Premies voor Bezoekers 2e BLAD ONDRAGELIJKE BRANDWONDEN KLOOSTERBALSEM Voor Triplex en Ferrocal A. C. JULIANUS Ingezonden Stukken is stexJxts -éjzsv HON I GS SOEP/ MARKTBERICHTEN der Eerste West-Zeeuwsche Tentoon stelling „LUCTOR ET EMERGO" Een tentoonstelling zien, muziek en zang te hooren is aardig. Maar als men daarbij tevens de kans heeft op een mooien prijs is het nog aardiger Hieronder staat de lijst der premies door het bestuur voor bezoekers beschikbaar gesteld. Deze premies worden uitgereikt in den vorm van geldbons, die bij de standhouders in betaling kunnen worden gegeven. De winnaar van een premie kan dus zelf zijn geschenk uitzoeken! DE VELLEN HINGEN ERBIJ Dank zU KLOOSTERBALSEM kom! zijn hand weer goed in orde AKKER'S ORIGINEEL TER INZAGE en alle bekleedingsmaterialen LUCTOR ET EMERGO ZJ5EUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1935. No. Si 500sten bezoeker f 2.50; lOOOsten bezoe ker f 5.1750sten bezoeker f 7.50; 2500 be zoeker f 10.3250 bezoeker f 12.50; 4')00 sten bezoeker f 15.— 4750sten bezoeker f 17.50, 5500sten bezoeker f 21.—; 6250sten bezoeker f 22.50 7000 s'en bezoeker f 25. 7750 sten bezoeker f 27.50 8500 sten bezoe ker f 30.— 9250 sten bezoeker f 32.50; 10.000 sten bezoeker f 35.—, plus geschenk; 10500 sjen bezoeker f 37.50; 11000 sten be zoeker f 40.— 115C0 s!en bezoeker f 42.50; 12000 sten bezoeker f 45.— 12500 sten be zoeker f 50.—. De 10.000ste bezoeker ont vangt van de Directie een geschenk naar keuze ter waarde van f 25.—, (aan te koo- pen op de tentoonstelling. Aan elke 750sten bezoeker boven 12.500 geldbons ter waarde van f 50.—. aai EEN MOOI GAZON EEN SIERAAD VOOR ELKE TUIN. Om een mooi gazon te verkrijgen, is meer noodig dan velen wel zullen denken. Een goed gazon aan te leggen en te verzorgen is nu eenmaal niet zoo eenvoudig. Nog maar al te weinig wordt bedacht, dat het gazon veelal het meest in het oog loo- pende gedeelte van den tuin is en daarom ten \oi;e waard er bijzondere aandacht aan te schenken. Zij die van plan zijn een gazon aan te leggen, of meer van de juiste verzorging willen welen, zouden wij willen aanraden gebruik te maken van een speciale uitgave van Turkenburg's Zaadhandel te Bodegra ven. Wij nemen er enkele gege ens uit over en wel in de eerste plaats; het aanleggen door inzaaien van graszaad. Nog maar al te vaak heerscht de meening dat gras op eiken grond groeien wil. Deze verkeerde opvatting is wel verklaarbaar, omda^ er inderdaad vers hillende grassoor ten zijn die bijna alle den bodem voor lief nemen. Maar deze zijn dan of zéér grof, of ze schieten direct in het zaad zooals b.v. het z.g.n. tuintjesgras, en zijn daardoor ten eenenmaie ongeschikt voor het vormen van een goed gazon. Ook de grond speelt een voorname rol, de beste grond voor het aanleggen van een gazon is een humusrijke, voedzamen door laatbaren bodem. Is de grond van nature humusarm, dan moet getracht worden de kwaliteit hier van te verbeteren, b.v. door het inspitten van goed doorvroren grond bagger al of niet vermengd met turfmolm. Ontwatering is ook van belang en er dient gezorgd te worden dat het water goed kan doorzakken (diep spitten). De grond kan ook te nat blijven door te hooge waterstand, deze dient dan eerst zoo veel mogelijk verbeterd te worden en voor voldoende afwatering door het leggen van draineerbuisjes gezorgd worden. Velen zullen zich misschien af sragen, kan men in den nazomer ook nog een ga zon aanleggen.? Dit kan zeer goed, de geschikste tijd is de tweede helft van Augustus, desnoods kan het nog in September gezaaid worden, echter nooit later dan 15 September, daar de gras sen bij normaal herfstweer geen tijd genoeg ,,'t Gebeurde door kokend heete olie en mijn rechter hand was geheel en al wond. Ik was ten einde raad en huilde van de ondragelijke pijnen. Mijn man heeft mijn hand dadelijk verbonden met Kloosterbalsem, welke we altijd voor ons kleintje in huis hebben. Ukunt er zich geen voorstelling van maken, hoe dat ineens heerlijk verzachtte. Ik geef U de heilige verzekeringdat ik zelf verstomd sta over het wonder. Binnen 14 dagen was mijn hand weer gewoon." ^eun R Fr Geen goud zoo goed" Onovertroffen by brand- en sny wonden Ook ongeëvenaard als wrijfmlddel b*i Rheumatiek, spit en pijnlijke spiereu Schroefdoos 35 et Potten: 62J4 ct en f 1.04 hebben om zi h voldoende te beworlelen en de kans op uit riezen gedurende de winter maanden dan zeer groot is. Bij een uitzaai in Augustus ot' September is het zeer aan te bevelen het jonge gazon, voor de winter invajf, met wat fijne aarde te bedekken ter bescherming tegen strenge vorst. WAT KAN MEN IN DEN GROENTEN TUIN NOG ZAAIEN? Nu de tijd van zaaien bijna verstreken is, vragen velen zich af wat nu nog gezaaid kan worden. Wanneer de regen niet zoo lang meer op zich zal laten wachten, kan men nog met succes veldsla en herfstrapen aan den grond toevertrouwen. Veldsla immers geeft haar opbrengst van den vrijen grond in het koude jaargetijde. Het gewas is tegen den winter bestand, groeit zelfs onder de sneeuw. Toch bezaaid men bij voorkeur een noordelijk beschut bed, daar het blad door scherpen wind te lijden heeft, wat den groei in het voorjaar belemmert. Behalve in natten bodem wil veldsla over al groeien; in voedzamen vetten grond wordt ze liet maischt. Om in den herfst en den winter tot in April te kunnen snijden moet meer dan eens gezaaid worden. Men zaait van half Augustus tot begin October. Half of einde Augustus \ocr den la'.en herfst, in de eerste helft van September voor den winter en ein de September tot begin October voor het vroege voorjaar. Voor het zaaien van veldsla wordt de grond slechts aan de oppervlakte omge werkt, waarna het lichte zaad breed wordt ui ges rooid, iets ondergeharkt en vasf aan gedrukt. Bij late uitzaaiing is het aan te raden, ja [er het bed nog met wat blad te bedekken tegen mogelijk vroeg invallenden vorst. Wat betreft de teelt van Herfstrapen, de ze is wel voldoende bekend, wij zullen e- venwel op enkele belangrijke factoren even de aandacht vestigen. Rapen of knollen zijn zoeter, zuiverder van smaak op betrekkelijk mageren, lichten zandigen grond. Versche mest is nadeelig, de rapen krijgen er roest- of vuurvlekken door, worden dik wijls wormstekig en bitter van smaak. De smakelijkste racen teelt men op afge- oogste rogge of erwtenland. Op een plaats in de schaduw worden ze niet goed. Men zaait in de eerste helft van Augus tus. Daar niet uitgeplant, doch gedund wordt moet men ruim uitzaaien. De teelt van ra pen mislukt maar al te dikwijls door een te dichten stand. De onderlinge afstand der planten, moet 20 cM. zijn. Voor winter gebruik worden de rapen in het laatst van October gerooid en na de stengels en bladeren afgesneden te hebben in kelders of elders ingekuild. Vorsl\rij ge houden blijven ze tot Januari goed, langere bewaring is niet gewenscht, daar de smaak dan verloren gaat. Van de onderscheidene soorten in verschillende vorm en kleur worden de ronde, witte blauwkop het mee t gebruikt. (Gewapende Asbest Cementplaat) naar Lange Viele K 217-18 Tel. 448 Middelburg De soos was in een vervelende, zeurige stemming. De oorzaak dient gezocht in de warmte, die behalve zuigelingen ook lieden- op-zekeren-leeftijd niet te best bekomt, en voorts in de tentoonstelling. Of liever: de tentoonstelling was niet zoozeer de oorzaak ais wel de aanleiding tot de soos-stemming, die door ober Karei ad rein als „melig" werd gekenschetst. Is er verschil tusschen oorzaak en aanleiding? Wel, wis en zeker; ik zaj de soos bij gelegenheid eens la'.en uit- kibbelen, waar dat vers Jjil precies zit. De tentoonstelling, of beter gezegd: de miain der tentoonstelling plus de warmte deed ober Karei tal van biertjes méér ver- koopen. Men ziet, er ging van de tentoon stelling reeds een goed effect uit voor zij er was. En ook een kwaad effect: de „me ligheid'. Om deze mengeling van go d en kwaad is „'entoonstelfing" terecht vrouwe lijk in de grammatica. Men ziet, ik ben nog niet over de „meligheid" heen. „Een rare naam voor een tentoonstel ling... Luctor et Emergo", snoof onze prae ses, de dikke bakker Klaassen, die het laat ste woerd uitsprak a s „Eemurgo". „Da's fout... Eemurgo", snerpte de kleine kleermaker Prikkels. De bakker, die dacht, dat Prikkels hem bijviel, knikte en zei: „Luo- tor et Eemurgo, heet dat ding, Prikkels. Ze ker, het is fout. Ze hadden beter..." „Ik zei dat Eemurgo fout was", grinnikt* de kleermaker. De soos grijnsde mee. De bakker, die nattigheid begon te voelen, keek ons wantrouwig aan. „Wat fout wat fout", bromde hij, een stuk papier uit zijn zak halend, „hier staat het toch: Luctor et Emergo". Emergo, Klaassen", hielp ambtenaar Vlierhout hem, „in het Latijn valt de klem toon op de tweede lettergreep". Prikkels grin nikte hoorbaar. De bakker werd rood meer om het grinneken dan om de terechtwijzing. „Zoo, is dat Latijn, mopperde hij kwaad. „Waarom Latijn? Waarom gebruiken die lui d'r moe ders taal niet?" „Misschien is Latijn hun moedertaal, Klaassen", meende Prikkels. „Ben jij de lolligste thuis?" beet de bak ker hem nijdig toe, waarop zijn eeuwige te genstander snel riposteerde: „Ja, op de ra dio na". „Luctor et Emergo is de zinspreuk van het Zeeuwsche wapen", legde ambtenaar Vlierhout uit: „Voor deze West-Zeeuwsche tentoonstelling hebben de mens^hen dus te recht de Zeeuwsche wapenspreuk gekozen*. „Waarom mot dat nou krek Latijn wei ze?" nijdaste Klaassen verder. „Welke Zeeuw spreekt er nou Latijn?" „Het is geen sal ontaai meer', moest de 'ambtenaar toegeven. „En bij ons in de bakkerij verstaan ze 't ook niet", zei de voorzitter. Luctor et Ee murgo mooie naam. Net zoo mooi als..." „Emèrgo, bakker", vief Prikkels hem in de rede. De bakker zei een verwensching aan het adres van Prikkels, dat in aansluiting op zijn laatste woorden zoo zot klonk, dat hij er zelf tegen zijn wil om lachen moest. „Ik bedoelde: Je mantel draait", ver volgde de bakker. „Dat staat onder het Ne- deriandsche wapen, 'k Mot zegge: een mooie spreuk onder een leeuw, die opzit en poot jes geeft zonder jassie an. Of is dat, soms ook Latijn? „Hou me vast hou me vast!" gilde Prikkels, dansend op zijn stoel van pret. „Je mantel draait! En de leeuw heeft niet eens een zwem; akkie an' Man, je draait zelf!" „Ais de Nederlandsche leeuw op het Ne> derjandsche slrand komt krijgt ie een be keuring wegens onoegzame kl eding", merk te neef Jansma op. „Dat kan nie!, ais-ie |jeen k'eediig aan heeft", zei ambtenaar Vlierhout. „En zijn draaiende mantel dan?" gierde Prikkels. „Als het beest op het strand tegen den veldwachler zijn wapenspreuk zegt: Je mantel draait, krijgt de veldwachter een stuip en de leeuw een tik met de gummi stok". „Wegens beleediging van een ambtenaar in de rechtmatige uitoefening zijner bedie ning", g'imlachfe Vlierhout. „Dat laatste is die leeuw ook", wierp de neef tegen. „Welke politie-agent durft op het strand een leeuw te bekeuren?" vroeg Pleun Zee* land, ,,vo'ral als-ie in des veldwachters oog teekenen van verstandsverbijstering geeft?' „Ais zijn manteltje draait, dat-ie niet aan heeft", hikte Prikkels. De voorzitter was tpt de conclusie ge< komen, dat zijn weergave van de Nederland sche wapenspreuk niet volkomen correct was geweest. Hij informeerde, of wij zonne steek hadden of dat wij hem voor den mal hielden. „Geen kwestie van", betwistte Vlierhout* „Je sprak alleen je Fransch een beetje. hm een beetje met een accent uit". „Dat noemt ie een accent", riep Prik kels. „Als de leeuw het hoort, krijgt-ie va® schrik een knoop in z'n staart"' „En dan komt het heele volk er achter, dat-ie z'n manteltje in de lommerd" heeft gezet om te speculeeren op de devaluatie van den gulden", zei neef Jansma. bemerkt, vriendelijke, lezeres, waarde lezer, de „melige" stemming? Het resul taat werd uiteindelijk gevormd door twee dingen: een goed en een kwaad. Het kwade ding was onze praeses, die met een vuu» rood hoofd, brullende van woede, wegliep* Het goede ding was het besluit om op kos ten van de kas der sociëteit „Ami itia" vol gende week een bezoek te brengen aan de tentoonstelling „Luctor et Emergo". Doch aan Prikkels is verboden om „Emèrgo" ie zeggen ais de Voorzitter in de nabijheid is. PLEUN ZEELAND. WAAR GAAN WE HEEN? Weet de gebruiker wel dal, wanneer hij voor f 1.vleesch koopt, dit vleesch voor meer dan één derde is belast met een cri- sisheffing, accijns, keurloon en ornze belas ting? En wat moet er gebeuren met het te veel aan gesmolten vet? Dat kan men nog niet eens aan een liefdadigheidsinstelling ca deau doen, voordat men voor dit vet een belasting van 24 ct. per K.G. heeft betaald. Is het misschien beter er zand in te mengen en het geheel dan naar den stadsmestput le brengen? De landbouwers en werkloozen krijgen steun; de zakenlieden en middenstanders be talen de belasting. Waar gaat het heen? Eenigen tijd geleden verzuimde een land bouwer een vergunning voor een huisslach ting van een varken aan te vragen. Hij kreeg daarvoor een boete van f 4.De kanton rechter te Middelburg gaf den slager, die het varken geslacht had, f 100 boete. Zoo is het recht in Nederland. In België, en hiermede doel ik dan vnl. op Antwerpen, is het heel anders. Daar hangt het vleesch van hel abatttoir gewoon op sfraat. Een koe krijgt daar maar twee stempels: één op iederen achtervoet, en dan is 't in orde. Zulks brengt natuurlijk veel minder kosten met zich mede. Voor de gezelligheid is er een café gebouwd, waar de zaken onder gezellig gekeuvel en meteen glaasje bier worden afgehandeld. Het ver schil is dus wel groot. J. M. Slager te Middelburg NASCHRIFT DER REDACTIE Natuurlijk geven wij inzender gaarne gr* Iegenheid, zijn hart eens te luchten. Dat frischt soms op. Toch moet hij de zaken niet eenzijdig bezien. Hij moet zich eens on be\oorbeeld afvragen: „Waarom zijn al dio heffingen op het vleesch gelegd? Zonder cri sisheffing ging de veehouderij ten gronde, zonder accijns zouden andere belastingen hooger zijn, zonder omzetbelasting idem. Vader Staat moet nu eenmaal geld hebben. Het keurloon, het strenge toezicht op de slacht en de scherpe eischen op de slagers winkels zijn gesteld om den consument de verzekering te geven, dat hij prima kwali teit vleesch krijgt, hetwelk hygiënisch be handeld wordt. Wij denken zoo, dat menige Zeeuwsche huismoeder haar neusje zou op trekken ais zij op de Antwerpsche manier haar vleesch zag behandeld. Zij geeft liever enkele centen méér voor vleesch zonder stof en vliegen. De beboete landbouwer en slager konden toch weten, dat zij zonder vergunning niet mochten slachten? VEILING van 14-8-1935. Peulen 12, Postelein 3-9, Zuring 1, Augur- ken 1-14, Wagenaarsboonen 4, Suikerboonen 4-5, Stoksnijboonen 4-10, Stamsnijboonen 4-6, Stokprincessenboonen 8-11, Stamprinccssen- boonen 4-6, Doperwten 8-17, Zilveruien 6-11, Peën I-21/2, Uien 2-3 per Kilo. Bloemen: Gla diolen 1-5, Stroobloem 1-2, Asters 2, Zinnia 3, Narcisbollen 3 ct. per st. Peterselie. Veschel 5-10, per chip. Preiplanlen 5-6, per 100. Peën 2-31/2, Rapen 2-2i/2, Kroten 1-2, Prei 6, Uien l-2i/2 Selderie 1-4, Rabarber 1, Rammenas li/2, per Bos. Savoye kool 1-4, Roode Kool 3-5, Bloemkool 11/2*15, Andijvie I/2-I1/2, Kropsla 1/2-2, Komkommers 1-2, per stuk. Vervolg le kolom pag. 3.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1935 | | pagina 3