De Toekomst der Fruitteelt 2e BLAD Voor Triplex en Ferrocal A. C. JULIANUS en alle bekleedingsmaterialen 4ÜEUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 2 AUGUSTUS 1935 No. 31. In het uitvoerige jaarverslag van de Z.L. M. wordt over onze fruitteelt o.m. opgemerkt „Gedurende de aflevering \an het zo.r.er- fruit deden zich moeilijkheden voor, doordat de markt werd overvoerd. Vooral in Zee land werd jaren achtereen veel zo ver en herfslfruit aangeplant en hoewel het fruitge- bruik toenemende is en het publiek wel waar deering heeft voor de betere kwajiiei', die wordt aangeboden, kon niet alles tegen hoo- gen prijs worden afgenomen. Een ong insti- ge factor was nog, dat toen de aanvoer van den Nederl. fruitoogst begon, de koel huizen nog groole hoevee'heden buiten- landsch fruit bevatten, wat den prijs van de appelen drukte. Voor het winterfruit zijn hooge prijzen gemaakt en bij het omenten en den nieuwen aanplant komt dit tot uiling, terwijl ook al gemeen de overtuiging is gekomen dat door bewaring in koelhuizen getracht moet wor den een meer regelmatige aflevering van den fruitoogst te bevorderen. Er ligt op dit ge bied voor de veilingen een ruim arbeidsveld omdat meer eirtn eer blijkt, dat het be waren, het sorteeren en pakken wel een te- ler sa angel egenheid is, maar toch niet door ieder afzonderlijk moet worden verricht. De fruitveilingen behooren dan ook te worden toegerust met een pak station en koel ruimte, wil het hier te lande geteelde fruit op de markt de plaats in gaan nemen, die het kan innemen. Hooge eischen worden gesteld op ge bied van de kwaliteitverbetering en worden vooral de fruitveilingen voor de noodzakelijk heid geplaatst zich beter toe te rusten, waar voor het kapitaal in deze tijden moeilijk te vinden is. In 1934 werd voortgegaan om de kwaliteit van het Zeuwsche product zoo veel mogelijk te verbeteren". Aldus het jaarverslag. o Wij vestigen in dit verband de aandacht op het dezer dagen verschenen rapport van de Nederjandsche Pomo'ogische Vereenigitig omtrent de toekomst van onze fruitteelt, meer speciaal voor wat betreft de afzetkan- sen op de binnenlandsche markt. Wij zouden dit rapport, dat te uitvoerig is om het in een krantenartikel te verwerken, gaarne in handen zien van elke fruitkweeker, die het goed meent met zijn vak en wat verder wil kijken dan zijn neus lang is. Speciaal aan onze vei ingbestuurders geven wij dit rapport ter ernstige bestudeering in overwoging. Daar in worden voor de toekomst van onze fruit teelt de groote lijnen uitgezet; daarin wordt uitvoerig beschreven wat er moet worden gedaan om onze frri teelt op hooger plan te brengen en haar in staat te stellen, op waardige wijze aan de fruitbehoefte van het Nederlandsche volk bevrediging te schenken. Er staan dingen in, die menigeen wat al te ingrijpend lijken, doch men hoede zich voor een voorbarige afwijzing. Wij le en snel te genwoordig: %rat heden nog onmogelijk scheen is morgen reeds werkelijkheid. Het rapport constateert, dat de fruitleler er rekening mee zal moeten houden, dat voortaan tegen betrekkelijk lagen prijs een prima kwaliteitsproduct moet worden ge leverd, wil men de binnenlandsche markt werkelijk bezetten. In kwaliteit, sorteering en verpakking komt ons fr it nog veel te kort. Veel te veel. Zoo spoedig mogelijk moet daarin verbetering komen. Er is een groot tekort aan goed winter fruit, waarin moet worden voorzien door bij den aanplant rekening te houden met de later rijpende soorten, alsmede door meer en beter werk te maken van het opslaan van fruit in de fruitbewaarplaatsen. Voor het zomer- en herfstfruit-zullen koelhuizen moe ten worden gesticht. Terecht wordt er ook in het Z.L.M. verslag op gewezen, dat hier een taak ligt voor de veilingen. Uitsluitend de goede kwaliteit consumptie- fruit mag op de markt worden gebracht; voor de afwijkende soorten moet afzet naar de fabriek (verwerking tot dranken) jam en pulp) gevonden worden. De sorteering moet aan vaste regels gebonden worden. Er is nog veel te verbeteren in de ziektebestrijding. Het rapport wil zelfs een controle op de bestrijdings middelen i igesteld zien. Voorts mag goede voorlichting op het uitgebreide terrein der fruitteelt niet langer ontbreken. Dit zijn slechts enkele grepen uit den le- zenswaardigen inhoud. o .Onzerzijds willen wjj. hieraan nog de op- De Zeeuwsche Tuinbouw legt zich speciaal op de fruitteelt toe. Daar in schuilt een goede toekomst, mits de kweekers de teekenen des tijds verstaan en tijdig maatregelen nemen om een vaste positie op de binnenlandsche markt te be houden. merking toevoegen, dat de fruitteelt niet te lang moet wachten met het aanpakken van deze hoogst belangrijke zaak. Met genoegen zien wij uit het verslag der Z.L.M. dat men in Zeeland* overtuigd is van het nut en de noodzakelijkheid der boven in het kort ge schetste maatregelen en reeds met de uit voering ervan begonnen is. En waarom kan niet gewacht worden? De Nederlandsche fruitteelt heeft een schoone kans op het bezetten van de vader- landsche markt nu sedert Augustus 1933 de invoer van het buitenlandsche fruit is ge monopoliseerd. Op dien invoer is een crisis belasting gelegd van enkele centen per kilo en de invoer mag niet geschieden dan na het betalen van dit recht en het verkrijgen eener machtiging van de Groenten- en Fruitcentra- le. De opbrengst van deze heffing komt in den vorm van steun ten goede aan den Ne- deriandschen tuinbouw. Het resultaat vand it invoermonopolie is geweest, dat de invoer van zuidvruchten, (si naasappelen, mandarijnen, bananen,* die in 1932 nog 132 millioen K.G. bedroeg, verle den jaar was geslonken tot 119 millioen K.G. De import van verse he vruchten daalde van 40 millioen K.G. in 1932 tot 25 millioen K.G. in 1934. De geheele invoer van vreemd fruit ging terug van 191 millioen K.G. in 1932 tot 160 millioen K.G. in 1934. Er is dus een groo tere ruimte gekomen op de binnenlandsche markt voor het eigen product en het mo nopolie heeft ongetwijfeld op het prijsver loop van ons fruit een gunstigen invloed gehad. Toch ais zij onze markt op den lan gen duur, dus blijvend wi'len bezetten, dan moeten de Nederlandsche fruittelers het pu bliek, in de plaats van het goedsoortige, uit muntend gesorteerde en keurig verpakte bui tenlandsche fruit een product in de plaats geven, dat aan de hoogste eischen beant woordt en den verwenden smaak bevredigt. Men kan niet ten eeuwigen dage bl ij ven re kenen op de beschermende werking van het monopolie. Er moet kraclïtig worden aan gepakt ter verbetering van het product van eigen bodem, opdat het straks, als het eco nomisch getij keert, niet opnieuw door het betere voortbrengsel van vreemden bodem wordt verdrongen. OVER BLADLUIZEN EN ANDERE INSEC TEN. Het is wel bekend, dat de bladluizen tot de meest en algemeen voorkomende insecten behooren. Door hun enorm voortplantingsvermogen kunnen zij zich in korten tijd, zeer sterk ver meerderen en zijn zij dan in veel gevallen zeer schadelijk voor onze gewassen, doordat zij den groei tegenhouden en meermajen al lerlei verkrommingen \an de organen, bla deren en scheuten veroorzaken. Evenals de schildluizen, zuigen de blad luizen met behulp van een fijnen zuigsnuit de sappen uit de plant en onttrekken zij aan deze aidus veel voedsel. Men ziet dan ook maar ai te vaak, dat plan ten waarop luizen voorkomen, niet meer groeien, ja zelfs in vele gevallen als verlo ren planten beschouwd kunnen worden. Vooral bij warm weer, gaaf de vermeerde ring zeer snel en kunnen in korten tijd de planten met bladluizen bedekt worden. Men kan deze luizen vooral ook waarne men bij, zaadbieten, welke oogst zeer dikwijls een mislukking dreigt te worden, door de aanwezigheid van groote hoeveelheden luizen Gelukkig beschikken wij ook hier voor, o- ver bestrijdingsmiddelen, waardoor dit eu vel afdoende kan worden bestreden. (Gewapende Asbest Cementplaat) naar Lange Viele K 217-18 Tel. 448 Middelburg Ais deze krant onder het oog van den le zer komt is de regeeringsc.i is in Den Haag waarschijnlijk wel weer opgelost. En dat is maar goed ook, want anders zou Dr. Colijn wei e ns bezoe'v hebben kunne ontvangen van een dikken, roodhoofdigen meester-bak- ker uit ons Zeeuwsche dorp, die aan Zijne Excellentie in alle ernst het voorstel zou hebben gedaan oin het met die regeerings- kiezerij nn eens over een gansch anderen boeg te gooien. Deze bakker, voorzitter van de sociëteit „Amicitia", hetgeen „Vriendschap" beteekent, alsmede lid van den gemeenteraad en der halve een doorgefourneerde deskundige op het g'ibberige levensterrein, dat politiek keet, deze brood- koek- en beschvi'bakkende poli tieke rol was het mei de gebruikelijke ma nier va 1 ïi i iers ki zen he lemaal niet eens. Achter een groot glas bier, breeduit geze ten in de eenige gemakkelijke stoel van de soos, zei te hij op de hem eigen luidruchtige wijze zijn zienswijze uileen. „Het lijkt naar niks", verklaarde hij be slist. „De politiek is een mooi ding, een machtig mooi ding, maar je moet er ver stand van hebben". „Waarom zijn er dan in de politiek zooveel lui zonder verstand"? vroeg de kleine kleermaker Prikkels, zoo langs zijn neus weg. De voorzitter negeerde deze hatelijkheid. „Ais ik beschuit ga bakken, moet ik we ten, hoe ik dat doen moet. Ik moet er ver stand van hebben, waar of niet?" De soos moest toegeven, dat dit een juis te opmerking was. De voorzitter was nog niet tevreden. »»Als jij, Prikkels, een knecht noodighebt op je kleermakerstafel, wat doe je dan"? Prikkels verwoedde een moppige valstrik. Hij keek den praeses wantrouwend aan. „Nou? Wat zou jij dan doen?" ,,'WeI, «aarzelde Prikkels, „als ik een knecht noodig had zou ik er een zoeken." „Da's nogal wiedes, rund", viel de Voor zitter uit. „Ik mot zeggen, dat jij niet van de domsten bent. Maar luister nou", ging hij met stemverheffing voort, toen hij zag, dat Prikkels hein nijdig in de rede wilde val len, „als jij een kleermakersknecht noodig hebt, dan neem je toch geen met se'aar, niet waar?" Prikkels mond zakte open van verbazing. Toen kwamen er roode plekken op zijn ma gere wangen en sis e hij nijdig: „Seggeris, voorzitter, heb je nog meer van die scherpzinnige vragen? Wafoor zie je mij eigenlijk aan? Denk je nou, dat..." Met een sussend handgebaar en een lief lachje stelde de bakker den opkomenden storm van kleermakers woede. „Ik wil je niet in de maling nemen", ver zekerde hij. „mijn vraag is doodernstig. Je zou dus geen metselaar op je tafel zetten?" Het was beneden des kleermakers waardig heid, hierop te antwoorden. „En jij, Vlierhout", informeerde de bak ker verder „als jij een verslag moet laten schrijven neem je dan een landarbeider of een boeremeid voor dat werkje aan?" „De arbeider nier', g.i.nlachie ambtenaar Vlierhout, „De boeremeid zou ik eerst moe ten zien. Maar voorzitter, waarom vraag je ons zulke volmaakt logische dingen?" Bakker Kiaassen grinnikte triomfantelijk. „Ik vroeg dat om jullie duidelijk te laten voelen, dat ze die logica in den Haag nog niet ontdekt hebben. Daar nemen ze een metselaar om kleeren te maken en een ridder van de naald om huizen te bouwen. Daar maken ze een oud-kapitein van het leger minister over de vloot. Misschien is hij een heel beste kapitein en POLITIEK. kan hij prachtige petoetstraffen uitdeelen, maar ik vraag jullie, wat kan hij nou ver stand hebben van de marine? Is het een wonder, dat onze kruiser niet varen wil „Nou, nou, bakkertje", twijfelde ambte naar Vlierhout. Het bakkertje kwam in vuur. Zijn vuist bonkte op tafel. „En een dominé moet de sociale zaken behandelen, een kantoorman gaat over de wegen en de bruggen en een ingenieur moet de economie behandelen. Is dat prartfsclr? Nou zeg ik geen kwaad van de dominé's of van de kantoorlui en ook niet van de in* genieurs. Ik zeg maar zoo: schoenmaker, blijf bij je leest. Als hij met zijn pekhanden aan mijn brood komt en ik moet de leest op mijn knie nemen, dan krijgen de men- schen slecht brood en slechte schoenen. En nou jullie". In rustige zekerheid van de kracht zijner stelling leunde de bakker achterover. En nou wij. Daar zalen wij nu voor een moeilijk opdracht, want de princ i ieele logica van des voorzitters betoog was niet zoo gemak* kelijk te weerleggen. Wij bes treilen, hem na tuurlijk, wij voerden allerlei argumenten aan, maar de bakker wierp ze als kegeltjes ondersteboven met z'n s eriotiepe opmerking. „Je moet vriend Prikkels geen hris laten bouwen". En toen wij uitgepraat waren kwam de bakker met zijn ontstellende plan voor den dag. „Ik ga er eens over praten in den Haag Ik zal ze eens vertellen dat ze de koe bij de staart en niet bij de hoorns te pakken "heb ben". „Ze? Wie zijn ze?" „Wel, de regeering natuurlijk? De minis ter-president, Dr. Colijn. Ik heb hooren zeggen, dat Dr. Colijn een eenvoudig, ge moedelijk man is. Ik moet toch naar den Haag en zal hem eens opzoeken". ,,'t Is je broertje niet;" „Dr. Colijn heeft wel wat anders le doen dan met jou te kletsen." „Ach wat, hij wordt niet eens toegelaten!" „Man, schei uil, als-is in den Haag komt is-ie zoo verbouwereerd door de drukte, dat-ie de heele regeering vergeet." „Vindt je vrouw het goed, bakker?" Men ziet: de soos had niet veel fiducie in het presenditieele voornemen. De bakker wuifde, grinnikte, huilde, net de wolven, maar bleef onverzettelijk. De soos kende hem: hij zou werkelijk ei en wijs genoeg zijn om bij Dr. Colijn aan te bellen voor een genoegelijk buurpraatje. „Waarover wou jij dan met Dr. Colijn pralen?" vroeg Prikkels. „Over de politiek, over de vorming van het nieuwe ministerie." „Is de politiek tegenwoordig een vak of is het geen vak?" vroeg Pikkels weer. „Jawel, maar... maar's totterde Klaas sen, die nattigheid begon te voelen. „Nou dan grijnsde de kleine kleerma ker, dansend op zijn sloel van vreugde, „blijf jij dan zoete broodjes bakken. Dat is ,e vak!" „Hij zit, voorzitter", constateerde ambte naar Vlierhout rustig. De bakker maakte zich tot afweer gereed, doch Prikkels liet hem niet meeraan het woord komen. Met zijn bierglas in de hand danste hij een horlepiep door de kamer, sche'ter nd: „Schoenmaker, b ijf bij jelee tl Bakkertje blijf bij je deeg!" Neen, achteraf bekeken geloof ik toch, dat Dr. Colijn geen bezoek van onzen soos-voor- zitter had te verwachten. PLEUN ZEELAND. Wij denken b.v. aan het bestrijdingsmid del Sinat hit, waarvan wij lezen, dat l i rmee in Duitsch;and zulke uitnemende resultaten zijn verkregen. Men kan er niet buiten, de lui:en te be strijden, wil men van een goede oogst verze kerd zijn, welke anders een mislukking zou worden. Ook de aardvloo behoort tot een van de vele insecten welke groote schade aan vele gewassen kan veroorzaken. Wij denken b.v. aan de vele koolsoorten, waarop genoemd insect zoo veel uldig voor komen en bes r ding steeds noodzakelijk is, wil men iels van zijn gewas overhouden. Ook hiervan kan de bestrijding met suc ces plaats vinden, met bovengenoemd bestrij dingsmiddel. Het is wel zeer te betreuren dat nog zoo velen hun gewassen prijs geven aan insecten en hun gewassen laten vernietigen, terwijl dergelijke bestrijdingsmiddelen onder hun be reik zijn. EEN ADRES VAN KERK EN VREDE. Ammerstol, 10 Juli 1935. Aan Zijne Excellentie den Minister van Bei enlandse Zaken te Rome. Mijnheer de Minister, Het Hoofdbestuur van de Christen-anti- <8» K, J. MEULMEESTER f St. Jacobstr. 13 Tel. 47 Vlissingen PHILIPS RADIO Stofzuigers en Electr. Apparaten <3» Aanleg van Electrische Installaties Reparatie-Inrichting militaristische vereniging „Kerk en Vrede", tellende 80C0 leden, voorgangers en 'gemeen teleden, in de overtuiging, dat oorlog en oorlogs toerusting onverenigbaar zijn met het Evan gelie van Jezus Christus, verontrust door de uitgebreide oorlogsvoorbereidingen, die door Uwe Regering worden getroffen tegen Abes- synië, een natie, die evenals de Uwe tot de Chrislennaties behoort, overwegende dat beide naties leden zijn van de Volkenbond, dat Uwe Regering bij het Verdrag van 26 October 1896 te Addis A- beba de volstrekte onafhankelijkheid van het Keizerrijk van Abessynië ais souvereine en onafhankelijke staat zonder reserve heeft er kend; dat de Conventie van 13 December 1906 Vervolg le kolom pag. 3.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1935 | | pagina 5