DE GELDHATER FEUILLETON Ingezonden Stukken Coop Veilingsvereeniging „Walcheren". Hoogwater te Vlissingen op: Apotheken geopend te Vlissingen: Zondag is geopend OCKENBURG, Badhuisstraat. PETER ROSEGESSER. „Melcbiojc". ZEEUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 14 AUGUSTUS 1936. No. 33. van deze brochure noodzakelijk en onont- heerlijk. Het is gelukkig, dat naast veel persmis- hruik, ook dit werkelijk vredesgeluid in een persorgaan onlangs verscheen als een arti kelenreeks, en thans als brochure wordt uitgegeven! Namens de Perscommissie Zeeland van Kerk en Vrede Voorz. Ds. G. J. DE NIE, B'haven. Secr.: F. JANSEN, Goes. Geachte Redactie, Naar aanleiding van het antwoord van den heer Hartman in het nr. van 7 Augustus vraagt de Persco.umissie Zeeland van Kerk en Vrede nog beleeld plaatsruimte. Want we hebben ons wel even verbaasd Eerst zeide de heer H., dat er „een andere mens moest komen En als de commissie daarop antwoordt, dat die andere mens (met, veranderde gezindheid) mojt worden voor bereid, dan draait de inzender het ineens om, en zegt: neen! maar het zit in de le vensomstandigheden, die niet deugen. Geel' de mensen brood (en spelen? voegen wij er aan toe), en er zal geen oorlog meer zijn. Natuurlijk, het is beide waar. Want het oorlogsvraagstuk heelt niet één wortel, doch twee hoofdoorzaken. Geestelijk is het 't egoïsme, de zelfzucht, het gebrek aan naas tenliefde. En daarmee laat Kerk en Vrede zich in. Wijst op het Evangelie, dat de mens wil leren, oin z'n naaste minstens naast zich te stellen. Dus zal men dan ook nooit z'n medemens kunnen doden: zeker niet op de wijze, waartoe de oorlog dwingt: georgani seerde massamoord. En als iemand meent, dat dit een onvervulbare ideaal moet blijven, dan halen wij het woord aan van de Engelse quaker Robert Barclay, die zeide, dat hij evengoed als ieder de macht van het kwade in den mens kende, maar daarnaast niet minder in de macht van Christus geloofde. Waar Kerk en Vrede dit zuiver belijdt is cwijfel aan onze beginselen, dus ongeloof. Dat is de geestelijke zijde, van waar uit het oorlogsvraagstuk wordt aangevat. En daar naast bestaat ook een zeer materiële, biolo gische, economische oorzaak; n.l. het brood- vraagstuk wat U aanroerde. Maar Kerk en Vrede beperkt zich principieel tot het eerste, en laat de uitwerking van de econo mische (enz.) zijde (n) over aan de leden persoonlijk. Want dat brengt ons direct op het terrein van de praktische politiek. Ter wijl Kerk en Vrede mensen verenigt van verschillende politieke richting, die het ech ter met elkander eens zijn in hun geloof, dat de zachte krachten het uiteindelijk zullen winnen I Persoonlijk (dus niet uit naam direct van Kerk en Vrede) willen wij er daarom nog wel aan toevoegen, wanneer het dan waar is, zooals U zegt, dat afschaffen van kanon nen betekent, dat men elkander met stoelpo ten te lijf gaat, dat dit laatste dan toch reeds verre te verkiezen is boven bommen, gra naatkartetsen en gifgassen; omdat in een stoelpotengevecht minder slachtoffers zullen vallen I Dit is geen ironie van ons, maar nuchter werkelijkheidsinzicht, om liever reeds 100 meter te lopen van de verplichte kilometer, dan helemaal niets. Want als we zouden moeten wachten op de volmaakte regeling van het productie- en consumptie apparaat, dan waren we reeds allen sinds lange tijd gegifgast, voordat het zover was. Schaf daarom eerst in Genève de nationale legers af (met behoud van een volkenbonds politiemacht) en laat Kerk en Vrede onder tussen rustig voortbouwen aan de geeste lijke voorbereiding van de mensheid! Met beleefde dank voor de bereidwillige opname, Namens de Perscommissie Zeeland van Kerk en Vrede Voorz. Ds. G. J. DE NIE, B'haven. Secr.: F. JANSEN, Goes. FRUITVEILING van 11-8-1936. Appels: Handappels 13, Madelein 17-15, Per zikappels 13, Zomerappels 4-10, Diksteel 6, Dominisca 6-9, Jac. Lebel I: 6, Peren: Ooms kind ers 19, N. Holl. Suikerij 9-10, Clapps 20- 21, Kriekpeer 6-8, Kenyick 5-12, Pruimen: Washington 25, Washington II: 11-19, Witte Wijnspruim 15-23, Caarz. pruim 21-22, Blau we pruun 11-22, Roode Pruim 20, Belle de Lowarn 22, Reine Victoria 19, Reine Victoria Gieser 27, Blauwe Sierpruim 22, Drui\en: Frankenthalers 47-53, Muscaat 20-29, Witte Druiven 11-25, Black Alicant 3-21, Black Ali- cant I: 41-44 per Kilo. Vijg 4, To: raat 5-8, Roo de bes 13-19, Witte fes 13, per K.G. Netme- loen 15-26, Ananas meloen 15-22, Suiker me loen 31, Kennemerland 24, Perzik 3-7 per st. AARDAPPELVEILING van 11 Augustus 1936 Mitlothiams: Bonken 87-90, Groote 42-53, Drielingen 42-60, BI. Eigenheimers: Bon ken 43-60, Groote 45-60, Drielingen 27-41, Kriel 15-16, Zeeuwsche Blauwe 77 per 25 Kilo. Vrij van heffing. VEILING van 13 Augustus 1936. Savoye 4, Stam Suikerb. 7, Doppers 15, Spi nazie 7, Postelein 9-13, Zuring 1, Augurken 4-17, Suikerboonen 9, Stoksnijboonen 9-16, Stam snijboon en 5-10, Stokprincessenboonen 15, Roem 11, Roode Kool 3, p. Kilo. Bloemen Gladiool 13-, Asters 2, Hermione 1-7, per bos. Dhalia's 10 per 10 stuks. Gloxinea's 13, per pot. Pieter 3-5, Kervel 5-10 per chip. Peën 6-8, Rapen 4-6, Kroten 2-21/21 Prei 3- 61/2, Uien 2-31/2, Selderie 3-5, Rabarber lVa, Rammenas 21/2, per bos. Bloemkool 3-17, Andijvie tya-lYa, Kropsla 1/2, Komkommers 1-2 per stuk. AUGUSTUS ZON Op Onder Zaterdag 15 Aug. 5.44 8.24 Zondag 16 5.45 8.22 Maandag 17 5.47 8.20 Dinsdag 18 5.48 8.18 Woensdag 19 5.50 8.16 Donderdag 20 5.52 8.14 Vrijdag 21 5.53 8.12 Zaterdag 15 Aug. v.m. 1.16 n.m. 1.— Zondag 16 N 1.42 2.01 Maandag 17 2.21 M 2.36 Dinsdag 18 2.59 M 3.05 Woensdag 19 H M 3.35 H 3,40 Donderdag 20 4.06 M 4.14 Vrijdag 21 tt 4.39 4.46 WIELRIJDERS, LICHT OP: Zaterdag 15 Aug te 8.54 uur Zondag 16 te 8.52 it Maandag 17 te 8.50 it Dinsdag 18 te 8.48 n Woensd. 19 te 8.46 H Donderd. 20 te 8.44 tt Vrijdag 21 te 8.42 tt JONGE DAMES JAPON. Een aardig bedrukt stofje, natuurlijk wasch- en kleurecht wordt voor deze japon bewerkt. Heel practisch zijn de z.g. Dirndl stoffen (donkere fond met bonte bloemen), die niet vaak gewasschen behoeven te wor den. Het japonnetje, bestaande uit bovenstuk en tweebaansrok is uiterst eenvoudig en de eenige variatie, die er wordt aangebracht bestaat uil de volantmouwtjes, die in schuine lijn op vóór- en achterpand gestikt zijn en waarvan het rechter deel een aangeknipte stofreep heeft, die op de japon wordt ge knoopt. Knippatronen kan men aan onze bureaux bestellen onder No. G 49 in de maten 38, 40, 42 en 44. Kosten f 0.30. EENVOUDIGE JAPON. Geruit katoen of een ander waschbaar weefsel leent zich zeer goed voor dit aardige model, dat zoo héél vlug te maken is. Het bovenstuk heeft aangeknipte mouw tjes, en een shawlkraag, die puntig toeloopt en met een vlotte strik is afgewerkt. De blouse is eenigszins ruimer dan de rok, waarvoor het noodig is, dat de onderkant wordt ingehaald en de ruimte gelijk ver deeld wordt, echter vóór en achter midden zijn glad. De rok bestaat uit twee banen, die tamelijk schuine zijnaden hebben, waar door een flinke onderwijdte ontstaat. Breede ceintuur, die op zij met knoopjes en lusjes sluit. Knippatronen kan men aan onze bureaux bestellen onder No. G 60 In de maten 44, 46, 48, en 50 Kosten f 0.30. MANTELCOSTUMES worden steeds meer gedragen, zoowel aïs stadskleeding als op reis. Engelsche stoffen zijn zeer doelmatig, evenals verschillende soorten tweed, desgewenscht met donke® suéde gegarneerd. Sluiting met knoopen, aan* sluitend model. De effen japon, eveneens getailleerd, heiefï opgestikte zakken en een donkere kraag met smalle revers. Tweebaans rok. WENKEN VOOR DE HUISHOUDING. Herendassen, vooral de z.g. onkreukbare dassen, kunnen heel gemakkelijk gewassen worden. Het beste is hiervoor een koud Lux sopje. De voering hoeft men niet uit deze dassen te tornen, doch men moet bij het wassen de das zoveel mogelijk in het mo- del houden, d.w.z. de das dubbelvouwen^ even weken in water met azijn, dan voor zichtig wassen door het Lux sopje er dooi; heen te persen. Niet wringen, anders gaat het model eruit. Is de das bovenop bij de knoop erg vuil, dan even voorzichtig oveï elkaar wrijven. Steeds in het model spoelen, languit 1*. een badhanddoek rollen en zoveel moge lijk vocht eruit persen. Strijken met ee^ lauw warm ijzer. Ter voorkoming van he( doordrukken van de naden, kan men een o^ maat geknipt car tonnetje in de das steken en zo luchtig strijken. j DOOR 2 Deze nam den knaap eens wat nauwkeu riger op. Het was een jongen van zeventien of achttien jaar, goed uit de kluiten gewas sen, flink van voorkomen, met een paar open bruine oogen, die ferm en trouwhartig de wereld inkeken; misschien was hij ietwat verwaarloosd, maar overigens geen kwaad slag. „Ben je ergens knecht?" vroeg de boer hem. „Ik ben baas". „Landeigenaar dus?" „Ik ben mijn eigen baas". De boer nam hem nu nog scherper op. Is dat stugheid, of wil hij me voor den gek houden? En de man wou al tegen hem uit varen: „maak, dat je weg komt" toen hij zich bedacht, dat hij den jongen nog noo dig had. Hij, die gewend was te heerschen, voelde zich niet erg op zijn gemak bij die weerbarstige schepsels. „Zeg, hoe heet je eigenlijk?" vroeg de man van den Roch lisberg. „En je achternaam?" „Die zegt niets meer". „Ik zou toch wel eens willen weten, waar je thuis hoort". Dat klonk bijna bevelend; toch zweeg de jongen een poos. „Zijn we hier al in het Boven-land?" vroeg hij toen. „Al van het hek af". „Dan hoon ik in het Bo ven-land thuis". Nu wilde de boer stil blij ven staan, maar dat duldde de stier niet, die met zijn gelijk- matigen stap doorliep. „Ik geloof, dat je een vagebond bent", riep de boer van de Hooge Weide den jon gen toe. „Ja, dat geloof ik ook", antwoordde deze. En daarop streelde hij den rug van het dier, waarover een lichtgrijze streep liep. „De Zwarte zal wit worden", merkte hij halfluid op, „als hij eenmaal een os geworden is". „Zoo, je weet dus wat van het vee af?" Hier werd het gesprek onderbroken. Twee gendarmen, de bajonet op het geweer, leid den een jongen man bergaf en onze drie makkers voorbij. De gevangene droeg een degelijk en smaakvol bergpak; een zware, zilveren horlogeketting bengelde op het vest. Hij hield zijn armen over de borst gekruist en zijn polsen waren door een stalen ket tinkje aan elkaar geboeid. Zijn groenen hoed met gemshaar en haneveeren had hij bijna tot over zijn neus getrokken; zijn ge zicht was een beetje bleek en hij droeg eein kneveltje. Bij deze ontmoeting had de ge vangene aanstonds z$jn hoofd afgewend, maar Melchior was blij ven staan en had hem aangestaard, totdat hij voorbij was. De jon gen stiet een vreemd, kreunend geluid uit; hij bleef nog even stilstaan, om het groepje na te kijken. „Dat is de adjunct-houtvester Kiliaan; ken je dien' soms?" vroeg de Hooge-Weide-boer. De jongen knikte; zijn gezicht was beurte lings doodsbleek en hoogrood geworden. „Die zal zeker wel een paar zware ree bokken op zijn geweten hebben", merkte de boer op, ,,'t was anders altijd een fat soenlijk mensch". „O, dat vervloekte, dat verwenschte geld" kreunde Melchior; daarna liep hij weer ach ter den stier aan en zei geen woord meer, wat de boer van den Rochusberg hem ook verder mocht vragen. Zoo hadden ze samen een paar uur ge- loopem, waren door kreupelhout en bosschen gegaan, om eindelijk op een hooge, open plek te komen, van waaruit men voor 't eerst een vrij uitzicht over de landstreek had. Het is daar meest bosch en hei; slechts zelden staat op de zonnige hellingen of in de weide-dalen een huis, maar dan ligt er ook een rogge-akkertje of een moestuintje bij. De blik reikt zóóver, tot de beboschte hoogten verflauwen en tenslotte op zonni ge dagen bergen en wolkjes niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. „Zoo, zoo, Zwarte," riep de Hooge-Weide- boer, zijn woorden uitrekkend, „we zijn thuis. Daar is mijn wei al, als je het goed- De stier liet zich dat geen tweemaal zeg gen en begon te grazen. „Houd het touw eens even vast", zei de boer tegen den jongen, haalde toen een groote, roodleeren portefeuille te voorschijin deed die langzaam open, bladerde in de bankbiljetten en hield onderwijl op half* zingenden, half-spottenden toon de volgen de toespraak: „Nu zullen we eens even zienvoorname heer vagebond... wat ik voor je vinden kan;...... je zult den boer van de Hooge Wei niet voor niemendal na- geloopen hebben". „Ik ben U niet nageloopen", zei Melchior. „Nou, vlieg maar niet dadelijk zoo op. Je zult het immers niet voor niemendal gedaan hebben... 't zal morgen anders wel verdronken en vergooid zijn. Dat loopt mid den op den werkdag rond te slenteren, steelt Onzen-Lieven-Heer Zijn dag af... Daar, pak aan, dat is voor jou, leelijke vagebond". Hij had er zich op den bergweg al lang op verheugd, om den jongen, zoodra hij hem kon missen, eens precies te zeggen hoe hij over hem dacht. Nu was het eruit, maar tegelijk was een fonkelnieuw tweeguldenbil- jet de portefeuille uit: „Kijk eens, dat is voor jou". De jongen had onverschillig naar den boer geluisterd, maar hem tegelijk wantrouwig aangekeken. Toen hij nu het biljet voor zijn, oogen zag fladderen, wendde hij zich haas tig af en riep: „Neen, dat raak ik niet aan, m'n leven lang r^et De Lieve God sal er mjf voor bewaren*1. I (Wordl vervolgd.]

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1936 | | pagina 7