Msvermaak ^kaanoitaminen DE VLOEK DER MISDAAD BURGERLIJKE STAND verzachtiiiiiiii geneest Uw Zenuwen km°™nn toe'n FEUILLETON geeft ruwe huid MARKTBERICHTEN FEBRUARI V'Wl ZEEUWSCH NIEUWSBT.AD VAN VRIJDAG 14 FEBRUARI 1936 No 7. KON HUISHOUDING NIET MEER DOEN. Zij leed aan voortdurende verstopping en hoofdpijnen Tenslotte vond zij het juiste middel. Lees slechts haar brief: „Jarenlang leed ik aan verstopping, waar aan blijkbaar niets meer te doen was. Mijn bloed was door de opgehoopte afvalstoffen als vergiftigd. Dit verzwakte mij dusdanig en maakte mij zoo zenuwachtig, da! ik niet meer in staat was mijn huishouding te doen. Toen besloot ik eens een proef met Kru- schen Salts te nemen. In kor!en tijd reeds was mijn toestand sterk vooruitgegaan. Ik slaap nu veel beter en mijn constipalie is verdwenen. Ik voel mij niet meer zoo moe en mijn werk valt mij nu ook weer veel ge makkelijker. Ik dank dit alles aan Krusehen Salts". Mevr. B. De helft van alle kwalen, waaraan de mensehheid lijdt, is te wijten aan onvol doend werkende afvoerorcanen, waardoor het bloed verontreinigd wordt. Men zal daardoor niet alleen gaan lijden aan hoofdpijnen en voortdurende vermoeidheid, maar ook ern stige rhcumafische pijnen, jicht en ischias kunnen hiervan het gevolg zijn. De zes zou ten, die Krusehen Salts beva', scoren inge wanden, lever en nieren aan tot krachtiger werking. De constipatie wordt hierdoor over wonnen en de afvalstoffen worden lan^s de natuurlijke kanalen uit het lichaam verwij derd. De pijnen nemen af, de oogen staan weer helder, de energie keert terug. Men voelt zich frisscher, jeugdiger en kra^Micer, in het kort gezonder, een ander mensch. Krusehen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten ft f 0.90 en f 160 per flacon, omzetbelasting Inbegrepen. Stralende gezondheid voor een cent ner dag. Let ot>, dat or» het etiket on de fle*eh, zoo wel als op de bnitenverpakl'ing de naam R own'me TTandelmflets'-bannli voorkomt De mededeelingen over de bedrijven wa ren veelal weinig bemoedigend. Kris: En de Meelfabriek? Kras: Werd wijselijkf?) over gezwegen. Wel bleek hier den arbeid ten behoeve van het vreemd el in gen verkeer in een be hoorlijk stadium van ontwikkeling te bestaan. Het behoud van den keuringsdienst voor waren te Goes en den armenraad en den Raad van Arbeid te Middelburg waren verheugende klanken. Niet minder sympathiek deed de be langstellende vreugde over de aan de Schelde opgedragen orders aan, niet al leen uit een belang voor het energieke Vlissïngen, doch ook voor de hopeliike gunstige invloed on Middclbnrgsch werk- loozen en in het besef dat een bloeiend Vlissingen voor geheel Walcheren van zoo'n groote beteekenis is. Kris: Dat is een te respecteeren waardee ring. Kras: Zeker, nu dit komt van de Provin ciaal f loof d stedelijke eersten burger in dit officieele milieu. Na nog te hebben gewezen op de a s. belangrijke Gasthuis-reorganisatie vo'g- de de richtlijnen voor de sober Ge meentelijke huishouding in het spoor der noodzakelijke aanpassing. Met afwij-ing van „alle cu'kra^M ver lammende rrordeloosheid en ake initi atief doodend pessimisme", volgde de aanwijzing van onr,er God* zhoop vol en moedig vóórt arbeiden". Kris: Dat Is werkelijk een riem onder bet harf binden. Kras: Zoo denk ik er ook over en kan dus niet beter wenschen dat Middel burg spoedig loon naar werken zal mogen ontvangen. Kris: Zou het dan goed zijn? Kras: Onder deze bekwame en voortvaren de leiding absoluut. Kris: Dan stem ik er van harte mee in, en heb bovendien als wenseh dat de Raadszittingen dit jaar zullen uitmunten door „Kórt en goed". Kras: Bravo. Wie zullen trachten den bron van overdadige welsprekendheid te stui ten. Kris: Dat is anders een hardnekkig geval want ik vrees dat het reeds te lang chronisch is geweest. Kras: Kom, Kom, er is nog leven... WESTKAPELLE over de maand Jan. 1936, Getrouwd: Johannis Brasser 26 J. en Ja- koba Peene 21 j. Geboren: Pieter, z. van Pieter Laurus van Keulen en Pieternella Gabrielse Izaak z. van Jan Peene en Din a Sanders©. Overleden: Kornelia Houmes 41 j. wede. van Jakob WÜllcboordse Lourus Jakobse 84 J. wedr. van Leunt je Daane - Willema Minderhoud 86 j. wede. van Aarnoud Min» derhoud. Ingekomen: WIlTemfna Brasser, dfestbd- de uit OostkapelTe. Vertrokken: Dingemis Marinus Corsfanfe waterbouwkundige en gezin naar Rifthem. ARNEMUIDEN over de maand Jan. 1936. Geboren: Adriana, d. van Marinus de Meul- meester en van J. de Ridder Lourens, z. van J. Polderdijk en van J. J. Boogaard Pieternella .Tannetje. d. van L. Klap en van M. J. Vader Adriaan z. van Marinus de Ridder en van N. Hoogerland Lieven, z. van Jacob van Belzen en van C de Nooijer Abraham, Laurens, z. van B. Meerman en van P. C. Meerman Jan, z. van B. de Ridder en van J. Theune. Overleden: P. van Eenennaam 70 j. echt- genoote van C. Klaasse F. Bliek 57 j. echtgenoot van W. E. Vader L. Daane 72 j. wedtiwe van K. van Belzen, Ingekomen uit: Vlissingen, Glacisstraat 4 T. Siereveld, B 59 uit Baarland C 56a M. J. Lonwerse G 21. VertroLken naar: RUgekerke. Zandweg 57 A. W. Beijnhoudt A 138 naar 's Graven- hage Zonderdankstr. 19, P. v, d. Gruifer C 27. ZOUTELANDE over de maand Januari '.36. Getrouwd: Daniël Lievense, 21 j. jm. en Hincierkje Frederika Niemeijer 26 j. jd. Geboren: Willielmina, d. van Jan Wonder- gem en van Pieternella WÜsse .Takob, z. van Geert Koppejan en van Neeltje Rlaa- sij - Willem, z. van Willem Oosthoek en van Anna Krnit. Överl°den: Pict°r de Man, 77 ©bhfgenoot van Elizabeth Pauïusse Florus de Wolf 21 j. ongehuwd. Gevestigd: C. van Sorge, uit öostkapelle F. G. Vaandrager uit Utrecht L. Boo gaard uit Aagtekerke. Vertrokken: J van Schalk, naar Middelb. SEROOSKERKE over de maand Jan 1936. Geboren: Elizabeth, d van Abraham Ce- vaal en Jacomina Kasse Pieter Adriaan, z van Willem Joos Huijbregtse en Jannetje Walraven Overleden: Cafharina Louwerse, oud 75 J. echtgenoote van Adriaan Janse - Eliza beth Geldof oud 80 j. wed. van Jacob Paau- we. Coöp. Veilingsvereeniging „Walcheren", KLEINE VEILING van 7-2-'36 Baksla 27-31, Snijsla 13-15. Velds'a 7-<5, Spi nazie 17-25, Postelein 8-11, Bruine boonen 12-20, Spruiten 9-22, Witlof 7-15, Schorsenee- ren 10-15, Koolrapen 1-2, Wijnpeën 2-3, Peën 1-3, Uien 11/2*2 V2, Kroten 1-3. Witte boonen 15 per Kilo. Peterselie 11-20, Veldsla 18-20 oer chip. Ranen 3-5, Prei 4-10 Selderie 3-12, Knolselderie 1-7. Rabarber 9-10 per bos Sa- voye kool 2-9, Roode Kool 4-10, Borre kool 2-8, Bloemkool 2-11. Andijvie 1-4 per stuk, ZON On I Onder Zaterdag 15 Febr. 7.20 5.10 Zondag 16 7.18 5.11 Maandag 17 7.16 5.13 Dinsdag 18 7.14 5.15 Woensdag 19 7.12 5.17 Donderdag 20 7.10 5.19 Vrijdag 21 7.08 5.21 Hoogwater te VIVssfnoen opi Zaterdag 15 Febr, v.m. 5.48 n.m. 6.22 Zondag 16 6.40 M 7.22 Maandag 17 7.49 8.39 Dinsdag 18 9.16 M 10.07 Woensdag 19 M 10.42 M 11.14 Donderdag 20 M 11 49 12. Vrïidag 21 M 12.07 12 34 WIELRIJDERS, LICHT OP» Zaterdag 15 Febr. te 5.40 uur Zondag 16 ft te 541 Maandag 17 ft te 5.43 tt Dinsdag 18 tt te 5.45 tt Woensd. 19 tt te 5.47 tt Donderd. 20 tt te 549 tt Vritdag 21 M te 5.51 u Apotheken geopend te Vlissingen t Zondag is geopend ENGERTNG, Nieuwstraat. daarbij tevens gesterkt door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drog. BLUE BAND door Ernst Wïchert. 17. „Dat zal wel blijken. Maak geen herrie". Het venster werd opengerukt. Berth a Kraupat leunde naar buiten en strekt.e met een haastige beweging de hand uit. alsof zij den veldwachter weerhouden wilde: haar oogen stonden wijd open en strak, haar mond vertrokken, als gepijnigd door een vreeselijken angst. „Wat doet U, mijnheer Krause?" riep zij naar beneden. „Hij is on schuldig" Ensikat keek naar haar op „Onschuldig?" „Onschuldig, zoo waar als God leeft". De veldwachter bleef bij zijn, „dat zal wel blijken" Om echter de beleefdheid in acht te nemen tegenover de molenaarsvrouw voegde hij er bij: „Ik heb mijn orders en breng ze nauwgezet ten uitvoer; de rest gaat mij niet aan". „Maar het is een schandaal", riep zij zoo luid ze kon, „om een onschuldig mensch in de gevangenis te sloepen. ïs er dan geen ge rechtigheid meer op aarde? Laat het niet toe, menschen hij is onschuldig". De veldwachter dreigde; „Maak het volk niet oproerig, vrouw, anders kon 't u zelf wel eens slecht bekomen. Waarom jammert ge toch zoo om dezen man? Of hij schuldig of onschuldig is, weet nog geen mensch; het gerecht zal uitspraak doen. Maar ge moest niet vergeten, dat uw man onschuldig een zware straf heeft ondergaan. Het is billijk dat degenen die daarvan de oorzaak zijn, in 't verhoor genomen worden". Blijkbaar zei hij dat ook om de omstan ders rustig te stemmen. De vrouw echter jammerde: „God, mijn God verlaat dien ar men man niet; wat legt ge mij op. Mijn mond is toegesnoerd. Help, God." „Zij is gek geworden", fluisterde men on der de toeschouwers. „Dat haar man haar ontrouw geworden is. heeft haar van het verstand beroofd. Heelemaal gezond was ze nooit". Intusschen klom Ensikat met behulp van den agent op den wagen. Vandaar viel zün blik op den molenaar, die aan een boom vlak bij geleund stond, alsof hij steun behoefde. „Die kool heb jij me gestoofd", schreeuw de hij met heesche stem, jij jij. Maar ik zeg, je liegt je hebt meineedige getuigen gehad, jij Nu bemerkte ook de molenaars vrouw haar man. „Endrik", riep ze hem toe, in vreese lijken zielsangst, „laat 't niet gebeuren slechts dat niet. Zeg hem toch dat hij on schuldig is. Als je God vreest, zeg het hem. Mijnheer Krause, luister naar mijn man". De veldwachter was bij Ensikat ingestapt en drukte den oude neer op den stroozak', daar deze de hand ophief en voortdurend riep: „Ik zweer, dat ik de zuivere waarheid g:ezegd heb ik zweer het „Rij weg, Jurgis'". De wagen z.ette zich in beweging. Spoedig hoorde men niets meer dan 'f knallen van de zweep. Kraupat leunde nog steeds tegen den boom. Hij was krijtwit. Zijn knieën knikten. Men dacht, van ergernis over zijn vrouw, en wilde hem overreden om naar bin nen te gaan, om haar tot rust te brengen, op dat zij nog niet meer schandaal zou maken. „Ja, die vrouwen. Op dat punt verstaan zij geen gekheid". Hij trachtte zich te beheerschen, dankte met een grijns en liep op het huisje toe. „Zoo kan 't niet doorgaan", fluisterde hij bij zichzelf. Op den stoep stond zijn moeder die naar buiten gekomen was om de arre statie van Ensikat mede aan te zien. „Daar hebben ze nu den werk dijken brandstich ter", zeide zij. „Eens komt ailes aan het licht Hij vatte haar arm en trok haar mee naar binnen. „Kom mee, moeder", riep hij haar toe, „jij moet er bij zijn als ik een ern stig woord met haar praat". „Met je vrouw?" ,.Ja". „Laat me. Zij duldt me niet bij zich, die hoogmoedige". Hij stootte de kamerdeur open en viel binnen. Mare was niet thuis. Dat gaf hem nog meer moed. „Ben je dan heelemaal gek geworden, vrouw", riep hij, „dat je zulke malle dingen uithaalt? Wat moet men daar van denken? Ik heb je hier laten wonen. Maar als je zoo doet, dat ik me voor je moet schamen". Bertha zag hem aan met een blik, zoo uit de hoogte, dat hij verstomde. „Jij je over mij schamen „Ik zeg als je zoo doet stotterde hij, dwing je mij, je ramen dicht te spijke ren of je de deur te wijzen dwing je mij". Intusschen liep hij naar het raam, en sloot het. De molenaarsvrouw scheen in 't geheel niet verder op hem te letten, maar wendde zich tot de oude vrouw, en vroeg „Wat wil je? Heb ik je niet verboden in mijn kamer te komen?" „Je hebt hier niets te verbieden", schreeuw de Kraupat haar toe. „Mijn moeder kan bin nengaan waar zij wil, en als ik haar mee neem, beeft niemand haar de deur te wij zen ook mijn vrouw niet" „Dan zal ik gaan", antwoordde zij en deed een paar stappen naar de deur Hij trad haar in den weg „Je blijft. Ik moet met je praten en mijn moeder zal getuige zijn" Bertha liief dreigend den vinger: „Laat 't je niet berouwen". „Wat zou me berouwen? Zoo kan het niet langer. We moeten er een eind aan maken". „Wat beteekent dat?" „Dat beteekent, dat we ons moeten laten scheiden". „Stel dan maar een eisch tegen mij in", „Ik? Waarom zou ik? Ik heb geen goeien grond". „Wat wil je dan?" „Dat jij „Dat gaat jou niet aan". „Dat gaat me heel veel aan. Ik kan zoo niet met je leven. Jij moet een eisch instel len". „Ik moet?" „Jij heht een goeien grond". „Maar ik heb het je al eens eerder ge zegd: ik wil me die schande voor het ge recht niet aandoen. Wte zijn gescheiden", „En ik blijf met Ilsze omgaan? Dat is nog meer schande voor je, als je geen eisch in stelt". „Voor mij „Leg 't niet zoo op een goudschaaltje. Ik ben nu eenmaal in haar macht". „Wlaarom? Moet ik 't nu werkelijk zeggen in tegenwoordigheid van je moeder? Omdat 't niet waar is, wat zij voor 't gerecht be weerd heeft". „Berth a (Wordt vervolgd.]

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1936 | | pagina 7