PRESTO DE GELDHATER FEUILLETON BURGERLIJKE STAND Bruin, óók zonder zon, Geef ons een ijsco van 3, van 5. ZEEPPOEDER j Mprt/PIIC en overspannen, onrustig en llGIVGUo slapeloos. Men gebruike hier tegen de zenuwstillende en zenuwsterkende Mijnhardt's Zenuwtabletten MARKTBERICHTEN* AUGUSTUS ZON Op Onder Zaterdag 8 Aug. 5.33 8.37 Zondag 9 5.34 8.36 Maandag 10 5.36 8.34 Dinsdag 11 5.37 8.32 Woensdag 12 5.39 8.30 Denderdag 13 5.41 8.28 Vrijdag 14 5.42 8.26 Hoogwater te Vlissingen op: Zaterdag 8 Aug. v.m. 5.35 n.m. 5.52 Zondag 9 6.22 6.41 Maandag 10 „7.16 7.34 Dinsdag 11 8.21 8.52 Woensdag 12 H 9.49 10.23 Donderdag 13 11.17 11.54 Vrijdag 14 12.23 12.57 WIELRIJDERS, LICHT OP: Zaterdag te 9.07 Zondag 9 te 9.06 M Maandag 10 te 9.04 Dinsdag 11 te 9.02 Woensd. 12 te 9.— Donderd. 13 te Vrijdag 14 te M Apotheken geopend te Vlissingen t Zondag is geopsnd PETER ROSEQESSER. t ZEEUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 7 AUGUSTUS 1936. No 32. door de snelle huidbrulnende werking van AMILDA-zonnebruincrême, welke ook zon der zon, alleen reeds door den Invloed van licht en lucht de huid mooi egaal bruint. Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct. den mensch, die aangespoord en maar al te vaak gedwongen door het leven steeds zichzelf en de zijnen het naast is. En dat moet zijn op straffe van ondergang. De commissie zal met mij eens zijn, dat oorlogsbestrijding deze wortel niet uitroeit. De oorzaken van den oorlog zijn met het afschaffen van kanonnen en staande legers niet weggenomen. Ik wil niet betoogen, dat Kerk en Vrede of haar zusterorganisaties sociale hervor mingen moet gaan nastreven. Ach neen. Wat K. en V. doet is op zichzelf beschavend werk van de beste soort* het moest veel meer en beter gesteund worden. Maar het geeft ons den nieuwen mensch niet kan dat ook niet. Omdat het scheppen van den nieuwen mensch slechts gepaard kan gaan met het totstandbrengen van zoodanige om vormingen in de maatschappelijke verhou dingen en als gevolg daarvan in dén geest der menschen over de gansche wereld, dat alleen aan den tijd en de langzaam maar ze ker voortstrompelende beschaving dit werk kan worden overgelaten. Dat vergt eeuwen. Misschien is het verschil van inzicht als volgt te stellen: K. en V. wil eerst de geest der menschen veranderen, geen rekening houdend met materieele omstandigheden, met sociale en economische verhoudingen. Ik zeg, wellicht erg nuchter en prozaisch: geef iedereen een onbezorgde boterham. Dat kan. Gods; bestierende wijsheid gaf de aarde zulk een rijkdom, dat het royaal kan. Dan hèb je wereldvrede. Laat figuurlijk gespro ken de weg naar den wereldvrede door de maag van den mensch gaan. Maar als wij in de huidige samenleving van daag de kannonnen afschaffen vechten de menschen morgen met stoelpooten. HARTMAN. In den Gids voor Schoolreizen onder re dactie van de heeren J. H. Boon en Jac., Dam, onderwijzers, een boekwerkje, dat ook dit jaar in een oplage van 12500 exemplaren gratis is toegezonden aan alle onderwijsin richtingen en honderden vereenigingen, vraagt de redactie aan alle reisleiders van groepen kinderen te wallen bevorderen, dat de jeugdige reizigers uit het reispetje een klein offer brengen voor zwakke kameraad jes in den lande, die een verblijf van 4—6 weken in een andere luchtstreek zoo drin gend noodig hebben. Als ieder kind (meer dan 600 000, zeshonderdduizend, maken een schoolreisje), een ijswafel van 3 of 5 cent offert, kan veel leed verzacht worden. Dit IJscofonds heeft de redactie van den Gids voor Schoolreizen te onzer beschikking ge steld. De opbrengst zal worden verdeeld onder ALLE vereenigingen, werkzaam op het gebied der kind er uitzending, naar verhou ding van het aantal door het Rijk gesubsidi eerde verpleegdagen. Het is voor hoofden van scholen, onder wijzers en andere leiders van jeugdreizen een kleine moeite aan de vorming van een be langrijk IJscofonds mede te werken. De jeugdige reizigers zullen gaarne hun ijsco offeren, indien de reisleider het verzamelen der centjes op zich neemt Maar ook Gij, ouders, grootouders, die zich verheugt in het bezit van gezonde kinderen kleinkinderen, brengt ze tot dit kleine offer, voeg er een ijswafel aan toe, verzamel ze in Uw kring van kennissen, de ijsco's van 3, de ijsco's van 5 en stort het gezamenlijk be drag op de IJSCO GIRO REKENING 215800, Pioenweg 25 's Gravenhage. Zonder uitzondering verkeeren alle uit- zendvereenigingen in financieele moeilijkhe den. Daarom volgen de besturen met meer dan gewone belangstelling de ijsco-regen op bovenbedoelde postrekening. Lezers en lezeressen van Uw bereidheid tot dit kleine offer zijn wij overtuigd. Ons helpt echter alleen de daad. Helpt onze zwakke kinderen reiken tot daar waar de dadels hangen. H. C. SNEL, Directeur v.h. Centraal Ge nootschap voor Kinderherst l'ings- en Vacantiekolonies. Mr. J. H. DE CRANE, Secretaris-Penning meester der Centrale Commissie voor uitzending van Nederlandsche Kinde ren naar Buiten „Kinabu*. Dr. H J. DAMEN, Voorzitter v. d. Katholie ke Kinderuitzending in het Bisdom Haarlem. Ds CORN. J. V. PAASSEN, Voorzitter der Chr. Gezondheids- en Vacantiekolo- niès in Nederland. Mevrouw Dr. R. WIJNBERG, Secretaresse der Joodsche Zee- en Boschkolonies „Wijk aan Zee". De ondergetéekenden bevelen dit „IJSCO- PLAN" van harte aan: PROF. DR. G. A. van POELJE, Directeur- Generaal van het Onderwijs. Dr. N. M JOSEPHUS JITTA, Voorzitter van den Gezondh i lsraad. Dr. C. VAN DEN BERG, Directeur-Generaal v. d. Volksgezondheid. Loop van de bevolking der gemeente Oost en West Souburg over de maand Juli 1936. Ingekomen: A. Westerwoudt, van Vlissin- gen naar Voorstraat 19 A M. Hoeijmans geb. Karbach van Den Helder naar Vlis- singsche straat 123 L. M. Vaes, geb. Jan sen van Vlissingen naar Nieuwe Vliss. weg 273 C. W. Keim, van Assen naar Middel- burgsche straat 19 G. Caljouw van Vlis- Geelt overvloedig schuim. nu tijdelijk 3 pakken voor 15 ct. PRO-1-1 Glazen Buisje 75 ct. Bij apoth, en drogisten singen naar Nieuwstraat 44 F. van Schijn- del van Vlissingen naar Kanaalstraat 46 I P. de Rooij van Oostburg naar Oranjeplein 42 J Dalema geb. Groenedijk van Zierik- zee: A. Dalema van Vlissingen naar Vliss. straat 141c. Th. van der Linden van Vlissingen naar Vrijburgstraat 5 K. Bosua, van Dordrecht naar Padweg 37. Vertrokken: G. A. Peeman van van Turn houtstraat 26 naar Arnemuiden, Molenweg D 5d A Jongepier van Paspoortstraat 26 naar Vrouwepolder, Gapingsche weg. Th. Sponselee van Vlissingsche straat 101 naar Rotterdam, Mekrapstraat 3 J. W. E. de Rijcke geb. Bal, van Braamstraat 58 naar Ned. Indië P. Meulenberg van Ritthein- sche straat 74 naar Vlissingen, Wagenaarstr. 3 A van Rijswijk van Nieuwe Vliss. weg 183 naar Vlissingen, H. M. Friso M. J. van Rijswijk geb. de Wit van Nieuwe Vliss. weg 183 naar Rotterdam, Stationsweg 18u H van Zalen van Vlissingsche straat 273 naar Vlissingen, Schuit vaartgracht Wed. J. Ma- rissen van Vlissingsche straat 46 naar Vlis singen, Schuitvaartgracht 47 M. J. de Voogd van Oranjeplein 02 naar Harderwijk Stichting Zondervanck A. Verijzer van Vliss. str. 11 naar Middelburg, Rozemarijn straat E 154 P Barth van Dijkstraat 57 naar Dordrecht, David Blesstraat 3 rood. OOSTKAPELLE over de maand Juli 1936 Geboren: Catharina d. van M. Moens en C. W. Maljers Overleden: Pieter Kerkhove 57 j. man van Tannetje Maljers Leintje Castel 66 j. we duwe van Johannes Ludikhuize. BIGGEKERKE over de maand Juli 1936 Ingekomen: Kornelia Johanna Adriaanse in B 31 uit Zoutelande Jan de Visser en gezin in B 62 uit Serooskerke (W.). Vertrokken: Lein Wijkhuijs en gezin uit B 62 naar Nieuw en Sint Joosland. DOMBURG over de maand Juli 1936. Getrouwd: J. M. Wisse 24 j. en W. C. Trielier 23 j. Geboren: Leuntje d. van S. de Visser en Joh Brouwer Mcrmannes, Theodorus, z. van A Schuurman en Chr. Sombroek Ja cob, z. van Iz. Provoost en Cl. L. Coomans Elisabeth d. van W. Maljaars en J. Brou wer. Overleden: A Schreijenberg, 69 j., echtge- noote van C. Carlier. Ingekomen: J. Missielje J. J. Geluk en gezin J. Stevense. Vertrokken: W. C. Trielier 's Heer Arends- kerke A. Minderhoud, Oostkapelle L. Provoost, Oostkapelle C. de Voogd, Haar lem St. V. Queré, Niumansdorp. AAGTEKERKE over de maand Juli 1936 Geboren: Pieter, z. van J. de Visser en M. de Visser - Martinus, z. van C. Joosse en L Labruijere Leendert, z. van J. Boogaard en D. Wouters. Vertrokken: Naar Heinkenszand, J. Mal- jaars, SEROOSKERKE (W.J ovetr de mnd. Juli '36. Ondertrouwd: Cornelisse Kasse, 25 j. jm. I (in Arnemuiden), en Leuntje Wondergem 24 j. jd. Getrouwd: Cornelis Kasse, 25 j. jm. (in Arnemuiden) en Leuntje Wondergem 24 j. jd. Geboren: 13: Jannetje d. van Adriaan Wondergem en Jannetje Goedbloed. 14: Clasina Cornelia, d. van Gerrit Christiaanse en Cornelia Pieterse 17. Maatje Jacoba, d. van Daniël Tavenier en Adriana Goed bloed 23: Krijn Jacobus, z. van Jacobus de Jonge en van Suzanna den Hollander 23: Hendrik, z. van Jacobus Geldof en van Maatje de Hollander 27: Cornelis Johan nes z. van Jacobus Meijers en van Maria Corré. ZOUTELANDE, over Juli 1936. Geboren: Willemina, d. v. Jakobus Koppe- jan en Levina Sturm. Getrouwd: Cornelis Goedhart Jm. en Maat je Dingemanse, jd. Ingekomen: de Vos David uit Middelburg Jacobse Aaltje uit Meliskerke van de Boomgaard, Francois uit Ierseke Beland John, L. uit buitenland. Vertrokken: Dingemanse Maatje naar Kou- dekerke Wed. Louwerse-Adriaanse, Kor nelia J. naar Biggekerke. KLEINE! VEILING van 3 Aug. 1936. Savoy e 4-6, Roem 12-13, Postelein 8-15, Au gurken 4-10, Wagenaarsboonen 3-7, Stoksnij- boonen 14-17, Stamsnijboonen 5-7, Stamprin- cessenboonen 6-8, Dubbbele Prins. 11, Roode Kool 4-41/2, per Kilo. Bloemen: Gladiool 2, Dhalia's 1, Anjers 12, Lathyrus 2, Montbre- tia 1, per bos. Gladiool 2-21/2 per 10 stuks. Kervel 12-13 per chip. Peen 5 Va" 61/2, Rapen. 31/2, Kroten 1V2-21/2» Prei 8, Uien 2-3, Selderie 3-4, Rabarber 2, Radijs 1/2-IVa, Rammenas 31/2, per bos. Bloemkool 61/2-8, Andijvie 11/2-21/2, Kropsla i/2, Komkommer» 1-2 per stuk. 8 Aug uur H ff ft 8.58 ff 8.56 OCKENBURG, Walstraat. t DOOR DE TWEE UIT HET BENEDEN-LAND. Bij het hek over den weg, waar het Bene- den-land ophoudt en het Boven-land begint, stonden twee eigenaardige schepsels. De een was een zware, forsch gebouwde man, met een groene jas aan, die hem tot aan de ste vige, in blauwe kousen gestoken kuiten reik te, en een steenrood vest, in het midden van boven tot beneden bezet met wel meer dan dertig fonkelende, zilveren knoopen, zoo groot als hazelnoten. Een breede, leeren gor del, waarop met wit draad allerlei versier selen, benevens de twee woorden „Hooge Weide" gestikt waren, omspande zijn buik. Onder den lagen, maar breeden hoed van den man hingen lokken reeds ietwat grijs geworden haar over den stijven jaskraag neer zijn neus sprong als een machtige wig uit het forsche voorhoofd omlaag; de zorgvuldig geschoren wangen bolden sterk naar voren: alle gelaatstrekken waren grof, maar vol uit drukking, zoo ongeveer als de lijnen van een marmeren kop, vóór nog de kunstenaar er de laatste hand aan gelegd heeft. Zijn metgezel was een zwarte, ongeveer vierjarige stier, met plompe ledematen en een geweldige kop, aan de beide hoeken waar van korte horens uitstaken. Om deze ho rens was een touw geslagen, dat de man ee- nige malen otn zijn rechterhand had gewon den, terwijl de linker een stevigen hazelaars- stok vasthield. Zoo stonden ze daar elkaar aan te kijken. In de groote, uitpuilende pik zwarte oogen van den stier was een uitdruk king van weerbarstigheid, en zijn ontzaglij ke neusgaten bliezen den adem bij stootjes uit. De man streelde het beest over den stijven nek en langs de zware halskwab, die van de onderkin tot over de borst heen- reikte, en zei bedaard: „Wees verstandig, Zwarte, wees nou verstandig en ga mee". On derwijl in zichzelf mompelend: „Had ik je maar eerst thuis, op mijn erf, jou weerbarstig beest, dan zou ik je wel leeren, wie er baas is". Maar toen hij nu het touw aantrok en met zijn stok zacht tegen de achterpooten van het dier sloeg om het toch eindelijk door het hek te krijgen, trok de stier zijn kop terug en stiet een dof gebrul uit. Na deze waarschuwing bleef de man weer een heele poos stilstaan, maar hij knarse tandde van boosheid: zoo'n weerspannigheid was hij niet gewend. Echter begreep hij ook, hoe gevaarlijk een stier zijn kan, die wild wordt. Radeloos keek hij om zich heen, zag evenwel niets dan heidekruid, elzestrui- ken en dennen. Toen die twee daar nu weer een tijdlang voor het hek gestaan hadden, kwam uit de richting van het Beneden-land een jongen den weg op. Zijn armoedige kleeding was van blauwgeverfd, grof linnen; op zijn rood achtig-bruin haar droeg hij een bontgestreep- te muts. Zijn rond gezicht was nog baarde loos, maar erg verbrand. Het hoofd diep voor overgebogen, zoodat de spitse muts recht overeind stak, beide handen in de broekzak ken, zóó kwam de jongen daar aanslenteren. „Hé, jij daar", riep de man met de groene jas hem toe, „kom eens hier en help me eens even den stier drijven". Het hoofd met de muts richtte zich op. Wie zou daar een vreemde op den weg zoo maar bevelen geven? Ik heb toch voorzoo ver ik weet geen baas, nu heelemaal niet. O, de boer van de Hooge Weide. Ja, dat is wat anders, dat is de rijkste en voornaamste man uit de heele streek, en de allerhoogste ook, want de Hooge-Weide-hoeve staat op den Rochusberg en kijkt hoog over alle daken en over berg en dal heen het land in. Zulk een man kan inderdaad overal zijn gebiedend „Kom hier en pak aan" laten hooren. „Ja" riep nu de jongen terug, „ik kom al helpen". Hij brak een wilgetwijg af: „Zoo'n stok maakt het beest maar wild, Hooge-Weide- boer". Toen de stier zag, dat ze met hun tweeën waren, veranderde hij van inzicht, ging rus tig het hek door en liep op zijn dooie gemak tusschen de beide mannen mee. „Ben je uit het Boven-land, dat je me kent?" vroeg de boer nu. „Neen", antwoordde de jongen, „maar den Hooge-Weide-boer kent men in het Bene land ook wel". Nu lachtte de ander eens voor zich heen. De boer van de Hooge Weide was eigenlijk een groot-veehouder. Wat koren betreft, groei den op de hoogten van den Rochusberg niet meer dan enkele schaarsche halmen, maar een paar honderd stuks vee vonden jaar in jaar uit ruimschoots den kost op de vette weiden «1 zonnige „almen". Nu werd het, vanuit zuiver zakenstandpunt bezien en de boer van de Hooge Weide bezag de dingen nooit vanuit een ander stand* punt somwijlen noodig, dat er bloed van den veeslag uit andere streken in zijn veesta pel kwam; en daarvoor was de boer nu dan ook naar beneden gegaan om een gezonden en sterken springstier te halen. In het dal had hij er zoo een gekocht en gedacht, dat zoo'n stuk vee voor den boer van de Hooge Weide een beetje meer eerbied zou hebben dan voor andere menschen; de stier beduid de hem echter maar al te gauw, idat hij noch om geld, noch om stand iets gaf; hij gedroeg zich bijzonder koppig en toen zij aan het hek kwamen, dat het Beneden-land van het Boven-land scheidt, weigerde de Zwarte, zooals wij zagen hardnekkig, 'fcijn geboorte grond te verlaten. Toen nu de ander erbij was gekomen, ging hij gewillig mee en het hinderde den boer geweldig, dat het dier zich eerst door de aanwezigheid van een wildvree r.den jongen had laten bewegen, te gehoorzamen. „Waar wil je eigenlijk naar toe en wat voer je uit?" vroeg de boer zijn nieuwen metge zel. „Ik help den Hooge-Weide-ober zijn stier drijven", was het antwoord. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1936 | | pagina 7