DE VLOEK DER MISDAAD FEUILLETON HOE PRIJSSTIJGINGEN WORGEN BEV0R0ERD. Hoogwater te Vlissfngen op: WIELRIJDERS, LICHT OP: Apotheken geopend te Vlissingens Zondag is geopend Mil ZEEUW5CH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 1 NOVEMBER 1935. wo. 45. KON DIKWIJLS NIET LOOPEN. j Nu van pijn verlost. jj Een dankbare patiënte schreef ons: „Twee jaren had ik zulke vreeselijke rheu matische pijnen in mijn knieën, dat het dik wijls voorkwam, dat ik niet kon loopen. Al les wal ik probeerde was vruchteloos, ik vond nergens baat bij. Tenslotte sprak ik er piet een vriendin over, die mij raadde een proef met Kruschen Salts te nemen. Eerst twijfelde ik, maar de resultaten hebben mij overtuigd en ik ben nu dankbaar en vol lof over Kruschen. Ik neem het iederen mor gen in en van rheumatische pijn heb ik nim mer meer last gehad. Ik zou het alle men- schen willen aanraden, die last van rheu- matlek hebben, het is het eenige middel goede middel. Ik voel mij als herleeld nu ik van de pijn in mijn knie verlost ben". Mej. G. de K. te R. De verschillende zouten, waaruit Kru schen Salts is samengesteld, zorgen er voor dat schhadelijke stoffen als urine zuur, dat de oorzaak kan zijn van jicht, rheumatiek en ischias, uit het lichaam worden verwijderd en voorkomen tevens dat deze giftige stoffen zich ooit weer kun nen vorjnen. Zoo verdwijnen door Kruschen Salts niet alleen de pijnen, maar het zorgt ook, dat de oorzaak der rheumatische aan doening voorgoed wordt weggenomen. Stra lende gezondheid voor één cent per dag. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en drogisten a f 0.90 (en f 1.60 per flacon, omzetbelasting inbegre pen. Let op, dat op het etiket op de flesch zoowel als op de buitenverpakking de naam Rownlree Handels Maatschappij voorkomt. wil dat toch niet zeggen dat wanneer zulks een belangrijke zaak geldt, de J>epaling van het bureau een wet van Meden en Perzen is, vooral in deze tijden? Alles moest toch worden gedaan om de zaken en bedrijven gaande te houden? Bij de Middenstand vin den nog vele menschen werk en die hun be- lanjgen dienen ook te worden gediend, waar het hier gaat om zoo'n klein bedrag, een heel billijk verzoek van drie organisa ties, meent spr. dat het bureau dit toch tot geen kweslie van loven en bieden wil ma ken, vooral waar de actie zoo'n omvangrijke prestatie geldt, Met den meesten aandrang wil spreker verleening van de gevraagde f 100 bij de Kamer aanbevelen. Bij dit betoog sloot de heer Anker zich aan, doch vroeg om f 75— hetgeen ons schijnbaar minder gelukkig en onnoodig voorkwam gezien de invloedrijke zakelijke behandeling van den vorigen spreker. De heer Olthof verklaarde aan des hee ren' P. G. Laérnoes betoog niets meer te willen toevoegen. De heer Enzlin verklaar de zich ook overtuigd doch wilde dbe f 75 van Sen heer Anker steunen. De heer M. Laernoes, zat blijkbaar een beetje met het geval, daar hij deel uitmaak te van de meerderheid van het Bureau der Kamer dat tegen had gestemd. Hij kon het nut der campagne niet in zien, de meeste deelnemers haalden er hun kosten niet uit, het publiek kijkt naar de versiering en verlichting, doch koopt niet. Als het nu eens in de zomer tijdens het vreemdelingen, bezoek was gehouden, ware het z.i. wat anders geweest. Dit bezorgde hem de toorn van den heer Menheerc, die keurig en duidelijk precies het doel van deze Mi Idenstands-actie uiteen zette, na een korte exposé en een verkla ring waarom dus de keurige Vlissingsche actie haar onkosten niet zou kunnen be druipen begaf hij zich minder gelukkig op het terrein van het grootbedrijf al fulmineerende tegen de heeren van handel en Industrie die hier geen f 100 voor over hebben. Dit bezorgde hem een donkere blik van den voorzitter en een scherpe tegenstand van den heer Jeronimus. Nadat de voorzitter nog had betoogd het nut niet in te zien, Koopkracht is er of ze is er niet en het ligt niet op den weg der Kamer om Kooplust te helpen bevorde ren bracht hij het voorstel van het bure au in stemming wat mejf 8 tegen 9 stémimen verworpen werd. Toen kwam het voorstel van den heer P. G. Laernoes, als zijnde het verst strekkende, aan de beurt en werd aan genomen mpt 11 tegen 4 stemmen. Tegen de heeren C. Boudewijnse, Wesseling, M. Laernoes en Alb. Jeronimus. Het strekte tot voldoenipg dat de heer P. G. Laernoes aldus voor het goed recht en de billijkheid van den Middenstand deze overwinning mocht behalen. Tot leden der commissie inzake de uit voering van den wet tot regeling van uitver- koopen, opruimingen etc. werden benoemd de heeren A, Olthof Middelburg; P. G. Laer noes Vlissingen, Blok te Zierikzee en Vee nis te Goes. Bij het slot van den rondvraag bezorgde de voorzitter ons nog een minder aangena me verrassing door de mededeeling van zijn weloverwogen besluit om per 31 Dec. a.s. na zijn periodieke aftreding, wegens de idrukke werkzaamheden aan zijn bedrijf verbonden, zich niet meer herkiesbaar te stellen. Deze mededeeling was terecht een te leurstelling waarover de heer M. Laer noes namens bureau en leden zijn leedwe zen uitsprak. Spr. wees er op dat deze voor zittersfunctie moeilijk beter te vervullen zal zijn en dit aanvankelijk genomen be sluit, hoewel het eerbiedigd moet worden een groote leegte doet ontstaan. Spr. dank te voor het zeer vele en goede werk door den praeses in bureau en Kamer gedaan. De leden betuigden hiermede hun instem ming, waarop de voorzitter de vergadering sloot. Moeten de Schoenen duurder worden In het vabklad voor de Schoenmakerij lezen we uit een Belgische brief, onder het hoofd Oorlog en lederprijzen: Zooals steeds gebleken is, is voor oor logvoering het artikel Ieder en de daarvan vervaardigde tuigen, uitrustingen en schoe nen even onmisbaar als wapens en munitie. Ondanks den enormen vooruitgang op alle gebied, is het leder voor deze doeleinden nog evenmin te vervangen als ten tijde van Napoleon. Geen wonder dan ook, dat een plotselin ge vraag naar huiden en leder voor de uit rusting van millioenen soldaten een gewel dige terugslag op de huidenmarkt teweeg brengt. Moesten vóór enkele maanden zoowel huiden als leder en schoenen voor nog „nicht dagewesene" prijzen worden afgege ven, niet zoodra begonnen de geruchten van een dreigenden oorlog op te duiken, of de huidenmarkt reageerde en de handel gaf eenige leven steekenen. Thans, nu niet alleen voor de oorlog voerende partijen groote behoefte aan spoe dige bevoorrading en aanvulling ontstaan is, doch ook door de ongerustheid over verde re verwikkelingen in vele groote staten van Europa in een verhaast tempo aan krijgstoe rusting gewerkt wordt, ziet men dagelijks de markt der ruwe grondstoffen oploopen, en kan het niet anders, dan dat ook de le der- en schoenprijzen bin?ien zeer korten tijd tot een buitengewoon of laat mij liever zeg gen, tot een meer gezond peil zullen moeten worden verhoogd. Hier in België zat men toevallig door de devaluatie toch reeds voor een geleide lijke verhooging der leder- en schoenprijzen welke voor het leder reeds 20—30 pet en voor het schoeisel 15—20 pet. bedroeg. Nu komt echter de stijging der huiden en lederwereldmarkt deze verhoo^ing nog eens extra aandikken en zooals mij uit fa brikantenkringen werd medegedeeld, kan men voor de schoenprijzen waarschijnlijk nogmaals eenzelfde verhooging verwachten. Als nu de koopkracht van het publiek door verbeterde arbeidsverhoudingen en op leving van handel en industrie den afzet der duurdere producten maar in gelijken tred kan houden met deze prijsstijgingen, zal de toestand ook voor de Belgische leder- en schoenenbranche heel wat gezonder worden. Juist de laatste dagen had de Belgische regeering het nogal eens hard te verant woorden óver de door haar genomen eco nomische maatregelen. Het doet in ieder geval prettig aan te lezen dat in België de positie der schoen handelaren „gezond", is, en alleen deze op leving in de branche er toe zal leiden dat haar bedrijven „meer gezond, ja zelfs heel wat gezonder" hoopen te worden. Al die overvloedige gezondheid Is haar van harte gegund, als men inderdaad maar rekening houdt met de koopkracht van het publiek en „de gezondheid" van haar portemonnaie. Zoo ook hier te lande, waar wij een der gelijk geluid niet beluisteren, maar wel nu reeds uit hetzelfde vakblad per inge zonden stuk door een oud-winkelier deze vaderlijke vermaning zagen toedienen: De zoo lang verwachte prijsverhooging van leder Is gekomen. Welke oorzaken daaraan ten grondslag liggen, de Italiaansch- Abessynische oorlog, ofwel de schaarschte van huiden, tengevolge van inkrimping van de slachting van Zuid-Amerikaansch vee, doet niets ter zake, het feit is er. En nu mag men de looiers verwijten, dat deze. misbruik maken van de situatie en hooge prijzen eischen, deze reageeren hier op, door erop te wijzen dat hun bedrijf reeds sinds jaren verliezen heeft opgeleverd en zij thans een zoet winstje, hetgeen nu te bereiken is, met de meeste voldoening zul len binnenhalen. Ergo, wij hebben ons bij het feit neer te leggen en met de nieuwe toestand rekening te houden. Nu is het een onomstootelijke waarheid dat de winkelier die niet met de verhoogde prijzen meegaat, en zijn toch al abnormaal lage prijzen niet verhoogt, voor bet feit komt te staan, dat hij te zijner tijd zal merken, dat het geïnvesteerde kapitaal in zijn zaak te klein is geworden, en hij door eigen schuld in moeilijkheid is geraakt. Dit is het nuchtere feit der toekomst. Deze schrijver meende dit langs dezen weg, onder de oogen te brengen yan de belanghebbenden. Ergo, deze oud-winkelier schijnt het „in dolce farnientè" in zalig nietsdoen nog al te bevallen. De concurrentie van cocpeuat:es, of schoenfabrieken met eigen winkel verkoop schjjnen hem geen ai te zware lessen te heb ben geleerd. Anders ware hij met z'n advies wat je reinste propaganda voor die coiicarree- rende instellingen bevat wel ietwat voor zichtiger geweest. Bovendien is zijn advies zeker hoogst interessant, doch voor een publiek, wier ge ïnvesteerde inkomen gelijken tred hield met de inzinking van het economisch leven, toch niet van waarde, want haar reactie tusschen behoefte en koopkracht valt zonder meer niet te vergrooten. Derhalve zij ook de schoen en leder- branche voorzichtig met manipulaties op dat de actie voor het koopen in Midden standswinkels waaraan juist in dezen tijd zoo met zorg gewerkt wordt niet opnieuw het publiek met tegenzin zal gaan vervullen, door al te snelle of meer dan wel minder doorgevoerde al te groote prijsver* hoogingen. Het is intusschen leerzaam te weten op welke wijze men zoo'n actie in beweging poogt te brengen. GRATIS BROCHURE OVER HET ZIEKE EN GEZONDE MENSCHELIJK LICHAAM. 50000 exemplaren „Een geïllustreerd boek over het zieke en gezonde menschelijk li chaam" worden door de Firma L. Heu- mann Co., te Amsterdam C., Staaikade 4^ geheel gratis aan alle lezers toege zonden, die door invullen van de in deze courant afzonderlijke bijliggende circulaire hun nauwkeurig adres *opgeven. Gemakshalve bevat dit geïllustreerde bij voegsel een aangehechte briefkaart voor gratis-bestelling van bovengenoemd boek NOVEMBER 2 O N Op Onder Zaterdag 2 Nov. 6.57 4.30 Zondag 3 6.59 4.28 Maandag 4 7.01 4.26 Dinsdag 5 7.03 4.24 Woensdag 6 1» 7.05 4.22 Denderdag 7 tt 7.07 4.21 Vrijdag 8 tt 7.09 4.19 Zaterdag 2 Nov. v.m. 4.30 n.m. 5.— Zondag 3 n 5.19 tt 5.58 Maandag 4 6.21 tt 7.13 Dinsdag 5 n m 7.40 tt 8.35 Woensdag 6 9.03 tt 9.50 Donderdag 7 m 10.12 H 10.45 Vrijdag 8 tt t, 11.04 tt 11.29 Zaterdag 2 Nov. te 5 uur Zondag 3 n te 4.58 tt Maandag 4 tt te 4.56 n Dinsdag 5 tt te 4.54 tt Woensd. 6 tt te 4.52 tt Donderd. 7 tt te 4.51 tt Vrijdag 8 tt te 4.49 tt OCKENBURG, Walstraat. door Ernst Wichert. 3. Alleen de ouderen spraken onder elkaar nog Lilhausch en hielden de oude, zoo goed staande Lithausche kleederdracht in «re. Rij de jongere generatie deden meestal slechts de namen aan de afstamniiug den- keu zij achtte het voornaam o.n m spraak en gewoonten niet van Je DaitscVrs ti krn worden onderscheiden. De kastelein moest de glazen dikwijls vullen; men had het zich nu eenmaal voor genomen om tc wachten, tot de molenaar zou thuiskomen, 't Groote woord voerde een kleine gebochelde kerel, die den gladden viltiioed naar achter geschoven had op zijn kale kroin, en bij eiken krachtterm van zijn rede met zijn langvingerige hand er op beuk te, om den indruk te versterken. Zijn kleine oogen blikten voortdurend onrustig rond in den kring om zich te vergewissen, dat de opmerkzaamheid van zijn toehoorders niet verslapte, en de breede mond kauwde met echt welbehagen de woorden, die met gerin ge wijzigingen meermalen herhaald plach ten te worden. Het was Jons Szamaitat, vroe ger onderwijzer in Heydekrug, toen afgezet en sedert schrijver voor ieder, die zijn pen tegen een kleine vergoeding gebruiken kon, opdringerig, kwaadaardig, graag gemeden en toch in nood steeds weer gezocht, gehaat bij de overheid. De dorpsautoriteiten gingen an ders in de kroeg niet graag met hem aan dezelfde tafel zitten, al betaalden zij ook somtijds allerminzaamst zijn vertcering. Van daag was iict iets anders. Szamaitat had im mers de zaak van den molenaar in opdracht van zijn moeder met vollen ijver behartigd en met schitterend resultaat. Hij was natuur lijk naar Tilsit gereden, naar de zitting van de jury, om den advocaat, die de verdedi ging op zich genomen had, elk oogenblik van raad te kunnen dienen, maar nadat de vrijspraak bekend gemaakt was, had hij zich in allerijl huiswaarts begeven, om voor de plechtige ontvangst van den onsehuldig-ge- strafte te kunnen zorgen. Hij zelf had van daag zijn grooten dag. „Ja, ziet ge heeren zei hij, terwijl hij o- ver z'n schouder heen zijn glas reilde aan dp.n kastelein om het opnieuw te laten vul len, „het komt er maar op aan, dat men een zaak goed aanpakt, op de j uiste wijze ter hand neemt laten we zeggen: ^oed aanpakt. Dat is nummer één. Als een menseh schuldig is, dan met alle honden achter hem aan, tot hij geen adem meer heeft, en alle verweer niets meer helpen kan. Dat is duidelijk, of niet? Maar als ecu mensch onschuldig is, dan alle ladders bij zetten, om hem er af te helpen, al zouden ze ook tienmaal omvergegooid worden. Dal is even duidelijk, niet?" Hij sloeg een die pen deuk in zijn vilthoed: „Endrik Kraupa tis was onschuldig ik heb er geen oogen blik aan getwijfeld. Geen oogenblik, ofschóon het iemand, die geen verstand van zulke dingen heeft, wel verbazen moest, dat de oude Ensikat zoo kalmweg den eed deed op zijn getuigenis. Er pleitte niets tegen hem dan dat hij, zooals ieder kind weet, aan het linkeroog héélemaal blind is en aan het rechter half. Dat werd toen ook tegen zijn getuigenis ingebracht, maar 't heeft niets uitgewerkt. Want de rechters deden een proef in de zaal der gezworenen en brach ten op een bepaalden afstand allerlei men schen, afwisselend met Kraupat, bij hem, maar de oude baas had telkens weer een goeie neus en verkeek zich geen enkelen keer. Toen hebben ze natuurlijk geloofd, dat hij ook dien nacht den rechte gezien had, en daarmee was het beslist. Maar toen zijn oude moeder met tranen in de oogen tegen mij zei: „Jons, Endrik is zoo onschul dig als een pasgeboren kind zoo waar als God leefl, hij is onschuldig, mijn zoon" toen gaf ik haar de hand erop, dat hij onschuldig was, en dat 't aan het licht zou komen. Vraagt het haar zelf, heeren, of ik haar niet de hand erop gegeven heb". Dat had hij vandaag zeker aj tienmaal verteld. Maar ook de elfde maal luisterde men geduldig naar hem. 't Een of andere woordje was toch altijd weer nieuw of kon toch nieuw zijn. En zoo ging hij dan, nadat hij zich door een langen teug versterkt had, verder: „Tot zoover was dat nou alles goed en wel heeren. Maar hoe de zaak aan te pakken Want ge moet weten, er is wel een mogelijkheid om iemand die al door 't gerecht veroordeeld is, weer vrij te krijgen, maar moeilijk is het toch. Heel moeilijk, dat wil ik u wel zeggen". „Zeker, zeker, heel moeilijk" werd van alle kanten geroepen, „wij kennen het ver haal immers", maar de gebochelde zag er slechts een aansporing in, om het onder houd voort te zetten, gaf zijn vjlthoed een por aan den onderkant, zoodat hij op het linkeroor kwam te zitten, bediende zich uit een houten doos, die een van de gasten de anderen over de tafel heen toeschoof, ba lanceerde de snuif op zijn duim en herhaal de nogmaals: „Zeer moeilijk, heeren. Want er moest iets splinternieuws aangevoerd worden, dat den rechter destijds niet bekend was, en 't moest ook van belang zijn, zoodat men kon denken, dat de rechter destijds een an dere uitspraak gedaan had, als hij het wel geweten had. En dan is 't niet voldoende, dat men het aanvoert, de rechtbank moet er ook in gelooven en de zaak weer inlei den. Ileefl rij daarin geen lust, dan is ze niet verlegen om gronden tot afwijzing. Ze geven je daar zoo „in overweging, dat en ofschoon en niettemin", dat ge in t geheel niet weet, wat ge to lewwi krijgt In dit bijzondere geval was het nu duidelijk., dat de onschuld niet aan 't licht kon komen, zoolang het getuigenis van d«u ouden Da vid Ensikat geldig was. Daar meest due de schroef aangezet worden. (Wordt rervolgd.J

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1935 | | pagina 7