DE VLOEK OER MISDAAD
AKKER's
BURGERLIJKE STAND
FEUILLETON
Ned. Verbond van Chr. Meisjes-
en Vrouwenverenigingen,
Hoogwater te Vlissingon op:
WIELRIJDERS, LICHT OP:
Apotheken geopend te Vlissingen:
Zondag is geopend
ZEEUW5CH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 15 NOVEMBER 1935. No. 45.
Het geheim der verrassende werking van Abdijsiroop berust
voor een groot deel op de vele daarin verwerkte „genees
kruiden", waarvan de bijzondere genezende eigenschappen
1 aan enkele „ingewijden" bekend waren.
De voornaamste uit het 20-tal kruiden
sijn» Drosera rotundifolia, Herba
Althaeae» Aconitum napellus, Juglans
Tegia, Herba Serpylli, Herba Maté,
Herba Marubii, Herba Meliloti. Deze
kruiden bevatten tegen aandoeningen
van de ademhalingsorganen genees
krachtige stoffen fn hun natuurlijke
samenstelling, waardoor zij gemakke
lijk door het lichaam kunnen worden
opgenomen. Hun werking is snel en
veelzijdig. Zij schaden het gestel niet,
daar ze geen sporen in het lichaam
achter laten, in tegenstelling met de
E.g. nieuwere „chemische" middelen.
De schitterende werking van deze
kruiden-siroop, die Abdijsiroop is,
wordt thans nog krachtig versterkt,
nu Apotheker Dumont op bijzondere
wijze daaraan heeft toegevoegd de
krachtig „hoest-bedwingende" stof
„codeïne", zonder dat de natuurlijke
werking der kruiden wordt vermin*
derd. Integendeel, door deze gelukkige
combinatie wordt zij nog doeltreffen
der. 'n Betere samenstelling tegen aan
doeningen der ademhalings-organen,
de ondervinding zal het U bewijzen, is
ondenkbaar. Grijp dus vol'vertrouwen
naar ,,'s werelds béste hoest-siroop"!
Zoete Bellefl. 5-7, Signe Tillish 8-10, Zure
val 3-8 Peren: Jodenpeer 6-12, Beurré Alex
Lux 7-18, Winter Suikerij 4-5, Bergamotten
4-7, Gieser Wildeman 5-10, Kleipeer 3-5,
Bredemerode 5, Josephine d'Amanlis 9-10,
Ponaspeer 5-7, Contes de Paris 12-20, Con-
tes de Paris (val) 7-13, St. Remy (val)
4-7, Winter Louwtje 3-15, Rietpeer 5-7, To
maten 4-14, Blauwe druiven J9-24, Mispels
5-9, alles per K G.
Aardappelen: Late Blauwe I 65-70, Po
ters 25-31, Bevelanders 48, Bonte poters 26,
alles per 25 K.G.
VLISSINGEN, van 7-14 Novemb r 1935.
Ondertrouwd: H. A. Iinanse, 20 j. en M.
M. de Croo, 20 j. J. A. Wisse, 24 j. en
J. Roose, 27 j.
Getrouwd: J. van Scherpenzeel, 48 j. én
L. C. M. Kalle, 35 j. F. Schets, 26 j. en
M. van der Graaff, 22 j. C. Fritz, 22 j.
en A. Lodder, 28 j. J. G. Roerdomp, 34
j. en G. J. M. Reidsma, 25 j.
Bevallen: G Meulmeester, geb. van Ee-
nennaam, d. S. Geervliet, geb. den Draak,
d. I. J. Schalker, geb. Ratelband, d.
S. Huijsman, geb. de Winter, d. E. J.
de Nooijer geb. van de Velde, d.
Overleden: A A. van der Vliet, 22 j.,
vrouw van P. Zuidijk K. Wj, Meulmees
ter, 3 weken. (V. C.)
Woensdag 13 November hield de ring
Walcheren van het Nederl. Verbond van
Chr. Jonge Vrouwen- en Meisjesvereeni-
gingen een ringvergadering in de Bogard-
zaal te Middelburg, waar een groot aantal
leden van de aangesloten vereenigingen
tegenwoordig waren. De vice-pres. Mevr.
v. Voorst Vader heette de aanwezigen en i,n
't bijzonder Mej. J. G. Molsberger, zang-
leerares te Utrecht, hartelijk welkom en
opende in plaats van Mevr. Petermeijer, die
door ongesteldheid verhinderd was, de ver
gadering met de liturgie. Daarna gaf zij
aan Mej. Molsbergen de leiding en op de
haar eigen, geestige, leerzame en praktische
wijze heeft deze dame zangles gegeven. Eerst
eenige heoreische wenken en oefeningen,
die de lachlust opwekten en daarna is er
gezongen en heelt zij getracht uit „Blijde
Stemmen" de mooie, ernstige en vroolijke
liederen zoo te leereh zingen, dat het niet
alleen klanken zijn, maar muziek, die de
inhoud van het lied vertolkt.
Een pauze, waarin thee en gebak werd
rondgediend en de les werd voortgezet. Tot
slot zong mej. Molsbergen eenige kerstlie
deren, dje in ademlooze stilte werden be
luisterd en eindigde z> met dankzegging.
Dat Mevr. v. Voorst Vader de tolk der
meisjes was, toen zij de leerares bedankte
bleek üit de hartelijke instemming der aan
wezigen. Een collecte voor 't Vrijbcd in
Maria bracht f 10.50 op.
NOVEMBER
ZON
Op Onder
Zaterdag
16 Nov.
7.23
4.06
Zondag
17
tt
7.25
4.05
Maandag
18
7.26
4.03
Dinsdag
19
7.28
4.02
Woensdag
20
»t
7.30
4.01
Donderdag
21
7.31
4.—
Vrijdag
22
7.33
3.59
16 Nov. v.m. 4.46
5.36
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag 20
Donderdag 21
Vrijdag 22
17
18
19
6.31
7.37
8.49
9.55
10.51
n.m. 5.16
m 6.10
7.16
m 8.27
9.38
10.40
11.22
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensd.
Donderd.
Vrijdag
16
O
z:
te
4.36
uur
17
te
4.35
ii
18
te
4.33
ii
19
ii
te
4.32
ii
20
te
4.31
ii
21
•1
te
4.30
ii
22
t»
te
4.29
♦I
OCKENBURG, Singel.
door Ernst Wichert.
5.
„En een jaar heeft-ie onschuldig geze
ten een jaar tuchthuisstraf godgeklaagd
is het-' Wat je gebeuren kan door slechte
menschen je leven ben je niet zeker.
Waarachtig" klonken weer veel stemmen
tegelijkertijd.
Szamaitat trok den ouden vilthoed over
zijn oogen. „Ja, men moet zich schamen",
mompelde hij, „wat de justitie al zoo klaar
speelt. 't Schreit ten hemel, dat in een be
schaafden staat iemand onschuldig veroor
deeld wordt en brommen moet. Er zijn ge
vallen, heeren, daar is de zaak nog gekker.
Want zoo goed als iemand onschuldig ver
oordeeld kan worden tot tien jaar tuchthuis,
kan hij ook onschuldig ter dood veroordeeld
worden, wegens moord bijvoorbeeld. En de
zaak kan zoo helder en klaar schijnen, dat
de koning zegt: kop af. En achteraf komt
de waarheid aan 't licht. Maar den kop zet
niemand er meer op ha, ha, ha. Een jaar
in het tuchthuis, dat is ook geen kleinigheid
maar daarmee is je leven toch meestal niet
gemoeid. Het tuchthuis brr.
Ik heb er eens iemand bezocht, voor wien
iets geschreven moest worden. Die lange
gangen door het heele huis, en rechts en
links die deuren met ijzerbeslag voor de
enge cellen, en de getraliede vensters, en
geen woord wordt er gesproken, en slecht
eten, eiken dag opnieuw brr. Wie dat
onschuldig heeft moeten verdragen...
Hoe stelt de Staat zoo iemand schade
loos? Bij voorbeeld de molenaar nu. Wat
krijgt die voor zijn jaar tuchthuis? Wat?
Zijn molen heeft ie niet weer kunnen op»
bouwen, want de verzekeringssom is niet
uitbetaald. Nu gaat er weer een jaar over
heen, vóór hij er staat. En intusschen hee-
lemaal geen verdienste. De klanten hebben
him loop ergens anders heen genomen. Daar
voor betaalt de Slaat geen cent. Dat is een
ongeluk, zegt men dan alsof iemand een
dakpan op zijn hoofd valt of een onweer
met hagelslag de velden verwoest. Een mooie
gerechtigheid, 't Schreit ten hemel'
De veldwachter kwam door 't dorp
gereden en stapte aan de herberg af. 't Was
waarschijnlijk met heelemaal toeval, dat hij
op zijn ronde hier voorbijkwam. Hij had aj
van den gouverneur gehoord, wat er ge
beurd was en vond het gewenscht, bij thuis
komst van den molenaar ter plaatse te zijn
om wanordelijkheden te voorkomen. Hij
trof het gezelschap dan ook al in bijzonder
vroolijke stemming aan en bereid tot een
stormachtige ontvangst. Het juist besproken
thema wercl verder behandeld, de gebochel
de schrijver dempte nu echter zijn slem zeer,
telkens als de veldwachter aan /s:n gele
snorren draaide en hem daarbij scherp aan
keek. De dienaar der orde bewaarde een
groote kalmte en liet slechts van lijd tot
lijd waardig een woordje vallen, oin het ge
zag van den Staat „hoog te houden". „Dwa
len is menschelijk", merkte hij op, „maar
meer dan zijn plicht doen, kan niemand.
Als ik mijn plicht doe, dan bekommer ik
er me geen zier om, of er onrecht geschiedt.
Alles in het leven heeft zijn grond. Dat er
eens een onschuldig 'veroordeeld ^wordt,
kan voorkomen, als de schijn tegen hem is;
maar 'l zal heel zelden gebeuren en 't
kan ook evengoed voorkomen, dat er iemand
vrijgesproken wordt terwijl hij schuldig is,
waarmee ik overigens niets persoonlijks be
doel. Wordt iemand veroordeeld, dan is
hij schuldig, en wordt iemand vrijgesproken,
dan is hij niet schuldig, de goeie God
echter weet het wel, daarmee moeten we
ons maar tevreden stellen".
Doch dat wou er slechts bij weinigen in.
Zij dachten, hij spreekt als een ambtenaar,
en men moet hem laten spreken. Dat be-
teekende ook het schouderophalen van den
schrijver. Toen ging er op eenigen afstand
op den landweg een geschreeuw op van
veel stemmen, dat de opmerkzaamheid trok
der stamgasten. Zij dronken vlug hun glas
bier leeg en stonden op. Daar aan den in
gang van het dorp hadden vrouwen en kin
deren post gevat, om den molenaar te be
groeten. Zij ontvingen hem met een luid
hoera. Het lichte wagentje, waarop hij za^
naderde snel de herberg. De koetsier sloeg
als een dolleman op de paarden los. En toen
gaf Szamaitathet sein, terwijl hij op de
bank klom en met zijn hoed zwaaide. „Levf
onze molenaar l#ng zal hij leven", 't Hee
le gezelschap stemde in en ijlde over den
landweg den wagen na, die de bocht om
sloeg naar den molen. Alleen de veldwachter
bleef op het terras staan en sloeg vandaar
het gedoe gade.
Endrik Kraupat was een man van ruina
midden in de veertig. Eenige jaren geleden
ging hij nog voor een mooie man door. Nu
herkenden zijn oudste vrienden hem nauwe
lijks meer. De mooie volle bruine baard
was afgeschoren, en 't kroeshaar heel kort
geknipt Hij droeg een pet met breede klep
die de oogen overschaduwde, en had hem
blijkbaar dieper dan volstrekt noodzakelijk
w. over het voorhoofd getrokken. Toen
hi. n net met menschen bezette terras
vo j gevlogen was, had hij een snelleq
blik daarheen geworpen, om het gezelschap
te monsteren. Den groet scheen hij eerst
te beantwoorden, toen hij den veldwachter
bemerkte, die op den achtergrond was blij
ven staan. Toen daarna de wagen voor den
molen stil hield, overzag hij eerst ^anaf zijn
zitplaats snel het geheel, keek naar hei
venster en naar de deur en dan achteronj
naar den landweg, waarlangs de vnendeij
kwamen aanstormen. Hij zag er verdrietig
uit en scheen in gedachte de afstanden te
meten, om te zien, of het hem ook geluk
ken kon, door een vluggen sprong 111 huis
de felicitanten te ontwijken. Maar hij merk»
te al, dat zij besloten waren, zich <jit ge
noegen niet te laten ontnemen, en schikte er
zich in. Terwijl hij nu langzaam uit den
wagen klom en zijn weinige bagage eraf
nam, ging de huisdeur open.
(Wordt vervolgd^