A
SUNLIGHTZEEP
KING
DE VLOEK DER MISDAAD
ASPIRIN ra
cMooifi. unite tanden,
me'IW®^)
FEUILLETON
J hof product van vertrouwen
MARKTBERICHTEN
Coöp. Veilingsvereeniging
„Walcheren".
mum
APRIL
ZON
Op
Onder
Zaterdag 4
April
5.29
6.38
Zondag 5
5.27
6.39
Maandag 6
11
5.25
6.41
Dinsdag 7
1»
5.22
6.43
Woensdag 8
11
5.20
6.45
Donderdag 9
u
5.18
6.47
Vrijdag 10
11
5.15
6.48
Hoogwater te Vlissingen op:
Zaterdag 4
April v.m. 12.04 n.m.
12.31
Zondag 5
t*
11
12.39
1.03
Maandag 6
11
11
1.08
1.28
Dinsdag 7
11
I*
1.35
1.56
Woensdag 8
11
11
2.04
2.24
Donderdag 9
ii
11
2.36
2.54
Vrijdag 10
ii
11
3.07
3.27
WIELRIJDERS, LICHT OP:
Zaterdag
4
April
te
7.08
uur
Zondag
5
11
te
7.09
H
Maandag
6
11
te
7.11
Dinsdag
7
11
te
7.13
M
Woensd.
8
11
te
7.15
M
Donderd.
9
11
te
7.17
Vrijdag
10
11
te
7.18
DOOS 20 CT. TUBE*4-0 EN 60 CT.
ZEEITWSCH NIEUWSBLAD VAim VRiJDAG 3 APRIL 1936. No. 14.
- '<W
}l
Aspirin voor
a een betere circulatie van
j het bloed en veroorzaakt
zodoende de uitscheiding
'van schadelijke stoffen,
die pijnen veroorzaken.
1 Daarom ook voor UNeemt
Uitsluitend verkrijgbaar Ir de oranje-bandbulsjes van
30 labL 70 ets. en oranjezakjes van 2 iabl. a 10 ets.
keert ia verschillende stadia van rijpheid, is
soms ovemjp, soms onrijp. het irun in niiü
is versch en gezonu, tevens heed hei den
hoogsten graau van voedingswaarde, vitami
nen waarue, smaak en geur.
Een belangrijke factor is, dat bij de ver
werking eersie kwaliteit fruit wordt gebruikt.
Er zijn industriën en wij denken nier b.v.
aan de Mij. „De Betuwewaarvan bekend
is, dat deze alleen prima kwaliteit fruit ver
werkt, terwijl door de moderne bereidings
wijze in de fabrieken, niet alleen de smaak
en geur, maar ook de voedingswaarde en
vitaminenwaarde bewaard blijven.
Onderzoekingen gedaan door laboratoria
in Amerika en Engeland hebben dit uitge
maakt. Jammer, en ten onrechte staat de
huisvrouw nog wat huiverig tegenover vruch
ten in blik, omdat zij denkt:
a. vruchten gebruikt worden van minder
waardige kwaliteit,
b. het blik een schadelijken invloed heeft
c. de voedingswaarde is vernietigd.
Niets is echter minder waar, wanneer
maar eerste kwaliteit fruit wordt gebruikt
en wat alleen in een goede fabriek wordt
verwerkt. Maar wij willen het nog eens heb
ben, over het belang voor onze fruitteelt,
deze is enorm. Neem b.v. het geval kersen
en aardbeien, waarvan door het Hollandsche
publiek in ongeveer 3 weken tijd circa 10 mil
lioen K.G. wordt gegeten, waar echter de
mogelijkheid bestaat deze kwantiteit te ver
dubbelen, wanneer de werkelijk eerste kwa
liteit ingemaakte aardbeien en kersen in
blik gedurende de resteerende 49 weken meer
populair worden.
Dat het eten van fruit, uitermate gezond
is, behoeft geen betoog, maar even gelijk
staat, dat ook vruchten in blik, niet alleen
smakelijk, maar ook zeer gezond zijn.
Trouwens wanneer men nagaat hoe fruit
in blik, zuiver is en vrij van bacteriën of an
dere verontreinigingen kan men dit volko
men begrijpen. Dat alleen de verwerking
met uiterste zorg moet geschieden en alleen
in een goede moderne fabriek mogelijk is,
mag men niet onderschatten. Elk uur, nadat
fruit geplukt is, gaat het in kwaliteit achter
uit. Een goede fabriek zorgt ervoor, dat de
tijd tusschen plukken en verwerken zoo
kort mogelijk gehouden wordt. Wanneer b.v.
het fruit van de veilingen in de groole ste
den misschien nog niet is aangekomen, is
het in de fabrieken reeds verwerkt.
\\5j willen in een volgend artikel op de
ze zoo belangrijke industrie en hert groote
belang voor onze fruitteelt nog eens terug
komen.
FRUIT VEILING van 26—3—1936
Appels: Zoete Ermgaarde 12-20, Zoete Bel-
leileur 11, 8-9, Campagnezoet 111, 7-9, Rood-
bakker 111, 7-8, Huisinanzoet 10-11, Kleiperen
18-20, alles per Kilo.
AardappelenLate Blauwe I, 46-60, Late Po
ters 4U-43, Poiers il, 18-21 per 25 Kiio.
VEILING van 27-3-1936
Baksla 30-40, Snijsla 28-52, Veldsla 27-42,
Spinazie 12-23, Postelein 10-19, Zuring 10-14,
Spruiten 10-25, Witlof 5-15, Koolrapen 11/2*
3, Wtjnpeën 3 7, Bruine Boonen 12-19, Peën
2-6, Uien 1-4, Kroten 1-21/2 per Kilo. Bloemen
Narcis 1-5, Anjelieren 4-5, Hyachinten 7-12,
Tulpen 7-11, Murillo Tulp 1, Darwin Tulp 7,
Larline Tulp 7, Anenomen 1 per bos. Cine
raria 15-18, Primula 9-13, Cyclamen 18, Be
gonia 5, Saxil'ragen 3, Tulpen 9 per pot. Bak-
kruid 9-27, Madeliefjes 16-26, Violen 20-22,
Papaverplantjes 20-23 per 10 stuks. Gladio-
lenbollen 8-9 per 100. Peën 17, Raapstelen
I-21/2, Prei 4-9, Selderie 3-8, Knolselderie
3-7, Peterselie 4-5, Rabarber 7-10, Radijs 3-6,
per bos. Savoye Kool 11, 5-14, Roode kool 5-
14, Boere kooi 2-6, Andij.ie 2-6, Kropsla 3-
10, per stuk. Peterselie 3U-43, Zuring lj-lö,
Veldsla 16-18 per chip.
o
VEILING van 30-34936.
Baksla 23-41, Snijsla 28-46, Veldsla 15-20,
SINDS 50 JAAR ONGE
ËVENAARD IN KWALITEIT.
&.O7-092H
Spinazie 10-17, Postelein 8-19, Zuring 8-12,
Spruiten 7-21, Witioi 7-14, Koolrapen 1-2^2,
Vvijnpeen 2-u, Peen 1-5, Dien 1-4, Kroten i-
2^/2, per Kdo. Bloemen: rrimuia's 3-11, ^axi-
irugen 3, Cineraria K, Praueacanua a, per pot
iviauciie±jes !-«>, Biauwe uruiijes 3-a, i\ ar eis
3-a, per iX)s. e-nrysanten 2u-z3, Bakkruid
10-12, Violen 14-2U, Papavers 13-14, per 10
st. Uienpianten 7-10, Bioemkoolplamen 14-
2o, Slaplanten 23 per 10ü, Eeterseiie 10-16
per chip. raapstelen 1-2, Prei 3-8, Selderie
2-5, Knolselderie 2-6, Peterse.ie 4-5, Rabar
ber 6-10, Radijs 2-5, per bes. Roode kool
6-12 p. K.G. Bloemkool 4-20, Andij\ie 1-5,
Kropsla 4-10, per stuk.
M
II
II
Apotheken geopend te Vlissingen
Zondag is geopend
OCKENBURG, Singel.
door Ernst Wlchert.
24. i
Uit het dak steeg een dichte rook op
vóór de berkenboom en, en daarboven vorm
de die een kleinen grijzen wolk. Daar kookt
Ilsze haar middageten. Maar die dikke rook
»- zij moet nat hout op den vervallen haard
gelegd hebben. Natuurlijk. Zij raapt op wat
ze vindt, 't Zoeken moet niet veel moeite
kosten. Zoo'n lichtzinnige meid.
Hij dacht niet aan iets anders niet aan
haar teederheden en niet aan baar boosaar
digheden, niet aan haar meineed en niet aan
zijn portefeuille met geld. Eerder aan de vijf
kleine katjes en hoe zij hun het garen met
de lap er aan, toewierp. Ter zijde, maar niet
ver over het veld, was de kerktoren zicht
baar, en als hij uit het raam naar builen
leunde, kon hij ook een stuk van het kerk-
pad zien. Mare zal er nu al wel zijn. De pas
toor is een goeie man, hij gaat vast dadelijk
met haar mee en de oude vrouw kan
rustig sterven. Maar Bertha - die moet le
ven voor de kinderen. Als 't eerst maar voor
bij is wat nu komt... Zoon liederlijke
kerel is gauw vergeten. En misschien zal ze
toch nog zeggen: „Zoo heelemaal verdorven
was hij toch niet. Hij liet zich verblinden
tot een kleine misdaad en tegen zijn wil is
het een groote geworden en toen is dat
stap voor stap verder gegaan steeds die
per den leugen en het verderf in. Maar ten
slotte had hij toch nog wel zooveel eer in
zijn lijf".
Hij voelde zich erg onwel. Een rilling ging
hem door de leden, alle spieren van zijn ge
zicht trokken samen. Hij wierp zich op het
bed en wrong en kromde zich in pijnen. „Toe
maar riep hij. „Toe maar. Dat was niet
voor de poes. Je poeier werkt goed maar
dèt heb je niet gedacht. God, God wees
barmhartig".
Intusschen had Ilsze het herdershuis ver
laten om te zien of Mare gauw kwam. Zij ge
loofde zeker dat, Endrik nu eindelijk moed
gevat had tot de daad. Mare wilde hij bij
haar sturen. Ze had eerst soep gekookt met
aardappelen en vleesch, toen het vuurtje nog
eens opgestookt om een koek te bakken voor
het kind. Het deeg stond in den oven. Daar
had ze verder niets bij te doen en neuriënd
liep ze naar buiten, voor de deur, hield de
hand over de oogen, tegen de middagzon, en
keek naar Mare uit.
Daar deze nog steeds niet kwam, liep zé
haar tegemoet, eerst langs ce weide en dan
over den landweg, tot dicht oij net dorp. Zij
ging op een schuin-gegroei.ten boom zitten
raapte een paar ronde steen.jes op en ving
die, dan eens met de palm, dan weer mei de
rugzijde van de hand. Dat amuseerde haar
goed, voor een poosje.
Toen de eene kiezelsteen weggesprongen
was en zij zich omkeerde om hem weer op
te rapen, bemerkte zij oen dichten rook bo
ven het herdershuis. Hij drong uit den
schoorsteen, voorzoover daarvan wat was
blijven staan, maar ook uit het dak. Dat ver
wonderde haar toch. Zou het hout in den
haard nog eens opgevlamd zijn en z.tla een
walm geven? Zij stond op en Keek eenige mi
nuten opmerkzaam toe. Yv'at was dat? Een
kleine wam lekte boven het gr.jze suoo. En
dadelijk daarop sloeg zij hoog uit en een
zwarte rookmassa steeg rond 0111 den sciioor-
steen op.
„Heeie Jezus 't huis staat in brand",
schreeuwde zij, „het huis'. Een oogenblik
was zij ais veruooid, wist niet wat net eerst
te doen. Toen liep zij een emdweegs naar
liet dorp toe en nep: „Help, nelp he. her
dershuis slaat in brand".
De vlam was daar ook al gezien. Eenige
knechten en meiden uit de laatsie boeren
hofstede kwamen naar buiten, wezen naar
het herdershuis en riepen: „Brand, brand".
Plotseling bleef Ilsze als vast gen agi D
staan, greep zich met beide handen in ce
haren en gilde het uit: „Het geld'. En toen,
alsof een wervelwind haar omgedraaid en
voortgenlazen had, ijlde ze heen over den
landweg, door de sloot,' dwars o er de vel
den, op het brandende huis ai'. Een schaar
mannen en vrouwen volgde haar, zonder
haar te kunnen inhalen. Reeds stond lie hee
ie dak in lichtelaaie. „Daar is niet te helpen
't oude ding brandt af in de bron zal
nauwelijks nog een emmer waler zijn".
Haast maken was in 't geheel niel noodig,
maar men rende toch, omdat men hel meis
je zag rennen. En in het dorp riep ieder, die
in de verte den rook zag opstijgen: „Brand
brand".
En dat hoorde ook de man, die in de dak
kamer van den herbergier in pijnen kromp
op zijn lijdensbed. „Brand, brand". Hij luis
terde, kreunde: „Brand ja brand. De oude
molen brand", en gaf den geest.
Ilsze b.reikte hijgend het branc«.ide huis
en stormde het portaal binnen. Diiike walm
kwam haar tegemoet, daalde van het stroo-
dak neer in den smallen gang en omhulde
haar in eenige seconden volledig, zoodat zij
geen handbreed zien kon en de oogen moest
sluiten. Zij ging tastend langs den muur.
„Het g.ld het portaal binnen. Dikke walm
kwam haar tegemoet, g ld. nij denk, dat ik
't hem ontstolen heb'
Do portefeuille was in den vroe0e.'en stal
veroor gen onder de krib, die een neet je op-
ge uld, dan kon men er een vlak voorwerp
tusschen klemmen. Daar dus heen. De vlam
men braken door de planken van de zolde
ring, bosjes brandend stroo vielen door de
gaten naar beneden op den tegelvloer en ver
sperden den weg. Ilsze s haar en kleeren
brandden, maar ze gaf er geen acht op, ook
niet op de pijn der wonden het geld moest
ze redden. Zijn geld.
E11 hel geluide haar, met de uiterste
krachtsinspanning, zich een weg te banen tot
de krib. Zij lichtte haar op van den muur,
greep met de hand er achter, pakte de tasch.
„Goadank. Een die egge ben ik nielMaar
iioe terug? Zij probeerde den muur in te
slaan het gelukte niel. Ze moest midden
door de vlam, heen die nog aangewakkerd
werd door den tocht, nu de huisdeur open
stond. Ze drukte de lippen op elkaar, om den
rook niet binnen te krijgen. Maar ze moe.4
toch ademhalen. Het was alsoi' zij vuur naar
binnen slikte. Voort voort Zij stootte
reeds tegen den drempel van het poriaal.
Nog een paar sprongen, en dan moest ze n;j
de deur zijn. Daar hoorde ze een klagelijk
miauwen, vlak bij zich, op den grond. Een
van de kaljes leefde nog. Zij bukte zich, tast
te rond met de hand. Up dat oogenblik stort
te de zoldering achter haar, knetterend in.
De vlam kreeg lucht van boven, laaiden hoog
op en drukte den walm tegen den vloer. Ilsze
viel bewusteloos voorover een kone stik-
hoest toen was het uit.
Zij die achter haar aan kwamen, hadden
haar in nuis zien gaan. ivien achtte naar ver
loren. Tot biusschmg van het vuur Kon nieis
geschieden. Men uk est er zich mee tevre
den stellen, met een haakstok, die bij de
bron lag, het brandende stroo van hel dak,
vóór aan den gevel naar beneden te trekken
en eenige emmers waler door de deur in
de gang te gieten, opdat ilsze, als ze nog in
leven was, uen uitgang vrij zou vinden. Zoo
werd hier de vlam een oogenblik overmees
terd. De üicntsbijs.aanden meenden op den
grond een menschelijke gedaante te herken
nen. Men begoot haar met waier. Zij dron
gen binnen, sleepten het lichaam naar bui
ten, dat brandde als een fakkel, en doofden
hel vuur.
Ilsze leefde niet meer. In de rechter,
krampachtig gesloten hand hield ze een stuk
leer. Asch viel er uit en die deed de wind
verstuiven, over het gras en de steenen heen.
Dat was de laatst rest van den ouden mo
len van Kraupatischken.
EINDE