Wat brengt de toekomst?
„Van den hak op den tak"
2e BLAD
KLOOSTERBALSEM
aan Winterhanden
en Winterboeien
Het komende wereldbeeld.
„Het gele gevaar".
door KRIS en KRAS
ELKEN WINTER LEED HIJ
Dank zij den KL00STER3ALSEM
komt hij stear voor goed van af.
BOERENBLIKMERK
ZEEUW5CH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 24 JANUARI 1986. No. 3.
Wij zeiden vorige week, dat Italië ge
doemd is den Abessijnschen oorlog te ver
liezen omdat het niet kan opworstelen tegen
den stroom van geld, omstandigheden en te
genkanting, welke dezen oorlog aan het
land kosten. Een lezer heeft ons in dit ver
band gevraagd Zou er vóór de ineenstor
ting van Italië niet een zee-oorlog in de
Middellandsche zee kunnen uitbreken? Een
oorlog dan tusschen Italië en Engeland met
tan weerskanten bondgenooten Een oorlog
ook, die in de zwaargeladen atmosfeer van
Europa zou kunnen werken als de vlam in
het kruitvat en een nieuwe landoorlog ont
ketenen Die lezer herinnerde aan het op
tasten van krijgsmateriaal en het samentrek
ken van vloten in het gebied der Middel
landsche zee, aan de gisting in Egypte, de
herople\ing in Turkije en op Duitschland.
W&j voor ons hebben geantwoord een
zee-oorlog tegen Italië In deze verdorven
wereld is ten slotte alles mogelijk. Maar wij
gelooven niet aan het uitbreken van zulk
een krijg. Ziehier waarom niet.
Als die oorlog moet komen zou Engeland
ertoe moeten besluipen. Zonder den wil
van Engeland geen oorlog. En Engeland
trekt het zwaard niet uit de scheed© als het
niet weet, dat het een goede kans maakt er
beter van te worden. Iets, waar het trou
wens schoon gelijk in heeft vechten doet
men tegenwoordig niet voor zijn genoegen.
Die oorlog zou aan Engeland onnoemelijk
veel kosten, terwijl de winstkansen nogal ge
ring zijn. Voor den strijd van de vloot zou
den enorme kapitalen moeten worden uitge
geven, welke momenteel in het land moei
lijk verkrijgbaar zijn. Dat is punt één.
Eigenlijk moeten wij een ander punt
vooropstellen de vredeswil van liet Engel-
sche volk. Bij een volksstemming van enkele
maanden geleden is duidelijk gebleken, dat
de Engelschman niets voelt voor oorlog.
Wlaar hij schoon gelijk in heeft. Welnu, bij
een dusdanige geestesgesteldheid van het
volk moet het raar loopen, wil de regeering
zonder buitengewoon dringende noodzaak
gaan vechten.
o—
Wlant er is nog een punt, dal Engeland
weerhoudt, een zeer belangrijk puntJapan.
Duidelijker gezegd de vraag, wat Japan zal
doen als de Engelsche vloot door een oor
log in de Middellandsche zee vastgehouden
wordt.
Dat Japansche vraagstuk zullen wij
straks nader bekijken, want het is bijzonder
belangwekkend, ook voor ons Nederlanders,
die aan de andere zijde van den evenaar
een uitgestrekt koloniaal rijk hebben en
wier toekomstige welvaart van het bezit en
van het wel en wee van lndië grootendeels
afhangt. Laten wij voor het oogenblik vast
stellen, dat Engeland met één oogje naar
Geneve en de Middellandsche zee kijkt,
maar met het andere naar het verre oosten
tuurt als ten minste de lezer deze ge
waagde beeldspraak voor lief wil nemen:
het is niet gemakkelijk, zonder scheel le
zijn, met een paar oogen naar twee rich
tingen tegelijk te kijken. Maar Engeland
speelt hel klaar, vooral omdal het met de
Vlootconferentie, waar men hei door de
halsstarrigheid van Japan niet eens kan
worden over de beperking der zee-bewape
ning, hielen;aal niet loopt.
o—
Neen, liet ziet er in die Middellandsche
zee wei gespannen uit, maar dat de bom
zal barsten... liet lijkt ons onwaarschijnlijk.
Het zal tenminste niet gebenien zoolang net
land van Albion de macht heeft die ontplof
fing te verhinderen. Er kunnen zich natuur
lijk omstandigheden voordoen, welke de
hand van Engeland forceeren, maar dan
zouden die omstandigheden toch ai lieel
sterk moeten zijn.
Er liggen op net oogenblik op de wereld
vele bommen verspreid. De meeste kan
sen op een ontploffing bestaan nog in den
bommen, oorraad van Azië. Wij bedoelen
üat er Kans is op een gewapend conflict tus-
sctieu Japan en Rusland. Er zijn menschen
die het welen kunnen en die beweren, dal
die oorlog niet eens zoo heel ver meer
weg is. Waarom
Laten wij nu eerst de positie van Japan
eens wat nader bezien dat is de moeite
waard.
o—
Japan is een volk in opkomst. Het heeft
zich driekwart eeuw geleden merkwaardig
snel omgevormd tot een groole mogend
heid van westersche beschaving de eerste
openbaring daarvan kreeg de wereld in
het conflict met Rusland in 1904. Niemand
had toen durven droomen, dat de kleine
Japanner dat geweldige Russische rijk zoo
spoedig klein zou krijgen. Nadien is de ont
wikkeling van het Rijk van de opkomende
zon voortgegaan. De bevolking is gegroeid
en groeit thans elk jaar angstwekkend snel
ieder uur wordt een stevig aantal kleine
Japanners geboren.
Japan bestaat uit een reeks eilanden,
waarvan de bodem deels uit rotsen beslaat
en dus onbebouwbaar is. Er is geen spra
ke van, dat Japan het voedsel voor zijn
enorme en nog eiken dag wassende bevol
king kan verbouwen. Al heeft een Japanner
niet meer noodig dan een hand rijst die
rijst moet worden ingevoerd. Om die in
voer te betalen en om werk le scheppen
voor zijn aroeiders moest Japan een indu
trieland worden. En het is een industrie
land geworden het heeft de wereld over
stroomd met goedkoop© massa-producten.
o
Een aardig staaltje, tot welke toestanden
die Japansche industrieele penetratie leidde:
De directeur van een bank van leening
in ons lndië vond het vreemd, dat enkele
maanden lang zooveel nieuwe fietsen ter
beleening werden aangeboden. Splinter
nieuw waren die karretjes nog nauwe
lijks bereden. De bank gaf steevast een tien
tje per fiets niet veel, maar de grinne-
kende bruine leenklant vond het genoeg.
Geen wonder. Bij een ingesteld onder
zoek kwam uit, dat die fiets in een Chinee-
sche winkel was gekocht voor... drie Rijks
daalders. Made in Japan. Drie Hollandsche
rijksdaalders zijn zooveel Japansche yen,
dat de fabriek in het verre Nippon de kar
retjes er graag voor maakte en ze nog naar
lndië transporteerde op den koop toe. Door
even een blokje om te rijden verdiende
de inlander bij de beleening een riks per
fiets.
Waarom Japan nu in botsing zal komen
met Rusland zullen wij volgende week ver
tellen.
Kris: Waar ben je verleden week geble
ven maat
Kras Ik kon je niet ontmoeten vanwege
de bokken en geitenhistorie.
Kris: Wlat is daarmee.
Kras Wiel de vereeniging tot verbetering
van het geitenras in onze provincie
hield haar algemeene jaarlij ksche ver
ga lering.
Kris: Wat moest jij daar doen? Je hebt
toch geen bokken of geiten voorzoo
ver ik weet?
Kras: Nog niet. Maar toch was het heel
interessant en heb ik er me besi ver
maakt.
Kris: Dat zal wel.
Kras: Zeg wist jij dat die vereeniging in
Zeeland buitengewoon nuttig sociaal
en economisch werk doet voor den
arbeider en klein Middenstander?
Kris: Nee nog niet.
mDoor mijn beroep moest ik den ge-
geheelen dag op straat loopen en daar
door gingen de plekken altijd open en
begonnen te zweren. Van alles pro
beerde ik, maar baat vond ik niet, tot
dat ik met Kloosterbalsem begon. El-
ken ochtend en avond deed ik die op
de plekken. Ze genazen binnen een
week prachtig en voor goed. Eu smeer
ik als 't koud wordt van te voren mijn
handen en voeten eiken ochtend met
Kloosterbalsem in en heb sedert dien
geen last meer van winterhanden en
-voeten qehad." 0 n
y W. S. te s-Gr.
ÜKKER'S ORIGINEEL TER INZAGE
Geen goud zoo goed
Onovertroffen bij brand-en snijn ondei:
Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel bjj
Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren
Schroefdoos 35 ct Potten: 62ct. en f 1.04
iin^vmrwnnii mr niw~i ~m~i ~>i
Ik kreeg van de week een kennis op vi
site. Hij heeft een boerenbedrijf in Gelder
land. Eigenlijk is hij meer veehouder dan
landbouwer. Als mijn lezers nu niet heele-
maal onkundig zijn op landbouw-econo-
misch gebied zullen zij weten, dat het de
veehouderij slecht gaat tegenwoordig, ten
minste de veehouders. De menschen, die
het vee houden als het dood is, de bacon-
f abrikan ten boeren er best bij. Mijn ken
nis had een- lang gezicht; zijn vrouw ver
telt me, dat hij de laatste jaren niets anders
doet dan mopperen.
„Geen goed woord hoor ik meer van
hem, Pleun", zei ze in haar aardig dialect.
„Zeg nou zelf", verweerde mijn kennis. „Is
me dat een loesland tegenwoordig? Heb
jij ooit gehoord van een burgerlijken stand
voor koeien?"
Neen, die kende ik niet. Vond ik een
beetje vreemd ook.
„Niks vreemd, Zeeland, niks vreemd. De
regeering wil het zoo. En wat kan je als
boer daartegen doen? Niks. Als bij mij een
kalf wordt geboren, moet ik dat gaan aan
geven, alsof het een eigen kind van mij is.
Waar lach je nou om? 't Is heelemaal niet
om te lachen. Ik kan er wel om huilen. Na
een paar dagen komt er een ambtenaar;
die gaat dat kalf schetsen".
„Schetsen? W'at is dat?"
„Hij gaat dat kalf uitteekenen op een pa
piertje, precies de kleuren van zijn huid
en zoo. Dan loopt zoo'n man een paar uur
om dal kalf heen te springen en maakt de
koe soms nog van de kook ook".
„Waarom gebeurt dat schetsen dan wel?"
„Nou, dat is zooveel als het kalf zijn pas
poort, begrijp je? Ik moet een bewijs heb
ben dat ik het kalf mag houden en die
schets..."
„Ja maar jongen, wat een onzin".
„Niks geen onzin. Al mijn biggen loopen
met een blikkie in d'r oor. Als een big
geen blikkie heeft dan is-ie er niet. Ten
minste, niet officieel volgens den varkens
burgerlijken stand. En dan krijg ik een
bekeuring„Een big zonder blikkie is dus
zooveel als een ondergeschoven big?"
Kras: Nu daar heb ik de nuttige betee-
kenis van dat werk leeren bewonderen.
Dat de geit is de koe voor den arbei
der, is me nooit duidelijker geworden,
als daar. Haar melk, boter, vleesch,
huid, haar, mest, alles is nou letter
lijk even nuttig. Bovendien is zij heel
sober in de kosten voor levensonder
houd. Daar zou je van staan kijken.
Kris: Zeg zwam nou een beetje?
Kras: Dat moet je eens vertellen tegen
die 3140 leden die deze vereeniging in
haar 64 afdeelingen telt, die leden hou
den 5321 geilen in de provincie.
Kris: Dat is geweldig.
Kras: Zeker als je weet dat de landar-
beidende bevolking in onze province
ongeveer 18000 personen telt.
Kris: Ongetwijfeld, maar dan is dat aan
tal nog voor flinke uitbreiding vat
baar.
Kras: Zoo is het. Ik vermoed dat dit cij
fer nog wel sterk stijgen zal. Toch kun
je met de wilde bokken dat zijn
beesten die niet ingeschreven s'aan
nog veel plezier hebben.
Zoo was er in W'. Z. Vlaanderen een
houder van zoo'n wilde bok die bij
een geitenhouder op visite was ge
weest om die bok te lalen dekken
Kris: Dat is toch strafbaar?
Kras: Juist en daarom werd die bokken-
baas voor den Kantonrechter gedaagd
Kris: En de geitenhoeder dan, die was
toch ook strafbaar?
Kras: Moet je hooren, die geitenbaas
liep de bon mis doch werd als getui
ge voor het hekje geroepen.
De bokkenhouder kreeg één gulden
boete en de baas van de geit... z'n
getuigengeld, waarmede hij z'n reis-
onkosten en het dekgeld voor de bok
kon betalen.
Kris: Die was goed, zeg.
Kras: Nou en of, de volgende dag was
dezelfde bok weer hij die geit op vi
site en kreeg de baas van de bok z'n
tweede bekeuring. Maar of nu het
zelfde spelletje zicli herhalen zal moet
de geschiedenis nog gaan leeren
Kris: Dat kan leuk worden.
Kras: Zoo kwam er verleden jaar in
Borssele een man met een bok en
een karretje met nog twee bokken bij
de geitenhouders daar op bezoek.
Daar hebben alle drie de dieren lustig
hun plicht gedaan, natuurlijk zeer ten
nadeele van de kas van de geitenver-
eenki 'g aldaar.
Kris: En wat gaan ze daar tegen doen?
Kras: Als des voorzitters voorslel door
gaat zal het rijbewijs worden ingetrok
ken.
„Ja, hoor es, dat weet ik niet. Mijn bigges
hebben nog nooit geschoven. Die hebben
altijd zoo hard geloopen dat ik zé niet
krijgen kon".
„En weet je, Pleun", viel zijn vrouw in
de rede, „mijn man is nou maar bang, dat
ze vandaag of morgen de boeren ook zoo
zullen gaan aanpakken „Hoe? Een blik-
merk in z'n oor?" vroeg ik grinnekend.
„Je lacht er om, Zeeland", zei m'n ken
nis met het ernstigste gezicht van de we
reld". Jij kan lachen, jij bent geen boer, jij
hebt niet eiken dag met ambtenaren te ma
ken, zooals ik. Tk weet best wat die lui nog
in 't hoofd halen, geloof me".
„Een geblikmcrkte boer", grijnsde ik.
„Ja lach maar. Ik vertrouw 't niks-nie
mcndal. Heb je ooit gehoord, dat van ieder
koebeest een plaatje wordt gemaakt. En
iedere big z'n blikkie? Van een big naar
een boer is voor die ambtenaren maar een
klein slappie. Ze zijn tot alles in staat te
genwoordig, geloof mij maar".
De moeilijkheid voor mij is, vriendelijke
lezer, om U ervan te overtuigen dal mijn
kennis geen gekheid maakte, maar volko
men eerlijk geloofde en vreesde, dat een
crisis-ambtenaar hem op zekeren dag een
blikmerk in hel oor zo.i knijpen. Hij was
van het zotte daarvan niet te overtuigen.
Wlat ik zei, niets hielp. En toen ik liein met
redeneeren in hel nauw dreef kwam hij tri
omfantelijk met hel argument:
„Ja, maar Zeeland, als nou toch die amb
tenaar het zelf tegen mij heeft gezegd".
„Hé...?" vroeg ik, stomverbaasd, „heeft
een ambtenaar..."
„Ja, ja, man. Geen praatje, hij heeft het
mij in geheim verteld. Ik mocht er inel nie
mand over spreken. Maar 't komt, man;
iedere boer zijn oorblikkie. En ik z e er
toch zóó tegenop, man kan je niet geloo
ven".
Ik heb niets meer gezegd. Hel was zelfs
mij te machtig. Alzoo geschiedde in Neder
land in 1936, het is helaas historisch.
PLEUN ZEELAND.
$efadzcfaidsclw%ndpasta
l doos 20 ct.-tube ao en 60 ct. j
Kris: Dat zal een organisatie me. keuiig
geregele-e deerde Le a i gen worden,
ook tot heil van de bokkengemeen-
schap.
Heb je gezien dat de weg verbetering
Westkapelle-Domburg aanbesteed is?
Kras: Gelukkig wel. Dat zal e n o knap»
per geven. Als straks het vreemdelin
genverkeer weer op gang komt.
Kris: Dan dreigt ook de Domburgsche
tram tol werkeloosheid te worden ge
doemd, ten aanzien van het passagiers
vervoer, hetgeen aan de autobussen
zal worden overgedaan, hetgeen door
voering zal vinden als de weg Wlest-
kapelle-Domburg gereed is. Vindt jij
dat geen reuze-verbetering.
Kras: Ik zal er maar o«er zwijgen. Later
kom ik er misschien nog wel eens op
terug, we moeten maar eens afwach
ten wat en hoe het worden zal.
Kris: Je bent dus niet erg enthousiast?
Kras: Wlat het vervoerswezen op Walche
ren betreft, niet bepaald nee, dat heb
je goed geraden.
Trouwens die heele historie over be
vordering van het vreemdelingenver
keer laat hier nog veel te wenschen
over.
Allereerst valt er in de eigen huishou
ding van de V.V.V.'s nog heel wal op
te knappen, er zijn afdeelingen die als
een zoutzak in elkaar liggen, bijv. Vlis-
I singen.
Kris: Hoe komt dat?
Kras: Man laat me daar over zwijgen.
Morgen lees je weer van een gewel
dige belangrijke brief die aan hel een
of ander belangrijke college gezonden
is, of dat men op het jaarlijksche idee
is geLomen er moet gauw een gids
de wereld in. Ziezoo wat adverteerders
bijeen geraapt, de zaak draait, nu nog
tekorten aangevuld trachten te krij
gen en... voor het oog van Vlissingsch
of Walchersch volk draait de boel
vroolijk verder.
Ik erger me soms als ik zie hoe deze
tijd van voorbereiding ongebruikt
voorbij gaat.
Kris: Ja maar leden zie je en de centen.
Kras: Man schei uit. Als je er op blijft
wachten gebeurt er niets, heelemaal
Vervolg le kolom pag. 3.