Wat brengt de toekomst?
„Van den hak op den tak"
2e BLAD
Ls cLLe nieiuite HONI
V
ASPIRIM
Voorkomt verkoudheid en keelpijn
535
IG'S
KA
i
FSSO
P,
Oe strijd om Azië.
door KRIS en KRAS
HONDERD JAAR.
ZEEUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 7 FEBRUARI 1936. No. 6.
Ons Bulten-
landsch
Overzicht
Onweerswolken paK*en semen t
v»jj ucjjj^oi gezien, U.U.L er op liet iu-aak-
liggenue terrein van Azie door Japan en
Rusiand. seueri jaren wordt gesu-euen om
de opperste maait; Japan doet het uit im
perialistische overweging, Rusland probeert
het land te winnen voor het communisme.
Hoe zal dat eindigen?
Duidelijke \oorteekenen wijzen in de rich
ting van een oorlog. Rusland heeft sedert
jaren in Siberie een geweldig leger op de
been. In de laatste jaren is met koortsach
tige haast gewerkt aan de verbetering van
de wegen, die het moederland met het verre
oosten verhinden. Ten koste van enorme
opofferingen aan geld en menschenlevens
(men stelle zich niet voor, dat onder het
Sovjetbewind geen Siberische bannelingen
meer zouden bestaan.) heeft Rusland het
spoor van den Siberischen spoorweg ver
dubbeld en men komt er rond voor uit, dat
dit geschiedt om mililaire redenen. In den
modernen oorlog hangt de overwinning voor
een zeer belangrijk deel af van den gere-
gelden toevoer van reusachtige hoeveelheden
materialen
Rusland is in Siberie nog verder gegaan.
Het heeft een bijzonder sterke linie van
forten, vestingen, versterkte loopgraafstel
sels enz. gebouwd over een afstand van hon
derden kilometers. Een zeer groot aantal mi
litaire vliegvelden verschaft aan honderden
machines werk-gelegenheid. De Russische
luchtstrijdkrachten in Siberie zijn buiten
gewoon sterk, terwijl voorts een staand le
ger ter sterkte van ongeveer een half milli-
oen man, voorzien van het modernste ge
vechtsmateriaal op de strategische punten
gereed gehouden wordt om desnoods onmid
dellijk op te treden.
De Russische beer waakt in Siberie.
Daartegenover zit Japan niet stil. De oor
logsindustrie in het land van Nippon is ui
terst ontwikkeld, de militaire partij is er
sterk, een zeer groot deel der belastingen
wordt besteed aan de vervolmaking van le
ger, vloot en luchtstrijdkrachten. Voetje voor
voetje schuift de Japansche bajonet voort
over de vlakte van Azie; de voeten worden
schrap gezet voor den grooten sprong.
Alle voorteekenen wijzen er op: er zal
straks een oorlog komen tusschen deze ou-
lle tegenstanders. Er zijn menschen die
meenen, dat deze krijg binnen zeer korten
lijd zal losbreken, anderen denken, dat hel
nog wel even duren zal. Want er zit nog
veel meer aan vast.
Er is geen sprake van, dat de wereld wer
keloos zal toekijken bij een strijd tusschen
Rusland en Japan. De wereld heeft zich de
bedreiging van de bolsjewiki, dat Rusland
slechts het voorportaal der wereldrevolutie
is, terdege in het oor geknoopt. Rusland
staat in politiek opzicht bij de rest van de
wereld aangeschreven als de roode kool in
verregaanden staat van ontbinding bij de
groentevrouw. Van lieverlede is er eenige
verandering gekomen; mede onder den druk
der crisis zijn de kapitalistische industrie
landen weer zaken gaan doen met de Sov
jets, maar het gaat niet van harte. Men heeft
geen geloof in het Russische systeem, men
ziet het Sovjetregiem als een utopistisch pro
beersel, als het najagen van een hersenschim
dat op den duur mislukken moet. De we
reld wil die mislukking wel een handje hel
pen, vooral omdat zij zich daarmede tevens
de bedreiging van de communistische revo
lutie van den hals schuift.
o—
De Russische agenten wroeten o\eral in
het geheim ter voorbereiding van opstanden.
Dezer uagen heelt de Vohienbond zich moe
ten bezig houden met een klacht van hel
Zuid Amerikaansche Uruguay, dat aan die
geheime propaganda lot omverwerping van
net bestaande gezag krachtdadig een einde
nad gemaakt. Dat is nu eens een geval dat
aan liet daglicht komt. Maar wie zal zeggen
hoeveel er in het duisler geschiedt? Wie zal
zeggen, welke dingen worden voorbereid met
geld dat uit Moskou komt?
Men kan ervan overtuigd zijn, dat de lei-
\v X
kondigt zich
de griep aan:
Een gevoel van moeheid,
pijn in de ledematen.
Dan direct naar bed en
tot de dokter komt,
van tijd tot fijdj
het produet van vertrouwen i
Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbuisjes van
20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 ets.
ders der wereld weten, welk gevaar dreigt
en tevens, dat dit gevaar niet wordt onder
schat. Doch Rusland is een katje geworden,
dat men zonder kans op leelijke krabbels
niet kan aanvatten; het heeft thans het groot
ste staande leger ter wereld niet alleen
in manschappen, maar ook in materieel op
zicht. Het is een uiterst krachtig aanvals
wapen.
Maar wat zal er in Europa gebeuren als
Rusland wordt gedwongen in Siberie den
strijd tegen Japan aan te binden?
Wij zullen dat in een volgend artikel be
spreken.
KrisEn Kras wat zeg je wel van de
Nieuwjaarsrede van Vlissings Burge
meester.
Kras: Dat ik niet weet wat ik in die be
langrijke beschouwing meer moet waar-
deeren, de altijd veerkrachtige fris-
sche geest van aanpakken, doorzetten
en vertrouwen of de zoo scherp ge-
teekende feiten en cijfers die telkenja-
re bewijzen dat deze Burgervader met
vaste hand het schip van zijn gemeente
in de juiste koers stuurt.
Kris: 't Is merkwaardig maar die feiten en
cijfers moeten steeds weer die stuur
lui op het walletje ontwapenen.
Kras: Zoo is het. Daar heb je nou bij
voorbeeld die verhalen over Vlissingen
dat zoo dik in de schuld zou zitten. Wie
moeten er „krom" voor liggen zegt de
een. „Wte komen er nooit meer boven
uit", moppert een andere fatalist. En
de feiten? Op 1 Januari 1936 bedroeg die
Gemeenteschuld f 1890.875 tegen f 1.
218.600 op 1 Januari 1914, en dat wan
neer men nagaat hoe er sindsdien een
hernieuwd en vergroot Vlissingen is
ontstaan, om van haar perspectieven
nog maar te zwijgen.
Kris: Interessant was ook het gege.en dat
van de 67.000 inwoners van Walcheren
Vlissingen «oor zoo'n slordige 30.090
zielen werkgemeente is.
Kras: Dat hoorde bij de passage over het
nijpend woningtekort.
Kris: Dat is ook zoo. Er is behoefte aan
villa's Middenstand en Arbeiderswo
ningen. Vele menschen zoudei wel in
Vlissingen willen komen wonen maar
ze vinden er geen geschikte woning.
Kras: Maar de grond is er zoo duur
Kris: Kletsika, niet duurder als elders ga
informeeren waar je wil, maar vergelijk
dan ook alle omstandigheden. En al
voert men nu een gezonde bouwgrond
politiek de bouwkosten zijn nu toch
aanmerkelijk voordeeliger geworden.
Kras. Daarom dus dat beroep op die ka
pitaal krachtige bouwondernemers?
Kris Precies. Dar. «oor is het nu tijd om
aan te pakken, aan het soort gevraagde
wcmprtji is al i ijd behoelte in een ge
meente als deze.
Kras Dtar kon je wel eens gelijk in heb
ben, vooral als straks ook „de Schel
de" behoefte aan meer personeel zou
krijgen.
Kris- Dat is niet onmogelijk.
Kras De bevolking blijft in aantal nog
maar steeds toenemen.
Kris: Ja, en dan maakt op het cijfer van
21.771 personen die nare getallenreeks
over de werkloosheidszurgen een be-
teekenende invloed uit.
Kras: f 37000U is daaraan uitgekeerd bui
ten. de 156 personen uit de werkver
schaffing die nog 1' 56.ÜOO ontvingen. We
zullen maar hopen dat dit de topciji'ers
zijn geweest, zuilen zijn en volgend jaar
de herinnering hieraan met één enke
le volzin kan passeeren.
Kris: Dat is zeker gewenscht. Allereerst
„Zou jy honderd jaar willen worden,
Teun
Bakker Klaassen stond voor zijn winkel
in het voorjaarszonnetje, dat al meer kracht
krijgt en dat wij allemaal zoo gaarne zien
na den langen, natten winter, die den boer
leelijk parten speelt. Dit laatste tusschen
haakjes. Bakker Klaassen stond daar met
zijn ronden, van gezondheid blozenden kop,
üo sleuge armen moot tot hoven o: eliu-
ixigeu en het buitje agressief vooruii. Er
zaï een twüikeiing in zijn oogen en een gliin-
lacn rond zijn uiuiid. it wist niet, of it hem
ernstig moest nemen of niet. It besloot dus,
een neetje op de vlaute te blijven; ik trok
eens bedachtzaam aan mijn pijp en zei ten
slotte:
„Honderd jaar worden? Dat ligt er aan
Klaassen".
„Waaraan
„Wel, aan verschillende dingen. Als je
steeds je natje en je droogje op tijd krijgt,
met geen mensch ruzie hebt en met je ei
gen ook niet... nou, dan zou ik zeggen, dat
het hier op aarde nog wel uit te houden is.
Maar waarom wil je dat weten?"
De bakker lachte.
„Zoo maar es 't is een idee van me.
Ik doe net als jij zoo'n beetje aan het be-
studeeren van menschen. Nou, ik kon van
nacht niet in slaap komen, ik heb gisteren
een beetje te veel snijboontjes met witte
boonen gegeten, zie je en dat moet ik eigen
lijk niet doen, want dan krijg ik last van
mijn maag. De dokter..."
„Je kon niet slapen," bracht ik hem in het
spoor terug.
„Juist precies. Nou, dan werken je her
sens door, nietwaar. Toen ik zoo lag te pie
keren over alles en nog wat, schoot mij op
eens te binnen, wal ik zou moe'en zeggen,
als iemand mij vroeg of ik honderd jaar
wilde worden. En toen kwam de nieuwsgie
righeid boven; ik wilde weten, wat andere
menschen ervan denken. Dus vraag ik ie
dereen..."
„Ja ja. En wat zeggen de menschen?"
„Ze denken, dat ik een loopje met ze neem
maar dat is niet waar. De wetenschap heeft
vastgesteld, dat de leeftijd van den mensch
hoe langer hoe langer wordt. Er komen
sleeds meer menschen, die de tien kruisjes
halen Is dat prettig? Of is het een last?"
„Dat zal volgens mij voornamelijk afhan
gen van de omstandigheden waarin de
mensch geplaatst is en van de omstandighe
den, waarin hij, zeg van zijn 80ste tot zijn
100ste jaar kan leven".
„Goed, toegegeven", argumenteerde de
dikke bakker verder. „Maar stel nu eens
dat je levensomstandigheden niel veranderen
dat je dus blijft leven in den kring, waarin
je op je 70ste of 60ste jaar leeft. Zou jij
dan de 100 willen halen?'
„Ik besiisl nietzei ik. „Maar dat is een
tyurver yersoomijke ineeiiiug. Een ieder
mensen zaï uaar anders o »er UeuKen
De baKKer saiuuue net nooid.
„uai gaooi ik mei iiiuii sprak hij pein-
zeuu. „e/e mensen iiecni aan zijn le\en, dat
is waai-, maai- er is toen ook nog een le
ven na dit leven, mi wij geiooven toch al
lemaal, dat het beter zal zijn dan op aarde.
Daarom moet er toch een tijd komen, dat
je afscheid wil nemen van dit aardsche be
slaan ook al ben je goed gezond en heb je
geen zorg
„Het ligt er maar aan, hoe sterk je ge
looft .aan het betere leven na den dood,
Klaassen. En hel ligt er ook aan, hoe je
leven op aarde is geweest. Je ziet, het is
een zuiver persoonlijke vraag. Ieder moet
dat voor zichzelf uitmaken aan de hand van
eigen omstandigheden."
„Dat is waar, Teun. Weet je wat Prikkels
zei, toen ik het hem vroeg?"
„Heb je die malle vraag dan ook aan Prik
kels gesteld?"
„Wel waarom niel? Ilij zei: ik wil het wel
doen, ik wil wel honderd jaar worden. Op
een voorwaarde dat jij ook dc honderd haalt
bakkertje. Waarom? Als jij dood bent, kan
ik je er nooit meer eens tusschen nemen en
dat is, je weet het, mijn lust en mijn leven.
En ik zou jou ook wel eens honderd jaar wil
len zien worden omdat dan je buikje zoo
vet is geworden dat je er een handkarretje
onder moet zetten om naar de soos te
komen. En dan heb ik nog steeds de slanke
lijn, veldot en loop ik nog om je heen te
springen. Nou, „besloot de bakker grinne-
kend", toen ging die magere naaldridder als
een pias om mij heen springen en gaf mjj
een stomp tegen mijn buik".
„En wat heb jij toen gezegd?"
„Dat ik vast en zeker geen honderd wil
de worden met zoo'n mug om mij heen, dat
ik beslist eerder zou doodgaan van narig
heid als ik wist dat ik mijn leven lang met
zoo'n schreeuwend geraamte opgescheept
bleef zitten.
„En toen?"
„Toen zijn we naar de soos gegaan om 't
af tp drinken".
„Wat? de ruzie?"
„"Welnee, goochemerd. Het honderd jaar
worden. Na het vijfde katsje hebbenwij
elkaar eeuwige vriendschap beloofd. Wat
zijn daarbij vergeleken 100 jaar?"
PLEUN ZEELAND.
voor de betrokkenen zelf, maar ook
voor de gemeentelijke huishouding en
het beleid.
Vlissingen dat bewijst alles ver
keert in een gezond groeiproces. Maar
hoe mooi dit ook moge wezen, voor
de overheid brengt het steeds bijzon
dere zorgen met zich.
Kras: Je bedoelt dat zich dan wel eens
problemen voordoen waarbij de ge
meente te groot is voor een servet en
te klein voor een tafellaken.
Kris: Goed begrepen. En nu staan daar
aan alle takken van Gemeentedienst
voldoende bekwame mannen gereed om
die onderwei-pen aan te snijden, doch
niettemin komen die kwesties dan toch
maar.
Kras: Maak jij je daarover dan bezorgd?
Kris: Daar is gelukkig geen enkele reden
voor, dank zij het verstandige beleid
dat gevoerd is: Om eens iets te noe
men. De uitbreidingsplannen, met we
genaanleg, rioolleering, regelmatige aan
bouw etc., etc., dragen evenzoovoel be
wijzen van een verstandige kijk in de
toekomst. Ik ken gemeenten waar men
op dit gebied al heel andere dingen
heeft beleefd, die tonnen gelds aan die
Gemeentekas hebben gekost.
Kras: Alleen schijnt me straks de uilbrei-
dings mogelijkheid wel een moeilijke
kwestie te zullen worden.
Kris: Uit welk oogpunt?
Kras: Vanwege de ruimte, in welke rich
ting moet het gaan voor unekwart is
de Gemeentelijt-e giens benaderd.
Kris: Moet je opieitcn, uat wordt het ei
van COiUinbus. Er is ruimte genoeg iu
de wereld.
Kras: juaar maak jij je handig af.
Kris: is het je onderwijl ook opgevallen
van hoeveel belang de bedrijs en voor
de bedrijven voor de Gemeente dit jaar
weer zijn geweest.
Kras: Je bedoelt de Schelde, de Zeeland
de Vlismar en de Haven van Vlissingen?
KrisJ uist.
Kras: We zullen maar hopen dat we ze
Ivorol-gebruikers 2ijn zelden verkouden en
hebben zelden keelpijn, omdat deze tandpasta
den mond dagelijks grondig desinfecteert
UJ
in een toenemende voorspoed nog laug
mogen houden.
Kris: Zoo denk ik er ook over. Die ha-
venpolitiek wordt al aardig door de fei
ten in het gelijk gesteld.
Kras: Heb ik dat ooit tegengesproken?
Kris: Nou dat precies niet, daar was je
te voorzichtig voor, maar ik zie hierin
opnieuw het bewijs hoevelen nog moe
ten leeren eens iets verder te zien dan
de grens van hun eigen gemeente, of
liever veel wijder dan de landsgrenzen
liggen.
Kras: Maar we zijn er nog niet.
Kris: Doch ik heb het volste vertrouwen
in de stuwende kracht, die achter of
beter voor deze exploitatie uittrekt.
Alleen betreur ik het dat niet meerde
re zich tot de hoogte kunnen opwerken
om ten aanzien hiervan een ruiterlijke
bekentenis af te leggen.
Kras: Dat is moeilijk.
Kris: Blijkbaar heel moeilijk, ja. Intus-
schen is het een aardig appeltje voor
den dorst geweest dat de Gemeentekas
dit jaar toch zeker nog enkele duizen
den voor werkeloosheids of andere
uitkeering heeft bespaard.
Kras: Maar nu een ander onderwerp heb
jij in het Daghiad v. Zeeland dat arti
keltje Kerkhoistemming gelezen.
Kris: Eat heb ik, maar 't is ai jaren zoo.
Meer dan eens heeit het me gehinderd
lioe daar aan de eene zijde van ue schut
ting lamilie of nabestaanden hun doo-
den herdenken of beweenen, terwijl
ter andere zijde op Zondagmiddag de
profane jubel en het geloei voor het
altaar van Koning Voetbal wordt uit
gekreten.
Kras: Juist voor die nabestaanden vind
ik dat ook cru. Feitelijk moesten wij
met onze beschaving en opvatlingen
over moraal zooiets verfoeien en n-'et
willen doen. De sportmenschen gun ik
van harte hun spel en levensblijheid.
Vervolg le kolom pag. 3.