Toen Sport nog geen Sport was. Merkwaardigheden uit het eind van de 19de eeuw. Sportiviteit nog een welhaast onbekend begrip door Tom Pinnart. 'ër- WIJ, moderne menschen, die aan alle dingen een practischen kant weten te geven, vallen altijd het eerst over de wei nig sportieve snit der sport- kleeding van oude „pioniers". Men ziet dadelijk, dat men geen oog voor de practische zijde gehad heeft en slechts uiterlijke pronk, soms preutschheid, een hoofdrol erbij speelden. De dames namen niet graag afscheid van de modieuse attri buten van hun kleeding; zij droegen hun ruches en volants evengoed op het sport veld, als op de avondkleeding, of wandel- costumes. Bij het tennisspel droegen zij de zelfde strooien wagenwielen op het hoofd, waarmede zij op de promenade hun mede- menschen plaagdenOok de Pompadour- achtige taschjes, die zij op beide heupen droegen, behoorden tot de kleeding, waar mede zij over de tennisbaan zweefden, het racket in de hand. En was een sportlieven- de dame, zoo onvoorzichtig een fijne zwaai aan de brug te maken, zoodat er een stréép- je meer, dan haar knieën te zien was, dan was het zoo vast als een huis, dat de zede lij kheidspolitie zoo iemand „waarschuw de'^!) en dat het publiek een regen van spotternijen op het arme slachtoffer deed neerkomen, terwijl de beter-opgevoede toe schouwers zich met een zucht (Ohaf freus!) van dit tooneel afkeerden, met 'n ge zicht, waarop schaamte en afkeer om den voorrang streden! Later, begin 20ste eeuw, deed men een wanhopige en bij voorbaat tot mislukking gedoemde poging om min der kleingeestig te zijn: men voerde een „voorgeschreven gymnastiekcostuum" in. Maar dit costuum had niet veel van een sportcostuum: het bestond uit vele meters stof en daarbij kwam nog de hoeveelheid onderkleeding, die de dames daarbij be hoorden te dragen! Toen in de eerste ja ren van de 20ste eeuw de vrouwensport- feesten ingevoerd werden, droegen de deelneemsters gewoonlijk ruime pofbroe ken en wollen kousen! Daarbij droeg men een soort witte matrozenblouse, met groo- te matrozenkraag en lange mouwen en zoo uitgedoscht, rende men over de stof fige baan! En nóg vond men het maar half goed, getuige hetgeen een blad uit dien tijd schreef: „Van de winnaressen van dezen wed strijd noemen wij hier alleen de voorna men. Onze principes getrouw, iedereen voor een fatsoenlijk mensch te houden, totdat het tegendeel bewezen zoude zijn, nemen wij dus aan, dat ondanks de twij felachtige onderneming, waaraan zij deel genomen hebben, met fatsoenlijke dames te doen te hebben, wier families 't moge lijkerwijs hoogst onaangenaam zouden vin den, wanneer hun namen in een wedstrijd- rdportage zouden verschijnen. Daarom tee kenen wy slechts aan, dat by de finale (de loop-afstand was 500 meter) Mejuffrouw Helena eerste, een mejuffrouw Annie twee de werd, terwijl de derde Marie heette." Men stond namelijk op het standpunt, dat kousenstoppen en vatenwasschen nooit samen konden gaan met sport Sport moest Links boven: Dames-estafetteloop in vol „ornaat"! In den cirkel: Militaire afstandsmarsch met volle bepakking als thans, doch de begeleiders liepen meer dan 25 kilometer met een staand boord en „kaasdop"! een zaak van het „sterke geslacht" blij ven! Helaas ontspoorden in die dagep juist enkele leden van dat „sterke ge slacht" op sportgebied zoo hevig, dat hun prestaties niet bepaald geschikt waren om het aanzien van die zaak te bevorderen! Zoo was het bij de zwaargewicht-athleten een tijdlang mode geworden om inplaats van de halters heele muziekgezelschappen, met podium en al in de hoogte te heffen, waarbij dan de muzikanten smeltend-fraaie muziek ten gehoore brachten! De lichte athletiek kwam hoofdzakelijk uit Engeland en vaak kwam het organisa tiecomité op de gedachte om daarom de aankondigingsbiljetten in de Engelsche taal te laten drukken. Dat „sportiviteit" nog een vrijwel onbekend begrip was, blijkt wel uit verslagen uit dien tijd. „De wedstrijdcommissie bestond", zoo schrijft men in een van die verslagen", uit louter Engelschen, die daarenboven echter ook aan de wedstrijden deelnamen! Sommigen daarvan gedroegen zich uiterst baldadig en Mr. Hyman, een lid van de wedstrijdcom missie, rende bij het „hardloopen met eieren", na verlies van zijn .broze babage, iustig verder, alleen om zijn tegenstanders van het continent te irriteeren en te hin deren." Alleraardigste dingen hadden er plaats bij de Zesdaagschen, de wielersport. De eerste wedstrijden hadden nog plaats op de hooge fietsen, met een reusachtig voor- en een heel klein achterwiel! Met veel moeite klauterden de renners op hun to- renhooge toestellen en bleven zoo lang doortrappen, totdat de heele zaak onderste boven toldeDe Amerikaan Miller bracht leven in de brouwerij, toen hij zich in 1896 op den 5den dag van de Zesdaag- sche, in een wielrenners-cabine in het hu welijk liet verbinden. Nadat de „plech tige" ceremonie had plaats gehad, organi seerde hij ter plaatse een drinkgelag en reed toen weef verder om te trachten tóch den strijd nog te winnen! Daar het pu bliek ondanks deze sensatie „tóch" de smaak begon te verliezen voor het rennen, bedachten de organisatoren van deze wed strijden steeds nieuwe trucs en nieuwe sensaties. Zoo werd er eens het gerucht verspreid, dat de renners allemaal gek geworden waren, gras vraten en aan de stangen van hun fietsen als apen rond- klauterden. Den volgpnden avond wilde iedereen erbij zijn, om de gekgeworden renners te zien rijden.... Bij dit alles mag men echter niet verge ten, dat ook in dien tijd wérkelijke „sportslieden" in den besten zin van het woord bestonden; sportslieden, die prach tige prestaties verrichtten, die hun sportie ve idealen zeer hoog stelden en onver moeibaar naar nóg beter resultaten streef den. Helaas traden deze mannen niet op den voorgrond. Maar als men tegenwoor dig nog de oude recordtabellen ter hand neemt, moet men met respect terugdenken aan hetgeen zij presteerden. Het is thans geen buitengewone prestatie meer, als men de 100 meter in 12 seconden aflegt; en iedere jongen, die goed traint en eenig ta lent heeft, kan dit mettertijd bereiken. Maar de renners van 1898 liepen dezen af stand zónder van spijkerzolen voorziene schoenen, zonder een geroutineerde start, waarmede men thans alreeds enkele tien den van seconden wint. Zoo ging het ook met de 4 maal 100 meter estafette. De re cordtijd van toen (48.8 seconden) wordt thans natuurlijk op iedere behoorlijke sportdemonstratie bereikt. Maar toen renden de renners erop los, liepen zoo hard zij konden, maar.beoefenden het over reiken op de wisselplaatsen niet apart. Te genwoordig weet men maar al te goed, dat men de bestaande estafette-records al leen nog maar kan breken door de wissel snelheid en -organisatie nóg meer te ver beteren. Natuurlijk waren er ook bij de andere sporten goede en ernstige sportslieden, die met de walgelijke reclamemethoden der „kameraden" niets te maken wilden heb ben. Sterk en gezond moet de sport zijn en niet een object voor „flinke zakenlieden", die er wéér een bron in zien om een „zoet winstje" binnen te halen, ten koste van de zuiverheid, van wat wij tegenwoordig on der sport verstaan! DE VERWISSELDE BRUID. Het was algemeen bekend, dat Frederik Wilhelm I veel van groote menschen hield. Toen hij eens door een dorp reed, zag hij op het land een vrouw van buitengewone lengte en lichaamsomvang. Hij steeg van zijn paard af, maakte een praatje met haar en was blij te hooren, dat ze pas 19 jaar oud en nog ongetrouwd was. Hij haalde 'n stuk papier te voorschijn en schreef met potlood het volgend bevel aan den overste van zijn Lijfgarde: „Brengster dezes moet oogenblikkelijk worden uitgehuwelijkt aan den knaps ten grenadier van mijn regiment. De geringste afwijking van dit bevel wordt gestraft." Frederik. Hij scheurde het blad uit zijn notitie boek, gaf het aan het jonge meisje en be val haar, het zoo spoedig mogelijk af te geven aan den overste, daar het een zaak van groot gewicht was. Het meisje voelde eerst niet veel voor die boodschap naar de stad, maar toen de koning haar rijkelijk be loonde, beloofde ze er voor te zullen zor gen. De koning reed weer verder. Het meisje, dat er geen flauw idee van had, dat zij met den koning had gesproken, en bovendien niet lezen kon, dacht bij zichzelf, dat het eender was of zij of een ander de boodschap overbracht. Zij gaf het briefje aan een oude, leelijke vrouw, die ^ze onderweg tegenkwam, ver zocht haar het briefje af te geven, beschreef haar nauwkeurig hoe de man, van wien zij het ontvangen had, er uit zag, en keer de naar huis terug. De oude vrouw kwam haar opdracht ge trouw na. De overste was er erg van onder den indruk, toen hij de eigenaardige bood schap kreeg, maar er was niets aan te doen en hij liet den knapsten grenadier met de leelijke oude vrouw trouwen, die dit wel aardig vond. Toen de koning den volgenden dag thuis kwam, wenschte hij het jonge bruidspaar te zien en was bijne buiten zichzelf toen hij die oude vrouw zag. Hij riep den over ste ter verantwoording, maar toen deze hem zei, dat hij de opdracht woordelijk had uitgevoerd, werd hij weer kalm, vooral toen het oude moedertje hem de heele toe dracht vertelde. Hoe het afliep vertelt de geschiedenis niet, Reeds 25 jaar geleden deden de dames aan „vrije oefeningen". Alleen de gymnastïek- kleeding is. belachelijk!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1936 | | pagina 6