Waar het Communisme voet voor voet verder sluipt. Flaneeren door Rome. Kolonisatielanden, die zich onafhankelijk maakten door K. WINKLER. Zuid-Amerika in onrust Je door de Komintern aangekon digde versterking van de Commu nistische propaganda m de over- zeesche landen begint vooral in Zuid-Amerika vruchten te dragen, [n December brak er een Commu nistische opstand in Brazilië uit, die weldra werd gedempt. Spoedig daarop trok Uruguay weer den aandacht, toen men daar den Sow- jetgezant wegens het steunen van de Communistische propaganda uit het land moest zetten. Argentinië, Paraguay en nu kortgeleden Chili, waren achtereenvolgens het slacht offer der Communistische propa- gandaresultaten, in den vorm van een spoorwegstaking. Over Zuid- Amerika slaat thans een golf van onrust DRIE groote vloedgolven van onrust heeft het Zuid-Amerikaansche vasteland reeds achter zich. De eene volgde op de ander, de vol gende was niet denkbaar zonder de voorafgaande. Toen tegen het begin van de 16de eeuw de Spaansche en Portugeesche veroveraars in Zuid-Amerika landden, beschouwden zij het groote en onmetelijke land als een kolonie in den zuiversten zin van het woord. De enorme schatten brachten zij op hun schepen naar Spanje en Portugal, waar zij weldra het fundament vormden van hun wereldmarkt. De inboorlingen werden haast uitgeroeid en met hen, hun hoogstaande cultuur eri hun ryksorganisatie. Wat gespaard bleef door de veroveringstochten door een heel werelddeel, moest dienen om de nieuwe heerschers te steunen in hun werk: het uitbuiten van dit werelddeel, dat de Span jaarden en de Portugeezen onder elkaar verdeeld hadden. Bijna drie eeuwen wist de Spaansche en Portugeesche macht zich te handhaven. Maar steeds moest men bloedige gevechten leveren tegen de vrijheidslievende inboor lingen, Inka's en Indigo's en toen de leer regelen van de Fransche revolutie over den oceaan doordrongen in de uitgestrekte oer wouden van de Amazone-oevers en langs de Rio de la Plata tot in de bergen der Cor- derilla's, ging de tweede onrustgolf over dit werelddeel. Toen Europa de groote vrij heidsoorlogen tegen de tyrannie van den grooten Corsicaan voerde, vocht Zuid-Ame rika om zijn vrijheid, zijn onafhankelijk heid! Groote leiders traden op den voor grond in Argentinië Belgrano, in Brazi lië Antonio Feijo, in Chili San Martin, in Peru de Sucre en tenslotte* Bolivar, de stichter van de republieken Ecuador, Vene zuela, Columbia en Bolivia. Zij schudden het juk der vreemde heerschappij af en dreven de vroegere heerschers het land uit. Maar tegelijkertijd begonnen de partijen onderling te krakeelen de gewone strijd om de macht! Republikeinen tegen Monar chisten. Unitaristen tegen federalisten; Pa raguay maakte zich los van Argentinië, Bo livar trachtte nog de Vereenigde Staten van Zuid Amerika te stichten, maar zijn opzet mislukte. Uruguay, in den burgeroor log door de Brazilianen bezet, werd het voorwerp van de begéerigheid van Argen tinië en Brazilië, die elkaar weldra erom beoorloogden. Tenslotte erkende Brazilië de onafhan kelijkheid van het kleinste Zuid-Ameri kaansche staatje en deed daarmee afstand van den mond van den La Plata. De grootste onrustgolf, de onrust tenge volge van de Spaansch-Portugeesche heer schappij, was reeds ver achter den rug. We tellen het eind van de 19de eeuwVele binnenlandsche oorlogen waren over Zuid- Amerika gegaan en in 1889, met de val van het Braziliaansche keizerschap, kwam er pas rust over het land. De bevrijding van de slaven was de onmiddellijke aanleiding van het feit, dat de laatste monarchie van Zuid-Amerika de republikeinsche staats vorm aannam. En tenslotte werd die be vrijding der slaven de aanleiding van de derde onrustgolf, ontstaan door de sociale en economische wijzigingen in het land, die een chaotische wanorde stichtten in alle tot nog toe bestaande verhoudingen en toe standen. De onafhankelijkheidsstrijd had in het geheel geen sociale of economische gevol gen. Een aantal vooraanstaande personen in dit land, dat voornamelijk inwoners van Spaansch en Portugeesch bloed bezat, voer de dien krijg. De instelling van de nieuwe Montevideo, het Scheveningen van Zuid-Amerika. machthebbers ten opzichte van de inboor lingenbevolking in hun wouden en moe rassen, veranderde vrijwel niet! Maar deze strijd bleef niet zonder echo in de gemoede ren dier Inka's en Indigo's, in de polsslag der mestiezen. En toen de immigratie be vorderd werd begon de strijd om grond, om bezit, om een levensbasis. Eerst bleef die strijd beperkt tusschen de immigranten en de inboorlingen, welke eersten steun van de regeering ontvingen. Maar later sloeg die strijd over op heel het land, vooral toen de inlandsche bevolking zich weldra sterk begon te vermengen met de gewone bevolking van Spaansch of Por tugeesch bloed en met de immigranten, meestal Italianen, Duitschers en Engelschen Deze onrust, veroorzaakt door de sociale emancipatie, geeft toch een prikkel aan de economische vooruitgang van het land. Aan het hoofd staan niet mannen als Bolivar, doch Noord-Amerikanen, Engelschen, Fran- schen en misschien ook enkele Duitschers. De machthebbers zaten in New-York, Lon den en Parijs. En al waren de tijden van de 16de en 17de eeuw onherroepelijk ach ter den rug toch geleken de gebruikte methoden heel veel op die van den kolo nisatietijd. Zuid-Amerika werd wederom 't doelwit van tal van uitbuiterijen, waarbij men weliswaar met andere middelen werk te, maar waarbij het doel hetzelfde bleef: de schatten van dit werelddeel in het be zit te krijgen. De edele metalen van Peru, de salpeter van Chili, het vee en het koren van Argentinië, de koffie het katoen en de rubber van Brazilië. Of zooals Frankrijk de zekerheid, dat een alliantie met een Zuid-Amerikaansche staat de po sitie in de politieke arena van Europa aan zienlijk versterkte. De wereldoorlog heeft de economische be vrijding van Zuid-Amerika bevorderd, maar niet voltooid en toen bleek, dat er in dezen grond enorme schatten aan petroleum ver borgen lagen, volgde weer een sttormloop van machtzoekers uit New York en Lon den daarheen. Zij zijn nooit kieskeurig in hun middelen geweest, zoodat men veilig kan aannemen, dat menige opstand en me nige revolutie op hun konto geboekt zal moeten worden, maar desniettemin hebben de groote Zuid-Amerikaansche staten een onafhankelijkheid verkregen, die ook stand weet te houden tegenover de groote geld machthebbers. Het gevolg echter van de plotselinge, onbedachtzame, economische openstelling die landen betrof, welke midden in een ontwikkelingsproces ston den, zonder nog een staatkundig of soci aal geraamte te bezitten en voorts de uitwerking van den wereldoorlog, alsmede de banden, die de Zuid-Amerikaansche we reld aan de Nieuwe Wereld, aan Noord- Amerika binden, hebben een nieuwe rich ting geschapen, waarin de demon van het Communisme gemakkelijk werk heeft! Zal het waarlijk het lot van Zuid-Ameri ka zijn, een vierde onrustgolf te moeten beleven? Dergelijke bewegingen in het Zuid-Amerikaansche gebied zijn niet al leen ingrijpend, maar duren ook uiterst lang. En daarop rekent Moskou. Maar de geschiedenis van de Zuid-Amerikaansche staten is een waarschuwing voor de daar verantwoordelijke staatslieden! Dat ver duidelijkt ons ook, waarom men zich daar zoo energiek schrap zet tegen het Commu nisme. Laat ons hopen, dat deze onrustgolf Zuid-Amerika bespaard zou blijven. Want die golf zou een zondvloed zijn, die alle leven verstikken zou! Een der vermaardste satiren van den Latijnschen poëet Horatius, een gedicht, dat het leven rondom het Romeinsche Fo rum betreft, en dat getiteld zou kunnen zijn: „De lijdzame en de ongeduldige", vangt met de volgende woorden aan: „Eens op een morgen, toen ik volgens goe de gewoonte langs het Forum flaneerde. Dit genoeglijke flaneeren, dat zich soms voordoet als een mengeling van kalm phi- losopheeren en dichterlijke contemplatie, is wellicht nergens van een zoo innige be koring als in een wereldstad, waar gran dioze monumenten onweerstaanbaar de her innering aan een roemrijk verleden oproe pen. Het is met zulke monumenten, als met groote historische figuren; wij kunnen ons door diepgaande belangstelling tot op zé kere hoogte met hun wezen vertrouwd maken, geheel te benaderen zijn zij echter door hun verheven geaardheid nooit. En wij voelen ons in de schaduw van het in drukwekkende Colosseum, als zeer simpe le stervelingen, vervuld van eerbiedige be wondering voor een nobele, meer dan twin tig eeuwen oude cultuur. Met de grootst mogelijke piëteit, toewij ding en volharding, heeft Rome haar ar cheologische schatten opnieuw aan het licht gebracht, ontmanteld, gerestaureerd en tot nieuw leven geroepen. De onsterfe lijke schoonheid van het Keizerlijke Rome bezielt de moderne metropolis. De tijd, dat men in Rome belangwekken de resten der antieke beschaving in een duister labyrinth van slopjes en stegen, of op vochtige, lugubere pleintjes kon vinden, ligt definitief achter ons. De resten van bouwwerken, evenzeer vermaard om hun architectonische waarde, als door hun his torische beteekenis, zijn niet meer verbor gen door de dikwijls ontstellende monoto nie van gebouwen, welke in de laatste de cennia der vorige eeuw zijn ontstaan, toen Rome sinds kort de hoofdstad was van het vereenigde Italiaansche Koninkrijk. In dien tijd had Rome eenigszins de sfeer van een ietwat verwaarloosd muse um, waar de waardevolle inventaris onvol doende tot haar recht komt. En de omge ving van de stad was wellicht inspiratief voor een dwependen dichter, doch voor het overige in hooge mate ongezond, berucht zelfs door de tot voor korten tijd daar heerschende moeraskoortsen. Inmiddels echter is deze streek niet slechts volkomen gesaneerd, doch Rome doorleeft een op bloei op velerlei gebied. De imposante monumenten zijn bevrijd van alle storende elementen, die in een tijd van wanbegrip in hun onmiddellijke omgeving waren opgetrokken. De bezon kenheid der klassieke schoonheid en de ac tiviteit van het moderne stadsbeeld zijn op weloverwogen wijze verbonden door groe ne plantsoenen, met fantastische fontei nen en door voortreffelijk geprojecteerde verkeerswegen. Van den Aventinus een der zeven heuvelen, waarop de Romeinsche hoofdstad gebouwd werd voert een weg, langs de „Passeggiata Archeologica", een gebied, rijk aan antieke kunstschatten, naar den Botanischen Tuin. Het Forum Romanum en de Palatinus, de Villa Borghese, de fameu ze Pincio, de vriendelijke omgeving van de Villa Paganini, de prachtige 17de eeuwsche paleizen, het Colosseum en de Keizerlijke Fora, het Theater van Marcellus, het Lido van Rome en de voormalige Romeinsche havenstad Ostia, al deze onvergankelijke monumenten van eeuwige natuur en eeu wenoude beschaving zijn door een even fraai als vernuftig wegennet tot een schoon en machtig geheel vereenigd. Zoo werd Ro me tot een ontzaglijk en boeiend complex, tot een indrukwekkend centrum, waar ieder, welke ook zijn intenties mogen zijn, zich verrijkt door een schat van nieuwe en onvergetelijke ervaringen. Een bij uitstek belangwekkend deel der Italiaansche hoofdstad is overigens ook de wijk, welke eenerzijds door de magistrale Sint Pieterskerk, anderzijds door de mar meren glorie van het Stadion Mussolini wordt begrensd. De blijde davering van de zonnestralen onder den milden koepel van den blau wen hemel, de teere stemming van de sche mering en het sereene maanlicht, elk uur van den dag en van den nacht, nagenoeg elke weersgesteldheid en iedere belichting komt de eindeloos veelzijdige Italiaansche hoofdstad op zeer markante wijze en in ve lerlei subtiele nuances ten goede. En de moderne mensch, van welke levensbeschou wing en hoe veeleischend hij ook moge zijn, flaneert met evenveel innige vreugde door Rome, als destijds Horatius, wiens 2000sten geboortedag binnenkort wordt herdacht. HET KARAKTER VAN DE VROUW. De statistiek levert dikwijls een eigenaar dig beeld op van het karakter der twee sexen. Zoo beweert bijvoorbeeld het hoofdbe stuur van de Londensche telefooncentrales dat de vrouw beter geschikt is om de tele foon te bedienen, omdat zij niet alleen een helderder stem en meer geduld, maar bo vendien betere manieren heeft dan de man. Het bestuur van de bureaux voor ge vonden voorwerpen te Parijs stelde vast dat niemand meer vergeetachtiger is dan de vrouw, daar 80 pet. van de verloren voorwerpen aan haar behoort. De eigenaar van een groot warenhuis verklaart, dat de vrouw zich bij het koo- pen misschien door grillen laat leiden, maar dat zij zich toch nooit iets zal laten „aansmeren", terwijl de man die een paar handschoenen, die hij dringend noodig heeft wil koopen, in staat is om met een vest, dat hij heelemaal niet gebruiken kan, den winkel te verlaten! De reusachtige salpetervoorraden van Chili vinden tegenwoordig geen afnemer meer!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1936 | | pagina 6