakenpeer I: 6-9, II: 5-7, Will Duchésse I: 5-8, II: 1-3, Beurré de Merode I: 7-10, II: 6-8, Beurré Hardy 13-14, Beurré d' Amanlis 12-16, Bonne Louisse I: 15-18, II: 12-14, Triumph de Vienne I: 17-20, II: 14-15, Clapps Favoriet I: 13-17, II: 10-14, Jut ten II: 9-13, Dr. Cornelis I: 14-17, II: 10-11, Maagdepeer I: 9-10, Dr. Jules Guyot I: 10- 11, II: 7-8, Soldat Laboreur I: 12-13, II: 6-9, Seigneur d' Esperin I: 13-16, II: 10-11, Ber gamot I: 7-8, II: 4-6, Cal i) s-ver 5-7, Sou ven. du Congres 14-16, Bonne Cret Will I: 9-13, Durandeau 6-10, Appels: Transp. de Croncels I: 9-12, II: 5-8, Bramley Seedl. I; 7-8, II: 5-6, Jacq Lebel I: 6-8, II: 5-6, The Queen I: 10-12, Keswick I: 6-9, Warners King I: 7-8, Manks Codlin I: 7-9, II: 5-6, Bis- mark I: 5-8, II, 3-4, Bleu Br' c 1 116-18, Beroetilig I: 4-6, Swedenappel 8-10, Zigeu nerin I: 25-28, II: 22-24, Cox Pomona 15, Fedes v. Baden I: 11-14, II: 6-8, Tuinzoet 11- 12, per K.G. FRUITVEILING van 1 Sept. 1936. Pruimen: Reine Victoria 9-13, Tonneboer 10-11, Reine Claude 19-32, Witte Wijnspruim 14-20, Roode Eierpruim 13-15, Blauwe Eier- pruim 8-18, Belle de Louvain 10-15, Kirkers- pruim 17-19, Czaarpruim 11 11. J ff rson 11-12 Druiven: Frankenthaler 20-29, Kaapse Drui ven 8, Witte Druiven 12-18, Maroc Druiven 20, Tomaten 2-6, Bramen 14-22, per K.G. Meloenen: Suikermeloenen 5-15, Ananas Me loenen 7-16, Netmeloenen 4-12, Ivennemer- land Meloenen 7-11 per stuk. AARDAPPELVEILING van 1 Sept. 1936. Aanvoer 8000 K.G. Bl. Eigenheimers I: 40-63, Drielingen 29-32, Bonken 40-45, Zeeuwsche Blauwe I: 69-85, Drielingen 32-35, Poters 44-49, Zeeuwsche Bonte I: 57-60, Mitlotliiams I: 71. Eerstelin gen I: 54-62, Bonken 65-67, per 25 K.G. ff ff ff Tm li Tm w OCKENBURG, Wlaïstraat. EEN HANDIGE NIEUWIGHEID. Sedert eenigen tijd brengt de Fabriek van Maggi's Voedingsmiddelen een nieuw product in den handel: Maggi's Justabletlen een uitvinding, die in vele gevallen de huisvrouw goede diensten kan bewijzen. In de eerste plaats natuurlijk, als de jus, die bij het vleesch werd gemaakt, niet toe reikend blijkt om ook den volgenden dag nog b'ij da aardappelen te worden gebruikt. We liswaar kunnen we dan de aardappelen bak ken of er purée van makenmaar de Hollandsche smaak voelt toch altijd het al lermeest voor „aardappelen met jus"; en om ons die te verschaffen op een wijze, die niet te onderscheiden is van het oorspronkelijke bijproduct van vleesch, hebben we niets an ders te doen dan de gebruiksaanwijzing op het etiket der tabletjes zorgvuldig te volgen. Maar er zijn méér gevallen, waarin die ta bletjes ons kunnen te hulp komen. We hebben vleeschresten tot onze beschik king en we zouden die graag als hachée, als filosoof of als kerryschoteltje op tafel willen brengen. Alleen de bijbehoorende jus is opgebruikt, en nu zouden we ons wel kun nen r edden met melk of met bouillon, maar jus is toch „echter": daarin vinden we én het pittige aroma én het vet, dat we voor ons gerecht wenschen. Laten we U met een paar voorbeelden aantoonen, hoe smakelijk we dergelijke rest jes-schoteltjes kunnen maken, als we Mag gi's Justabletten te hulp roepen. HACHEE (4 personen). 300 G. (3 ons) koud vleesch, 50 G. (1/2 ons) boter, 2 flinke uien, 1 Maggi's Jus- tablet, 4 d.L. water, V2 d.L. azijn, 1 lau rierblad, een paar kruidnagelen, wat pe per, misschien; 1 2 theelepels maïzena. Laat de fijngesnipperde uien in de boter lichtbruin hakken; wrijf intusschen het jus- tablet fijn en maak het aan door de substan tie geleidelijk met het water te vermengen. Giet deze vloeistof bij de gefruite uien en laat de saus ©ven doorkoken; voeg er den azijn en de kruiden bij en laat er het in blokjes gesneden vleesch een uurtje in sto ven. Bind, indien de saus ten slotte nog te dun zou zijn, de vloeistof met wat aangemengd© maïzena. JACHTSCHOTEL (4 pers.) 300 G. (3 ons) koud vleesch, 1 K.G. koud© gekookt© aardappelen, 2 groote uien, 50 G. (1/2 ons) boter, wat peper en nootmus kaat, 1 Maggi's Justablet, 3 d.L. water. Bak in de heete boter de gesnipperde uien goudbruin; maak het justablet fijn, vorm er met het water een gelijk mengsel van en giet dit roerende bij de uien. Leg in een vuurvast schoteltje een laagje koude aard appelplakjes, bestrooid met wat nootmus kaat, daarop een laagje gesneden vleesch met wat peper bestrooid. Maak de laagjes vochtig met de „uienjus" en ga zoo voort mot liet schoteltje te vullen, tot de bovenste laag uit goed aaneengesloten aardappelplakjes be staat. Leg hier en daar een klontje boter op en zet het schoteltje in den oven, tot het door en. door warm is en de aardappelplak jes bruin zijn gebakken. KERRYSCHOTELTJE. 6 theekopjes koude gekookte rijst, 300 G. (3 ons) koud vleesch, 2 flinke uien, }/i afgestreken eetlepel kerry, 50 G. (i/t ons) boter, 1 Maggi's Justablet, 3 d.L. water. Fruit de gesnipperde uien met de kerry in de boter lichtbruin; wrijf inlusschen het justablet fijn en vermeng hel geleidelijk met het water tot een glad geheel. Giet deze vloeistof bij de gebakken uien en laat ze daarmee even doorkoken. Roer door deze saus de koude rijst en de fijngesnipperd# of gehakte vleeschresten, laat alles samen goed heet worden en breng het gerecht, dan over in een vuurvasten schotel. Slrooi er wat paneermeel over, leg hier en daar een klontje boter en laat het schoteltje in den oven warm en lichtbruin worden. (Laat desverkiezende het gerecht eenvoudig op het vuur warm worden en breng het zonder de oven te gebruiken dadelijk over in een dekschaal). DOOR „Loopt bij den molenaar in het Beneden- land het dienstjaar met Sint-Jacobi af? vroeg de boer scherp. „Bij den molenaar niet, bij mij wel", ant- woorde de jongen, „de molenaar heeft mij beleedigd, daarom ben ik bij hem wegge gaan. Ik ben ©en eerlijk mensch en als u mij aanneemt, dan mag u me het zwaarst© werk geven en m© zoo streng behandelen, als u maar wilt, maar onthoud één ding: ik ben een eerlijk mensch". Met verheffing van stem, bijna dreigend werd dat gezegd; de jongen had er de vuis ten bij gebald. „Hm, hm", zei de boer, wat achteruit krabbelend, „dat wil ik nou wel gelooven. Je moet alles niet dadelijk zoo hoog opne men, nryn waard© landlooper". „Een landlooper beu ik en zal ik blyveu, tot ik werk gevonden heb; an naar den mo lenaar krijgen se m* met geen vier paarden meer terug". De Hoog©-Weide-bóer liep langzaam de kom er op en neer, met de handen op den ru^. Ujj! zóó sle^ig, dal dc v Loer plan ken ervan kraakten. Deze vreemde jongen wilde gelijk hebben tegenover hém, den man van de Hooge Weide. Kon hij zoo ie mand wel in zijn huis dulden? Maar er scheen pit in den vent te zitten en louter nullen onder het dienstpersoneel is ook niet goed. „Weet je wat, Melchior", zei de boer, en bleef voor den jongen stilstaan, „wij zul len nu nog piets afspreken. Blijf een paar dagen op de Hooge Weid©. Beval ik jou en beval jij mij, dan makeri we het voor langer in orde. Staat dat je aan, luister dan goed. Jij en de nieuwe stier kent mekaar nu; je moet den Zwarte vandaag nog op de achter ste bergwei brengen. De kleine jongen zal je helpen drijven. In de hut, bij het Sen nersmeisje kunnen jullie overnachten. Mor gen laat je den stier bij het 'vee en je blijft er zoolang hij, totdat je ziet, dat hij er ge wend is. Daarna kom je weer thuis". Kom je weer thuis. Dat gezegde deed Mel chior weldadig aan. HET GESCHENK IN DE TIPMUTS EN HET SENNERSMEISJE. De Zwarte had onderwijl ook zijn wel komstmaal genoten. Toen daarna de kleine karavaan gereed stond om uit te trekken, schoot nog vlug de aardige Boter-Toni toe, en dinvd© giegelend Melchior een wit pakje in da hand. Zijn tipmuts was het, die hij al gemist had; bij den strijd met den stier was ze in het vuil gevallen en had toen gewas- schen moeten worden. Toen dc jongen haar nu over het hoofd wilde trekken, voelde hij heel bovenaan in de punt iets sponsach tigs. Wat mocht er wel inzitten? Een aar dig hartje van peperkoek, met een plaatje erop, en op dat plaatje stond een verguld mandje, en in dat mandje stak een bos roo de rozen, en in die roode rozen zat een ver liefd paartje, dat elkaar de hand reikte, en daarboven waren de woorden gedrukt: „Opdat je altijd aan mij zult denken, Wil ik je mijn hartje schenken". Nu scheen er toch een lachje te zullen komen op het gezicht van den jongen: hij keek om zich heen, maar zag geen meisje; wel hoorde hij giegelen in de stallen. Het jongetje, dat als drijver meeging, was stellig nog geen tien jaar oud, maar het had zoo'11 grooten villen hoed op het hoofd, dal het zijn kleine gezichtje héél hoog moest op beuren, om onder den reusachtigen rand heen nog den zwarten stier en den blauwen knechts met de tipmuts te kunnen zien. Zoo trokken ze naar de hoogten toe, o- ver met steenen bedekte hellingen en open grasplekken, langs de mooie alpenweiden daarboven tot aan de hutten op de verste bergweide. De kleine was hun gids. Onder weg hadden zij nog heel wat strijd le be staan. Hier en daar stonden troepen vee hij el kaar, die zich ten zeerste voor den voorbij - trekkenden bloedverwant interesseerden. De Zwarte zelf wilde wel eens kennis «naken met zijn rasgenooten, en vooral als hij koei en en kalveren zag, wilde hij ernaar toe en was nauwelijks vooruit te krijgen. De ster ke vuist van Melchior was noodig, om hem in bedwang te houden en de kleine jon gen maakte aldoor zóó'n lawaai, zoowel met zijn leeren zweep als met zijn schelle stem, dat het beest er werkelijk respect voor kreeg. Eindelijk zagen zij de hut, waaruit ijle rook in de avondlucht opsteeg en waar Mel chior zou logeeren bij het Sennersmeisje. Vreemd te moede was het den jongen, daar op die hoogte; het was er zoo stil, zoo wijd zoo vrij. Hij voelde zich frisch en opgewekt: zijn stemming was vroom en overmoedig tegelijk. Voor de hut liepen een paar biggen in het gras; een oude koe dronk aan de bron en in de jeneverbes-struiken daarnaast stoei den een paar geiten. De deur der hut stond open, maar de onderste helft der deurope ning was door een hekje afgesloten, om de hiervoor genoemde dieren geen vrijen toe gang te geven tot de menschelijke behuizing waarin het Sennersmeisje regeerde. Onze Melchior tuurde al van verre naar die deuropening. Hij zag binnen in de hut in het duister en den rook van het haard vuur een gestalte, die rustig den stok in haar karnton op en neer trok en daarby een pijpje rookte. Het gezicht was rimpelig en heelemaal uitgedroogd; de kort geknipte haren waren dun en grijs. Toen deze gestalte nu de drie bezoekers bemerkte, liet zij den karnstok los en rekte den hals uit, die flink bruin verbrand was, en waarop de aderen, als een hos ruw, louw door elkaar liepen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1936 | | pagina 7