„Van den hak op den tak" VercLijf die knellende hoofdpijn neem 'n "AKKERTJE" 2e BLAD BURGERLIJKE STAND door KRIS «n KRAS K. J. MEULMEESTER DE DOOD. die doffe pijn, alsof Uw hoofd in 'n lang zit. Ge behoeft U nu niet meer te laten kwellen door hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijn, spierpijn! Neem nü daarvoor een "AKKERTJE" (AKKER-CACHET) een bijzondere vinding van Apotheker Dumont. Prettig innemenGe proeft nietsOnschadelijk Werkt snel en zeker, verwekt geen maagpijn. Neem 'n buisje in voorraad. Als Ge pijn krijgt: ZEEUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 8 NOVEMBER 1935. No 44. Kris: Hallo Kras, waar kom jij vandaan? Kras: Dat zal ik je eens vertellen, ik heb gevlogen. Kris: Gevlogen, waar? Kras: Wel natuurlijk met de K.L.M. Kris: Kerel, 't is wreed voor de werel^ hoe kom je daar noe bie? Kras: Wel 'k was bie m'n schoonzoon iu Amsterdam en die zei vader als je nou eens vlug thuis wil zijn mot je eens met het vliegmachien gaan. Nou en toen had je het. Eerst wilde ik er niets van weten, doch een beetje nieuws gierig hoe het er in zoo'n luchtvogel naar toe ging was ik wel en toen nou, ben ik maar over dat beetje meerde re kosten heengestapt, ik liet me op het Leidsche plein in de bus vallen, die reed me naar Schiphol daar stap te ik in zoo'n ronkende machine en als vliegende Zeeuw voer ik over Holland, via Waalhaven Haamslede naar de groote Walchersche wei. Daar streek die groote machine neer en stond ik weer netjes op den grond. Kris: En, hoe is het je bevallen? Kras: Wel, opperbest. Je zit daar net zoo rustig als in den trein, liefst nog mak kelijker. Met de K.L.M. gaat 't altijd veilig. En 't was mooi hoor, dat ver zeker ik je. Zoo had ik ons landje nog nooit gezien. Kris: Ik heb gehoord dat er dit jaar veel minder gevlogen is op de Zeeuwsche lijn als vorige jaren, hoe zou dat ko men? Kras: Eensdeels gebrek aan cênten, maar anderzijds vanwege de onbekendheid Maar als je 't eenmaal gedaan heb dan wil je, zoolang je portemonnaie het even toelaat, nooit meer anders. KrisDa's krimineel. Kras: Ja en 't gaat vlugger ook je be spaart een hoop tijd, 't ging mij eigen lijk veel te vlug, ik had best nog een paar uur langer in dat vliegmachien willen zitten. Kris: Nou als jij der zoo over voldaan ben ga ik 't volgende week ook eens proheeren als i!< naar Rotterdam moet. Kras: Moet je beslist doen dat zal je veel genoegen geven, iedereen moest het doen, dan zou de Zeeuwsche route weer spoedig rendabel zijn zooals het van ons eiland bewoners feitelijk be. hoort. Kris: Verleden week spraken we over hei rijwielpad hé. Dezer dagen ontving ik juist een circulaire met het verzoek om een jubileumhijdrage voor het 10- jarig bestaan. Kras: Zooals ik zei, die vereeniging heeft in 10 jaar prachtig werk hier op het eiland gedaan. Alle hulde daarvoor, laten nu de duizenden die plezier van dat werk hebben eens royaal in de beurs tasten, daar is het werk mee gebaat en ze hebben bovendien nog kans op een aardig prijsje. Kris: Heb je gehoord dat er plannen be. staan om de meelfabriek in Middel burg weer in bedrijf te gaan stellen. Kras: Dat is al zoo vaak beweerd en die laatste geruchten vernam ik ook, doch ik hoop dat ze er nu maar spoedig mea aan den gang zullen gaan. Dat is voor de Gemeente en de betreffende ar beiders van het grootste belang. Kris: Vorige week heb ik toch om een advertentie moeten lachen? Daar stond in: Dat mijn werk als Musicus beter begrepen worde! Kras: Vindt je dat zoo leuk? Het is wel teekenend dat zulke opmerkingen nog gemaakt moeten worden. Kris: Bedoel je dat men de muziek beter begrijpen moet? Kras: Ja en neen. Begrepen velen de Mu. ziek beter dan zou het plaatsen van zulke advertenties niet noodig zijn, maar omdat men het werk van dien musicus niet naar waarde schat, snauwt men soms zijn helpers af en is als het ware nog een gevaarlijker concurrent voor hem dan de Radio, welke uitvin, ding o.m. de aanleiding werd dat hij zijn brood op deze wijze moest gaan verdienen. Kris: Ja, zoo bezien, is dat werk heele- maal niet belachelijk en het snauwen waard. Iemand die iets van en voor muziek voelt, zal dat zeker niet meer doen. Kras: Zoo is het, maar binnenkort zat Zeeuwsch Nieuwsblad haar lezers iet« brengen waar ze veel plezier van zul len hebben. Kris: Je maakt me nieuwsgierig, wat be doel je? Kras: Wel, een pracht van een St. Nico- laas prijsvraag, zooals die op Walche ren nog nooit gehouden is. Kris: Dat moet dan wel iets heel bijzon ders zijn, wat wordt het. Si. Jacobstr. 13 Tel. 47 Vlissingen f PHILIPS RADIO Stofzuigers en Electr. Apparaten Aanleg van Electrische Installaties Reparatie-Inrichting «8> Kras: We krijgen niets meer, maar ook niets minder dan deze doodeenvoudige vraag te beantwoorden: Welke zijn de 10 meest bekende bewoners op Wal cheren Kris: En mogen we daar iedereen voor opgeven Kras: Nee, de overbekende lieeren com missaris der Koningin, Burgemeester van Vlissingen en Middelburg alsmedg den voorzitter der Zeeuwsche Land bouw Mij., zijn bij voorbaat uitgesloten. Maar ga verder je gang maar. Kris: Zoo, dat belooft wat. Daar ga iv eens over piekeren. Kras: Ik ook, want zoo heel gemakkelijk is dat nog niet. Tot ziens Kris, tot de volgende week. NOG IETS OVER DE RATTENBESTRIJ DING. In een vorig artikel hebben wij uitvoerig stilgestaan, hoeveel ratten en muizen kunnen vernietigen. Deze ondieren zijn dan ook al gemeen bekend als zijnde niet alleen als schadelijk wegens opeten en vernieling, maar wat veel erger is, als overbrengers van zeer gevreesde ziekten. Daarom moet alles worden gedaan om deze dieren kwijt te raken. Vooral op ae boerderij is het van groot belang dat deze dieren worden uitgeroeid. Wij hebben in een vorig artikel reeds opgemerkt, dat het tijd werd, dat vooraanstaande landbouwkun digen zich eens met dit vraagstuk zouden bezig houden. Wij denken hierbij b.v. aan onze plantenziektenkundigen Dienst, welke altijd aardappeldagen organiseert, ook eens een rattendag zouden kunnen houden- dit zou zeker van algemeen belang Zijn. Maar ook in de stad zal het noodig zijn, dat aan deze rattenbestrijding aandacht wordt geschonken, want het gevaar voor overbrengen van ziekten zal in de stad nog wel grooter zijn dan op het platteland. Maar Ik heb een overreden hond zien sterven. Het was maar een gewone hond; hij was een nakomeling van den beroemden stamvader van vele honden Ras Vuilnisemmer De hond was een mormel en voor den handel geen sikkepitje waard, maar hij was een levend wezen en moest plotseling sterven. Da's wreed ook voor een hond van onbestemde afkomst. De. breede stadsstraat lag in halfduister; hier en daar wierp een straatlantaarn krin gen van licht op het vochtig glimmende as falt. Het was een straat van kantoren en pakhuizen, die behalve door het rijverkeper, 's avonds niet door menschen bezocht werd. Stadsmenschen in den avond trekken op het helle licht van booglampen, uitstalkasten en reclames af precies als motten. Auto's, wagens en trams reden in twee smalle stroo men door deze schemerige gaping tusschen de hooge huizenmuren. Een enkel mensch liep haastig voort. Hoe het nu precies gebeurd is weet ik niet, maar plotseling dook onder een slee perswagen de hond weg, gillend. Het dier viel, liep een paar passen, duikelde over den kop, wrong zich in vreemde kronkels en trachtte dan weer weg te komen. Het gillen en janken striemde fel op. Toen de hond het trottoir had bereikt en was neer gevallen verstomden de kreten plotseling. Waar in enkele seconden tijds al de nieuwsgierigen vandaan kwamen, weet ik niet. Niet zoodra lag de hond op het trot toir te zieltogen of er stond een kring men schen omheen. „Hond overreje", zei een arbeider tot een bedaagde juffrouw, die vroeg wat er gebeurd was „Hij kreeg een wagewiel over z'n bast. Nou leit-ie te krepeere". „Vreeselijk", zuchtte de bedaagde juf frouw. „Ze kijke ook niet uit tegeswoordig". Wie met „ze" bedoeld werden, vertelde zij niet. „Het wiel ging over z'n ribbekast", zei een straatjongen opgewekt, die genoot van het schouwspel van den stervenden hond. „Al zijn ribben bennen gekraakt nogal wiedes". „Hij gaat er an", constateerde een ande re stem uit den kring. „Ja warendig", zei weer een stem ver baasd, „hij tippelt 'm. Nou, dat beessie was ook niet veel mans". „Niet veel mans? Ben jij veel mans as je een vrachtauto over je ribbetjes krijgt, gooser?" De hond ging „er an". Hij trok met dg pootjes, de bek bleef open staan, nog een maal rekten zich alle spieren. Langzaan^ lenig, soepel. En toen was het kleine li chaam stil „Hij is uit z'n lijden", zuchtte de. be daagde juffrouw „Tja..." zei een werkman laconiek, „van daag een hond, morgen wij, menschen Jul lie magge d'r wel es om denke, menschen'! „Nou Ane", zei een vrouwestem korze lig, „ga nou alsjeblieft niet preeken. Ga nou mee, anders komme we te laat in de bios coop". De komst van een agent deed nog even de belangstelling plakken. „Van wie is die hond?". Niemand wist het. Op verzoek van den agent nam de voerman, wiens wagen het beest had overreden, het roerlooze hoopja vleesch mee naar het bureau. En zoo lag het hondje nu op den wagen, waar het eerst onder had gelegen. De menschen lie pen door en alles was voorbij. En niemand die even later passeerde wist niet, dat op dit plekje de Groote Maaier van alle Le ven aanwezig was geweest en zijn tol had geeischt. Het zou dien voorbijganger ook niets hebben kunnen schelen. Er gebeurt zooveel in een groote stad. Daar sterven per dag zooveel menschen, plotseling of martelend langzaam, berustend of in fel verzet, jong of oud, rijk of arm. Wie maakt zich dan nog druk om zoo'n doodgereden petieterig hondebeessie? Misschien had dal hondje geluk: misschien is er nog een kind dat gehuild heeft toen het van zijn dood hoorde en dat nu nog wel eens aan hena denkt, nu hij ergens onder de aarde ligt. Maar de rest van de wereld heeft dit ge valletje reeds lang vergeten. Verwacht gij iets anders van menschen, die hun broe ders hoeder niet eens willen zijn? PLEUN ZEELAND nu de bestrijding. Vele dierenartsen en doc toren hebben zich reeds lang bezig gehou den met genoemd vraagstuk; zij hebben daarbij nagegaan niet alleen de groote ge varen, maar ook de levenswijze, gewoonten enz., van deze dieren. Hiermede heeft men bereikt, dat bestrijding van ratten en mui- Glazen buisje met 12 stuks 52 cent. Metalen zak-etui met 3 stuks 20 cent. zen langs chemischen weg mogelijk is. De strijd tegen de ratten vereischt groo te omzichtigheid om werkelijk resultaat te bereiken. De bestrijding is evenwel zeer moeilijk, omdat men bij het gebruik van verschillen de giftige middelen rekening moet houden dat onze huisdieren er ook zijn, welke al tijd ontzien moeten worden. De meeste be strijdingsmiddelen laten wat volmaaktheid betreft véél te wenschen over. Gassen, che mische vergiften en ook de bacteriën-pre paraten, zijn niet alleen voor ratten en mui zen gevaarlijk, maar ook voor de mensch zoodat onvoorzichtigheid bij het gebruik zelfs menschenlevens kan kosten. Afgezien echter van dit gevaar moet ook met de uiterste fijne zintuigen der ondieren rekening worden gehouden, waardoor vele van de in den handel zijnde bestrijdings middelen door de ratten tijdig wordjen opgemerkt, en dikwijls geen bevredigende resultaten zullen OfKeveren. Aan deze be strijdingsmiddelen moeten dan ook de hoog ste eischen worden gesteld. Het is thans nu wij dit toch schrijven na jarenlange, moeilij ke enkostbare proefnemingen de wetenschap gelukt de Ratopax-middelen te faiiriceeren, welke volgens nadere inlichtingen aan alle daaraan gestelde eischen ruimschoots vol doen. Volgens onderzoekingen van betrouwbare instituten (wetenschappelijke) is genoemd middel absoluut onschadelijk voor menschen en huisdieren. Laten wij mogen besluiten, dat men zoowel op de boerderij als in de stad, de strijd tegen deze ondieren, eens ge zamenlijk en góed aanpakt. Het algemeen belang zal er mede gediend zijn. BIGGEKERKE over de maand Oct. 1935. Ondertrouwd: Willem Barentsen jm. 24 j. en Kornelia Maria Brasser jd. 23 j. Pie. ter Dekker jm. 23 j. en Catharina Dinge- manse jd. 23 j. Getrouwd: Willem de Witte jm. 23 j. en Cornelia Labruijére jd. 18 j. Willem Ba rentsen jm. 24 j. en Kornelia Maria Bras ser jd. 23 j. Geboren: Suzanna, Adriana d. van David Wijkhuijs en Willemina van de Voorde Jacob, z. van Johannis Wisse en Willemina Coré. Overleden: Pieternella Moens 80 j. weda van Adriaan Moens. Ingekomen: Cornelia Labruijére in A 51 uit Koudekerke Jacobus de Witte in A Vervolg le kolom pag. 3,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1935 | | pagina 5